analyse & stemadvies van VON SOLO


Van A naar B fiets ik door de groene zone van Park Zestienhoven. Vijftig meter voor me zie ik uit tegengestelde richting drie voetgangsters me tegemoetkomen. Ze lopen op mijn weghelft, omdat het natuurlijk buiten de bebouwde kom lijkt. Ze nemen gedrieën de gehele rijbaan in. Honderd meter verderop komt me ook nog een bejaarde op een elektrische fiets tegemoet. Om de dames heen fietsen is me daardoor onmogelijk geworden, daar ik anders frontaal op de elektrofietser zal botsen. Dus ik minder vaart en houdt halt voor de wandeldames.

Ze kijken me aan of ik een stuk stront ben. Naast ons zoeft het geëlektrificeerde lijk voorbij. Ze lopen om me heen en ik stap weer op en fiets door. Er is geen woord gewisseld.

Ondanks veel filosofie en onderzoek en een hoop optimistische boeken, durf ik intussen wel te stellen, dat de meeste mensen niet deugen. Het leven heeft me geleerd, dat er een tachtig-twintig-regel opgaat voor mens en maatschappij. Tachtig procent van de mensen kan het allemaal gewoon niets schelen. Ze zijn totaal onverschillig. Hun handelingsmotieven komen voort uit kleinzieligheid. Ze waaien mee met de wind, die hun het hardst een bepaalde kant uit blaast. De overige twintig procent van de mensen is in te delen in kwaadaardig en goedwillend.

Beiden ongeveer tien procent. Hierbij zijn de kwaadaardigen altijd in het voordeel. Zij hoeven zich niet aan bepaalde ethische codes te houden. Ze verzinnen meestal wel de regels van het spel, om ze dan zo snel mogelijk weer te overtreden. De goedwillenden houden zich er echter wel aan, omdat ze het als afspraak zien. Hierdoor komen ze altijd op achterstand te staan. De tachtig procent laat zich gemakkelijk leiden door marginaal eigenbelang en daar speelt de kwade tien procent goed op in. Het beschouwt de tachtig procent als koop-, kies-, klap- en vechtvee. Domesticeert het en trekt er zoveel mogelijk profijt van. Daarbij telkens ervoor zorgend, dat de tachtigers niet het besef zouden ontwikkelen, dat andere dingen dan consumeren, op een scherm turen en straks ‘vechten voor de vrede’ misschien meer zouden bijdragen aan een betere wereld.

U zal misschien nog denken, dat die tachtig procent er ook niets aan kan doen, omdat ze niet beter weten. Maar neem nou de drie dames op het fietspad. Zij vertoonden schijnbaar onschuldig gedrag. Maar in werkelijkheid was het onverschilligheid over de wereld om hen heen. En een kille onbewuste haat, tegen de fietser, die stopte en hun in de weg stond.  Als ze op een dood moment al zoiets stoms doen, dan kun je uittellen hoeveel vaker ze nog veel debielere dingen doen.

Als een jongen met een pistool een andere jongen van zijn fiets berooft is dat een feit. Maar reken maar, dat het geen op zichzelf staand feit is. Uiteindelijk is een mens toch ook een optelsom van alles wat hij doet. Niets is triviaal. En vergeet vooral niet, alles wat hij niet doet. De rotheid wordt vaak afgewenteld op die paar slechte appels. Het zijn echter alle appels die willoos mee verrotten, die de hele mand vernachelen. De buurman die de onderduikers aangeeft is op dat specifieke moment nooit fout. Daarom is die tachtig procent niet onschuldig. Die mensen deugen niet. En het maakt niet uit tot welke bevolkingsgroep u behoort. U zal het tijdens de komende verkiezingen wel weer meemaken.  


VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Mirjam Al – in het zicht van de haven

pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 46 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.

Share This:

pom wolff & bjorn van rozen: laat het van de liefde zijn

 
laat het van de liefde zijn
 
voel je dijen
warm weer mijn rug
licht mijn hoofd
op jouw borsten
liggen woorden van me
vind ze terug
 
je laat je niet meer zoenen
kan het van de liefde zijn
 
ik geloof wel
dat het van de liefde is
van bloemen
die verschillen
in een vaas
 
 pw
 

vanochtend in de vroegste vroegten onze TRY OUT van ons nieuwe programma LAAT HET VAN DE LIEFDE ZIJN – Bjorn van Rozen en pom wolff – in het leuke theater Artiance van de kaasstad Alkmaar – centrum – Canadaplein 3 – een geslaagde try out voor lief publiek van DAG&DAUW – een besloten try out. en we gaan er helemaal voor in Alkmaar op 1 november bij reuring van Alja Spaan – in de Alkenaer – zie bijgevoegde poster – we gaan mooi doen! daar en dan. heel erg zin in!

Bjorn van Rozen Bjorn van Rozen – ooit door een criticus ‘de Brel van de lage landen’ genoemd – in zijn samenwerking met de Amsterdamse dichter Pom Wolff .

Share This:

Peter Posthumus over de teloorgang van schitterende kwetsbaarheden in de natuur



Met een zucht of
een enkele ademtocht
ontstaat uit water
en een druppel zeep
een bel die dromerig weg zweeft
als transparante glans
als schittering die kleurt en danst


als een kwetsbare onaantastbaarheid
door de natuur verbeeld
en hoe dat in minder dan
een oogwenk uit elkaar spat
en verdwijnen kan.


Peter Posthumus

Share This:

als vrede van de oorlog wint – wie wil er dan nog dansen

nog altijd bloed-aktueel:

de dood hakt hard
maakt stil
als vrede van de oorlog wint
wie wil er dan nog dansen

pw

Share This:

Rob Mientjes en het kunstwerk


Kunstwerk

Een zoveelste dag uit het bestaan
blik op oneindig

het werk uitvoerig gedroomd
routine in het hoofd
slaat saaiheid om de oren
gedachten op nul
bij een zoveelste order

blik op de vloer
lijnen geteld 
patronen aanschouwd
zie daar het kunstwerk
open en bloot
het behoeft slechts waargenomen
mobiel gefotografeerd

kleuren vloeien
het plastic laat los
tand des tijds erover heen
een glimp bevroren
voor eeuwigheid vastgelegd
zorgvuldig het kader gekozen
… en afdrukken maar

Rob Mientjes

Share This:

VERA JONGEJAN SPECIAL – dichter  – schilder – wonderkind – woensdag weer op pomgedichten.nl

VERA JONGEJAN SPECIAL – dichter  – schilder – wonderkind – woensdag op pomgedichten.nl

van de ene verbazing geraakte ik in de andere. merik, mirjam en lucienne verzorgden de afgelopen jaren meerdere poëzie manifestaties in 020 amsterdam. en ik weet niet meer wanneer het precies was dat mij haar optreden opviel – met een parmantige tred betrad Vera Jongejan het poëziepodium – gaf het publiek enige gedichten van haar hand – en in dat publiek zat ik ook – en ik wist meteen dit is grote klasse – zoals ik dat ook onmiddellijk wist bij een Karin Beumkes ooit, bij een Karlijn Groet ooit, een Roop ooit, een Robin Block ooit, een Tom Zinger – een Peter M van der Linden – een  ACG, een Ditmar Bakker, een Sander Koolwijk – nou ja in die orde van klasse sprak ook VERA JONGEJAN haar poëzie. eigen, bijzonder, onnavolgbaar en precies.

tijdloos ook – VERA JONGEJAN lees je dan op internet geboren: 23-6-1939 te Nieuwer-Amstel – het kan niet waar zijn zo een energieke vrouw dik in de 80 denk je dan. maar het is waar. ik vroeg vera voor pomgedichten te schrijven na de dood van merik van der torren op de vrijgevallen merikwoensdag geeft zij mijn site tweewekelijks een gedicht.

op haar site las ik over de schilder VERA JONGEJAN. realistisch werk met een intense intrinsieke kracht – de schilderwerken. als ik ooit een schilderdoek wil hebben wil ik met mijn kleinzoon MIO op een doek geschilderd door Vera – ik vroeg Vera of zoiets mogelijk zou zijn – als je geen haast hebt pom haar antwoord – ze moest nog veel – een expo, iets met een een wereldreis – nee nee geen haast en zo geschiedde het wonder.
woensdag 21 augustus een mooie dag in het jaar 2024 mag ik gaan naar zaandam om het doek af te halen – waarop mijn kleinzoon en zijn opa staan afgebeeld. een paar maanden geleden moesten we poseren in het atelier van Vera. om te wennen had ze voor de vierjarige kleinzoon lange vingers klaar gelegd. de ban was snel gebroken – vera had speelgoed klaar staan – we speelden al poserend – poseerden al spelend. Vera schildert geen foto’s na – ze zoekt het eigene in mensen en legt het eigene ongenadig krachtig vast. deze week woensdag op pomgedichten.nl – het tweewekelijks gedicht van Vera en – en – en – en……  MIO en zijn opapom.

Share This:

JORGE BOLLE en ELBERT GONGGRIJP winnen de enige echte virtuele – van welke straat,  streek, of stad –  (wijk of dorp) houdt u voor goed voor altijd en forever

NAFISS NIA:
‘Laat het moment
niet ontglippen –
houd de hoop vast –
blijf even.’

met en mede dankzij de inspirerende woorden van Nafiss Nia van Granate hielden we deze week de enige echte virtuele zondagochtendwedstrijd – met werkelijk prachtig veel en prachtige inzendingen – dichters dank jullie wel. de plekken in het leven die er mochten zijn voor de dichters en die een leven lang meegingen. de amsterdam jury – kiest deze week voor twee keer GOUD! we werden er een beetje stil van – van de poëzie van  JORGE BOLLE maar ook van ELBERT GONGGRIJP – gefeliciteerd beiden – lees en geniet zou ik zeggen – de commentaren onder de gedichten spreken voor zichzelf.


Nieuw West

In de dijk van de Lelylaan
liggen mijn hamsters en cavia’s
ondiep begraven
toen gleed ik met mijn slee
vrolijk naar beneden

Op de dijk rijden nu treinen
de kleine botjes trillen
een paar keer per dag
mijn jeugd ver en verder weg

Een keer beet een hamster
dwars door mijn vinger,
die ik later
veel later
opstak voor een vraag

Jorge Bolle

ik ken de locatie in 020 nieuw west – ik moet bijna een beetje huilen bij de tweede strofe – die strofe is zo vreselijk mooi: over die caviabotjes die een jeugd verder weg doen trillen – prachtig –  maar dan nog mooier gezegd door Jorge. je zou bijna willen dat Nafiss Nia deze strofe op de Lelylaan aan de dijk laat graveren:

Op de dijk rijden nu treinen
de kleine botjes trillen
een paar keer per dag
mijn jeugd ver en verder weg

 

EENVOUDIG GELUK


De klokken beieren hun tijd, de duinen verkleuren
in hun tertiairen – ik heb mijn dorp nog nooit zo
geliefd als nu, hier op het bankje gezeten, terwijl
het mij zo vertrouwd had geleken, terwijl ik het
beter ken dan wat dan ook. Het is weer eens
herfst en de vogels vliegen over.

Iedereen zou gelukkig moeten zijn, in dit park, met
deze grazige weiden, de bollenvelden, die ene oude
straat en de eeuwig aanwezige zee – maar de mens
een vluchtige groet en het vee slechts het vee – en
waar zijn toch de nachtegalen?

De rimpelroos een vertrouwde vreemde en
de nijlgans mij insgelijks. Ik kan het steeds 
herhalen hoe mooi en zeldzaam het voor
mij geworden is, maar zo gewoon in het
dagelijks bivakkeren – 

Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
zaterdag 11 oktober 2025

ook bij Elbert lezen we een wonderbaarlijk mooie tweede strofe – wat mij betreft had hij het gelaten bij deze prachtstrofe – poëzie dendert hier de kamer in –

Iedereen zou gelukkig moeten zijn, in dit park, met
deze grazige weiden, de bollenvelden, die ene oude
straat en de eeuwig aanwezige zee – maar de mens
een vluchtige groet en het vee slechts het vee – en
waar zijn toch de nachtegalen?


soms val je stil door de alles innemende schoonheid van dichters woorden.

  • JORGE BOLLE – in nieuw west
  • ELBERT GONGGRIJP – in Egmond aan den Hoef
  • MAX LEROU – in de doubletstraat
  • FRANS TERKEN – Langs de Dwarswatering
  • ROB MIENTJES – a road to nowhere
  • RIK VAN BOECKEL – aan de Leidse Oude Rijn
  • DITMAR BAKKER – IMPRESSIE VAN LEIDEN
  • IEN VERRIPS – omringd door waterland
  • CARTOUCHE – terug in ‘Ereslo’
  • VERA JONGEJAN – in het Amsterdamse Bos
  • CONNY LAHNSTEIN – Heimwee naar Noord-Holland
  • VERA VAN DER HORST – het huis waar het begon
  • LUK PAARD – in het “pajottenland”

wie wint de enige echte virtuele – van welke straat,  streek, of stad –  (wijk of dorp) houdt u voor goed voor altijd en forever?
uw lievelingsstraat of wijk of dorp of een andere door u geliefde plaats waar de indrukken levenslang bij de dichter blijven en met U dichter meegaan. dan weten we waar we moeten zijn als lezer – we lezen het graag – doe ik Buitenveldert – u kent de regels van de zondagochtendwedstrijd:
gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
NAFISS NIA van GRANATE vandaag – 𝘇𝗮𝘁𝗲𝗿𝗱𝗮𝗴 𝟭𝟭 𝗼𝗸𝘁𝗼𝗯𝗲𝗿, verzorgde de feestelijke opening van #PoëzieOpDeStoep Buitenveldert! Tijdens de wandeling droegen de dichters hun eigen gedichten live voor. 𝗦𝘁𝗮𝗿𝘁𝗽𝘂𝗻𝘁 en gastheer/vrouw: 𝗗𝗲 𝗕𝘂𝘂𝗿𝘁𝗸𝗮𝗺𝗲𝗿 (𝗗𝘆𝗻𝗮𝗺𝗼), 𝗔𝗿𝗲𝗻𝘁 𝗝𝗮𝗻𝘀𝘇𝗼𝗼𝗻 𝗘𝗿𝗻𝘀𝘁𝘀𝘁𝗿𝗮𝗮𝘁 𝟭𝟵𝟱–𝟭𝟵𝟳, 𝗔𝗺𝘀𝘁𝗲𝗿𝗱𝗮𝗺 –


ach ja

dichters zijn niet van de wereld
niet van de mensen
noch van de stad

dichters zijn nergens van
dragen geen tenue of uniform
worden ook geen kampioen

in een brandhoff-bootje
roeien ze soms een beetje
landinwaarts richting Favery

of ze hallucineren
als die gonggrijp door de natuur
met een pijpje van lerou

maar altijd flirten ze
zoals een heij of van der horst
hunkeren ze ja hunkeren ze en hebben dorst

pom wolff

de doublet
 

suikerspin
in het web
van mijn dromen
zie ik een raam
in de doubletstraat
 
waar jij als een slet staat
en weet dat ik
eens binnen
zal komen
 
ml

max weet als geen ander de kern van de noodzaak te raken,  tot de noodzaak door te stoten.
Goedemorgen Pom,
Over de lievelingsplek, altijd weer fijn om hier te wandelen.
Succes en mooie opening in Buitenveldert, top om daarbij te kunnen zijn!
Weekendgroet,
Frans

Langs de Dwarswatering

Straat uit hoek om brug over en
dan langs het water van de Dwars
waar ik frank en vrij kan ademen

uitzicht tot ver voorbij de polder
een schilderij vol luchtstrepen
het maakt het beeld compleet

een molen ach wie maalt erom
nog met tegenwind is het goed te doen
zo zigzaggend tussen resten rivierkreeft

en altijd de futen en meerkoeten
voor muziek op de achtergrond
de meeuwen daar weer bovenuit

dwarrelen er naast blaadjes wat woorden
door de lucht zo van mijn jas geplukt
om in een gedicht te wapperen

© FT 11.10.2025

dank je Frans ja Buitenveldert is een plaatje – als de dc negens niet om je oren vliegen – frans halsema – de oom van femke –  zong er al over.  je schreef een universeel polder gedicht – dat even goed hier in de polder zou passen tussen buitenveldert en ouderkerk aan de amstel.

Eigen straatje


Kleurrijk
betegeld
ruim van opzet
aan beiden zijden toegankelijk
licht en zonnig
gericht op zuiden
met stoep uiteraard
zonder drempels
met snelheidsbeperking
zen
eindeloos
verstrekkend
synoniem voor pad en weg
zonder zinkput
wandelbaar met
bomen aan weerszijde
en altijd blauwe lucht
met adembenemend
uitzicht
a road to nowhere
eigenwijs
richtingevend
maar bovenal lief
lieve straatjes
wie kent ze niet

Rob Mientjes

ik liep even mee door het lieve straatje – hoewel spaarzaam maar ook in 020 zijn ze te vinden – zo her en der een lief straatje in de niet meer zo lieve stad 020. draaien we ter compensatie maar alex roeka – weten we weer wat lieflijk is – ook al zingt ie van gestreeld en gekrast. mooie zachte melancholie bied je ons Rob op de zondagochtend: het wandelbare lieflijk-heden.




Goedemorgen Pom
Ik woon in Leiden aan de Oude Rijn.Een hele mooie plek om te wonen. Ik wandel regelmatig naar verschillende buurten. En 14 juli ging ik naar het Rembrandt park waar het standbeeld van onze beroemde schilder staat omdat toen zijn 419a verjaardag werd gevierd. Hij is ooit in Leiden geboren. Zie de foto! En dit is het gedicht als bijdrage aan de enige virtuele straat, stad of streek. 
Met dichterlijke groet Rik van Boeckel 



Wandeltijd aan de Leidse Oude Rijn

Wonen aan de Leidse Oude Rijn is o zo fijn 
boten varen vaak onder bruggen door 
wandelen doe ik waardevol 
voor de conditie van tenen tot benen 

zo zal ik me laven aan de Haven 
wetende dat de Herengracht op me wacht
dat geeft mijn voeten wandelkracht
ze gaan soms voort naar de Zijlpoort 

de andere kant leidt over de Kaasmarkt 
naar de Hooglandse Kerkgracht
zo wandel ik door de tijd heen
naar de Burcht uit de 16e eeuw 

daarboven zal het uitzicht verblijden 
op woningen en kerken van Leiden
op de singel die slingert om stad
straten schouwburg en poorten 

Leiden is de stad van het Rembrandt park
met zijn schilderachtige standbeeld
en van volkse drie oktober feesten
die vieren de meesten in taptoe en optocht.


Rik van Boeckel
11 oktober 2025

Rik for stadsdichter van Leiden! for president!  mag van mij ook hoor. een mooie reisgids hier gepresenteerd voor de bezoekers, lezers.

IMPRESSIE VAN LEIDEN

Het Rapenburg en zomer die zich sluit;
wat zwermende, verwaaide professoren
op weg naar academische folklore:
het carillon dat een nieuw jaar inluidt.

Misschien dit jaar een bachelor als buit,
denkt het studentenvolk, hoewel notoire
laatbloeiers onder hen de moed verloren:
na acht jaar studie schijnt die wel verbruid.

De avond daalt er neer. In het halfduister
geflonker van lantaarns, kasseien die
door eerste regendruppels nieuwe luister

krijgen: van herfst die komt. Een vleug magie
zweemt door de paarse lucht; een zacht gefluister
als echo’s van Van Rijn—en Goede Mie.


***[D.B.]

over leiden lezen of schrijven en dan sterven! doen ze nog steeds 8 jaar over de studie Ditmar? een fijne impressie – een academisch dingetje in de kleuren van de grootmeester vorm gegeven. Sonnetten liefhebbers en passant door de dichter bediend.


als kind al leek mijn dorp een beetje klein
de wereld groot 
te winnen door te gaan

waar ik kwam wilde ik blijven
waar ik was wilde ik wonen
een tijdje dan

 bijna ongemerkt 
vond ik mijn plek
een beetje stad 
-meer dan een beetje is het niet-
omringd door waterland
verbonden wortels met mijn dromen

okt. 2025
Ien Verrips

hoe een plaats te vinden in het leven waar het verblijven goed is. de drang van kids om het geboortedorp te verlaten goed getroffen. de grote stad die altijd trekt. maar in de grote grote stad trekken ze ook weer verder richting plaatsen waar de ouders niet. zo is het leven. zo schuiven generaties op met steeds het zelfde geschuif. dezelfde dromen.




Hallo Pom,

Sinds een paar dagen
na een lange rondreis kriskras
door het wonderbaarlijke
land der Skipetaren

weer op het oude nest geland
in de Acht Zaligheden en de parel
van de Kempen, Eersel, mijn
herberg met het hoefijzer



Hoe dan ook

aan de kuier over de cour, langs de ‘gemeint’
– wat voor verkeerds schuilt er in een woord ?-
goddank nog niet tot stadskantoor gebombardeerd
óp naar de Mèrt, waar linden zonnedruppels strooien
de dorpspomp- ‘t hengsel geklonken- houdt z’n mond
terwijl een paar glas-in-lood-ogen kinderkoppen telt
de contente mens, aan de overkant, het dagdaagse
gedoe schijnbaar onbewogen aanziet – de pronte vrouw
het terras en gans ‘t mansvolk naar de ogen kijkt, jawel

hoeveel in wezen er ook veranderd is maar ook weer niet
kerk, kroeg, kiosk en dodenakker, ze staan er nog, alleen
armoe is niet langer enkel troef en de fanfare speelt nog
van honger en van dorst, ‘t zandpad van ons mam, de stille
droom, enkel de baron is voorgoed verdwenen, de burger-
vader vandaag geheid een vrouw en goede raad, hoe
verkiesbaar ook, nog steeds niet voor niets verkrijgbaar
en de paarden draven trouw jaar in jaar uit hun ronde
over keien en voort door bos en dreef op weg

om terug weer thuis gelaafd en gedrenkt – zalig
zij die zich weten te leven in de hoogste Zaligheid
ja, daar in ‘Ereslo’, daar loop je je nooit verloren

11-10-2025 / Cartouche 

fijn dat Cartouche weer in het land der levenden is – in ieder geval weer op de pom. welkom terug. worden we meteen gestraft met dialect. en hij weet dat ik dialectisch ben ingesteld. normaal gesproken roep ik uit: je verstaat ze niet. bij cartouche moet ik voorzichtig zijn. de amsterdamse bravoure is nou net iets wat deze dichter niet op prijs stelt.
poëzie over hoe het leven wel en niet aan verandering onderhevig is – in dat Eersel van Cartouche. staat de dichter mij toe dat ik één passage uit zijn schrijven boven alles vind uitstijgen en wel deze:
 
waar linden zonnedruppels strooien
de dorpspomp- ‘t hengsel geklonken- houdt z’n mond
terwijl een paar glas-in-lood-ogen kinderkoppen telt

 
wie zo kan schrijven gaat een gouden toekomst tegemoet in Eersel en op pomgedichten.


 
 Amsterdamse Bos  

Oude zwerfplek
vochtig toevluchtsoord
onder de begroeiing
elfenbankjes inktzwammen
verborgen kruipen
vertrouwd met geur van gisting
op kleine voetjes struikelend over paardenpaden
nog verder gaan

en dan ineens
de kinderlokker
met zijn blote piemel

wegrennen opgewonden
het hele eind om de roeibaan
heen naar huis

Vera Jongejan

de herinnering/ huivering die voor altijd aan het Bos is gekoppeld – net zo plots als de man verscheen in het bos zo plots verschijnt ie ook weer in het gedicht. een piemel die een leven lang meegaat. en och gossie ik zie de kleine vera rennend langs de bosbaan gaan. het gedicht houdt het midden tussen een gedicht en een verslag

Heimwee naar Noord-Holland

Ik mis de wind door mijn haren, gesuis langs 
m’n oren, de zoete inval, het hart op de tong
de plek waar m’n leven begon

Ik mis de zon met rode gloed zien zakken in de zee,
glooiende duinen, schelpen, eb en vloed, stuivend zand, 
oneindig strand onder mijn voet

Ik mis de schuimgekopte golven, helm door zand 
bedolven, zwarte bomen tegen een staalblauwe lucht
grijze wolken slaan op de vlucht

Ik mis het land, de dijk met pieren, waar meeuwen 
laverend gieren, er tegenaan we gaan door weer en wind
de plek waar ik mezelf steeds hervind

Land van m’n hart, land van m’n kindertijd, ik ben je kwijt,
ik wil je ruimte terug, vrijheid terug, lief land 
van polders, duinen en zee

Conny Lahnstein

het is wel duidelijk wat Conny heeft gemist in de jaren dat zij niet in de beschreven provincie huisde. ik geloof dat het allemaal goed gekomen is – een eerbetoon aan noord holland zoals het nog niet vaak beschreven is. een kind uit de polder zoveel is zeker – dat is Conny. waar zij zich zelf altijd weer hervindt – mooie regel.


Het huis waar het begon

Alsof de tijd er nooit heeft aangeklopt
dragen de stenen mijn eerste stappen,
het portiek bewaart mijn adem.

We lieten knikkers rollen als kleine planeten
en badmintonveren zweefden
tussen kinderstemmen in zomerlicht.

Nu, na een halve eeuw 
kraakt de deur precies als toen, 
elke kamer een herinnering

en in mij woont nog dat kind
dat buiten speelt,
onder dezelfde oude lucht.


Vera van der Horst

Vera van der Horst een mooi ietwat weemoedig relaas – de terugkeer naar waar het ooit begon – de kinderstemmen, verstoppertje – de kinder spelletjes als bordje tik én knikkeren. mooi zoals de straten waren dat er nog gespeeld werd en kon worden. en ja die prachtige laatste regel met ‘oude lucht’ – een mooi getroffen beeld en afsluiting van het gedicht.
foto: Kika da Silva
kan ik nog mee op de zondag pom?…(de rockdichter): zo de zondag ter poms site en de wedstrijd die geen…u kent’et allicht en ik schrijf dààr in’et boerengat…’et pajottenland…noem’et maar zo:

” paardland ” luk paard

dààr waar’et bloed stroomt
door me alles heen
leg’k me adem aan
ZIJ die’et weet van
‘et alles

‘et kloppende hart
‘et liefdeshart in jij en ik

we kijke en zien
tot’et vurig roodwarm
zoas’et liefde heet
‘et paard de rockdichter

in’et thuisland ‘et boerengat
“pajottenland”

laat de paardjes
laat de wind
laat’et grauwe
door de zon doorbreke

wij spiegele ons
tot mooi elkaar

© luk paard

in die prachtige aardse paardse onstuimigheid de woorden aan deze site gegeven kan de liefde in alle maten bezongen worden – het boerenland het platte land het paardenland zijn alles land – en ja hoor alles landt – alle woorden van Luk Paard landen hier op de pomsite en we genieten ze.

Share This:

YAYA op de vrijdag – Hier wereld. Hier is ze. Ik sta haar af. Om elke hoek een leven om te ontdekken…


Mam
 
Mam, zegt ze. Mam.Mam.Mam, zingt het in mijn hoofd. Mam. Zo lang geleden dat ze dat zei. Ze noemt me bij mij naam zij, al jaren. Mam, ik kook wel. Lieve stem. We bellen elkaar mobiel. Ze klinkt ineens zo anders. Zo groot. Zo zich zelf. Ze is af denk ik. Ze is af. Ik heb haar grootgebracht. Hier wereld. Hier is ze. Ik sta haar af. Om elke hoek een leven om te ontdekken. Overal een belofte. Ik zie de verwachting in haar ogen. De glans. Als ze loopt. Ik vlieg. Jaren terug in de tijd. Zie haar nog klepperen op haar klompjes. De lach toen op haar gezicht. Lievelingsfoto. Ik draag haar bij me. Hoe ik soms op de w.c ging zitten toen. Moedeloos. Moe. Hoe ze dan schopte tegen de deur. Mam. Mam. Mam. Tien minuten riep ik dan. Tien minuten. Om tot mezelf te komen. Om weer te geloven dat ik het kon. Dat ik haar lief zou hebben. Dat ik haar zou koesteren. Dat ik alles, alles, zou kunnen weerstaan. Alleen voor haar.
Ze is af. En ze zegt Mam. Ik zing haar.  
 
 
YaYa

Share This:

LISAN LAUVENBERG én de verwondering – ‘De Limburgse liedjes waarin Toon over de dood zingt zijn me zeer lief. Melancholisch en lief. ‘

Lisan Lauvenberg I.M. 2017

 
 
 
 
 
 .

Tijd 

 
Vroeger was ik stout
en wild
langzaam word ik oud
en mild
 
.
En nee,  deze tekst is niet van mij, maar nu de schrijver al jaren dood is en nu ik zelf alsmaar ouder word, beginnen de regels steeds beter bij mij te passen. Ik had het geluk om deze geweldige man nog te zien optreden toen hij al ver in de tachtig was. En alles wat hij zei en zong, klonk eenvoudig, maar in de eenvoud lag zijn ongelooflijk grote kracht. In de tram naar het centraal station zaten er allemaal blije mensen, die ook naar Toon waren gaan kijken. Blij en een beetje weemoedig. Wee en moedig samen vormen een woord dat ergens beschrijft hoe het zeer doet, omdat de pijn zichtbaar is, maar je hebt nog wel de moed er naar te kijken. En zo had Toon nog de moed om al zijn mooie liedjes, die hij op muziek had gezet met Gé Reinders, voor ons te gaan zingen. We wisten allemaal dat we voor hebt laatst naar hem keken. Maar hij was te goed en te grappig om daar onder te lijden, of er treurig van te worden. We waren getuigen van een wonder. Zoals hij zo vaak het woord wonder gebruikte in zijn voorstellingen en zijn versjes. Want een dichter vond hij zichzelf niet. Een versjes man een liedjesmaker. 
Mijn toenmalige geliefde en ik hebben de cd vaak gedraaid thuis, al zou hij in zijn kringen nooit toegeven dat hij dat deed. Grappig genoeg zat mijn huidige geliefde die avond ook in de zaal, maar dat wisten we toen nog niet. Wij vinden dat een wonder en een wonderbaarlijk toeval. En wij draaien de liedjes nog vaak en ook voor ons bezoek, om dat wonder te delen. De Limburgse liedjes waarin Toon over de dood zingt zijn me zeer lief. Melancholisch en lief. In een van de eerste uitzendingen van de documentaire serie over Toon Hermans  100 jaar praat Gé Reinders over dit late wonder. 
.
 
Wat ik ook een wonder vind, maar van een heel andere orde, is dat iemand vandaag niet mijn fiets heeft gestolen maar mijn fietskettingslot, die lag in mijn gele fietskistje voor op mijn fiets, die ik kortstondig op een brug bij de Da Costakade had neergezet om mijn vriendin, die een zere arm heeft een soepje te brengen. Het korte bezoek werd wel iets  langer doordat we in een stevig gesprek over vroeger belanden ( nee dat kwam niet door de soep), maar was kort genoeg om te kunnen beargumenteren dat ik overdag mijn oude fiets niet echt op twee sloten hoef vast te zetten. Maar welke gek steelt er nou een oude, niet eens zo goed functionerend fietskettingslot, waarvan ik het  sleuteltje bezit. Dus ik zuchtte: 
  .
Zou die me kennen
of deed ie het om te jennen
Had ie iets nodig om te slaan?
Of is hij er zonder reden
zonder een gezamenlijk verleden
er met mijn ketting van door gegaan? 
  .
Ik zie zo een Toon sketch ontstaan. 
 
 
.
Wereld
 .
Eerst is je wereld groot
je kunt er reizen tot en met
maar heel dicht bij de dood
is hij niet groter dan je bed
 .
maar als het wonder is geschied
waarop de mensen hopen
dan gaat als je je ogen sluit
een nieuwe wereld open
 .
Toon Hermans, cd Ik zing van het leven

Share This: