PETER BERGER COLUMN – Het zal me worst wezen.


Het was weer feest bij de supermarkt. Mega winkel. HyperMarché. Schapruimte zonder begin of eind. Twee voetbalvelden groot. Minstens. De winkel. Bij de verse vleeswaren moet je een nummertje trekken. Altijd. Zo druk is het er. Altijd. Daar. Bij de vleeswaar. Ik trek nummertje Dix-Huit. Uit zo´n ouderwetse dispenser zonder franje. Het ding spuugt een roze V-vormig papiertje uit zodra je aan haar tong trekt. 18? Dat is nog wel even wachten eer ik aan de beurt kom. Ondanks het feit dat de vier dames achter de langgerekte vitrine de poten uit het lijf rennen is er een flinke rij. Niet zo gek. Achter het glas heb ik ondertussen veel lekkers gespot. Pâté aux pommes. Pâté à la mirabelle. Daar ga ik voor. En van die worstjes die op Poolse worst lijken, maar toch heel Frans smaken. Geduld is een schone zaak. Wachten geblazen.

Het schouwspel verbaast me. Lekkers? Ik zie de vier bikkelvrouwen achter de toog in no time een meter boterhamworst wegsnijden. Gemaakt van dat onbestemde lichtroze goedje dat zich in een dikke rode rol plastic heeft laten opsluiten. Belgische hesp op z´n Frans, ofwel saucisson de jambon. Met kilo´s tegelijk rolt het beide snijmachines uit. Om vervolgens zorgvuldig verpakt in de glimmende boodschappenwagens voor mij te verdwijnen. Klant na klant. Hesp na hesp. Bizar. Zoveel lekkers? En dan boterhamworst? Ieder zijn ding, maar ik kan het nauwelijks bevatten.

Een stem zingt mijn nummer. Dix-Huit. Une belle mélodie. Pardon! Ik was even verdwaald. In mijn hoofd. Boterhamworst? Dikmaker! Meer meel dan vlees. Het is te zien. Slank lijkt hier een zeldzame ziekte. De vrouw voor mij ploegt zuchtend haar tot de nok afgeladen wagen zwetend naar de kassa. Mission accomplie. Ik ga voor dikke plakken. Tussen duim en wijsvinger gebarend waar het mes moet snijden. Beide pâtés moeten eraan geloven. De worst laat ik links liggen. Pools of Frans? Het zal me worst wezen.


PETER BERGER

Share This:

Elbert Gonggrijp wint de enige echte virtuele – je weet het maar nooit – trofee op pomgedichten.nl – Cartouche zilver en Vera vander Horst brons

ach we weten het eigenlijk al – al weet je het maar nooit – maar vandaag wel – de commentaren onder de gedichten kunnen maar tot een uitkomst leiden – dank aan alle dichters die inzonden – het goud deze week is GONGGRIJPGOUD, het zilver is voor Cartouche en het brons voor Vera van der Horst. van harte gefeliciteerd – de ongekende onnavolgbare melancholie van gonggrijp stijgt boven alles uit, de ongekende eerst drie strofen van Cartouche in een tot dusver ongekend gedicht reikt tot en met het zilver – en de ongekende lieve eenvoud biedt eindhoven en die prachtige dichteres daar – die van der horst brons. geniet de woorden, de regels, het buitengewone.


MISSCHIEN KOMT HET WEER TERUG

Ik had je met alles willen vergelijken – dit lieflijke, maar oud
geworden landschap, een terugkeer naar een plek die nooit
de mijne zou kunnen zijn – nu, na al die jaren, nog voor ik
je kon vergeten, toen ik jou wilde ontmoeten, je nog niet
werkelijk kende – de wind door je haren. 

Een blos op je gezicht. Waar ben je toch vandaan gekomen,
had ik aan jou dan niet genoeg, moest ik maar weer de moed
verzamelen om het mij dikwijls af te vragen – de zon scheen
door de bladeren, wij zaten aan deze tafel, daar waar wij
zojuist aangenaam vertoefden.

En ik wist je zeker toen ik langs je heen
keek, gevangen door het minst geringe
detail dat ik zoal opmerkte – 

Elbert Gonggrijp,
Espe,
donderdag 22 mei 2025

heel soms treden dichters uit zichzelf en stijgen ze tot onnavolgbare  hoogte boven zichzelf uit. die hartstochtelijke melancholie in de eerste strofe  brengt me bijna aan het huilen – hoe geef je dit schilderij een naam – zoals elbert dit schilderij een naam geeft in de eerste regel: ‘Ik had je met alles willen vergelijken’. een wonderlijk mooi gedicht volgt na die eerste regel – en we weten als lezer dat het nooit meer zal terug komen – dat landschap, die tafel, die plek toen daar met haar die nooit de zijne heeft kunnen worden. prachtig.






Weerklank
 
In de stilte van je ogen
spiegelt de glans, de gloed
van nooit vermoede dromen
lieflijk verre oorden – ongebaande
paden en nog onverrichte daden
 
In de stilte van je ogen
verstommen de holle klanken
van praatjesmakers en hun klonen
de duizend duisternissen
van levend doden
 
in de stilte van jouw ogen
waarvoor woorden moeten wijken
houdt de slinger zijn slagen stil
krimpt tijd tot ruimte in en gaat
een nieuwe wereld open
 
hierin  – in deze glinster  –
loop ik me te nimmer verloren
vind er plek om in te wonen
de weerklank van een stem
 
een ongekend gedicht
 
 
28-06-2025 / Cartouche

heb je het ene wonder (Elbert Gonggrijps gedicht) in poëzie nog niet gehad of het volgende dient zich aan. de beloftevolle ogen die de dichter hier  beschrijft met in de eerste strofe de ‘ongebaande paden en nog onverrichte daden’ van de hoofdpersoon voor de boeg. die ogen waar de ‘woorden voor moeten wijken’- ja dan geef ik me echt over aan dit ongekende gedicht. Cartouches poëzie maakt vandaag stil.






Hij zei dat mieren nooit verdwaalden


je hing ondersteboven
je blond haar raakte het zand
je ogen zo blauw
als de pleister op je knie


wat wist je veel
anderhalf jaar ouder
en als we liepen pakte
je altijd mijn hand


je moeder zei mijn naam
alsof hij bij jou hoorde
dat was ook zo
vele jaren lang


soms denk ik terug
weet niet meer zeker
wanneer je verdween
of ik je verliet


dat voelt wat verdwaald
want we waren zo zeker
we hoefden nooit te zoeken
we waren van elkaar


VERA VAN DER HORST

een kleine lieve liefdesgeschiedenis geworden tot een herinnering – hoe het was is niet meer precies te beschrijven maar er zweven nog genoeg mooie regels rond – de woorden van moeder, en dat ie ondersteboven hing, lief haar hand vasthield, hoe het die twee verging en dat het verging, dat ze van elkaar waren – en zijn – mooi!
  • FRANS TERKEN met aan de rand de bomen 
  • RIK VAN BOECKEL en zijn nieuwe CD De dansende drummer
  • ELBERT GONGGRIJP – Ik had je met alles willen vergelijken
  • CARTOUCHE – ongebaande paden en nog onverrichte daden
  • LUK PAARD – dat je voor de liefde bent
  • ROB MIENTJES – Verliefd toen en opnieuw verliefd nu.
  • VERA VAN DER HORST -we waren van elkaar
wie wint de enige echte virtuele – tja wat zullen hier nu eens bij schrijven – trofee op pomgedichten.nl? een romantisch plaatje, de onschuld, de natuur, naïviteiten, u kunt deze week in de zondagochtendwedstrijd alle kanten uit. maar iets lieflijks moet lijkt me wel te lezen zijn. hoewel – het is aan U – of zien we hier de jonge hanna bervoets afgebeeld? met het ongelukkige handje. de je weet het maar nooit trofee! u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.



we waren altijd al uitgesproken
en we zijn het ook
én we vielen stil – ook dat nog

natuurlijk denken we elkaar
de hemel en de afgrond in
we zitten nergens mee

dat weten we
zo ontstaat dan toch nog net een gedicht
op het randje

pw
Goedemorgen Pom, 
Zag het plaatje van de week al, we waren een midweek weg, midden in de natuur, dus dat paste wel bij ons verblijf daar. Mooi vertoeven zo, er kwam dit gedicht van.
Warme groet weer, Frans



Heideheuvel


Een heuvel op de heide
met aan de rand de bomen 
om het uitzicht in te kaderen
een warme wind trekt het strak


niet dat wij hier alleen zitten
een boomklever laat zich horen
de tjiftjaf wil niet achterblijven
en doet stemmig mee


vallen ook roodborst en merel in
koor dat de middag met zang vult
om ons welkom te heten


niet de grote stille heide
maar het aangenaam vertier
om hier tussen het loof samen te zijn 


© FT 23.06.2025

mooi sfeerbeeld van en bij een tot rust gekomen dichter die de pen hanteert in een natuurlijk samenzijn – soms is poëzie gewoon rustgevend – 14 regels woorden en je waant je in de natuur – ook op je platje in de stad drie hoog achter.


Liefdevolle tijd


Een handje lijkt aan het leven te geven 
wat niet altijd duidelijk is


fruit leidt de vingers niet af 
we kijken niet naar elkaar


we staren naar de tijd 
om liefdevol samen te zijn 


als jongetje en meisje
zijn we zo fijn geschilderd. 


Rik van Boeckel
28 juni 2025

onze felicitaties gaan uit naar Rik – zijn nieuwe CD nu niet alleen meer digitaal maar ook schijfwaardig. het gedicht beschrijft een liefdevol samenzijn met hoofdpersonen die – in zo een typische rikvanboeckel regel – niet naar elkaar maar naar de tijd staren. het gedichtje bijna zo fijn geschilderd als het schilderijtje.



En gisteren kwam mijn nieuwe cd De dansende drummer echt uit. Jij kent het al als digitaal album met Dub in dub uit. 
En dit is het eerste muzikale gedicht van het album.

DE DRUMMENDE WANDELAAR
 
De drummende wandelaar
de wandelende drummer
slaat zijn slag met elke maat
met stokken en handen
en ritmes om van te watertanden
 
zo ziet hij de Natuurpoort
in het kleine Streekpark
zijn voeten zoeken ritmisch het pad
waarvan hij nog nooit heeft gehoord
 
en Natuurpoort landt aan boord
langs bladergroen en takkengewei
zijn armen zijn vrij met slagen in de lucht
op de melodie van de wind en de zon

de drummende wandelaar zingt zijn lied
over de natuur waarvan hij zo geniet
over de boomstam geworteld in aarde
over het pad langs het gras zo groen
sta op je schoen sta op je schoen
maar de handen zullen het zeker doen

hij pakt de ooit gevallen takken
slaat ze op de stam als stokken
op de maat van vele uren
langs noten natuurlijke partituren om mee te sturen

hij wandelt vrolijk door het bos 
en laat de stokken op de takken los 
om het ritme zorgvuldig te slaan.


Rik van Boeckel
zondag en dus effe ter poms site…’n favoriete dichter van mij…en dat’et zwoel wordt vandaag en altijd die wedstrijd die geen wedstrijd is en toch dat jij ook…omdat’et van de liefde schrijve is en zoveel


” dat jij ook “

zo voor de liefde bent
en schrijve wil over voele
danse en zweverig

van hoe de zon schijnt
alles bloeit en broeit
met vlinders in je buik
van die hele grote

en alleen maar hore wil
hoe je naam klinkt
dat je naakt wil
met tederheid
en zachte hande

dat je bloed wilt voele strome
tot je zalig in’et hoofd
en met’n laatste zin
in grote letters zweet

dat je voor de liefde bent
en ik gulzig aan elke letter


© luk paard

in onstuimigheid is Luk Paard niet te verslaan. het vredige schilderijgebeuren zet hij om in een enorme liefdesdans – dat het zweet en het bloed er van af spat. gulzig inderdaad dat is het woord. de kindjes op het doek weten nog niet wat er boven hun hoofdjes hangt. luk paard geeft het ze alvast te verstaan haha.
de kindjes op het doek weGoedenavond Pom,In de hitte van de nacht die de dag afsluit nog op de valreep een stil levensteken.
Groet, Rob


Stilleven met …


Links zit Maarten, rechts Marijke en het gaat ze goed.
Op de voorgrond appels en aardappels en een bloemenvaas met gerbra’s.
Ze kijken beiden de schilder aan met een tevreden blik.
Maar de schilder weet beter nu ze ingelijst zijn.
Maarten heeft hem alles verteld voordat hij Marijke inlichtte.
Amper was de verf opgedroogd en de schilder moest huilen.
Zo droef dit verhaal van Maarten en Marieke.
Alles staat uitgelegd op het kleine script dat Maarten vast houdt.
Marieke wil er eigenlijk niet van weten, zij weet wat mankeert.
In het boek staat helder en klaar beschreven de laatste stappen uit haar leven.
Gelukkig is er sprake van een positieve wending een optimistisch geluid.
Maarten draagt haar voor, wat alles minder pijnlijk maakt.
Schaamboek en -script kunnen voorgoed overboord.
Het is ene Manet die van de hoed en rand vertelt.
Verder is daar niemand bij nodig.
Scarlett O’Hara en Reth Buttler jeugdig vereeuwigd in tanden des tijds.
Een déjà vu avant le lettre, maar dan net iets anders.
Verliefd toen en opnieuw verliefd nu.
De hamer erop, zegt de schilder.
Verkocht!

ROB MIENTJES

iets met gone by the wind een liefdesgeschiedenis ik weet het niet precies ondanks de precieze beschrijving van het verstilde gebeuren. ik lees over maarten en marijke en marieke over Scarlett O’Hara en Reth Buttler maar toch een beetje anders. en we bevinden ons op een veiling. dichter springt een beetje van de hak op de tak. het schilderij lijkt in zijn hoofd geslagen.

 

Share This:

GERDIN LINTHORST op de vrijdag: ‘En opeens wordt Nederland bevolkt door louter literatuurliefhebbers.’

Gerdin Linthorst in 2016 over haar ervaringen op het Boekenbal : “dat er geen bal is aan dat Boekenbal. Het eerste dat opvalt nadat men een dampende schouwburg heeft betreden, is dat er bijna geen schrijver te bekennen is. Men baant zich een pad door soapsterren, andere televisiepersoonlijkheden, pr-types, cabaretiers, trendwatchers en meer loslopend volk.…”

gerdinfoto

 

Goedendag poëten en anderen,

En opeens wordt Nederland bevolkt door louter literatuurliefhebbers.
Want het is Boekenweek. En dan plegen de media zich als een hongerige wolf te storten op schrijvers en uitgevers en poseurs als zodanig. Er zijn niet veel Nederlanders meer die nog boeken lezen maar dat mag de pret niet drukken. Kranten behandelen in hele pagina’s – doorgaans alleen beschikbaar voor sportverslaggeving – de mores van de literatuur. De omroepen hollen amechtig achter BS’ers aan en aangezien de televisie een in zichzelf gekeerd medium is, waarin geen buitenwereld bestaat en alleen ons ons kent en ons dan ook alleen ons uitnodigt aan de praattafels, waarbij het klootjesvolk dient om met open bek van bewondering het omroepnarcisme nog wat te voeden, zijn het iedere keer weer dezelfde BS’ers.

Elke zichzelf respecterende schrijver zou zich moeten hoeden voor reguliere tv-optredens want hoe ontluisterend is het wel niet om een geliefde en bewonderde auteur te zien verworden tot ‘sidekick’ van een bekende televisiepresentator. ‘Legt u ons nu eens in anderhalve minuut uit wat het thema van uw oeuvre is. Kort graag!’ En dan een volwassen schrijver als een Jan Siebelink, met tig titels op zijn naam, gehuld in zondagse rode schoenen en pauwblauw jasje, te horen stamelen als een kleuter. Nee, dat kunnen de schrijvers beter overlaten aan door vele mediawateren gewassen routiniers als Adriaan van Dis, terwijl de anderen stug doorschrijven. Omdat sommigen zo graag hun boeken lezen. Daar wijzer van worden. Daarmee andere werelden betreden, hun eigen grenzen verleggen, nieuwe inzichten opdoen, kortom hun geest verrijken. Wie schrijft die blijft. Wie vaak met zijn kop op de buis verschijnt wordt besmet door iets waarbij de Zika-mug verbleekt.

Intussen dringt in deze hype- en trendtijden, waarin zelfs Het Boek en Zijn Maker niet meer heilig zijn, de televisie ook binnen bij het Boekenbal. En ontneemt daarmee de lezer zijn laatste illusie.
Want ik kan u melden uit eigen waarneming – ja, sla mij ook niet weg – dat er geen bal is aan dat Boekenbal. Het eerste dat opvalt nadat men een dampende schouwburg heeft betreden, is dat er bijna geen schrijver te bekennen is. Men baant zich een pad door soapsterren, andere televisiepersoonlijkheden, pr-types, cabaretiers, trendwatchers en meer loslopend volk. Sinds Harry Mulisch ons is ontvallen is het in dit circus vruchteloos zoeken naar literaire helden. Het eerste uur vliegt om in de rij voor de plastic consumptiemuntjes, de volgende uren met de parade door gangen en trappenhuizen, moeizaam bevochten glaasje in de hand, als in beton gebeitelde glimlach om de mond. Dit afgewisseld met korte bezoekjes aan de dansvloer waar men met afgrijzen de spastische bewegingen gadeslaat die sommigen aanzien voor dansen.

 

gerdinx

 

Nee, leest u liever een boek. En wel – mede omdat het thema van de Boekenweek Duitsland is – het magistrale Rummelplatz (Kermis) van de jonggestorven Oostduitser Werner Bräunig (1934-1976). Een adembenemend verhaal over de eerste jaren van de DDR dat zich afspeelt in de uraniummijn Wismut, met een stoet aan kleurrijke personages en hun door nazi-Duitsland getekende verleden. Bräunig, aanvankelijk een van arbeider tot schrijver geworden DDR-coryfee, zou het best eens tot een Nobelprijs hadden kunnen brengen, ware het niet dat hij zich op zijn 42ste dood dronk omdat zijn magnum opus in 1965 door de autoriteiten werd verboden. Hij heeft nooit meer gepubliceerd. Dertig jaar na zijn dood kwam zijn boek uit. Opnieuw werd een groot talent gefnuikt door middelmatigen met macht, zoals dat gaat in deze wereld.

 

Met hartelijke groet,
Uw DinLin.

Share This:

VON SOLO over de uitgewoonde hoer van katendrecht die zucht bij de zoveelste fallische woontoren…

geef mij maar Amsterdam… (het Parool 26-6-2025)


Sinds jaar en dag ben ik werkzaam in de afvalbranche. Een vuilnisman bij wijze van spreken. Daardoor weet ik ontzettend veel van afvalinzameling en verwerking in onze stad. Waarom dingen goed gaan, waarom dingen misgaan. Wat er beter zou kunnen, wat nooit zal gaan lukken. Het grote weten, maakt niet altijd een gelukkiger mens. Het maakt je echter wel expert op je vakgebied. 

Afval is een mooi werkveld. Het leert je ook wat er verder belangrijk is in een stad. Een stad is een organisme. Het is meer dan een stapel stenen met wat straten en asfalt erdoorheen. Het is een levend wezen, dat bijna met een mens te vergelijken is. Het doet meer dan alleen thuis op de bank zitten of in bed liggen. Het ademt, eet, vrijt, zingt, danst, leeft en gaat regelmatig naar toilet.

Een stad is een lichaam met organen. De wegen, metro’s en trams zorgen dat we ons van A naar B kunnen verplaatsen. Ze zijn essentieel. Er zijn scholen, winkels, bibliotheken, restaurants, cafés en sportfaciliteiten voor ontspanning. Daarnaast zijn er nog een heleboel verborgen organen. Dingen waar je niets van merkt, tot ze het niet meer doen. Een waterzuivering, transformatorhuisjes, gemalen. Overal in de grond liggen kabels die de huizen voorzien van stroom, gas en water. Vanuit mijn werk zijn de ondergrondse containers het bekendste voorbeeld. Als die er niet zouden zijn, zou er nog meer afval op straat liggen.

Het zijn de vitale organen, zonder welk een stad vastloopt. Het zijn de voorzieningen, die geld kosten. Geld, dat niemand eraan wil uitgeven. Het zijn vaak commercieel oninteressante zaken.

Ook in mijn stad wordt vooral gedacht, dat veel woningen bouwen een stad maakt. Meer mensen kunnen huisvesten. Omdat het moet. Volgens mij is dat lulkoek. Huizen worden enkel gebouwd omdat het snelle winst is. Snel en makkelijk. Nutsvoorzieningen passen niet in dat profijtelijke plaatje. In een Vinex-wijk is dan ook nooit een kroeg op de hoek te vinden. Past niet in het snel-verdienen-plaatje. Het gaat om massa. Massa is kassa. Meer mensen, meer huizen, meer mensen, meer huizen. Rijken erin, armen eruit.

Dat verandert een gezonde stad sluipend in een mestvarken. Het kan zich niet meer keren in zijn hok. De vitale organen worden verwaarloosd. Komen altijd op de tweede of derde plek. Minimaliseren en efficiency. Nooit plek voor een park of gewoon even niets. Alles ten bate van meer huizen en groei. Huizen leveren geld op en mensen kopen. Gedomesticeerd koopvee. Huizen en mensen zijn het vet van de stad. Ze geven een stad overgewicht. Morbide obesitas. De vastgoedboeren zijn de moderne varkenshouders. Vetmesten en cashen. Het mestoverschot is niet hun zorg. Het welzijn net zo min. Het gaat om kiloknallers. 

Terwijl wij de straten schoon en aan kant proberen te houden, vechten we tegen een onstuitbare bierkaai. Als een uitgewoonde hoer op Katendrecht, die zucht bij de zoveelste fallische woontoren die zich opricht. Alvorens zich weer te laten naaien door het grote geld. 

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

pom wolff – de wetten van de kwantum mechanica doen er geen goed aan…

de wetten
van de kwantum mechanica
doen er geen goed aan


hic enda thu

hoe ik nog altijd hoop
het gedicht te schrijven
dat te vaak al geschreven is

dezelfde woorden
in dezelfde volgorde
ik en jij
 
het is niet eenvoudig
om eenvoudig te schrijven
je wil al snel te veel

de wetten
van de kwantum mechanica
doen er geen goed aan
en jij ook niet



pw
 

Share This:

Vera Jongejan – de echte – over een hangend geheim


Een objectje stond zwevend
stil voor mij op het perron
insect of camera
het keek mij aan
bespioneerde het mij
een geheim hing tussen ons

toen schreed er een vrouw doorheen
ze schrok
begon te zwaaien met haar tas

was er een onzichtbaar koord
gespannen
vroeg ik me af


VERA JONGEJAN

Share This:

Peter Posthumus – MLGDS



MLGDS
mijn laatste gedicht dit seizoen


Nee nu niet, beter vanavond
of morgen anders overmorgen
zo deed hij minder dan  moest
en dacht meer dan nodig was


want als hij dan
dan ging ie obsessief,
koelbloedig en trefzeker
dan was hij zelf zijn doel
de totale concentratie en
de volledige controle

dan wierp hij z’n drie honderd ponden aan overvol gewicht diep in de weegschaal


dan plaatste hij één van die kleine pijltjes
zodat deze zinderend bleef steken
ongelofelijk en waar
hij het wilde hebben
in het dartboard en precies dáár.

Peter Posthumus

Share This:

Allemaal dood – Gerdin Linthorst, Lisan lauvenberg, Ina Bot, Remco Campert

ik wees gerdin op het bestaan van een vrouwelijke dichter – maar hoe was haar naam ook al weer – lisan lauvenberg weet die naam wel sprak ik gewichtig – en ook de naam van dichteres lisan lauvenberg sprak ik letter voor letter met gewicht uit. het is de vrijdag van lauvenberg en ze was weer eens te laat met der column maar ik zal der effe eppen om die naam van dichteres die zelfmoord pleegde – die dichteres die met haar in café helmers poëzie middagen verzorgde.

INA BOT het antwoord na de vraag:  met wie zit jij daar? kijk gerdin ina bot schreef:

Onweer

Zal ik vandaag een onbewoond eiland kopen
of gewoon het licht aanknippen

of naar de kapper op de hoek
voor een potje zon in mijn haar

of naar de betere dierenwinkel
voor een dikke rode kater

of weer eens ouderwets dubben
over de oorsprong der dingen
van voor de zondvloed

opeens hoor ik mijn vader
‘grijze luchten moet je uitzitten’

Ina Bot

Gerdin vond het prachtig. hartewater is het prachtig prachtig prachtig. weer bliebte de telefoon –  lisan erg nieuwsgierig – met wie zit jij daar – ja met uhh hoe moet ik je dat zeggen lief – met uhh nou ja met uhh – uhhh – ach je weet wel. mijn antwoord. en ik schreef kind je was weer rijkelijk laat met je column – ik zal je column vanavond plaatsen – doen we hier meteen maar lieve lezer – LISAN LAUVENBERG met een eerbetoon aan remco campert. een hele lieve man sprak gerdin – altijd gericht op anderen, om andere mensen te helpen – heel broos nu – ja de dood staat in zijn ogen – sprak ik – dat kan niet lang meer duren of we verliezen onze laatste grote dichter. met INA BOT het mooiste dat nederland heeft voortgebracht in de vorige eeuw. lisan lauvenberg schreef:

Laten we met zijn allen eens met een zachte Remco Campert blik naar de wereld kijken.

Lieve Remco Campert,

U ontroert mij

U reist al veertig jaar in mij.

Met woorden in boeken

nog meer in gedichten

Het zacht gezegde

nooit verdwenen verwonderen

ontroert mij telkens weer.

Het leven is verrukkelijk.

Ook als het dat niet was

boden uw woorden troost.

Ik sla u open waar anderen

weggaan, verdwijnen en sterven.

Verleng uw sluitingstijd broos.

En teder draagt mijn hart

de vele vragen verder die

u niet verloren liet gaan.

Lisan Lauvenberg

Share This:

Rob Mientjes – eten of gegeten worden

De wereld in brand en iedere avond een roze gloed. 
Niet te rijmen onze natuur.
Groetjes,
Rob Mientjes




Gespleten natuur


Eten
of
gegeten
oorlogszuchtig
of
hongerig 
in vrede
in oorlog
uit vrede
uit oorlog
vrede
in
oorlog
gespleten natuur
wit spinsel
kraakt bij
een brein
dat
nooit meer
vermenigvuldigt
hoe roze
de gloed
van
vals licht
kan zijn


Rob Mientjes

Share This:

de zondagochtendwedstrijd van 21 januari 2012 kende karin beumkes als juryvoorzitster – wij wachten nog steeds op het juryrapport van onze karin. en de gedichten maar wachten!

we gaan in de zomermaanden zo af en toe terug in de tijd – als het zo uitkomt met de zondagochtendwedstrijd – en dit weekend komt het zo uit – en ja hoor in 2012 hadden we ook al een zondagochtendwedstrijd -met bijdragen van JONGE dichters – nou dat kunnen ze nu niet meer zeggen – een wesseling, een kok, een bakker, een malinka (zou ze nog leven?), een heij en een ploos, een helena declercq en een tiefenthal, een kaatje – ja kaatje is dood dat weten we – die brachten we weg – een paulusma (zou ie nog steeds zo boos op me zijn omdat ik 1x een gedicht van zijn hand als minder beoordeelde haha, een martinB, een van Weenen – geniet van DE JONGE EN DE DODE DICHTERS! u groetend uw eeuwig jonge pom.

de zondagochtendwedstrijd van 21 januari 2012 kende karin beumkes als juryvoorzitster – wij wachten nog steeds op het juryrapport van onze karin. en de gedichten maar wachten!

‘ze keek een beetje vreemd in hengelo’- schreef ik als laatste regel in mijn harrupgedicht. kijkt u ook weleens een beetje vreemd? Wanneer dan? Of een beetje vreemd op? en van wat dan wel? Vinden we nog wel iets vreemd. Of zijn we zelf gewoon vreemd. Nou ja de zondag ochtend wedstrijd iets met VREEMD. Als het maar vreemd is. Dan is het goed. Dat past het de mensch. En ook pomgedichten:
wie wint de enige echte virtuele en toch blijft het een beetje vreemd trofee op pomgedichten? Juryrapport in ieder geval verzekerd.

 

van de harp en van hengeloos

ja jongen
hengelo is anderhalf uur van amsterdam
zonder file
én harp dat ze daar spelen
ik kan er nog niet over uit
weet je wel hoe groot een harp is?

of ZE een harp niet goedkoper tweedehands?
maar dat was een stomme vraag
want ze verminderen niet in waarde
die dingen –
hoe lang het duurt voor een harp af is
als je hem laat maken

een heel jaar laten ze zo’n hengeloos meisje wachten op der harrup
EEN HEEL JAAR galmde ik door de tuin dat de vogels ervan schrokken
laten ze jou een heel jaar op die harp wachten hier
nou en zo werd het een toch nog een interessant gesprek

speel je ook rachmani- tof vroeg ik op je harrup
en zing je ook?
en wat eet je eigenlijk door de week en wat lust je niet?
en heb je nog wel tijd voor andere dingen
en heb je een mailadres?
je weet hoe geinteresseerd ik ineens kan zijn

en toen ze al mijn vragen had beantwoord zei ik –
en toch houw ik niet van harrup
ik houw er gewoon niet van
ze keek een beetje vreemd in hengelo

©pomwolff

 

Het is geen feest tot de doemprofeet is langsgeweest

Ik wilde ze eigenlijk vragen, de twee Jehova’s
of ze elkaar ook mogen

naast de voorgeschreven naastenliefde.
Maar Jehova’s, ze ruiken te veel naar buiten.

Ook vergat ik ze te vertellen van het gezicht
dat ik zag in een gezicht
dat weggekeken was, tot
het naar me toe draaide en mij aankeek
en ik inene wist dat ik niks begrepen had.

Cognitieve resonantie: ik had er wel eens
over mogen beginnen.

Ik keek maar uit het raam, daar
is een betrekkelijke verte te zien
voor binnenstadse begrippen,
terwijl zij hun lesje opzegden.

Het tikken van de klok
had zich voorgoed op de voorgrond geplaatst.

Ik was de eerste niet en zeker niet de laatste.
Wachten was op

natuurgeweld uit de Bijbelbelt.

Bernard Wesseling

hoop wel dat karin beumkes uit der winterslaap ontwaakt daar op dat altijd zo winderige tessel. Anders sta ik alleen voor de jury waarden vandaag. Zouden er op tessel jehovaas rondlopen? Of doet god niet aan eilanden. En ja het is een goede morgen. Zondagochtend, de jehovaas op de stoep en we hebben bernard wesseling die wel even voor ons opendoet. Dat is wel een beginnetje zou ik zo denken! geraffineerd als olie dit gedicht. Heerlijke eerste 9 regels. Lees ze nog een keer. Glimlach. Precies raak. ‘ze ruiken naar buiten’. In dat opzicht zou tessel wel goed passen. Alle jehovaas op tessel – en maar rondjes lopen jongens, in de wind, dat is goed voor jullie! God staat er ook achter. En de teso afschaffen natuurlijk. langzaam de dreiging opgevoerd in het tweede gedeelte van het gedicht. Ja ik denk dat bernard hier met een quasi achteloos geschreven gedicht opent – geraffineerd tot jehovabot.

Bingo

De kooi ratelt. 25.

Op de voorste rij
een kunstgebit.
Het klappert in een mond.

Buiten blaft
een hondenkop
waarschuwend
naar een slome tram.

Een permanentje
pulkt iets uit de huid
en gaapt haar prijsvel leeg.

Wordt het de knuffelbeer?
De stemvork? Nee.
Wellicht een epitaaf.

De kooi ratelt. 43.

In de verte
lekt een stoma.

Josse Kok

wat de kooi ratelt is god mag het weten. Ik zal wel wat missen. Vreemd is het wel zo een ratelende kooi met een nummer. Er zijn beesten in het gedicht dat wel. Een kunstgebitje voor de sfeer ook. Een lekkende stoma altijd goed op een vreemde zondagochtend. Josse schetst bij elkaar een vreemde optocht. Tis weer karnaval mag ik het zo samenvatten? Optochten altijd gezellig.
OOOO het is de bingo in de bejaardenflat. ok hihi!
helena je weet wat je te wachten staat kind!

“De Mogelijkheden Van De Microgolfoven Schijnen Welhaast Onbegrensd”

Neem stevige aardappelen
Van een goede kwaliteit. Leg
Koude aardappelen voor het
Koken een halfuur in ijskoud

Water. Kook aardappelen van
Gelijke grootte; snijd grote
Aardappelen één of tweemaal
Door. Leg de stukken in één laag

In een magnetronschaal, dek ze
Af en kook ze, per 500
Gram zo’n zes tot acht minuten.

Controleer met een vork. Deze
Moet spontaan maar niet tè gemakkelijk
Door de aardappelen heen gaan

Ditmar Bakker

koude aardappelen leggen we in koud water. Niet langer dan een half uur. Pas op want dan branden ze aan. Een echte ditmar bakker. De verworvenheden van de nieuwe tijd even fijn de magnetron in – daarna goed afschudden en consumeren maar. Prettig gevonden stukje tekst. Soort object trouvee, wel vaker toegepast in de dichtkunst. Geile laatste strofe ook.


Idioten

het ging niet om leven of dood
de waarheid lag tussen stenen het had een lichaam
dat elke dag in de spiegel stond
alleen was het kaal en er kwamen bomen uit de holtes
haar huid was van leer

een vriend vertelde dat het door de herfst kwam
raaskallen
maar het was er nog
we lachten op sterven na
is geen andere mogelijkheid

waarom bomen

hij zei als het vogels waren sprak je over de lente
ik knikte en stak een sigaret op
we rookten en zwegen

wisten genoeg

© Amanda Malinka

in de spiegel staan? Kan er niet zoveel mee. De personages ook een beetje te gezocht. Een hij, een ik, een het, een haar. Niet echt lekker zo: dit alles door elkaar. We zijn hier niet van de zoekplaatjes. Vreemd is niet vreemd gaan schrijven. Vreemd is iets helders vreemd laten zijn.

eva’s lied

met hem
verstond ik me eindeloos

met hem
werd alles van waarde
waardeloos

voor hem
verbrandde ik al mijn boeken
trok mijn nazikleed aan
trok plunderend
van erf naar erf
om op vossen te jagen
uit schedels te drinken
klaagzangen te reciteren
op rijm en geslachtsdelen
aan kruizen te nagelen

aan het einde van iedere dag
spelde hij mijn naam
smeerde stroop om mijn lippen
bood me een slaapplaats aan

waar het geurde naar klaprozen
en ik het bloed
van mijn schouders spoelde
niet meer dacht aan
vlag en vaderland
of hoe je hiervoor afzien moet

toen zijn as de bunker verliet
was het ook hiermee gedaan

Jolies Heij

ja een echte heij. Eva braun weer eens even in een beeldend zonnetje. De liefde mag wel wat kosten he heij. 6 miljoen doden ze zaten er niet echt mee. En eva ook even vrolijk als altijd. Niet alleen savonds hoor kun je op de filmpjes zien met dat terras. Lekker in het zonnetje – eva kraait van plezier.
Heij pakt toch weer even een taboe beet. Over de liefde van eva braun schrijf je niet. Ja dat is dan wel natuurlijk gefundenes fressen voor heij. Het is een functie van poezie om taboes te doorbreken.

Van de toren

Als ik in de stad ben,
wacht ik op luid oproepen tot gebed
ik wil het mineure zingen horen
-dat me van boven bij de kladden pakt-
en er dan door weggeblazen worden
wat wilde ik dat wij dat hier ook hadden

Hier luiden moeizaam lokkende maar minstens even dwingend
zondagse en allerhande doordeweekse klokken,
als er mensen zijn gestorven, trouwen
en er witte missen zijn, alles één Kana is
van bier en wijn en vlees en vis
Geen wonder dat we toen geloofden

Er wordt voortdurend opgeroepen uit de torens
waar zwarte raven hoog nestelen in ronde stenen bogen
Daaronder en ertussendoor zegent de pastoor
bedekte hoofden

Ploos

dorpse geluiden en een verlangen naar de stad. Ik zal wel tegen heilige huisjes schoppen. En ik vind het wel mooi geschreven ook. Maar ik heb helemaal niets met dit gedicht. Het thema boeit me niet. Het is me te veilig ook, niets van spanning, het is de totale slapte van de dichter die mooi wil schrijven. Zo zijn we niet getrouwd ploos. Je bent nu natuurlijk wel een maand weer boos op me. Dat moet dan maar zo zijn. Ik hou ook niet van dat verhullende – dat je door de regels heen moet lezen dat het weer eens mis was bij die zwarte raven. Ze zijn het doodsteken niet waard. Het is verbranden of niet verbranden ploos. Dat is de wereld. Dat was de wereld. En de wereld zal nooit anders zijn. Hoe mooi je ook dicht. als het rot hebben pleisters geen zin.

“…die zo sierlijk zijn…” P. v. O.

de dichter is een mens
met zweetvoeten en
pokkenpuisten weke
handjes kunnen ook of
kolenschoppen en de pen
houdt hij enkel voor de foto
elegant tussen zijn vingers
die voor een keer
niet onrustig wriemelen
neusbeesten rollen noch
aan korstjes pulken

hij weet ánders

daar zijn wereld
zonder vaste
assen wentelt wankelt
gyroscopisch
zoekt hij waarden
woorden maar
er zijn geen woorden

God!

de dichter is god

Helena de Clerrcq

polleke van ostaijen altijd sympathiek. boempaukeslag boem in de bezette stad de bezeten dichter. Maar is dit nou heleentje wat jij met van ostaijen ons belooft. Jaja een gewoon mens de dichter maar dan toch weer niet, rondtollend. Ik neem het voor kennisgeving aan. raak er niet van in hogere sferen. soort draaimolentje op een kinderkermis dit.

Portret zonder zelf

Wat! Ben ik dat, zo ver?
Enerzijds ronduit neger
dans ik lichtjes uit cadans in het ritme.
Anderzijds zing ik vals. Welja, dat ben ik.

Had ik gelijk of liep ik gevaar
uit koers te raken? In elk geval
heb ik de fiets genomen om zo ver te gaan.

Het zou kunnen dat ik het niet ben.


marc tiefenthal
dichter essayist / poète essayiste
Temse
blogs: Tieftalen (nl) Profonde lalangue (fr)

de reflectie maakt het geheel wat minder vreemd. Deze uit de persoon treding. Een beetje chrysanten roeiers vijver gedicht, beetje hans faverey. Opbouwen en dan toch weer terug het niets in. Het geschreven gedicht dat het inhoudelijk zelf ook weer opheft. Zo maakt de tief zichzelf tot poezie. Niet onaardig. Aardig zelfs.


naderhand

als kind verbeeldde ik mijzelf een grote hand
met aders en een beetje haar ook
op de kootjes van de pink

van één die strelen kon zo droomde ik als kind
van in elkanders vuistje
wij getweeën hij en ik

ik weet, ik was een groentje toen, niet slimmer dan
de eerste man. het was een fantasie
gezogen uit de duim. wij waren protestant
heel naar want daar gebeurde die onschuldigheden niet

tenminste, dat zegt men
nu, ik ouder ben en lang het kind voorbij
heb ik het wel getroffen

enno paulusma

het thema niet gehaald moet de conclusie zijn enno. Ik vind het allemaal niet zo vreemd. De droom over hoe het zou kunnen lopen en met blijdschap kennis van de vervulling genomen. Nou ja het is inderdaad wel vreemd dat het het ook wel eens goed kan gaan in het leven. Daar kijkt een mens van op. Ik zou het snel afkloppen.



snapshot in brussel

zo zag ik onlangs een man zitten
brussel sliep nog alleen
naast hem twee vlooienhonden
zijn koperen bedelschaal vulde zich
met het licht van de straatlampen
een eenzaam kwartje
niets is mij nog vreemd in deze stad

Kaatje Wharton

genadeloos beeld van de stad in een paar regeltjes. Een kaatje zoals we kaatje eigenlijk niet kennen. karig, kaal. Mooi. Brussel teruggebracht tot een kwartje. Ja dat is wel vreemd. in eenzaamheid is buiten jezelf alles vreemd.

Hedendaagse Bezigheden

Begraven onder stapels van alles
een klein beetje om te leven
roeren in de pannen om te koken
dat wat je aarde kan noemen.

Plant je voeten in de modder diep
tenen verdrinken zachtjes in wormen
die langs broekspijpen mijn kruin bezien
wormen vliegen liever dan graven.

Tussen boterhammen pindakaas kauwt
de vulling dromen weg gevangen tussen
woorden die nooit uitgesproken worden
geketend door het alledaagse.

Liefhebbend probeert mijn hand je keyboard
te zeggen dat al deze emails nooit iets geven
om de lettertypes waarin zij worden opgemaakt
meer nog dan dat schreeuwen ze om aandacht.

Een beetje meer om te leven schrijft de journalist
dat nieuws al niet meer nieuw is op de momenten
van gedachten vangen, vorm jij letters op papier
om te zwijgen over niets ?

Gino van Weenen

de enorme aanloop naar die twee laatste regels gevangen in die ene vraag waarin de zinloosheid van het bestaan wordt getroffen. De aanloop is wel een beetje vreemd lang ja op de pindakaas na en de woorden die nooit uitgesproken werden. Als het hier om de mooiste regel zou gaan dan zou gino vandaag winnen – de meest genadeloze vraag die in 2012 werd gesteld stelde gino vandaag:

vorm jij letters op papier
om te zwijgen over niets ?

vandaag telt de pijn niet mee
dat is ook wel een keer lekker

ik zit aan het water
er komen vogels naar mij toe

ik stel ze teleur
ik heb niets in huis

ik weet het
men kan niet eeuwig blijven zitten
& kijken hoe de bootjes voorbij gaan

ik sta op voel me best wel oke
maak ik de straatstenen wijs

MartinB

het thema ‘vreemd’ niet gehaald. Volkomen normaal dit beeld. Een B die aan de waterkant zit en voor hem volstrekt normale gedachten op schrijft. Nee het moet echt wel wat vreemder B. hier kijken we niet van op.

Share This: