- Petra Maria als wij zo mochten blijven
- Frans Terken op het wezenlijke het onvatbare
- Rik van Boeckel dat liefde in aantocht leek
- Altonice Rieding Om ons uiteengaan zoo warm
- Erika de Stercke de ochtend omarmt wat niet te zeggen valt
- Cartouche Schwatzhaft schwärmend
- Lisan Lauvenberg Bemin me nu of begin er nu mee.
wie wint de enige echte virtuele- ‘van het zich koesterende ongrijpbare’ – jeanine hoedemakers trofee op pomgedichten?
hoe de juryvoorzitster deze week en dichter hoedemakers zich zelf ooit omschreef – zo hebben we deze week meteen ons thema te pakken lieve dichters – wat of wie toch nog gekoesterd? – en wat is en zal en bleef ongrijpbaar – en hoe dan? welke liefde – welk voorwerp – welk getijde – de dichtwereld ligt aan uw voeten en wij lezen het elke week zo graag van u en deze week in het bijzonder – de ongrijpbaarheid van het leven – de ongrijpbaarheid van het toch zo gekoesterde – lezen we ergens ook iets van de weemoed? u kent de regels:
de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10.30 uur. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.
IV
een net
gespannen over de vijver
vangt al het blad
van de eikenboom
daar tornt geen dichter
aan
daar vist geen kat
nog naar de goudvis
in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het
blad dat liggen
bleef
geloof dat ik mijn pen in liefde drenken moet
vandaag zie ik alle foto’s weer
van uitdagende vrouwen
ongrijpbaar als wilde spinnen
een met die benen
een in die tijgerprint
een met ingehouden verlangen
wat ervan gebleven is?
pw
de wind ruimt het grijs
en het water in de rivier
lijkt zich rimpelend te verzetten
tegen onze berusting
de koude was een verademing
onze kraag van ontmoetingen
tot diep achter de oren
als wij zo mochten blijven
in elkaars jas van geluk
laat maar weg het prille groen
dan baden wij ons in het zijn
maar de wind ruimt het grijs
niet zomaar
voorbij
Petra Maria
pom:
in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het
dat is de hoge norm die is gesteld – ga er maar aan staan – zo we lezen de grote wens bij petra maria
als wij zo mochten blijven
in elkaars jas van geluk
deze twee regels halen zonder meer het gevraagde niveau van dat koesterende ongrijpbare dat ook nog glinstert – geen makkelijke opdracht deze week – de andere regels van petra maria halen het niet. hoewel nog nooit iemand wist te duiden wat poëzie nou eigenlijk is zie je hier voor je neus de poëzie zich voltrekken:
als wij zo mochten blijven
in elkaars jas van geluk
in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het
jeanine:
Petra Maria
Mooi
van sfeer dit gedicht met twee hele fraaie eerste strofes. Enkel bij het woord
koude hapert het even. Misschien is het een oplossing als je van koude gewoon
kou maakt en mocht je hechten aan de lettergrepen dan is kilte nog een optie
maar verder nemen de strofes me echt wel bij de hand.
Ook de derde strofe
vangt fijn aan, om de derde regel soepeler (of gemakkelijker te kunnen plaatsen)
te lezen is het wellicht een idee om hem tussen streepjes te plaatsen
– laat maar weg dat prille groen –
Het woord voorbij zou ik schrappen, het hangt er wat aan en veroorzaakt bij de lezer plotseling een andere beleving en dat is ontzettend jammer daar het gedicht zo’n heerlijke suggestieve sfeer uitstraalt. Samengevat; een fijn Petra gedicht waarin het thema keurig ligt opgeslagen.
Groene Waterman
Als een vis zwem ik hier rond
zuig mijn mond aan rekken en tafels
drink de taal van deze spektakelstad
de stemmen die letters naar het leven trekken
het festijn om hier tussen kaften te verkeren
zo te leren wat goesting brengt
geen woord dat niet om betovering vraagt
elk draagt de eigenwaarde hoog
hoger nog dan de sprekers van de stad
te verstaan geven aan de vreemdeling
die verpozing en verblijf zoekt
maar tot zijn leed niet de vinger kan leggen
op het wezenlijke het onvatbare
dat hier drijft en dartelt in elke laag lucht
FT 09.02.2019
pom:
in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het
ook hier mijn norm die ik deze week op de ingezonden werken leg – en ook bij frans halen slechts twee regels en wel de laatste twee dat specifieke van ongrijpbare poëzie waar een mens in kan vergaan – zich in kan verliezen of op kan mee zweven:
in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het
op het wezenlijke het onvatbare
dat hier drijft en dartelt in elke laag lucht
jeanine:
Wat een bijzonder mooie manier om het thema op te pakken. Het leest prettig van Als tot en met lucht. Ik til er dit even uit omdat ik daar bewonderend ben blijven hangen:
de stemmen die letters naar het leven trekken
het
festijn om hier tussen kaften te verkeren
zo te leren wat goesting
brengt
geen woord dat niet om betovering vraagt
Dankjewel Frans
De ongrijpbare blues
Stilte in de nacht zo schoon
het verleden gestorven in weemoed
zingt in de wereld van muzikale dromen
dat liefde in aantocht leek
de woorden stal uit de tango van haar lippen
zij luisterde nooit naar de stem van mijn hart
de deur ging dicht de wind waaide cirkels
op het ritme van de ongrijpbare blues
gespeeld op scherpe snaren met tonen
gestemd in de grijze klankkleur van smart
oh melodie oh reflectie van herinnering
koestering van nostalgie dagen voor de stilte
wat gebeuren zal is net zo onzeker
als de prestaties van het verleden
het nu een poëtisch moment van vergeten
nu in de nacht komt mij de dageraad toe
dansen dromen in mijn nabijheid
nemen afscheid van de voorbije tijd
wordt de blues een bereikbare song
uit lange tenen langzaam omhoog gezongen.
Rik van Boeckel
9 februari 2019
pom:
in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het
dat rik vol van weemoed tracht en tracht – hoe het er even op leek en hoeveel regels de dichter nodig heeft om de werkelijkheid te verwerken – ja zo is het zo vaak met de liefde – het is een verwerkingsproces meneer hoorde je vroeger vaak in de slagerij. ook rik weet 2 regels aan ongrijpbare poëzie toe te voegen:
in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het
dat liefde in aantocht leek
de woorden stal uit de tango van haar lippen
jeanine:
De
woorden stal uit de tango van haar lippen, wat een prachtige regel is dit. Of;
nu in de nacht komt mij de dagenraad toe.
Veel fraais in dit gedicht, mag ik
schrijven dat hier de muzikant losgaat of moet ik musicus zeggen? Of toch maar
gewoon de dichter gaat hier los.
Kopermaannacht
(voor Immanie Kompaan)
’t Zevende Regiment Infanterie
Blies op electra, tot dan ongekend.
Volksvlijts concertzaal ‘cet après-midi’
Was in geen tijd zulk een bruischende tent.
Ook in de tuinen, bij gaslicht verwend,
Zwierde ’t op iedere hoornsymphonie.
Zelfs kellner Laurensz, een nuchtere vent,
Viel voor den charmdans en ‘t vat eau-de-vie.
Zingend hielp Zaagmans, capeldirigent,
’t Koper den nacht in. Het was tegen drie
Fluist’ren geworden tot puur poëzie.
Teder, nog lustig op zeek’ren moment
Bracht ik te weenen mijn minelegie
Om ons uiteengaan zoo warm innocent.
Altonice Rieding
pom:
in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het
geheel afwijkend, maar zekers niet onsympathiek, altonices bijdrage
Het was tegen drie
Fluist’ren geworden tot puur poëzie.
dat zijn de toe te voegen regels – maar ja het is nacht he en in de nacht hebben we tegenwoordig geen zonlicht meer. altonice behoorde nog bij die stevige tot vroeg in de ochtend doordrinkers die geheel kachel het zonlicht aan zich voorbij lieten gaan – het is de ware romantiek in het zwart van de wassende maan, donker van de drank en onschuldig als de menschheid.
jeanine:
Een
sonnet! en ik ben het absoluut niet eens met de spellingcontrole die kennelijk
niet kan lezen wat er nu eigenlijk staat, druk als hij het heeft met rode
strepen plaatsen. Je moet dit maar kunnen schrijven is wat ik denk. Knap
geschreven maar het thema is erg goed verstopt. Zingend hielp Zaagmans, ik denk
hier onmiddellijk aan een zingende zaag.
Die laatste strofe daar zit het hè.
Dank Altonice (het voelt vreemd om deze naam in te tikken, ik zit hier zowaar te
gniffelen, ik lijk tante wel)
Dauw
de dagen heeft ze verdraaid
om een antwoord te vinden
op wat haar ontglipt
oplossingen liggen in de ogen
van voorbijgangers, ze kijkt en
kan niet ontcijferen
in een kamer van onrust krijgt
de stilte poten, sluipt rond en
aarzelt geen seconde, bijt
een worsteling in het holst van
dromen die het zuurstof stelen
en emmers zweet achterlaten
verwilderd krabbelt het lichaam
recht, laat een groeispoor achter
het ongrijpbare krijgt een stem
het regent gouden druppels
in de tuin van toekomstplannen
een schittering valt open
de ochtend omarmt wat niet
te zeggen valt
Erika De Stercke
pom:
in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het
bij erika ook veel te veel – en inderdaad het leven is niet echt makkelijk – maar dat wist de lezer al – de lezer wil vandaag poëzie – die prachtige fenomenale ongrijpbare poëzie werd gevraagd – en laat erika ons nou toch ook DRIE regels schenken van dat ongrijpbare fenomeen – dank je wel:
in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het
een schittering valt open
de ochtend omarmt wat niet
te zeggen valt
jeanine:
Zo hee, wat een mooi gedicht, de enige regel die me op dit moment opvalt omdat hij me wat stoort is: verwilderd krabbelt het lichaam recht. Waar ik rechtop van ga zitten is een regel als: oplossingen liggen in de ogen van voorbijgangers maar ook die laatste drie regels laten me niet onberoerd:
een schittering valt open
de
ochtend omarmt wat niet
te zeggen valt
Arenlezers
Poëten
van duytschen bloed
zijn wij
Schwatzhaft schwärmend
Schwebend schwach
Dichter Denker
Scharfrichter Henker
Zwart rood en goud
onder één vlag geschaard
ongrijpbaar – zware woorden
als liefdewerk en oud papier
arenlezer worstelaar
als ik hakend naar
09-02-2019
Cartouche
pom:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Aren_lezen
hier kunnen we lezen wat lezen betekent: ‘Aren lezen is een eeuwenoud recht van de armen. Het bestond er uit, dat arme mensen na het oogsten van de rogge of tarwe toestemming kregen om de op de akker achtergebleven aren te verzamelen (te “lezen”) en mee te nemen.’ cartouche onder de indruk van een schilderij van millet – van van gogh of een andere meester.
maar we zochten iets van poëzie toch? niet iemand die de weg naar de voedselbank is kwijtgeraakt.
in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het
jeanine;
Maar Cartouche toch, ik weet niet wat het is maar dit gedicht grijpt me, ik vind het een beetje een beangstigend gedicht maar kan niet goed uitleggen waarom. Het voert me naar een oorlog. Nu kan schrijven een strijd zijn, zo praten er een kan zijn of worden en dan dat bloed van ons, onder één vlag geschaard. Ik durf het niet te zeggen maar ik begrijp het gedicht niet helemaal, ik vind het beklemmend en het waarom is ongrijpbaar dus in die zin voldoe je voor de volle honderd procent aan het thema. Wauw, beef ik en zie je op een podium staan waar je dit gedicht de zaal in ‘smijt’. Ze gaan ervoor absoluut klappen vermoed ik maar als ik ze ga vragen waar het volgens hen over gaat dan weten ze dat net als ik niet precies . Wedden? Hmm, dat is misschien niet slim, tenzij het om een Bossche bol gaat.
Zondag
Sluimerend de dag beginnen
met de afwas van gisteren.
Straks naar een feestje toe.
De poëzie van deze dag
in grauwheid erbij verzinnen.
Straks de feestkleding aan.
De eerste koffie van de dag
brengt helderheid naar binnen.
Straks de feestvreugde verzinnen.
Bemin me nu
of begin er nu mee.
Straks heb ik er geen zin in.
@Lisan Lauvenberg
10 februari 2019
pom: onze lisan vat de stier bij de horens en voegt twee regels toe aan de wonderschone passage, het wondermooie pad dat jeanine voor ons dichters deze week heeft gelegd:
in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het
Bemin me nu
of begin er nu mee.
jeanine:
Bij de laatste strofe schiet ik spontaan in de lach. Alles straks behalve beminnen, dat moet meteen. Even denk ik aan het lied Vrouwen aan de macht gezongen (geschreven door haar zelf?, ) door Babette van Veen. In dit gedicht is ‘straks’ aan de macht, dat heeft wel iets en het is ook herkenbaar, dat zalige, nu even niet. Dat van uitstellen afstellen komt weet deze dichteres wel, dat is duidelijk. Veel kan de dichter zelf besluiten maar dat wat ze echt wil, daar heeft ze dan weer net geen invloed op, dat is het ongrijpbare. Hee, bemin me eens! Ja dag, straks. Dan heb ik geen zin meer. Oh, nou, jammer dan.
de wind ruimt het grijs
en het water in de rivier
lijkt zich rimpelend te verzetten
tegen onze berusting
de koude was een verademing
onze kraag van ontmoetingen
tot diep achter de oren
als wij zo mochten blijven
in elkaars jas van geluk
laat maar weg het prille groen
dan baden wij ons in het zijn
maar de wind ruimt het grijs
niet zomaar
voorbij
Petra Maria
Groene Waterman
Als een vis zwem ik hier rond
zuig mijn mond aan rekken en tafels
drink de taal van deze spektakelstad
de stemmen die letters naar het leven trekken
het festijn om hier tussen kaften te verkeren
zo te leren wat goesting brengt
geen woord dat niet om betovering vraagt
elk draagt de eigenwaarde hoog
hoger nog dan de sprekers van de stad
te verstaan geven aan de vreemdeling
die verpozing en verblijf zoekt
maar tot zijn leed niet de vinger kan leggen
op het wezenlijke het onvatbare
dat hier drijft en dartelt in elke laag lucht
FT 09.02.2019
Arenlezers
Poëten
van duytschen bloed
zijn wij
Schwatzhaft schwärmend
Schwebend schwach
Dichter Denker
Scharfrichter Henker
Zwart rood en goud
onder één vlag geschaard
ongrijpbaar – zware woorden
als liefdewerk en oud papier
arenlezer worstelaar
als ik hakend naar
09-02-2019
Cartouche