VON SOLO met sprankjes hoop, die je de dag door helpen.

foto: Theo Huygens

Hij keek in de spiegel. Een gegroefd gelaat. Smalle kaaklijn en onregelmatige huid. Van haar op zijn hoofd was niet veel meer over. Vroeger was hij vaker uitgemaakt voor knaagdier. Zijn beperkte lengte en tengere bouw hielpen er niet veel aan. Een zacht karakter en een voor die tijd afwijkende seksuele voorkeur hielpen er ook niet veel aan. Maar na verloop van tijd wen je aan het ongeluk, dat je overkomt. Vandaag was niet veel anders. Op de weg naar zijn werk, was hij bijna van zijn fiets geschopt door een paar jongeren op scooter. Hij kwam er vanaf met verwensingen en ziektes.

Vervolgens begon het te regenen. Het rooster zorgde ervoor dat vandaag niet de meest vriendelijke collega’s dienst deden. Hij werd verwelkomd met een ‘zo, zijn we daar dan ook nog eens een keer?’ De eerste taak was het schoonmaken van de toiletten. Eén van de jonge  medewerkers had er voor gezorgd, dat de pot goed onder zat, zodat het een dankbaar karwei zou zijn.

Het is verwonderlijk hoeveel creativiteit mensen aan de dag kunnen leggen, als het gaat om het tergen van hun naasten. De ochtend was nog lang.
Ik bevond me die middag in de kantine van een openbare gelegenheid en vroeg aan de man achter het buffet of er ook chocolademelk was. Hij glimlachte en knikte bevestigend. Daarna ging hij met de automaat aan de gang. Ik schatte hem in als een homo van in de zestig. Een breekbare man.

Even later draaide hij zich om. ‘De automaat weigert chocolademelk te maken’. Ik zei dat het niet erg was en bestelde een spa rood. Ik grapte: ‘Computer says no.’ Dit leek hem te ontgaan. Hij keek me aan en zei dat dit vaker gebeurde. Hij verzuchtte dat dit er vandaag ook nog wel bij kon. Ik nam mijn bruiswater aan en bedankte hem voor de moeite.

Ik zocht een tafeltje achter het raam in de zon. Nippend van mijn drankje, vroeg ik me af wat er allemaal gebeurd kon zijn. Wat zou de maatstaf zijn waar hij zaken aan refereerde. Was het aanstellerij of een slachtofferrol? Of was er een duisternis, waar ik de diepte niet van in kan schatten. Ik zou het nooit weten. Vervolgens dacht ik, dat het wel jammer was dat hij geen chocolademelk had, want daar had ik echt zin in. Ineens zag ik de man vanachter de kassa komen met een mok in zijn hand. Ik dacht dat hij onderweg was naar de tafel achter me, maar hij hield halt en reikte me een kop warme chocola aan.

‘Deze is van het huis, soms helpt het om de automaat opnieuw op te starten’. Ik bedankte hem vriendelijk. Mensen die zich niet neerleggen bij de situatie en dan ook nog in staat zijn tot ruimhartigheid wekken mijn sympathie. Het zijn de sprankjes hoop, die je de dag door helpen.

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

Vera Jongejan – en hoe de glimlach steeds bleker valt in het zich rimpelende water…

en hoe de glimlach steeds bleker valt 
in het zich rimpelende water


 Toveren

Handen fladderen vogels
vingers vouwen worden bloemen
geur van stuifmeel poedert de avond

jij bent de fee
het is mijn mond die dat zegt
en hoe de glimlach steeds bleker valt 
in het zich rimpelende water

een blad drijft voorbij
spichtig insect speelt trompet
en een vlieg botst vurig tegen voorhoofd 

tikkertje roept hij
jij bent hem


Vera Jongejan

Share This:

afscheid van Gerdin – ‘De Nieuwe Ooster, daar kun je met een gerust hart aan de wijn!…’ – een maand later was ze dood


======================================================

Gerdin <dinlinth@gmail.com>
11 jan 2025, 12:36
aan mij

Ik wil in ieder geval de tachtig nog halen. Dat staat wel aardig op de rouwkaart. Nog anderhalf jaar op de tanden bijten en hopen dat ik alle boeken nog uitkrijg die ik wil lezen. Moet ik er natuurlijk niet steeds nieuwe bij bestellen…Maar dezer dagen vallen de babyboomertjes achter elkaar om. De bofkonten! Net op tijd de pijp uit voor alle wereldoorlogen losbarsten, cyber of anderszins. Ik ga trouwens naar De Nieuwe Ooster, daar kun je met een gerust hart aan de wijn!
Heel veel groetjes aan Annemarie en geef een volgende keer een knuffel van me aan je prachtige kleingrut!
Fijn weekend!!

Verstuurd vanaf mijn iPad

Share This:

Peter Posthumus – dit is wild en ongenaakbaar en ondoorgrondelijk rijk

dit is wild en ongenaakbaar
ondoorgrondelijk rijk
dit is van al het leven

Hoi Pom,
Dit keer vanuit la Gomera:


Hier valt het licht in 
alle soorten, van wit
geel en rood tot blauw
van groen en bruin tot
zwart, licht in overvloed
en kleine schittering in
dynamische, in
duizelingwekkende patronen die
onbegrensd en zonder hierarchie
zich storten op wat leeft
en leven kan
dit is regenwoud
hier groeit het in en over
met en tegen elkaar op
dit is wild en ongenaakbaar
ondoorgrondelijk rijk
dit is van al het leven
van alles tegelijk.

Peter Posthumus

Share This:

pom wolff – slachtveld


jezelf overtuigen
 

het is iets van binnen
niet van de drone of de heli
noch van het weten
 
een moeizaam verbeelden
alsof je stickers plakt
in het luchtledige
 
om het heel te maken
en om het dan niet meer
te hoeven
 
en van boven
zie je het dwarrelen
een postzegel

een slagveld
een slachtveld van meningen
de geblakerde grond
 
pw

Share This:

Rob Mientjes – ach … was het gras zo groen als gras

ach … was het gras zo groen als gras
dan zouden er nog wonderen gebeuren



Ezelinnenmelk
 
Ia, ia, ia … AI, AI, AI
Cleopatra neemt een bad
en overweegt haar zonden
techniek neemt met haar een loop
 
ze ligt in bad met haar schepper
en koestert mooie dromen
ze blijft allergisch voor techniek
en zweert bij ezelinnenmelk
 
wie heeft haar zo getekend
broeders namen haar in nood
in memoriam twee ezels
strekking staat op hoge poten
 
melkkoe is de ezel immer nog
spuwt digitale cash uit mond en gat
tafels blijven rijkelijk gedekt
en knuppels zijn er meer dan genoeg
 
ach … was het gras zo groen als gras
dan zouden er nog wonderen gebeuren
kregen we vast ezelinnenmelk
in gezonde kleuren


Rob Mientjes

Share This:

Paul Bezembinder komt in zijn nieuwe bundel KAMERMUZIEK dichter bij zich zelf. Een recensie.


Paul Bezembinder komt in zijn nieuwe bundel KAMERMUZIEK dichter bij zich zelf.
Een recensie.
 
Net na de week van de poëzie verschijnt KAMERMUZIEK – een  nieuwe bundel met gedichten en vertaalde gedichten van de Eindhovense dichter Paul Bezembinder. Zijn vierde. we lezen op pagina 39:

(…)
Ik ben vandaag de dag maar zelden thuis
en heb al lang niet meer aan jou gedacht,
ik heb mijn eigen bezigheden buitenshuis.

Maar soms, soms gaat opeens de telefoon.
Ik neem dan aan. Jij bent het dan gewoon,
onhoorbaar, onontkoombaar, onverwacht.
 

Wij van de pom  kennen Paul Bezembinder al veel langer – ook uit zijn eerdere bundels – mede ook om zijn eigenaardigheden. En ja hoor de inhoudsopgave loopt niet van pagina 1 tot en met pagina 88. Dan kent u Bezembinder niet – de inhoudsopgave is alfabetisch geordend en dat dan 2 keer.
We beginnen op pagina 33 en we eindigen op pagina 11 –  (pagina 11 is de eerste gedichten pagina van de bundel – over die pagina kom ik hieronder nog wel even te spreken)  en dat zijn dan de 53 eigen Bezembinder gedichten.
Vervolgens beginnen we opnieuw  met een tweede alfabet op pagina 81 om na 20 vertaalde gedichten (het toetje) te eindigen op pagina 85. Paul Bezembinder is wiskundige en studeerde jarenlang theoretische natuurkunde in Nijmegen – u begrijpt het.

Als jurist heb ik geleerd om niet te treden of op te gaan in de logica van de ander maar om te vertrouwen op mijn eigen logica. In casu mijn gedichtenlogica. En op wat ik al lezende ervaar. 

Dichter Bezembinder werpt tal van barrières op, of tracht deze op te werpen om de door hem   beschreven werkelijkheid te verhullen, mooier te maken, te hullen in iets van schone schijn. Lezers krijgen nogal eens een zoekplaatje voorgetoverd soms ingekleurd met bijzondere versvormen of met specifieke aanduidingen – zo is de bundel opgedragen aan Christianne Bezembinder – met nadruk meldt de dichter dat de gedichten ontsproten zijn aan de fantasie en dat overeenkomsten met bestaande personen op toeval berusten – Ook zoiets – We beginnen op pagina 11 met twee regels poëzie, vervolgens gaan we naar vier regels op de volgende pagina’s – vervolgens zes, acht – we gaan naar 9, naar tien, twaalf. Bezembinder kan tellen. Aanduidingen zijn er in Latijn, Grieks, Russisch, wiskunde – alles wordt van stal gehaald ter maskering  van het leven, de liefde, het verlangen en het verlies van dat alles – schrijvers worden aangeroepen Lorca, Mandelstam, schilders Willink,  maar….. het lukt niet meer.

Het lukt in deze bundel de dichter Bezembinder niet meer om de gevoelens van menselijke schrale pijnlijke invretende eenzaamheid in zijn poëtische werdegang te maskeren met de al eerder gebezigde en bekende Bezembinder-ingrepen. Dichter is  dichter bij zichzelf gekomen. En ik juich deze ontwikkeling als recensent van harte toe. Zelden zag ik indringender en in pijnlijke eenvoud de eenzaamheid schraler beschreven te midden van  de nagelaten sporen van een verbroken of gebroken relatie. 

We krijgen dus met deze vierde bundel van Bezembinder niet alleen zijn gedichten maar we krijgen ook de dichter Bezembinder zelf bij de bundel kado. En ik moet eerlijk zeggen – het is een indrukwekkend kado. We zijn bij Paul Bezembinder in zijn kamer en daar is de bundel KAMERMUZIEK. Dichter stelt zich aan ons voor op pagina 11:
 
Totaal witte kamer, meedogenloos licht.
Grammatica, wiskunde en jouw gezicht.

Op de dan volgende 53  pagina’s lezen we hoe de dichter tot ‘aan het eind van zijn Latijn’ komt. We lezen in het chaotisch door het alfabet geordende geheel van gedichten hoe Paul Bezembinder heel subtiel de elementen tijd en liefde ontrafelt – en de elementen heden en verleden terugbrengt tot de kern –  in zijn gedicht op pagina 43:
(..)
Het heden
raakt doordat je het verleden erin ziet
zijn onschuld kwijt.
(…)


en het is AU op pagina 19:
(..)
Er komt geen einde aan verdriet.
Jouw zwijgen vult mijn leegte niet.
 
Ik kan wel blijven citeren maar dat doe ik niet. Bij het omslaan van de pagina’s 11 tot en met 62 hoor ik mezelf zo af en toe – maar steeds vaker AU zeggen. Zo indringend zijn de gedichten van Paul Bezembinder in deze vierde bundel. Gelukkig zit ik alleen in de kamer van Paul Bezembinder met zijn KAMERMUZIEK.

Oje – daar gaat opeens de telefoon.
 
pom wolff
15-2-2025
Paul Bezembinder, Kamermuziek, uitg. Leeuwenhof, ISBN 9789493155268, De bundel is wereldwijd verkrijgbaar bij de betere boekhandel. en bij Paul Bezembinder natuurlijk en of bij uitgever Leeuwenhof

Paul Bezembinder, Kamermuziek, uitg. Leeuwenhof, ISBN 9789493155268, De bundel is wereldwijd verkrijgbaar bij de betere boekhandel. en bij Paul Bezembinder natuurlijk en of bij uitgever Leeuwenhof

Share This:

Ditmar Bakker – In memoriam Gerdin Linthorst

redactioneel:


lieve Gerdin

van mij had je mogen blijven
dat weet je wel
ik ben een uur gaan zitten
met een boekje in mijn hand
een pen om je te schrijven
het was een zinloos uur
er is er een vertrokken
en een is blijven staan
meer is het niet

ik adem nog
en jij in mij niet minder
dat is het dat ik schrijven kan

pw

Ditmar memoreert hieronder in zijn liefdevolle I.M. Gerdin Linthorst de memorabele avond aan de admiraal de ruyterweg in 020 bij gerdin thuis. met max lerou – ‘we waren elkaars favoriete longlijers’ de woorden van max. het was een bijzondere avond een paar jaar geleden – er gebeurde op die avond allemaal bijzondere dingen – erwtensoep over het nieuwe tapijt – samenzang – maar bovenal en vooral – alle aanwezigen wisten dat ze aanwezig waren op een adres waar gerdin haar ‘mooie mensen’ had uitgenodigd – we waren gerdins mooie mensen. met Gerdin als stralend middelpunt.

de pomsite kent 39 items Gerdin Linthorst – en ongeveer 20 dinlins columns die Gerdin schreef in 2015 en 2016 voor deze site. op 31 januari was ze vol goede moed begonnen aan een nieuwe serie columns voor de site op vrijdag.  de nieuwe 2025 serie bestaat uit twee columns. een eerbetoon aan de vrouwen Femke Halsema, Sharon Dijkstra en Carola Schouten – en een analyse van de wereld nu: ‘Zo probeer ik, in het prille begin van een jaar waarin roofridders in toenemende mate de wereld naar hun hand trachten te zetten, de losgeknipte draad van mijn Pomverhaal weer aan elkaar te knopen…’

de komende vrijdagen herhaal ik een aantal van haar columns zoals die door haar geschreven werden voor deze site. haar stilistisch vermogen was en is en blijft een woord voor woord genieten. Gerdin leeft op deze site nog even door – we kunnen en willen nog even niet zonder. niet anders.


In memoriam Gerdin Linthorst

Ditmar B


Do not stand at my grave and weep.
I am not there—I do not sleep.
I am the thousand winds that blow,
I am the diamond glints in snow,
I am the sunlight on ripened grain,
I am the gentle autumn rain.
As you awake with morning’s hush
I am the swift-up-flinging rush
Of quiet birds in circling flight.
I am the soft stars that shine at night.
Do not stand at my grave and cry,
I am not there, I did not die.


Zo luiden de onsterfelijke regels toegeschreven aan de cryptonésiatische Mary Frye–ze dringen zich op bij een verdrietig moment als het vernemen dat iemand je ontvallen is. Fijne, lieve & strijdlustige Gerdin. Althans, zo herinner ik mij haar. Tijdens ons voorlaatste whatsappgesprek– dat dateert van september ’23, kwamen haar boeken ten sprake over “mijn jeugd. Een babyboomertjesjeugd” en “het boek dat ik lang geleden over het Nederlandse speelfilmbedrijf schreef” toen ik haar vroeg op welk wapenfeit van de pen zij het fierst was. Het schijnt dat Lerou nog een exemplaar heeft kunnen vinden van dat filmboek.
  Gerdin. Gerdin nodigde me plotseling uit voor een kerstborrel bij haar thuis–een gezelligheid die zelfs leidde tot het gebroederlijk wegpoetsen van snert op het tapijt. Ik voelde me vereerd en gewarmd. Je hebt er volgens mij nog beeldmateriaal van, Pom.
  Als ik me voor probeer te stellen hoe Gerdin een dergelijke boodschap als in het aanvankelijk geciteerde gedicht zou brengen, komen regels als de volgende aan de oppervlakte:


***
Wat ween je, zoetje, bij mijn graf?
Dat hoeft toch niet. Doe niet zo maf.
Ik lig in elke kinderlach,
zonsopgang op een mooie dag.
Ik ben die fraaie regenboog.
Ik ben hierboven. Kijk omhoog!
En—morgen kijk je uit het raam,
dan zie je heel die santenkraam
in gekkengoud en boerenbont
ter wereld, puur als kippenstront.
Dus hou je bij mijn graf maar groot,
uiteindelijk gaat ieder dood.
***


We hadden elkaar al een jaar niets meer bericht, maar afgelopen Kerst was er een kort contactmoment. Ze bedankte me voor een “troostrijk vers”. Het is vreselijk te horen, dat ze weg is, Pom. Sterkte aan de familie, sterkte aan de lezer en sterkte aan jou.
  Wel geeft het de pas Gerdin hier het laatste woord te laten, zoals zij volgens mij gewend was, want er was toch iets wat haar nog meer beviel dan de twee genoemde boeken, en dat was “een versje dat ik schreef voor mijn zoon toen hij klein was”.
  Hier volgt het in zijn genoeglijke grandeur. Ze zei dat ze een zwak had voor dat vers, net als voor haar zoon. En dag, Gerdin–je was een vriendin.


Jungle


Wat doet het kind
dat de wolven hoort huilen
in het donker en
de maan niet vindt.
Hij baant zich een pad
kapt de lianen
slaat de ogen op en
herkent een vogelvlucht.


Ouder dan toen
denkt hij zich een bloem
in het mos, een vlinder
in de nevel,
kerft zich een
hart in het hout
en vindt een huis
in het woud
dat rondom hem woedt.
***[G.L]

Share This:

GERDIN LINTHORST – overleden – ‘Beslagen ramen, geen sprankeltje zuurstof aanwezig, een bevredigende vochtbalans, een rokertje, een drukte van belang, dij aan dij en vele goede gesprekken. Nergens was het gezelliger dan in Eijlders’ rookruimte.’

vanavond is Gerdin overleden – ik had nog iets van hoop – maar nee – ze werd te benauwd – haar dochter Bonne meldt het overlijden van onze prachtige lieve mooie vriendin Gerdin. toch dan maar een laatste herhaal column van haar als eerbetoon. wij wensen de familie heel veel sterkte. de wens hieronder schreven we een paar uur geleden – tevergeefs:

column van Gerdin d.d. 20 november 2015 – de herhaalcolumn geplaatst ivm de mindere gezondheidstoestand momenteel van onze vaste vrijdagcolumniste – wij wensen Gerdin heel veel lucht en sterkte.

bolo4

 

Goedendag poëten en anderen,

Zo hol je onbezorgd met je vlindernetje door de weilanden, zo bereikt je het bericht dat de site weer in de lucht is. Geen vlinders maar gemengde gevoelens buitelen opeens over de weide. Afgelopen met de vrije dagen, dat allereerst. Maar ook, geen vertrouwde aanklikcategorieen meer, geen begrijpelijke verwijzingen, links is niet meer links en rechts niet meer rechts en waar is ons verleden? Voorgoed in de virtualiteit opgelost?
De kleitabletten van de Phoeniciers worden nog steeds bestudeerd maar hoe moet men ooit in de toekomst onze mededelingen bestuderen? Alles verdwenen in een zwart digitaal gat waar niemand meer bijkan.
Vergeet niet je werk te printen hoor jongens; alles wat je maakt onmiddellijk op een solide stukje papier vastleggen! Dan maar een extra ladekast bij Ikea aangeschaft. Luister naar moeder.
Een nieuwe site. Dat wordt dolen als in een heropende, alles nieuw-en-nog-overzichtelijker supermarkt. Je bent voorgoed de weg kwijt. Het went niet meer. Ofwel, je wilt niet meer wennen.

Ik houd niet van veranderingen. En dat is vreemd want ooit was het zo dat een dag geleefd zonder verandering, niet geleefd was. Stilstand was achteruitgang. Drie keer per week moest het interieur gewijzigd, elk half jaar een nieuw vriendje, om het jaar een verhuizing, na twee jaar toch echt weer nieuw werk voor een nieuwe opdrachtgever. Als er al niet een geheel nieuwe carrière werd overwogen. Af en toe een nieuw kind gebaard. En je leefde tien jaar per jaar.
Dat is op een kwaad moment en ik weet niet wanneer, veranderd. Ik leef nu een jaar per, nou vooruit vijf jaar. Ach wat zit ik graag achter de geraniums in volledige stilstand en in een vertrouwde opstelling van meubelen. Geen fijner feest dan het feest der herkenning!
Geen groter genot dan een goed boek op schoot, geen groter gruwel dan de boekverkoopster die mij verwachtingsvol vraagt of ik interesse heb in de workshop snellezen. Dat doe je diagonaal, meen ik begrepen te hebben. Scheert u weg, riep ik. Ik lees niet graag diagonaal en vooral lees ik niet graag snel.

Ik houd niet meer van verandering.
Na lange afwezigheid was ik zondag weer eens in Eijlders. Het was hetzelfde als altijd maar toch anders. Kortere lontjes, zo concludeerde ik na enkele verbeten terechtwijzingen van het bedienend personeel. Een nieuw Dichtersmiddag-bestuur ook, met, dat gelukkig weer wel, een vertrouwde presentator.
Maar bovenal een appelig terrasje met uitzicht op een blinde muur, daar waar ooit de fameuze, in vele breinen als een monument van kunst en ongezond leven vastgeklonken
rooksalon was. De glazen serre van Eijlders, waar de habitué op de tast en letterlijk blindelings in de zware blauwe dampen van sigaren- en sigarettenrook zijn weg wist te vinden. Beslagen ramen, geen sprankeltje zuurstof aanwezig, een bevredigende vochtbalans, een rokertje, een drukte van belang, dij aan dij en vele goede gesprekken. Nergens was het gezelliger dan in Eijlders’ rookruimte. Voorgoed verdwenen. En met die rookruimte lijkt ook een even ruimdenkend als doodsverachtend joie de vivre tot het verleden te behoren.
Vind ik. Maar ik zit nogal veel achter de geraniums. Dat wel.

 

Met hartelijke groet,
Uw DinLin.

bootcat

de koningin van tafeltje 3, Gerdin Linthorst, voorheen de Volkskrant,

kunt u genieten op 9 december 2015 op de boot van Catelijne – aan

‘het einde van de wereld’.  Catelijne sluit het jaar af met ‘een sterk veld’.

Share This:

VON SOLO dancing in the moonlight



Er zijn momenten, dat je spontaan zin krijgt in het leven. Je wil spontaan gaan dansen en zingen. Zo’n moment had ik vanochtend, toen het liedje ‘Dancing in the Moonlight’ van Thin Lizzy speelde. Het strakke basloopje had me meteen te pakken. Ik zong mee en er opende zich een venster van onbegrensde mogelijkheden in mijn geest. Tijdens de gitaarsolo sloot ik even mijn ogen en gooide mijn hoofd in mijn nek. Een verlangen werd aangewakkerd naar een toekomst, die achter de horizon ligt. Even was ik mijn werk vergeten en leek het of alles, maar dan ook alles mogelijk zou zijn. Dat moment ging voorbij, maar een zweem ervan bleef hangen in mijn hoofd. Het voelde zo bekend. Alsof de wereld voor me open lag.

De zanger van Thin Lizzy was Phil Lynott. Zijn moeder was een Ierse vrouw en zijn vader was afkomstig uit Brits Guyana. Hij was in Manchester en Dublin, waar hij opgroeide een opvallende verschijning, met zijn grote bos kroeshaar en zijn getinte huid. Daarbij kon hij goed met de basgitaar overweg en had een dijk van een stem. Ook was hij in staat om ijzersterke songs te schrijven. Pas op mijn tweeëndertigste in tweeduizendenzes, kwam ik Phil Lynnot in het echt tegen. In brons gegoten in Dublin. Twintig jaar na zijn overlijden op zesendertigjarige leeftijd. Hij straalde in het zonlicht.

De muziek van Thin Lizzy vormde een groot deel van de soundtrack onder mijn tienerjaren. De albums Chinatown en Jailbreak heb ik grijs gedraaid. Ook Phil’s single ‘King’s Call’ begeleide gedurende die jaren. Het nummer ‘Dancing in the Moonlight’ verwoorde voor mij, wat ik in mijn diepste wenste. Liefde. En dan aan het einde van de avond dansend in het maanlicht mijn weg naar huis vinden. De tekst is niet ingewikkeld, maar zo geschreven, dat ik het zelf wilde meemaken. Maar precies op die manier heb ik het nooit mee mogen maken. Soms kwam het in de buurt. Of kwamen stukjes uit. Dat verklaart waarschijnlijk het verlangen, dat me nog steeds bekruipt elke keer als ik dit nummer hoor. 

Het voelt als de belofte van een onvoltooide tijd. De tijd op mijn zestiende stil is blijven staan. Ik nog steeds wacht op dat ene moment. 

Thin Lizzy, Dancing in the moonlight, 1977. https://youtu.be/Unnh0T2Ftro?feature=shared

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This: