Wilfred Alloy ondersteboven van de Etappe 3 ma 8-7: Binche – Épernay (215 km, heuvels)



Etappe 3 ma 8-7: Binche – Épernay (215 km, heuvels)

Ik kijk even naar de regisseur. Ranke Nelis. Hij gebaart dat m’n Leffe dubbel eraan komt en dat ik mijn verslag op de laptop kan uitwerken. Oneline-snuiver Gilbert Tantpissalopes heeft iets voorgedragen uit zijn debuutbundel ‘Luik-Bastia-Aken-Luik’ en de tranen staan me nog in de ogen. Ja, De Kantelaar ervaart een iets breder artistiek evenement vandaag. U moet weten, Wilfred heeft graag af en toe een voorprogramma voor zijn optreden. Dit groeit nog eens uit z’n voegen. De Ranke kijkt rond. Iedereen is voorzien. Aan een tafeltje iets verderop heft Altonice het glas, in gezelschap van kom hoe heet ze… Immanie Kompaan. Ook van de krakende kroegen. Het wordt almaar gezelliger. Iemand neemt plots plaats achter de ontstemde honkytonkpiano, terwijl Nelis zich achter de bar ongezien tot kroegcrooner ombouwt. Dit houdt eenvoudig in dat hij een iets andere houding aanneemt. Het hoofd schuin naar achteren, de ogen nu eens gesloten als een diepe dingen fluisterzingende Borsato, dan weer zwoel blikkend als Julio in z’n Regenjas. Zwoelio Iglesias. En dan moet ie nog beginnen… Hij heeft wel gelijk de aandacht. Iets van Jan  Boezeroen zegt hij te gaan zingen. Was dat een crooner dan? Het is dat hij ervoor gevraagd is, anders… Goh, hij laat zelfs teksten uitdelen. Deze moet er maar bij in het verslag:
 
Ik ben aan de drank verslaafd / De drank die een graf voor me graaft / Je zei me: ‘van jou heb ik genoeg’ / Nu vind ik m’n troost in de kroeg / Wat heb ik jou aangedaan / Dat jij van me weg bent gegaan / Ik weet niet wat of ik misdeed / Dus drink ik, zodat ik vergeet.


 
Jaja. Heftig. Ook een effectieve détour om het krankzinnige wielercircus te weren. Tijdens het zangoptreden van Ranke Nelis zie ik het overigens heel druk worden bij de toiletten. Hij vraagt na afloop nog om een applausje voor zijn ‘honkietonkiepianissie’, die Pannekoek blijkt te heten. O, die. Nou, hopelijk hebben we hiermee de voorprogramma’s gehad. De woordspelingen jeuken als eikenprocessierupshaartjes rond.
 
Nog iets noemenswaardigs in de tour gebeurd vandaag? Och, ze zaten eindelijk in Frankrijk. Eddy Merckx, de ‘koning-keizer-kannibaal’ – ja kostelijk, Dijkstra, je had groot gelijk om dat een paar keer te herhalen – mocht nu eindelijk naar huis. Van Binche naar Épernay ging het, uiteraard na enig toeristisch ‘Binche watchen’. (Sorry. Ook deze komt vast door het optreden van Tantpissalopes.) Het was gelijk heuvelachtig. Er moest in ieder geval een weinig geklommen worden. Uh… Wat zit je nou op mijn loptap… laptop mee te lezen, Alloy? De sneldichter is aan mijn tafeltje erbij komen zitten, dames en heren. Verveelt zich. Wat zeg je? O, hij wil inspiratie opdoen voor zijn voordracht. Maar daar kun je je toch niet op voorbereiden, Wilfred? Je weet nooit wat de mensen roepen. Momentje… Nelis! Heb je nog een Kleffe… shit… LEFFE voor me?! Nee, geen Westmalle. Ik woon zelf in West, malle. (Aaargh!) Ga jij nou maar vast naar je podium, Alloy, zo kan ik me niet concentreren. En weg is hij. Mooi zo. O, hij gaat bij Rieding en Kompaan zitten. Dat wordt innemen. Hé, daar zit al een heerschap. In matrozenoutfit, toe maar. Je vraagt je direct af: waar is dan het water, waar is de haven, waar je altijd horen kon ‘we gaan aan boord’? Ah, m’n Leffe! Danke, Ranke. Wat zeg je? Ja, ‘matrozenoutfit’. Lees jij nu ook al mee? Kan ik niet even lekker op mezelf dit verslag uittypen? Geintje, Nelis. Ik zit niet voor niks gezellig tussen de dronkaards. Het echte leven dient geregistreerd. En door jou geregisseerd, akkoord. Hier in De Kantelaar nemen we er allemaal aan deel. Maar pas op hè, je hebt al gezongen. De Ranke sloft terug naar de tap. Jawel: ‘Het kleine café aan de haven’ galmend. Ik smacht al naar het geluid van de scheepstoeter die eventueel nog ergere zaken het zeegat uit blaast. Gelukkig, het blijft bij een stukje refrein. Geen langs ramen knipogende neonreclame, geen hardgekookt ei, geen glazen die in het helderste wc-water zijn gespoeld. Ach, niemand zingt ook mee. Nelis voorkomt zelf een afgang. Je hebt van die barlieden, die maar doorgaan. Of die terugkeren als je denkt dat je van ze af bent, nog erger. Nee, over Ranke Nelis geen kwaad woord. Het zijn goedbedoelde plaagstootjes die de Kantelaars uitdelen. Wij zijn heel hecht. Kom niet aan Nelis, ja!  Die opdringerige matroos  trouwens, kennelijk door kroegkraaksters Altoos en Immer nadrukkelijk genoeg aan hun tafelkade uitgezwaaid – of op een kansloos zijspoor geraakt door de komst van Alloy, ook mogelijk – hangt nu hoog gekrukt aan de bar voor zich uit te staren, heeft een jonge jenever besteld. “Hier is je Ketel, binkie!” Nelis ook door Gilbert besmet. Intussen heeft Alloy het prima naar zijn zin met de dames, zie ik. Als ie maar helder blijft. Ik vrees het ergste.
 
Waar was ik? O ja, de Tour de France. De etappe. En of er nog iets noemenswaardigs was gebeurd. Vast. U kunt het allemaal nalezen op tig mediasites, terugzien in herhalingen van sportprogramma’s , en ’s avonds worden de belangrijke renners van de dag ook nog eens aan de nababbeltafel van die Ohne de Graaf (aaargh!) doorgezaagd. (Danke Ranke). Wel dit even gemeld: geletruidrager ‘Teun-is-een’ beetje gelost. Aaargh! Nu ben ik het zat! Die Tantpissalope komt er niet meer in! Alaphilippe geel. Het Herbertje van de Dag en de Krootkwoot nu. Ook dat nog. Dijkstra werd weer continu door Ducrot overvleugeld en gecorrigeerd. Zelfs over de champagne van Épernay botsten ze. Herbert kwam met veilig nietszeggende dingen. ‘Wat een sprookje, Teunissen. Wel een man die weet wat ie wil.’ ‘Kijk eens, de snelheid is alleen maar omhoog gegaan.’ Suf Labetobejaardenbusreisgeklep over kerken en bouwstijlen, als uit een folder opgelezen. Met onderstaande uitspraak trachtte hij, op onzeker vragende toon nog, in het juiste wielerjargon te komen. Kroot daarentegen was als vanouds niets ontziend in de vleesverwerkende industrie bezig. ‘Gaat het grootste deel van het peloton zich naar de slachtbank laten voeren of proberen ze nog iets te forceren?’ ‘Dit is gewoon een krijger, die slaat een willekeurige tegenstander zo voor z’n kokosnoot.’ De eerste edele delen had ie al afgedraaid. Was moeilijk kiezen. Ik vrees trouwens dat hij ook Herbert ooit op het rooster zal leggen. Dat zegt wel iets.
 
HvdD: ‘Dat laatste colletje met bonificatiepunten, denk je dat de kussens daar opgeschud worden?’
DK: ‘Het gaat niet alleen in je benen zitten, ook je longen spatten uit elkaar.’
 
Dan het grote moment, waar De Kantelaar elke dag weer op wacht. Het optreden van onze sneldichter. Hij begeeft zich naar… Dat wil zeggen… Tjonge, die moet ook aardig wat op hebben. Nog een ge-VAL-letje podium of jodium… Eerste traptree. Andere been erbij… pfff… Die heeft ie binnen. Tweede tree. Kijk uit!! Ai… Corrigerend handje erbij. Waar is dat rechterbeen gebleven? O, daar! Gezellig. Okeeee. De kindertjes in Biafra hebben diarreeee, okeeee.  Of neeee… gebei… ei… Wat is ook weer die laatste regel? zie je hem krabbelklimmend denken. Het publiek zal ‘m wel bijstaan. Nog één tree en… Nee, twee… shit…. Dan maar achterwaarts op de billen. O ja, eerst omdraaien, hihi. Voorzichtig. Smal, zo’n tree. Hai, publiek! Momentje… Nu zitten… umpf… Handen zijwaarts… plaatsen. Zich opduwen… Podiumhoogte, yesss! Vraag niet hoe. Het heeft iets horizontaals. Stukje schuiven nog. Effe legge, mensen… Omhoog nu via de microfoonstandaard, een armleuning van een stoel… EN HIJ STAAT!
 
ROEPT U MAAR
 
“Geregisseerd klimmen!”
 
De kop van slopisch hardhout, de tong nadorstig droog,
de benen nog van gisteren…  Ik krijg geen zier omhoog.
Toch moet die kruk beklommen, een volgend glas gekeerd.
Het klimwerk tegen ’t vallen liefst ook strak geregisseerd.
En haal ik dan die toogrand: de Ranke tapt terstond.
Je raakt het best onthageld door opnieuw zo’n Leffe Blond.
Kan wezen dat dit alles me morgen alweer spijt….
……….
 
“Maar we zitten hier gebeiteld en we zitten hier geheid!”
 
[klapklapklapklapklap]
 
[Top 3 algemeen orangement: 3. Kruijswijk +0.25, 10. Kelderman +0.51, 50. Mollema +1.43]

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter