Frans Terken wint de enige echte virtuele – vrij naar tijdloze dichtregels van vera van der horst – waar staan we nu eigenlijk met elkaar (wat zijn we?/waar zijn we?) – trofee op pomgedichten – Cartouche zilver en Lisan Lauvenberg brons

  • WEDSTRIJD GESLOTEN – dank aan alle dichters voor de prachtwerken die werden ingestuurd – best wel moeilijk deze week een winnaar of winnares aan te wijzen. ik neig naar frans, naar cartouche, naar lisan ook wel – eigenlijk wilde ik vera in het zonnetje – nouja hoeft eigenlijk ook niet – ze is een zonnetje. doen we gewoon frans goud, cartouche zilver en lisan brons. voor wie het past en van toepassing is een fijne moederdag. dichters dank voor de bijdragen – Frans, Gérard en Lisan van harte gefeliciteerd.

Dichter bij ademnood

Wij in een luchtbel die hoog genoeg
stijgt om stilstaand in te dansen
armen en benen gaan traag op en neer
dragen afstand binnen onze ruimte

hoe dan je hijgen een tekort aan adem
lijkt alsof de longblaasjes uitgeput
of grof door een stoflaag bestoven
het is zoeken naar zuurstof

dat ik je mond-op-mond wil
beademen maar dat het niet mag
laten we de gestelde maatregelen
stiekem met voeten treden

stap ik door het hete vuur
dat ik in je ogen zal blazen


© FT 08.05.2020

–>
Waar we staan en waarvoor we staan – Frans Terken sluit aan bij de corona-realiteit. dichter bij de ademnood dan we mogelijk al dachten. en dat we dan maar ten behoeve van de menselijkheid en de mede menselijkheid burgerlijk ongehoorzaam moeten zijn. de maatregelen met voeten moeten treden – om de ouderen – om de liefde – om wie ons lief is – tegemoet te komen en te omarmen. zo lees ik deze vurige omarming in dichters woorden.
  • Frans Terken – dat ik je mond-op-mond wil
  • Petra Maria – onweerlegbaar in de liefde
  • Cartouche – het wondermedicijn dat liefde heet
  • Rik van Boeckel – dans met de lichtstrepen
  • Lisan Lauvenberg – Tot er troost zal zijn en liefde.
  • Elbert Gonggrijp – in een stedelijke woestenij
  • Erika De Stercke – bij een toevallig treffen kleuren jouw ogen
  • Ien Verrips – ‘tis jij of ik
  • Vera van der Horst – Er was een tijd, dat we niets zeiden,…
  • Anke Labrie – onvermurwbaar is hij

wie wint de enige echte virtuele – vrij naar tijdloze dichtregels van vera van der horst – waar staan we nu eigenlijk met elkaar (wat zijn we?/waar zijn we?) – trofee op pomgedichten?
 
Wat zijn we vraag ik
als we dansen zoals we jaren dansen
op muziek van onderwaterviolen
meer de ogen, dan de huid

Waar zijn we vraag je
nadat de tijd weer is gevlogen
ver gevlogen en dichtbij
op de onderstromen


Vera van der Horst

Vorige week nog een beetje boos onze Vera, deze week toch echt als een eerbetoon aan deze vrouw, dichter uit eindhoven. nemen we een paar tijdloze regels uit haar oeuvre, ten behoeve van het wekelijks thema op pomgedichten – waarin  de vragen worden gesteld die in elke relatie wel een keer gesteld moeten worden.

waar staan we nu eigenlijk met elkaar (wat zijn we?/waar zijn we?) – aan de dichters is het om de vragen te beantwoorden, of om die vragen heen te gaan, of om  andere vragen te stellen. twee mensen centraal in één gedicht – daar gaat het om deze week – tijdloos of niet tijdloos gedateerd of niet gedateerd. we lezen u dichters zo graag dan weten we hoe we leven moeten, hoe het leven te moeten leven. u kent de regels bij deze veravanderhorsttrofee:
de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
je ogen wortelen
bij tijd
als bomen
in mijn ziel

ik weet wel
wat ze vragen
en het antwoord
staat al sinds
de eerste dag

onweerlegbaar
in de liefde
beschreven

petra maria

–>
wortelen en ziel zijn net niet mijn favo woorden en net aan die twee woorden is het gedicht opgehangen.




Drempelvrees
 
Voorbij de drempel ligt een wereld
te verkennen, winnen en verliezen
maar binnen raak je nooit, je blijft
steken waar huid aan huid schuurt
buiten jezelf treden is er niet bij
 
een godsonmogelijkheid, zelfs
als je hem overschrijden overweegt
op zoek naar kleur, leef- en ademtocht
steeds nemen wij onszelf mee op weg
naar die andere, die nooit genomen is
 
daar staan we dan, gepokt en gemazeld
zoals ik mij ons dacht – tegen al bestand
hoe bedremmeld met open oog en mond
gekapt en geschoren- verbetener dan ooit
gaan we voor ontraadseling van het virus
 
het wondermedicijn dat liefde heet
in staat het bloed een boost te geven
 
niet langer alleen onszelf te zijn
 
090520 / Cartouche

–>
bijna een filosofische benadering van hetgeen achter de corona-drempel een schier onneembare vesting blijkt te zijn. daar staan we dan – roept de dichter uit. ‘binnen raak je nooit’ – eerlijk gezegd komt het gedicht ook bij mij niet helemaal binnen al fladderen mooie woorden voor me op de grond.  ik vermoed dat ik dit gedicht nog 10 keer herlezen moet. het wordt wel steeds een beetje mooier – bij herlezen – met name de laatste drie regels.
 


Mezzoforte

Teder voel ik huidhonger naar jou
bezorgd aanzoeken op afstand

zingend zie je mij staan
het nakend liefdeslied in mezzoforte

pianissimo roep je vertwijfeld
neem de tijd speel met ‘t hart

twinkel de glimlach in de ogen
dans met de lichtstrepen tussen ons in.


Rik van Boeckel
9 mei 2020

–>
een wensdroom in muziektermen beschreven. de opdracht dat de woorden  tussen twee mensen plaatsvinden zeker volbracht. speel met je hart hoeft zij hem niet te zeggen – dat hart is bij Rik vanzelfsprekend.
Wie we zijn als we  

Ik moet een stem zijn 
voor de verdrukten 
die misbruikt en aangeslagen
op een hoop zijn geveegd. 

In de niet gekozen stilte  
schreeuwt elke mishandeling.
Elk verlaten kind, verstoten 
niet gehoord, geef ik geluid. 

Zodat het trilt en hamert
en trommelvliezen scheurt
Tot het slaan ophoudt
Tot er troost zal zijn en liefde.

©Lisan Lauvenberg
9 mei 2020

–>
 
lisan zet haar eigen persoon in om het onrecht te lijf te gaan. ik moet een stem zijn – zo voelt dichteres deze week de verantwoordelijkheid op haar drukken en ze geeft er inderdaad een krachtige stem aan. voor de niet gehoorden geschreven. mooi.
Beste Pom,
soms vraag ik wel degelijk af waar we als mens zijnde naar op weg zijn. Vandaar dit voor mij prangende gedicht…
Een fijne zondag nog gewenst,
Elbert


Dodo

Van die generatie die dankzij de dagelijkse dingen
koos voor een rigoureus oponthoud – de wereld niet
anders te willen dan haar te ontdoen van haar uiterste
grillen – een platgeslagen gekortwiekte natuur.

Ontheemde ratten in een stedelijke woestenij – tot
paren geneigd – als kuddebeesten verveeld te zappen
naar het eigentijdse eigenbeeld – te hijgen tot aan
de eindstreep van het doldrieste functioneren –
 
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
zaterdag 9 mei 2020
–>
die tweede strofe zag ik even niet aankomen. elbert pakt het thema deze week wel heel erg grondig aan – ontheemde ratten in een stedelijke woestenij. egmond aan den hoef spreekt zich uit over amsterdam. de corona crisis brengt enige rust in al die doorgedraaidheid waarin de dichter zijn woorden deze week als mokerslagen laat klinken.

Begeerte 
 
een krant op tafel
titels dringen zich op 
ik duw ze opzij
de koffie wordt lauw 

het stof nies ik wakker
de deeltjes tuimelen naar
een niemandsland
in het uur van de wandeling 

hoog staat de zon  
boven de verwilderde tuin
ik hark gesprekken tot
nieuwsberichten

op de bank 
bij een toevallig treffen 
kleuren jouw ogen 
de struiken tot ruikers 


Erika De Stercke 

–>
gelukkig maar die laatste strofe. en ruik ze erika dat het je lief is. ik wilde al roepen niet niezen niet doen in tijden van corona. maar als zijn ogen struiken kleuren tot ruikers – ja ga dan maar door alles en iedereen heen en ruik ze!




de stoep is niet meer
breed genoeg
voor tegelijk
 
‘tis jij of ik
één van beiden
moet eraf

Ien Verrips

–>
waar staan we? was de vraag? Ien best wel een beetje baldadig in  deze  grappige ‘eenhapscracker’, deze bijdrage.
 
Toen het zover was, dat ik zei

Als je wilt dat ik mee naar boven ga,
laat me dan zitten tot ik zelf opsta,
want als je zegt: kom mee naar bed,
voel ik enkel nog verzet.

Er was een tijd, dat we niets zeiden,
we deden, zaten, lagen, vrijden.
Gevrijd, gevreeën, we, vreemd als dat
woord, hebben ons vermoord.
Ik ben vrij, ben jij tevreden,
dat ik nu zeg: we is weg.

Vera van der Horst

–>
 vera doet in haar eigen wedstrijd mee. misschien hier de laatste twee regels te uitleggerig – wellicht overbodig –  we hebben ons vermoord – was al best wel duidelijk hoor. beste veer dank je voor de twee bijdragen deze week.

Ha Pom,
Hierbij een kleine bijdrage, net geschreven (wilde toch meedoen) .
Beetje veel denken, voelen en missen de laatste tijd.
inderdaad: waar staan we.
Een goed weekend verder
 Hartelijke groet,


afstand
 

geen millimeter wordt haar toegestaan
bij de afstand die hij heeft bepaald
voor elk protest blijkt hij stokdoof
 
de dood als wrede handhaver
zelfs als het haar geliefde is
en ze al jaren slapen in hetzelfde bed
onvermurwbaar is hij bij haar tranen
 
anke labrie

–>
een rake vaststelling – het leven lijkt gegeven maar het kan ook zo maar worden afgenomen. zonder een millimeter aan ruimte voor medeleven of empathie.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

2 reacties

  1. Dichter bij ademnood

    Wij in een luchtbel die hoog genoeg
    stijgt om stilstaand in te dansen
    armen en benen gaan traag op en neer
    dragen afstand binnen onze ruimte

    hoe dan je hijgen een tekort aan adem
    lijkt alsof de longblaasjes uitgeput
    of grof door een stoflaag bestoven
    het is zoeken naar zuurstof

    dat ik je mond-op-mond wil
    beademen maar dat het niet mag
    laten we de gestelde maatregelen
    stiekem met voeten treden

    stap ik door het hete vuur
    dat ik in je ogen zal blazen

    © FT 08.05.2020

  2. je ogen wortelen
    bij tijd
    als bomen
    in mijn ziel

    ik weet wel
    wat ze vragen
    en het antwoord
    staat al sinds
    de eerste dag

    onweerlegbaar
    in de liefde
    beschreven

    petra maria

Laat een reactie achter