PETER BERGER – En wie niet zoet is, krijgt de roe. Beloning? Onderwerping? Hersenspoeling? Daar heb ik niks mee…



De juf had ons goed voorbereid. In de kleuterklas. Morgen zou het de eerste keer zijn! Oog in oog met de man met de mijter. Spannend. We moesten ons vooral gedragen. Beter nog! Onberispelijk. Stilzitten Petertje! Want anders. Ik had weinig op met die saaie pief. Hoog op z’n ros. Des te meer met z´n knecht. Die had lak en was altijd vrolijk. Een slimmerd bovendien. Misschien zou ik hem kunnen vragen hoe dat nou zat met dat paard. 

Desgevraagd had de juf bezworen dat het een doodnormaal paard was. Die schimmel. Maar dat kon gewoon niet waar zijn. Doodnormaal? Op het dak? Zonder vleugels? Een prangender vraag die in mijn kleuterkop brandde betrof de schoorsteen. Bij ons in de keuken was dat een nauwe aluminium pijp met een onmogelijke bocht. Daaronder de kolenkachel. Met een klein kabouter luikje. Het was bovendien zo’n kachel waaraan je flink de poten kon branden. Zo heet. Daar wist ik alles van. Blaren. Geen mens zou dat overleven!

Het werd een deceptie. Onder zijn tabbert prijkten dezelfde bruine schoenen als die van de conciërge. Lomp en afgetrapt. De hakken ongelijkmatig afgesleten. Dezelfde bril bovendien. Terwijl Pedro vrolijk met pepernoten strooide, en wij op onze knietjes van de vloer aten, werd het me duidelijk. Dit was bedrog! De dikke billen die kleurrijk boven mij wiebelden? Rond als die van de juf uit klas drie! Woest was ik. Verdrietig ook.

Waarom was hij zelf niet gekomen? De juf volhardde, maar moeder verloste mij. “Hij is al lang in de hemel,” zei ze, “maar hij leeft voort in onze harten.” En om zijn vrijgevigheid te vieren deden alle grote mensen mee. Om er voor de kinderen een groot feest van te maken. Mijn vriendjes mochten er niets van weten. Bezwoer ze.

Hoezo groot feest? Feest? Aan me hoela! Daar geloofde ik geen bal van. Het ging erom dat iedereen zich gedragen moest. Regels zijn regels! En wie niet zoet is, krijgt de roe. Beloning? Onderwerping? Hersenspoeling? Daar heb ik niks mee. Toen al niet. Loslippig? Ik heb het jaren voor me gehouden. Maar als er voortaan bij dat toneelstuk gezongen werd, bewoog ik geluidloos de lippen. In het hoofd vierde ik mijn eigen feestje. Zet hem op de pot en laat hem lekker stinken. Doe de deur op slot. En dat doe ik nog steeds.

PETER BERGER

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter