POMgedichten presenteert de donderdag column:
VON SOLO, FEAR AND LOATHING IN POWEZIE LAND!!!
Openhartige openbaringen van de Jeff Koons van de vaderlandse powezie.
Tien jaar geleden nam mijn carrière een vlucht. Ik was van baan gewisseld en trad toe tot de middenklasse. Er werd aardig op gepusht dat ik zou gaan golfen. Want iedereen deed dat. Uitgerekend één keer heb ik afgeslagen. Het heeft me nooit kunnen boeien. De nut en noodzaak om er sociaal maatschappelijk mee vooruit te komen ook niet. Golf is wat dat betreft passé. Nu hebben we hardlopen…
Deel 84. Road to nowhere
Intussen mag ik van tijd tot tijd borrelen met directeuren en managers. En zo kwam het dat ik vorige week met magistraal uitzicht over de stad een paar biertjes stond te drinken. Door een collega werd ik voorgesteld aan een paar managers die ik enkel kende van horen zeggen. Zij waren met een aantal directeuren in druk gesprek over hardlopen. En als directeuren praten, luisteren mensen. En praat men elkaar naar de mond. De directeuren hadden duidelijk hardlooplijven. Lang, slank en atletisch. Duidelijk niet aangetast door een veeleisend gezinsleven dat alle zelfontplooiing verstikt. De managers waren dat niet. Die waren wat ouder en licht gedrongen. Te weinig tijd aan zichzelf besteed. Maar dat maakten ze nu goed. Er werd gepraat over de marathon in estafette. En mentaal was ik al weer afgehaakt van zo weinig vreugde en zoveel ambitie. Toch luisterde ik nog even. Want dat doe je dan. En op een gegeven moment hoor ik één van de managers zeggen: ‘Ik heb eigenlijk geen hardloopconditie, wel veel uithoudingsvermogen, maar als ik veel hardloop gaan mijn knieën pijn doen.’ Hierop wachtte ik het moment van stilte af en sprak plechtig: ‘Ach, pijn is ook maar een emotie…’. Deze uitspraak werd met een langere stilte onthaald en met blikken als zag een team biologen een nieuwe keversoort die ze niet eerder zagen. De toon was gezet. Even later toen het over de Bruggenloop ging, die langs de nieuwe Markthal gaat, stelde ik voor om het dan niet ‘Operation Market Hall’ te noemen, omdat anders het risico te groot zou zijn dat ze misschien een brug te ver zouden lopen. Wederom de ongemakkelijke stilte. In mijn ooghoek zag ik de financiële man gniffelen. Die kende zijn klassiekers tenminste wel. Het bleek achteraf dan ook geen hardloper. Mijn kansen bij deze mensen ooit nog in het gevlij te komen had ik in ieder geval om zeep geholpen. Maar dat was allengs beter dan elke borrel weer die hardloopverhalen te moeten aanhoren.
En dan wat ik van hardlopen vind. Simpel. Iedere boerenlul kan het. Net als golfen. We zijn er op gebouwd. Korte stukjes tenminste. Als we tien kilometer hardlopen, dan geeft ons lichaam gewoon aan dat dat niet de bedoeling is. Als je dan nog verder loopt, dan luister je in ieder geval niet naar je lichaam. Grenzen verleggen noemen ze dat dan. En dan vraag je je af waarom iedereen zo gestresst is. Omdat niemand het meer rustig aan doet. Hardlopen om te ontspannen. Veel tegenstrijdiger krijg je het niet. Vroeger liep een enkeling de marathon. Tegenwoordig moet je hem wel gelopen hebben, of minstens op de bucket list hebben staan, anders tel je niet meer mee in gesprekken op borrels en verjaardagen. Het is eenvoudigweg een prachtig voorbeeld van nieuw Angelsaksisch populistisch proletarisme. Als je maar genoeg ambitie hebt en competitief ingesteld bent, dan kan je alles bereiken. Alleen jammer dat mensen dat dan niet gewoon toepassen op de gebieden waar ze talent voor hebben of voor in de wieg gelegd zijn. En kiezen voor het dogma hardlopen. Ze zouden ook gewoon muziek kunnen gaan maken, tuinieren, spelen met de kinderen, klussen of een gedichtje schrijven. Nee, liever lopen we onszelf massaal voorbij. Onder de streep blijft de sociaal maatschappelijke omgeving waar we in leven er nog steeds één waar eigenlijk alleen telt wie de grootste heeft. En dat laten de aapjes elkaar nu dan weer zien door heel hard rondjes te gaan lopen. Of zijn het schaapjes?
Ik begin er niet aan en ga er al helemaal niet harder door lopen. Momentum creëer ik wel op een andere manier. En toch loop óók ik soms achter de feiten aan. Ik vertelde mijn vader dat ik een smalende column over hardlopen ging schrijven. Hij wist me te vertellen dat dat ook al op televisie was geweest afgelopen weekend. Dat kon ik niet weten. Ik kijk net zo min TV als dat ik hardloop. Ik doe gewoon zo hard mogelijk waar ik goed in ben.
…
In the day we sweat it out on the streets of a runaway American dream
At night we ride through the mansions of glory in suicide machines
Sprung from cages out on highway nine,
Chrome wheeled, fuel injected,and steppin’ out over the line
H-Oh, Baby this town rips the bones from your back
It’s a death trap, it’s a suicide rap
We gotta get out while we’re young
`Cause tramps like us, baby we were born to run
…
(1975, Bruce Springsteen)