FRANS TERKEN wint de enige echte virtuele- ‘van het zich koesterende ongrijpbare’ – jeanine hoedemakers trofee op pomgedichten -Erika De Stercke zilver en Petra Maria brons



Goedemorgen heer Wolff,
 
Hier ben ik dan met mijn beoordelingen. Ik heb geen moment hoeven schipperen tussen ijdelheid en gewoon gedegen lezen en noteren. Al moet ik zeggen dat ik erg verrast was toen ik gisteren las dat je een gedicht van mezelf als thema presenteerde, iets wat ontzetten leuk en ook vleiend is natuurlijk.
Ik weet niet of er nog meer inzendingen zullen komen dus ik wacht nog even af. Ik heb met plezier de gedichten gelezen en ben er goed voor gaan zitten.
 
Dankjewel pom, Liefs en tot straks xx

De edelmetalen:

Goud Frans Terken
Zilver Erika
Brons Petra


Eervolle vermelding Cartouche


En tja, tante moet weer zo nodig, een denkbeeldig krokusje voor de rest. Hartstikke ongrijpbaar grinnikt ze er bij.


xx


Ik heb begrepen dat het ongrijpbare een moeilijk thema is voor sommigen. Daar snap ik niks van 😉


Gefeliciteerd allemaal
  • Petra Maria als wij zo mochten blijven
  • Frans Terken op het wezenlijke het onvatbare
  • Rik van Boeckel dat liefde in aantocht leek
  • Altonice Rieding Om ons uiteengaan zoo warm
  • Erika de Stercke de ochtend omarmt wat niet te zeggen valt
  • Cartouche Schwatzhaft schwärmend
  • Lisan Lauvenberg Bemin me nu of begin er nu mee.
Jeanine Hoedemakers – het groen vindt al wat herfst – 2003 – De Beuk – Amsterdam

wie wint de enige echte virtuele- ‘van het zich koesterende ongrijpbare’ –  jeanine hoedemakers trofee op pomgedichten?

hoe de juryvoorzitster deze week  en dichter hoedemakers  zich  zelf ooit omschreef – zo  hebben we deze week meteen ons thema te pakken  lieve dichters –  wat of  wie toch nog gekoesterd?  – en wat is en zal en bleef ongrijpbaar – en hoe dan? welke liefde – welk voorwerp – welk getijde – de dichtwereld ligt aan uw voeten en wij lezen het elke week zo graag van u en deze week in het bijzonder – de ongrijpbaarheid van het leven – de ongrijpbaarheid van het toch zo gekoesterde – lezen we ergens ook  iets van de weemoed? u kent de regels:
de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10.30 uur. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.

uit deze bundel van Jeanine hoedemakers het volgende gedicht:

IV

een net
gespannen over de vijver
vangt al het blad
van de eikenboom

daar tornt geen dichter
aan

daar vist geen kat
nog naar de goudvis

in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het

blad dat liggen
bleef

geloof dat ik mijn pen in liefde drenken moet
vandaag zie ik alle foto’s weer

van uitdagende vrouwen
ongrijpbaar als wilde spinnen

een met die benen
een in die tijgerprint

een met ingehouden verlangen
wat ervan gebleven is?

pw

de wind ruimt het grijs

en het water in de rivier
lijkt zich rimpelend te verzetten
tegen onze berusting

de koude was een verademing
onze kraag van ontmoetingen
tot diep achter de oren

als wij zo mochten blijven
in elkaars jas van geluk
laat maar weg het prille groen

dan baden wij ons in het zijn
maar de wind ruimt het grijs
niet zomaar

voorbij

Petra Maria

pom:

in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het

dat is de hoge norm die is gesteld – ga er maar aan staan – zo we lezen de grote wens bij petra maria

als wij zo mochten blijven
in elkaars jas van geluk

deze twee regels halen zonder meer het gevraagde niveau van dat koesterende ongrijpbare dat ook nog glinstert – geen makkelijke opdracht deze week – de andere regels van petra maria halen het niet. hoewel nog nooit iemand wist te duiden wat poëzie nou eigenlijk is zie je hier voor je neus de poëzie zich voltrekken:

als wij zo mochten blijven
in elkaars jas van geluk

in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het

jeanine:

Petra Maria

Mooi van sfeer dit gedicht met twee hele fraaie eerste strofes. Enkel bij het woord koude hapert het even. Misschien is het een oplossing als je van koude gewoon kou maakt en mocht je hechten aan de lettergrepen dan is kilte nog een optie maar verder nemen de strofes me echt wel bij de hand.
Ook de derde strofe vangt fijn aan, om de derde regel soepeler (of gemakkelijker te kunnen plaatsen) te lezen is het wellicht een idee om hem tussen streepjes te plaatsen

– laat maar weg dat prille groen –

Het woord voorbij zou ik schrappen, het hangt er wat aan en veroorzaakt bij de lezer plotseling een andere beleving en dat is ontzettend jammer daar het gedicht zo’n heerlijke suggestieve sfeer uitstraalt. Samengevat; een fijn Petra gedicht waarin het thema keurig ligt opgeslagen.

Groene Waterman

Als een vis zwem ik hier rond
zuig mijn mond aan rekken en tafels
drink de taal van deze spektakelstad
de stemmen die letters naar het leven trekken

het festijn om hier tussen kaften te verkeren
zo te leren wat goesting brengt
geen woord dat niet om betovering vraagt
elk draagt de eigenwaarde hoog

hoger nog dan de sprekers van de stad
te verstaan geven aan de vreemdeling
die verpozing en verblijf zoekt

maar tot zijn leed niet de vinger kan leggen
op het wezenlijke het onvatbare
dat hier drijft en dartelt in elke laag lucht

FT 09.02.2019

pom:

in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het

ook hier mijn norm die ik deze week op de ingezonden werken leg – en ook bij frans halen slechts twee regels en wel de laatste twee dat specifieke van ongrijpbare poëzie waar een mens in kan vergaan – zich in kan verliezen of op kan mee zweven:

in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het

op het wezenlijke het onvatbare
dat hier drijft en dartelt in elke laag lucht

jeanine: 

Wat een bijzonder mooie manier om het thema op te pakken. Het leest prettig van Als tot en met lucht. Ik til er dit even uit omdat ik daar bewonderend ben blijven hangen:

de stemmen die letters naar het leven trekken

het festijn om hier tussen kaften te verkeren
zo te leren wat goesting brengt
geen woord dat niet om betovering vraagt

Dankjewel Frans

De ongrijpbare blues

Stilte in de nacht zo schoon
het verleden gestorven in weemoed
zingt in de wereld van muzikale dromen
dat liefde in aantocht leek
de woorden stal uit de tango van haar lippen

zij luisterde nooit naar de stem van mijn hart
de deur ging dicht de wind waaide cirkels
op het ritme van de ongrijpbare blues
gespeeld op scherpe snaren met tonen
gestemd in de grijze klankkleur van smart

oh melodie oh reflectie van herinnering
koestering van nostalgie dagen voor de stilte
wat gebeuren zal is net zo onzeker
als de prestaties van het verleden
het nu een poëtisch moment van vergeten

nu in de nacht komt mij de dageraad toe
dansen dromen in mijn nabijheid
nemen afscheid van de voorbije tijd
wordt de blues een bereikbare song
uit lange tenen langzaam omhoog gezongen.

Rik van Boeckel
9 februari 2019

pom:

in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het

dat rik vol van weemoed tracht en tracht – hoe het er even op leek en hoeveel regels de dichter nodig heeft om de werkelijkheid te verwerken – ja zo is het zo vaak met de liefde – het is een verwerkingsproces meneer hoorde je vroeger vaak in de slagerij. ook rik weet 2 regels aan ongrijpbare poëzie toe te voegen:

in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het

dat liefde in aantocht leek
de woorden stal uit de tango van haar lippen

jeanine:

De woorden stal uit de tango van haar lippen, wat een prachtige regel is dit. Of; nu in de nacht komt mij de dagenraad  toe.
Veel fraais in dit gedicht, mag ik schrijven dat hier de muzikant losgaat of moet ik musicus zeggen? Of toch maar gewoon de dichter gaat hier los.


Beste Pom,
Bijgelaagd de inzending van de ongrijpbare dichteres Altonice Rieding, mijn alter ega, uit haar bundel ‘Verleden vergetelheden’ een vers over de ongrijpbaarheid (niet: gonggrijpbaarheid) van een bij nacht tot fluisterpoëzie glijdend koperblazersconcert in de sinds 1929 ook bouwtechnisch ongrijpbare concertzaal van het afgefikte Paleis voor Volksvlijt – ongeveer op de plek waar onlangs nog een man met neppistool en wie weet een persoonlijke Nederlandsche-Bankcrisis zich via dodelijk bewapende politie van het leven benam (Andere Tijden, de huidige) – en over het verdriet om de ongrijpbaarheid van het warme, liefdevolle, doch meedogenloos voorbije samenzijn.

Kopermaannacht
(voor Immanie Kompaan)

’t Zevende Regiment Infanterie
Blies op electra, tot dan ongekend.
Volksvlijts concertzaal ‘cet après-midi’
Was in geen tijd zulk een bruischende tent.

Ook in de tuinen, bij gaslicht verwend,
Zwierde ’t op iedere hoornsymphonie.
Zelfs kellner Laurensz, een nuchtere vent,
Viel voor den charmdans en ‘t vat eau-de-vie.

Zingend hielp Zaagmans, capeldirigent,
’t Koper den nacht in. Het was tegen drie
Fluist’ren geworden tot puur poëzie.

Teder, nog lustig op zeek’ren moment
Bracht ik te weenen mijn minelegie
Om ons uiteengaan zoo warm innocent.

Altonice Rieding

pom:

in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het

geheel afwijkend, maar zekers niet onsympathiek, altonices bijdrage

Het was tegen drie
Fluist’ren geworden tot puur poëzie.

dat zijn de toe te voegen regels – maar ja het is nacht he en in de nacht hebben we tegenwoordig geen zonlicht meer. altonice behoorde nog bij die stevige tot vroeg in de ochtend doordrinkers die geheel kachel het zonlicht aan zich voorbij lieten gaan – het is de ware romantiek in het zwart van de wassende maan, donker van de drank en onschuldig als de menschheid.

jeanine:

Een sonnet! en ik ben het absoluut niet eens met de spellingcontrole die kennelijk niet kan lezen wat er nu eigenlijk staat,  druk als hij het heeft met rode strepen plaatsen.  Je moet dit maar kunnen schrijven is wat ik denk. Knap geschreven maar het thema is erg goed verstopt. Zingend hielp Zaagmans, ik denk hier onmiddellijk aan een zingende zaag.
Die laatste strofe daar zit het hè. Dank Altonice (het voelt vreemd om deze naam in te tikken, ik zit hier zowaar te gniffelen, ik lijk tante wel)

Dauw

de dagen heeft ze verdraaid
om een antwoord te vinden
op wat haar ontglipt

oplossingen liggen in de ogen
van voorbijgangers, ze kijkt en
kan niet ontcijferen

in een kamer van onrust krijgt
de stilte poten, sluipt rond en
aarzelt geen seconde, bijt

een worsteling in het holst van
dromen die het zuurstof stelen
en emmers zweet achterlaten

verwilderd krabbelt het lichaam
recht, laat een groeispoor achter
het ongrijpbare krijgt een stem

het regent gouden druppels
in de tuin van toekomstplannen
een schittering valt open

de ochtend omarmt wat niet
te zeggen valt

Erika De Stercke

pom:

in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het

bij erika ook veel te veel – en inderdaad het leven is niet echt makkelijk – maar dat wist de lezer al – de lezer wil vandaag poëzie – die prachtige fenomenale ongrijpbare poëzie werd gevraagd – en laat erika ons nou toch ook DRIE regels schenken van dat ongrijpbare fenomeen – dank je wel:

in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het

een schittering valt open

de ochtend omarmt wat niet
te zeggen valt

jeanine:

Zo hee, wat een mooi gedicht, de enige regel die me op dit moment opvalt omdat hij me wat stoort is: verwilderd krabbelt het lichaam recht. Waar ik rechtop van ga zitten is een regel als: oplossingen liggen in de ogen van voorbijgangers maar ook die laatste drie regels laten me niet onberoerd:

een schittering valt open

de ochtend omarmt wat niet
te zeggen valt

Arenlezers

Poëten
van duytschen bloed
zijn wij

Schwatzhaft schwärmend
Schwebend schwach
Dichter Denker
Scharfrichter Henker

Zwart rood en goud
onder één vlag geschaard
ongrijpbaar – zware woorden

als liefdewerk en oud papier
arenlezer worstelaar
als ik hakend naar

09-02-2019
Cartouche

pom:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Aren_lezen

hier kunnen we lezen wat lezen betekent: ‘Aren lezen is een eeuwenoud recht van de armen. Het bestond er uit, dat arme mensen na het oogsten van de rogge of tarwe toestemming kregen om de op de akker achtergebleven aren te verzamelen (te “lezen”) en mee te nemen.’ cartouche onder de indruk van een schilderij van millet – van van gogh of een andere meester.

maar we zochten iets van poëzie toch?  niet iemand die de weg naar de voedselbank is kwijtgeraakt.

in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het 

jeanine;

Maar Cartouche toch, ik weet niet wat het is maar dit gedicht grijpt me, ik vind het een beetje een beangstigend gedicht maar kan niet goed uitleggen waarom. Het voert me naar een oorlog. Nu kan schrijven een strijd zijn, zo praten er een kan zijn of worden en dan dat bloed van ons, onder één vlag geschaard. Ik durf het niet te zeggen maar ik begrijp het gedicht niet helemaal, ik vind het beklemmend en het waarom is ongrijpbaar dus in die zin voldoe je voor de volle honderd procent aan het thema. Wauw, beef ik en zie je op een podium staan waar je dit gedicht de zaal in ‘smijt’. Ze gaan ervoor absoluut klappen vermoed ik maar als ik ze ga vragen waar het volgens hen over gaat dan weten ze dat net als ik niet precies . Wedden? Hmm, dat is misschien niet slim, tenzij het om een Bossche bol gaat.

Zondag

Sluimerend de dag beginnen
met de afwas van gisteren.
Straks naar een feestje toe.

De poëzie van deze dag
in grauwheid erbij verzinnen.
Straks de feestkleding aan.

De eerste koffie van de dag
brengt helderheid naar binnen.
Straks de feestvreugde verzinnen.

Bemin me nu
of begin er nu mee.
Straks heb ik er geen zin in.

@Lisan Lauvenberg
10 februari 2019

pom: onze lisan vat de stier bij de horens en voegt twee regels toe aan de wonderschone passage, het wondermooie pad dat jeanine voor ons dichters deze week heeft gelegd:

in dat zelfde
zonlicht van het zich
koesterende ongrijpbare
glinstert het 

Bemin me nu
of begin er nu mee.

jeanine:


Bij de laatste strofe schiet ik spontaan in de lach. Alles straks behalve beminnen, dat moet meteen. Even denk ik aan het lied Vrouwen aan de macht gezongen (geschreven door haar zelf?, ) door Babette van Veen. In dit gedicht is ‘straks’ aan de macht, dat heeft wel iets en het is ook herkenbaar, dat zalige, nu even niet. Dat van uitstellen afstellen komt weet deze dichteres wel, dat is duidelijk. Veel kan de dichter zelf besluiten maar dat wat ze echt wil, daar heeft ze dan weer net geen invloed op, dat is het ongrijpbare. Hee, bemin me eens!  Ja dag, straks. Dan heb ik geen zin meer. Oh, nou, jammer dan.




Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

3 reacties

  1. de wind ruimt het grijs

    en het water in de rivier
    lijkt zich rimpelend te verzetten
    tegen onze berusting

    de koude was een verademing
    onze kraag van ontmoetingen
    tot diep achter de oren

    als wij zo mochten blijven
    in elkaars jas van geluk
    laat maar weg het prille groen

    dan baden wij ons in het zijn
    maar de wind ruimt het grijs
    niet zomaar

    voorbij

    Petra Maria

  2. Groene Waterman

    Als een vis zwem ik hier rond
    zuig mijn mond aan rekken en tafels
    drink de taal van deze spektakelstad
    de stemmen die letters naar het leven trekken

    het festijn om hier tussen kaften te verkeren
    zo te leren wat goesting brengt
    geen woord dat niet om betovering vraagt
    elk draagt de eigenwaarde hoog

    hoger nog dan de sprekers van de stad
    te verstaan geven aan de vreemdeling
    die verpozing en verblijf zoekt

    maar tot zijn leed niet de vinger kan leggen
    op het wezenlijke het onvatbare
    dat hier drijft en dartelt in elke laag lucht

    FT 09.02.2019

  3. Arenlezers

    Poëten
    van duytschen bloed
    zijn wij

    Schwatzhaft schwärmend
    Schwebend schwach
    Dichter Denker
    Scharfrichter Henker

    Zwart rood en goud
    onder één vlag geschaard
    ongrijpbaar – zware woorden

    als liefdewerk en oud papier
    arenlezer worstelaar
    als ik hakend naar

    09-02-2019
    Cartouche

Laat een reactie achter