Peter Berger in Lissabon: ‘Ik hou ook van oeverloos dolen, want zonder doel kan je nooit verdwalen…’


T-shirt. Zonnestralen. Penetrerende warmte. Água com gás. Lekker! Prima toeven is het hier met vijfentwintig celcius! In Lisboa. Een graadje of tien erbij zou van mij best mogen maar het is pas maart. Gewoon genieten dus. De AirBnB ligt vlak bij die antieke tram die zo steil omhoog gaat dat het eigenlijk meer een lift is. To steep for a tram. Too lame for a lift. That road. In Lissabon. Nog een paar straatjes verder omhoog bel ik aan bij een verveloos gebouw aan de rand van de Bairro Alto. In zo’n supernauw steegje. Dat gebouw.

De oude dame van de begane grond gaat over de sleutels. Hoewel de honderd nabij fonkelen haar ogen als van een jonge furie. Ik raak de weg kwijt in de tonen van haar stem want Portugees is zo’n taal waar ik geen enkel gevoel bij heb. Geen kompas.

De eikenhouten trap zigzagt zich kaal en sloom als een gesegmenteerde slang omhoog. Het kromgetrokken vrouwtje waagt zich er niet aan, aan die klim, duwt me een setje sleutels in de hand en gebaart met drie opgestoken vingers waar ik zijn moet. Het ruikt er naar Sopa de Bacalhau. In dat trappenhuis. Een klein bordes met hoge smalle paneeldeurtjes verschaft me toegang tot het appartement. Absurd groot, met veel kamers, maar ik kom er de tijd wel mee door. Met die ruimte. Authentiek ook. Koloniaal bijna. Niet zo’n fantasieloos opgepimpt ding. Enigszins in verval. Het ademt historie. Je moet ervan houden. En dat doe ik.

Ik hou ook van oeverloos dolen, want zonder doel kan je nooit verdwalen. Ik hoef ook niet voortdurend te weten waar ik ben; en in een stad aan zee is het simpel navigeren. Omhoog. Omlaag. Eitje dus. Gaat prima zonder smartphone. Nou is Lissabon gebouwd op meerdere heuvels, wat soms tot verrassende omwegen leidt, maar na een uurtje of vier ben ik gewoon weer waar ik vertrokken ben. Life is simple: Vlakbij dat gele steile trammetje. Een hoop indrukken rijker.

Flarden van een marmeren koopgoot. Een kribbig obermeisje dat een onfortuinlijke vlieg levend van een tafeltje probeert te poetsen. Een grimmige demonstratie die over geld gaat. Polícia nervoso. Een ijzeren toren en imposante hagelwitte gebouwen die getuigen van ongekende weldaad. Vergezichten. En eindeloos veel trappen. Het zijn de met steentjes geplaveide stoepen hier die alles verbinden. Kalksteen. Zwart. Wit. Werkelijk betoverende mozaïeken zijn het. Sterren. Golven. Blokken. Cirkels. Bloemen. Slingerende psychedelische patronen zijn het. In die stoepen verstopt. Geniaal gecomponeerd als ritmische patronen in snerpende techno. Dat kan geen toeval zijn. Straks naar Sónar: festival de música eletrônica.


PETER BERGER

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter