Gevaarlijke tochten
Op pad geweest met de dichters vandaag. Naar Scheltema waar Pim te Bokkel een werkelijk prachtige nieuwe bundel ten doop hield.
Titel: Dit alles en heel het heelal
Een vader van vier! kinderen, die in het verre Schoorl in de stilte van de nacht, als de kindjes slapen het heelal ziet door de ogen van zijn net geborenen. Aan de keukentafel. En niet aan zere café tafels. Maar Gewoon thuis, na een lange dag.
Dichtersvrienden die optraden, een lief meisje dat prachtige liedjes zong. Biertjes, wijn, zoute stengels en borrelnootjes. En massa’s oude bekenden. In mijn ogen allemaal twintig jaar ouder geworden, maar dat zal de zwaarte van het dichtersleven wel veroorzaakt hebben. Of het verdriet om dichtersvrienden die dit jaar en masse zijn overleden. Zo oud zijn we nog niet, maar toch al veel te veel begrafenissen.
Dat doet mij wederom denken dat het dichtersleven gevaarlijk is voor hart, lever en lijf. Soms voor je portemonnee en je liefdesleven kan ook te lijden hebben, maar we schrijven maar door. De dichtspier rust niet wanneer wij dat wel zouden willen.
Ik zelf heb drie keer kanker gehad en drie deadlines voor de dood ruimschoots overschreden. Toch doet mij dat niet stoppen met dichten, of minder vrolijk zijn in het levende leven. Maar als ik schrijf, komt er een verborgen melancholie mee naar buiten, een zeer, een zwak, een wens vaak tot verlichting. Maar ook een verborgen kracht, die zin geeft aan wat was en me doet verheugen op het komende tijden.
Afgelopen week, wederom dagboek teruglezend en oude gedichten uit de la opdiepend, kwam ik een ballade tegen die ik ooit voor Florence Tonk heb geschreven. Die had ik al heel lang niet gezien, maar lang geleden veel mee gelachen en zwaar gediscussieerd over wat poëzie moet zijn. Geen toeval dus dat ik haar vanavond wederzag. Ik beloofde haar de opgediepte tekst toe te sturen, maar veel leuker is het om die met iedereen te delen.
Ballade, omdat het ( overdreven) verheven is, omdat het me aan Rilke doet denken, omdat het ook een eigen melodie lijkt te hebben. Omdat we toen waren, wie we waren en een deel van onze dromen nooit meer waargemaakt zal worden.
Maar soms dan treffen we elkaar en weten weer van die lange nachten.
Toen we poëzie leefden, zoals we dachten dat wij die moesten beleven.
Ballade voor een Poëte
Is dat je idee van het leven vieren
met de woorden en de dichters tot laat
door de stad, het leven in.
Je voelt dat er iets broeit onder de teksten
De onrust is onrustbarend
De drank dempt maar niet genoeg
Bij iedere volgende kroeg winnen de woorden
En verliest de liefde terrein
Dat is de kracht van de poëzie
Dat het je herinneringen lichter maakt
Je op wonderen voorbereid
Dat het zin geeft aan alles wat ooit was
Dat niets blijft als een diepe sombere klacht
Maar dat het je kracht zal geven
Voor de rest van je zwervende letter voor letter
Voor je leven.
24 november 2000, feestje bij Florence Tonk
©Lisan Lauvenberg
31 januari 2019