- petra maria – een lichte dag waarop het regent
- frans terken – ik weet er vandaag geen woorden voor
- cartouche – klaar voor de sprong naar een nieuwe zon
- marc tiefenthal – Gewonnen, verloren, verloren gewonnen.
- aratrios – De spiegel wijst het hoofd op denken
- rik van boeckel – oh boot van de liefde oh boot van de dood
- marten janse – Wat is de boodschap van auto’s in de vangrails
- erika de stercke – Laat mijn schaduw los
- jolies heij – je hebt het me ooit eens verteld toen ik nog geen oren had.
en van de gezamenlijke dichters dit prachtige zinloze regelgedicht:
een lichte dag waarop het regent – ik weet er vandaag geen woorden voor – klaar voor de sprong naar een nieuwe zon – Gewonnen, verloren, verloren gewonnen – De spiegel wijst het hoofd op denken – oh boot van de liefde oh boot van de dood – Wat is de boodschap van auto’s in de vangrails ? Laat mijn schaduw los – je hebt het me ooit eens verteld toen ik nog geen oren had.
wie wint de enige echte virtuele trofee der zinloosheid op pomgedichten? – deze week – (naar een gedicht van peter posthumus)
in zijn tweewekelijkse bijdrage die hij elke week instuurt behandelt peter de zinloosheid van het bestaan op een eigen en aangename maar wel genadeloze wijze. inspirerend voor onze zondagochtendwedstrijd – dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot! u kent de regels –
de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10.30 uur. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.
al dat genadeloos gesodemieter
gejakker en gesjagger
die hele helse bende
die drijft op oude angsten
op gestolde stress
op zinloosheid , op leegte
op verpletterende overbodigheid
bestemd voor de vergetelheid
zoiets als
golven die ontraceerbaar
beuken op de kust
onstuimig, zonder ballast
ongrijpbaar, zonder houvast
golven zonder zin
zonder verveling
tegen ieder tijdsbesef in
peter posthumus
de zinloosheid der dingen
of het kamers heeft of muren
waar we koffie drinken
wonen we
geef me een huis
het maakt niet uit welk huis
een karkas met brokkelmuren
is genoeg
kom oude keuken kom
we koken samen om te praten
ik ben in veel bedreven
alleen in sterven niet
pomwolff
snak jij ook
naar een gewone dag
met uren
vol lege gedachten
terwijl de zilvermeeuw
haar vleugels vouwt
naar een lichte dag
waarop het regent
zodat wij ongestoord
langs het water lopen
en met zware natte jassen
terugkomen
gewoon een dag
waar ik naar verlang
PetraMaria
dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot! meteen al prachtig verwoord door petra maria. in een grenzeloze eenvoud het verlangen naar een gewone dag beschreven – een lichte dag waarop het regent. hier bereikt deze romantica die prachtige eenvoud waar dichters elke dag naar streven echter door de zinloosheid van het bestaan ook bijna elke dag van af gehouden worden. onze petra vandaag niet. zie hier haar gewone dag met uren! het lijkt erop of de zinloosheid alleen bestreden kan met de eenvoud.
Dit is een zinloos gedicht
Zou ik een boodschap hebben
ik weet er vandaag geen woorden voor
alsof ik verdwaald in de taal van een stad
maar niet de omgeving kan lezen
vensters voorbijgangers
ze geven geen teken van leven
geen ander contact dan kortsluiting
de vonk uit handen geslagen
dat ik de woorden wil bewaren
voor betere dagen boetseer ik ze
op een stevig vel dat ertoe doet
houtgesneden neergezet
met rug tegen rug in strak gelid
om te staan waarvoor ze staan
dat ik weer weet waarvoor ik het doe
verzet tegen mateloos gemekker
zoete strijd in een broos bestaan
FT 16.03.2019
Zou ik een boodschap hebben
ik weet er vandaag geen woorden voor
(tot)dat ik weer weet waarvoor ik het doe
verzet tegen mateloos gemekker
zoete strijd in een broos bestaan
die mooie tweede regel dicteert bijna deze selectie. dan kies ik voor de laatste drie regels met die ook weer werkelijk prachtig laatste regel. dat de dichters weten zich op deze site te vinden in een waar romantisch nest – 5 onvergankelijke regels in romantisch opzicht schreef frans terken.
Ongehoord
Mens, een tot koord gevlochten woord
uit zovele mogelijke zoals een stukje
vlees dat op lippen te besterven ligt
ze springen en breken uit zinnen
brokken van een nooit af gedicht
redeloze sterren in lange leegte
super nova eens, nooit weer
een glimp, een flinter hoop op leven
rode reus tot witte dwerg vervallen
licht in een zwart gat gevangen
terwijl aan de oeverloze overkant
stof in gekromde holte van
ruimtetijd zich bijeen-
hoopt als parelzaad
klaar voor de sprong naar
een nieuwe zon, een bestaan om
in ongehoorde schoonheid te vergaan
© Cartouche
16-03-2019
dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot!
ik wilde al schrijven voor dat ik de laatste strofe las – is dat nou de troost waarop we zo lang moesten wachten – maar gelukkig cartouche presenteert die laatste strofe met die nieuwe zon waarin het vergaan in schoonheid wordt beschreven en de schoonheid ongehoord mag vergaan – ook van mij.
een nieuwe
zon, een bestaan om
in ongehoorde schoonheid te vergaan
hij flikt het elke week weer, cartouche – zinloos? het bestaan? ok – krijg je en nieuwe zon – kun je weer door. cartouche de therapeut van een verloren generatie. de therapeut voor de echte zwarte romanticus. doctor cartouche plukt een nieuwe zon voor u.
Op een berg
Hij stond op berg “Verloren hoop”,
alleen, elke morgen klokslag negen.
Om tien uur liet hij
de verloren hoop varen.
Het werd niets met zijn dochter.
Hij stond op berg “Verloren hoop”,
alleen, het was half tien,
toen je eindelijk aan de einder
nog een stip,
tegen kwart voor tien heel hip,
verscheen.
Gewonnen, verloren,
verloren gewonnen.
marc tiefenthal
de laatste vier woorden daar verlaat de poëzie het voorafgaande proza. het gedicht mag wat mij betreft uit deze laatste vier woorden bestaan. eind goed al goed.
In een omzien
Scherven prettige waanzin, achter het bed,
onder in de kast waar je nooit kwam. Piaspak.
Meegenomen van een verhuizing, het bestaat,
een volgende zinloze verplaatsing naar wat beter
leek of op z’n minst niet slechter.
De spiegel wijst het hoofd op denken, gewoon
denken. Is dat dan zo moeilijk? Dat het leven
één richting maar weet, één onthouden vergeten
enkel achter de rug, waar omzien toe pijnigt.
Dus je houdt het op een simpel tijdverdrijf, alsof
die zich opjagen laat, anders dan in slinkstuip
weer dichter bij, weer verder van.
Een duwen en trekken dat tot niets leidt.
In een omzien heb je het huis toch aan kant,
zand en glas met flinke vegen heen,
voor even de blik lichter. Zo flitst het.
En dat pak staat je fantastisch.
Aratrios
dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot!
te ingewikkeld – het verhaal. we moeten met de dichter mee en dat werkt hier vermoeiend. het is niet de lezer die iets moet het is de dichter die de lezer mee moet nemen. maar dan zijn particuliere verhalen niet het juiste ingredient. zeker niet als de dichter iets van logica tracht aan te brengen in de opeenvolgendheid der dingen.
De spiegel wijst het hoofd op denken…
die gouden regel houden we vandaag toch maar mooi over – nooit meer kunnen we onbevangen voor een spiegel staan – dank u wel meneer van egmond – u heeft ons denken te grazen.
Pom, hier mijn bijdrage aan de virtuele zinloosheid.
Goed weekend, Rik
Uit de knoop van de knal
Het leven een dodelijk sprookje
drink je of rook je
het is even zinloos
net als Pandora’s doos
net als ieders dood
oh boot van de liefde
waar laat je ons staan
oh boot van de dood
waar breng je ons heen
langs wateren van het universum
langs sluizen van het heelal
geboren uit de knoop van de knal
daar gonsde het ritme van Al
van leven tot dood
van morgenland tot verwonderd schemerig romantisch avondrood.
Rik van Boeckel
16 maart 2019
dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot!
ook rik brengt ons weg naar schemerig romantisch avondrood. iets minder overtuigend deze week na al die beschreven doodsbedreiging in eerdere strofen – die prachtige romantische uitroepen nemen we graag over – zo willen we sterven – zo wil iedereen wel sterven:
oh boot van
de liefde
waar laat je ons staan
oh boot van de dood
waar breng je ons heen
ja hoor ik hoor het mij zelf met de passie van een ank van de moer uitroepen op mijn sterfbed. wat een mooie en gedragen laatste woorden zullen ze zeggen om het bed heen.
Grijs dat geen grauw is
Grijs dat geen grauw is
wegen zonder einde
en wind die waast
Of ik kom of ga
jij vult mijn gedichten
troebleert mijn hart
Wat is de boodschap
van auto’s in de vangrails
Feestelijk blauwe lichten
Grijns dat geen grauw is
Het antwoord op mijn
vragen krijg ik niet
Marten Janse
dat we de zinloosheid van het bestaan toch nog enige zin geven – daar zijn dichters voor. troost bieden, troost en nog eens troost – dichterslot! op FB lezen we midden in de nacht de recensie van jolies heij op dit gedicht – goud roept onze jolies. het goud van jolies heeft marten al binnen.
op dit moment zit ik max verstappen te bekijken – u begrijpt de lichte glimlach op de lippen na het lezen van de derde strofe. hij haalt net vettel in.
terug naar het gedicht: de romantische pijn lijkt in de tweede strofe beschreven – met een romantisch oplichtend blauw dodelijk gevolg in de derde strofe. zo blijven we achter als lezer in de vierde strofe – zonder een woord van troost – het vanghek in.
Er is geen reden
om het huis te verlaten.
De temperatuur is goed geregeld
het eten staat klaar.
Aanschuiven en toetasten
over koetjes praten, zoals het hoort.
Plannen maken voor de vakantie.
Met een smoesje verdwijn ik. Laat
mijn schaduw los in de dekselputstraat
die doodloopt wanneer het avonduur valt.
Nooit
keer ik
op mijn zinvolle stappen
terug.
Erika De Stercke
erika laat haar schaduw los – een prachtige regel – de weg uit de werkelijkheid heeft zij betreden en een weerom is er niet meer bij. bij marten gingen we de vanghekken in – bij erika doemt de put op.
Gedachtegoed
Vader was in 1980 al melancholiek
bij hem was het melancholiek en niet melancholisch
wat voor hem als man van de taal voor foeilelijk verguisd
vader verfoeide alles wat uitheems
zich in nesten probeerde te wringen
het dorp naar zijn hand gezet
het land naar zijn evenbeeld ontgonnen
de bodem van de fles was niet troosteloos genoeg
in 1980 was de bom al geplaatst
de rus de vijand in het radio-actieve struikgewas
in plaats van de vader die zich uitgaf voor leenman
voor de foute man op de foute plek, geworteld in 1955
ontworteld sindsdien, ook de plek zweeft
tussen gedachtegoed en herinnering, in 1980 waren zijn spoken
niet de mijne die ik nu koester
hij beloofde me melancholie, maar op zinneloosheid
en varen zonder zeil was ik niet voorbereid, je hebt
het me ooit eens verteld toen ik nog geen oren had.
Jolies Heij
tsja ik weet het niet. ik houd niet van romans waarin het familieleed centraal wordt gesteld.
snak jij ook
naar een gewone dag
met uren
vol lege gedachten
terwijl de zilvermeeuw
haar vleugels vouwt
naar een lichte dag
waarop het regent
zodat wij ongestoord
langs het water lopen
en met zware natte jassen
terugkomen
gewoon een dag
waar ik naar verlang
PM
Dit is een zinloos gedicht
Zou ik een boodschap hebben
ik weet er vandaag geen woorden voor
alsof ik verdwaald in de taal van een stad
maar niet de omgeving kan lezen
vensters voorbijgangers
ze geven geen teken van leven
geen ander contact dan kortsluiting
de vonk uit handen geslagen
dat ik de woorden wil bewaren
voor betere dagen boetseer ik ze
op een stevig vel dat ertoe doet
houtgesneden neergezet
met rug tegen rug in strak gelid
om te staan waarvoor ze staan
dat ik weer weet waarvoor ik het doe
verzet tegen mateloos gemekker
zoete strijd in een broos bestaan
FT 16.03.2019
Ongehoord
Mens, een tot koord gevlochten woord
uit zovele mogelijke zoals een stukje
vlees dat op lippen te besterven ligt
ze springen en breken uit zinnen
brokken van een nooit af gedicht
redeloze sterren in lange leegte
super nova eens, nooit weer
een glimp, een flinter hoop op leven
rode reus tot witte dwerg vervallen
licht in een zwart gat gevangen
terwijl aan de oeverloze overkant
stof in gekromde holte van
ruimtetijd zich bijeen-
hoopt als parelzaad
klaar voor de sprong naar
een nieuwe zon, een bestaan om
in ongehoorde schoonheid te vergaan
© Cartouche
16-03-2019
Ongehoord
Grijs dat geen grauw is
Grijs dat geen grauw is
wegen zonder einde
en wind die waast
Of ik kom of ga
jij vult mijn gedichten
troebleert mijn hart
Wat is de boodschap
van auto’s in de vangrails
Feestelijk blauwe lichten
Grijns dat geen grauw is
Het antwoord op mijn
vragen krijg ik niet
Marten Janse