VON SOLO achttien jaar: ‘Alles was hard aan haar. Hard en heet. We belandden in een kamer met een vuil bed met doorgezakte veren…’



Ze had zwart wild krulhaar. Het was op de schouders recht aan afgeknipt. Het liefst zag ik haar in een zwart, strak shirt met lange mouwen en een grote open hals die haar schouders bloot liet. Er liepen geen bh-bandjes over haar schouders. Haar nek was mooi. Strak, elegant, krachtig. Ze danste op een manier, die de overgang van haar brede heupen naar haar slanke taille benadrukte. Vandaar liep de lijn door naar haar schouders en explodeerde in een wild zwierende krullentooi. Het vreemde aan haar was enkel dat ze geen borsten had. Ook al had ze die gezien haar leeftijd al lang moeten hebben. Toen wist ik niet, dat het leven niet draait om zoeken naar die ene ware. Dat het niet draait om wat een ander ervan vindt. Ik wist helemaal niks. Idealen van liefde uit liedjes boden geen houvast. Als alles zo perfect is, zoek je uit twijfel de minpunten. Ze zat op de huishoudschool en rookte. De psychische drempel was gecreëerd. Het zaad van mislukking gezaaid.
 
Toch konden dergelijke obstakels niet verhinderen, dat iets in me haar op een gegeven moment aansprak. Of ze mee wilde naar het spookhuis? Een dichtgetimmerd blok tegenover de disco. Tot mijn verbazing wilde ze mee. Een meisje, dat alle jongens kon krijgen, zo kwam het mij voor, verkoos met mij op spooktocht te gaan. Gezien het spookhuis op de begane grond geen ingang had, hielp ik haar klimmen naar de eerste verdieping. Vandaar doolden we door het donker van de verlaten kamers, trappen en gangen. Onze jonge lichamen werden als magneten door elkaar aangetrokken. De spanning van de jacht en de nakende vangst zetten de lucht onder stroom. Mijn hand gleed langs haar verleidelijke lijnen en bereikten de plek waar haar borsten hadden moeten zijn. En zachte gekreun ontsnapte haar.
 
Niet eerder had ik zulke harde tepels gevoeld. Het was wonderlijk om mee te maken hoe het gebrek aan tieten gecompenseerd werd door de overdaad aan dierlijk magnetisme. Alles was hard aan haar. Hard en heet. We belandden in een kamer met een vuil bed met doorgezakte veren. Vastbesloten haar lichaam van kruising tot kruin lief te hebben, knoopte ik haar broek open en trok haar slipje naar beneden. Op het moment, dat ik toe wilde happen, werd ik een geur gewaar. Ze stonk daar beneden, echt heel erg. En ze wist het. Ze schaamde zich en verontschuldigde zich. De betovering was verbroken. En niet alleen dat.
 
Terug in de disco liep het niet meer. Om twee uur ging ik naar huis. Zij bleef achter. De volgende dagen volgden de berichten via de tamtam. Een maat van me had Corine plat weten te krijgen later die nacht. Dat deed zeer. Zeker omdat hij een lelijkerd en een opportunist was. En ik achttien en zinloos. De week daarop zag ik haar op zaterdag aan zijn zijde. Dat deed weer pijn. Diezelfde avond nog kregen ze ruzie. De week daarop hoorde ik van iemand, dat ze spijt had en met me wilde praten. Gekrenkte trots weerhield me hiervan. Ze moest er maar van leren. Ik heb ze nog zien huilen terwijl mijn vrienden haar op afstand hielden achter de kerk en ik me omdraaide en wegliep. Geen woord. Ze heeft me daarna nooit meer een blik waardig gegund. Ook niet als ik vol drank, spijt en geilheid weer probeerde.
 
Afgelopen week was het volle maan. In negenentwintig jaar had ik er niet één keer aan gedacht. En ineens voelde ik die tepels weer onder de zwarte ribbelstof van haar shirt. Alsof het gisteren was. Het moet zinsbegoocheling zijn geweest. Maar het hield me uit mijn slaap.


Von Solo
www.vonsolo.nl

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter