Over pistool & rozen
Het is het familie-uurtje in de literatuur, lieve lezer. In aanloop naar de boekenweek paraderen al geruime tijd moeders door de kolommen en over de podia, want vrouwen die geen moeder zijn hebben toch een minder aureool, volgens de heren bedenkers van dit thema. Wist u overigens dat weduwes supersexy zijn? Of dit omgekeerd ook voor weduwnaren geldt zou ik niet weten, ik heb het nooit aangelegd met een weduwnaar. Mijn moeder wel, maar dat was geen onverdeeld genoegen, aangezien hij zijn vrouw wel ten grave had gedragen, maar de darling niet gekilled. Maar dit terzijde.
Over moeders spreken in de literatuur voornamelijk zoons zich uit, over vaders trouwens ook. Over moeders en dochters spreken de vele vrouwenbladen en zelfhulpboeken zich uit. De vader-dochterrelatie is het meest onderschat in de literatuur, stelde het servokroatische leraresje die zelf geregeld autoritaire mannen als vaders, veldwachters en directeuren in haar werk laat opdraven. Trouwens, vervolgde ze, is het je nooit opgevallen hoeveel verknipte families er wel niet zijn als mensen eenmaal over hun vaders en moeders uitweiden? Ik zou het niet weten, gaf ik. In mijn directe omgeving maak ik niet anders mee, maar ik ken alleen kunstenaars, die zijn verknipt. Ik heb niet zoveel met familie op.
Familie is erger dan dictatuur, daar kun je nog een revolutie beginnen, maar je plaats in de familie ligt vanaf je geboorte vast. Iedere familie heeft een vaste hierarchie van succesvolle dwingeland tot onderspitdelvende loser of zelfs outcast. Familie is macht zonder dat daar ooit aan getornd kan worden. Ik dacht trouwens dat jullie Bosniërs zulke hechte families hebben? Des te erger, verzuchtte ze. Waarom denk je dat we oorlog voeren? Zo dicht op elkaars lip zitten kan niet goed zijn. Jullie Nederlanders kunnen tenminste afstand van de familie nemen met het excuus dat de tram niet rijdt vanwege een aanslag als je bij je petemoei op bezoek moet. Onze families wonen bij elkaar in hetzelfde dorp, vaak in hetzelfde huis. Waarom denk je dat ik een andere identiteit heb aangenomen?
Als ik wist dat mijn familie mij zou lezen, zou ik niet meer rustig slapen, laat staan überhaupt schrijven. Jullie hebben alleen vaders, moeders, gemene zusjes en pesterige broertjes, maar wij ook nog eens opa’s, oma’s, ooms, tantes, neven, nichten, achterneven… Jaja, ik snap het, onderbrak ik haar, jullie hebben in de taal een aparte benaming voor ieder familielid. À propos, ga jij eigenlijk nog wel eens bij de natuurgenezer langs, zoals het een goede adoptief dochter betaamt? Neen, hij is mijn familie niet en bovendien heeft hij me verstoten, wat mijn eigen familie nog niet heeft gepresteerd. Wel, dan zal ik zorgen dat hij je weer aanneemt, zei ik beslist. Kom mee. En we struinden naar het tuinhuis dat er verdacht verlaten bij lag. De deur knalde tegen een stapel dozen die met veel geraas omdonderde. De natuurgenezer rees met de haren te berge vanachter de divan op. Niet schieten! gilde hij. Waarom zouden we dat willen, Radovan? gaf ik. Wij zijn dames, wij brengen enkel rozen.
En wat hebben die verhuisdozen te betekenen? Ik zat vanochtend in de tram naar Nieuwegein, begon hij buiten adem te vertellen, toen zo’n Turk ineens z’n pistool trok. Gij gad get op mij gemunt, ik zweer get je! Dus ik zei tegen gem, toe maar, schiet me maar verrot, want ik word binnenkort in mijn goger beroep tot levenslang veroordeeld en dan verdwijn ik in een cel met een gat in de grond, dus dan kan ik maar beter nu voor get vaderland sterven. En weet je wat de snotaap antwoordde? Jouw Servenbloed is Allag niet waardig en toen begon gij als een dolle om zich geen te schieten, echter zonder mij te raken. Vandaar deze verguisdozen, vanwege mijn nakende veroordeling. Get is niet eerlijk, Mladic mag binnenkort naar guis omdat gij te ziek is, ik zei nog tegen die Turk, schiet me dan tenminste in de voet, maar nee goor. Het servokroatische leraresje nam de bibberende natuurgenezer bij de hand en liet hem naast haar op de divan plaatsnemen. Het geeft niet, Radovan, zei ze sussend, het is je allemaal vergeven. Je zult met een zuiver geweten in dat gat in de grond verdwijnen.
zinneloos zonder zeil
hij was al in 1980 melancholiek naar het stemmige
sonneveldse dorpsmuseum, zeg niet melancholisch
waar hij als man van de taal de teutonentongval
uit melktanden sloeg, hele dorpen naar zijn hand zette
met grenspalen voor alles wat zich uitheems in nesten
probeerde te wringen toen er een enkele neger werd gezien
en ruzies nog op het schoolplein werden uitgevochten, tanden door
lippen geslagen en dat je wist wie je knikkers roofde
maar het niet durfde te zeggen, het land naar zijn voorbeeld ontgonnen, de bodem van de fles niet troosteloos genoeg
en de bom een hypothese, de vijand een rus uit de strip
met opgezette kraag of de minkukelige helpers van sneeuwwitje
het paradijs bij god in 1955, toen nog niet ontmanteld
als vieze ouwe man met openwaaiende regenjas
toen hij groter was dan hem en de hemel nog niet bevolkt met
virtuele pestkoppen, hij beloofde me melancholie, maar op
zinneloosheid en varen zonder zeil was ik niet voorbereid, je hebt
het me in 1980 al verteld, toen ik nog geen oren had
Jolies Heij