o wonderschoon blauwzilver water – o eenzame roeier waar heen? waar toe? waar voor? Erika de Stercke wint deze week de enige echte virtuele blauwzilverwater trofee op pomgedichten – Cartouche zilver – Petra Maria & frans Terken brons

de winnaars zijn vandaag niet moeilijk te bepalen – de volgorde van het eremetaal des te moeilijker. duidelijk is dat op deze zilverblauwe zondagochtend erika de stercke, cartouche en het aanvullend dichterschap van petra maria & frans terken de winnaars zijn. erika met een rond gedicht en die prachtige spatten uit het verleden die hem zo zwaar vallen. cartouche met een ronduit verwoestend verzetsgedicht over die buikslootvogel:
‘hij zal likken van zijn eigen braaksel tot hij van honger vergaat
en het hier nieuw geboren dichtersduo petra maria&frans terken – vanaf vandaag tussen het blauw en het zilver. ach het is arbitrair – dank aan alle blauwzilveren dichters – laten we het houden bij deze volgorde hierboven.
erika goud, cartouche zilver en petra maria& frans brons

  • Petra Maria: het regent lichte spijt
  • Rik van Boeckel roeit dagen uit de tijd
  • Marc Tiefenthal Eerst schuimden we het strand af
  • Frans Terken in antwoord op Petra Maria
  • Cartouche over deze almaar populairder alt exoot in arendswaan getooide blauwbilgorgelende dwarsfluitblazer
  • Erika De Stercke hij buigt zijn hoofd veegt de spatten uit het verleden weg
  • Jako Fennek keer om dwaas, keer om
o wonderschoon blauwzilver water – o eenzame roeier waar heen? waar toe? waar voor? wie wint deze week de enige echte virtuele blauwzilverwater trofee op pomgedichten?
u kent de regels:
de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen tot zondag eenmalig voor 9 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst.

en al dat water
moet nog terug vandaag
naar engeland

het is bijna eb
ik weet het

pomwolff

het regent lichte spijt
op je regenjas

de mijne is al lang
doorweekt

bij de oever van het meer
volgen we de watervogels

en met de kraaien
ben je bijna bevriend

als de kachel brandt
en alles droogt
besef ik

koester hem maar
de regen

want in wezen
zijn we vandaag
vertrokken

Petra Maria

blauwzilver water – o eenzame roeier waar heen? waar toe? waar voor? wie wint deze week de enige echte virtuele blauwzilverwater trofee op pomgedichten?
op de foto het tweekleurenwater duidelijk herkenbaar. de eenzame roeier op weg waarheen? we weten het niet? op weg naar het einde – tegen de stroom op, op de vlucht wellicht voor de nieuw gekozen waterschappen? of mag je dat niet schrijven en word ik  nu aangegeven bij het meldpunt baudet voor links georienteerde dichters? in wezen zijn we al vertrokken schrijft petra maria.
een afscheid met kraaien. een betekenisvol gedicht zo zijn de woorden gerangschikt – het precies verhaal is vol ‘witte plekken’-  invulbaar door de lezer. het thema afscheid voelbaar, het regent afscheid – hoe en wat is aan de lezer. de dichter terken geeft hieronder, een poëtisch antwoord.

In antwoord op Petra Maria.

Tussen blauw en zilver

Daar waar het schittert
op golven fonkelt
water naar het einde
van de wereld stroomt
horizon de hemel raakt

daar wil ik op je wachten
mijn slagen gemaakt tot de
lucht tussen ons geklaard is
elke dreiging weggedreven
met de stroom

hoe je dan blozend afsteekt
tegen een achtergrond
van zilverblauw

FT 30.03.2019

het thema afscheid voelbaar, het regende afscheid bij petra maria – hoe en wat is aan de lezer. de dichter terken geeft een poëtisch antwoord. biedt poëtische troost – er is altijd iemand die op je wacht zijn de troostende woorden- zilver blauw en blozend rose – een kleurrijk gedicht – het is alsof zij de liefde tegemoet roeit – onwennig nog van zoveel warmte zo veel schittering. en weg met de dreiging zij stroomt uit zichzelf wel weg en voorbij –  liefde overwint alles – stond er bij mijn oma op een bordje in der keuken in nieuwenhagen (heide) – frans hangt hier op de muren van de  pom een nieuwe variant op omaas wijsheid.

Doorgaande stroom

De blauwe rivier weegt niet op
tegen regen hagel natte sneeuw

zij is de doorgaande stroom
kanoënde gasten verleiden zichzelf

nooit valt zij droog
nat is haar wezen
zij leidt in af en uit
roeit dagen uit de tijd.

Rik van Boeckel
30 maart 2019

niet opwegen betekent zoveel toch als afleggen?  maar ik vermoed dat rik hier het tegenovergestelde bedoelt. de doorgaande stroom legt het tegen niets en niemand af – trotseert regen, hagel natte sneeuw met gemak. in wezen is de rivier toch al nat en zal niet in dit kikkerland om een buitje geven. de rivier roeit de dagen uit de tijd. mooi gezegd. nog iets sleutelen aan de logika en we kunnen voluit genieten van die prachtige laatste regel.

In aansluiting

Niet aan het einde van de reis
maar aan het begin namen we alsnog
de Portugese wijk.
Eerst schuimden we het strand af.

Onder de beer
lag languit de kat.
Tussendoor droeg een auto
de beer voor hij de kat verslond.

Losse flodders kolder
fladderen driftig aan het binnenzwerk.

Zaken nemen een loopje
uit zichzelf met u en mij.
Niets nog laten ze op hun beloop.
Het is te vroeg ofwel te laat
voor een ondankbare
en dus afgedankte zeejonker zeeonwaardige pooier
van een meermin.

marc tiefenthal

tiefenthal schrijft zijn eigen recensie: ‘Losse flodders kolder’. dan is er ineens een beer, vervolgens een kat,  een pooier ook nog – het is teveel – ook voor die twee uit de eerste strofe.

Buikslootvogel

Fabeldier, hybride wezen gelijk een mens
bestaand uit water grotendeels, maar hoe
klapwiekmoe van zijn vluchten in het donker

hij daalt, klapt zijn vleugel in en slaat
bij het ochtendkrieken aan het krassen tegen al
en iedereen in atonale grepen op een kale tak

hoe bleek de blik in zijn onbewogen ogen
kleurendoof en bang voor ammezuurverval
deze almaar populairder alt exoot in arendswaan
getooide blauwbilgorgelende dwarsfluitblazer

verbeten loerend naar muizen en lemmingen
maar te bevreesd om op te stijgen in het licht
wit gevlekte wapenkleed van Minerva’s uil

weet hij zich een tijdlang nog in leven te houden
in zijn boreale habitat met pikken aan de lever en
likken van eigen braaksel tot hij van honger vergaat

uit zijn voetklem valt en verdrinkt in het wonder
mooie zilverblauw van ons zeemanshart en wij
de zon in het gezicht en de vogel in ons hoofd
gestriemd en geriemd naar de einder roeien

30-03-2019
Cartouche

keurig 20 regels – cartouche voelde het al aankomen – zo een gedicht schrijven en dan gediskwalificeerd – het zal hem niet gebeuren. met de titel erbij zijn het natuurlijk wel 21 regels en dat is er een teveel. het is ditmar bakker die mij hierop wijst. we ontmoeten elkaar op het meldpunt baudet voor links georienteerde dichters, eens kijken of we cartouche daar ook aantreffen. JA ZEKER! de uil van baudet in arendswaan – als onderbuik slootwatervogel – hier keurig beschreven – hij zal likken van zijn eigen braaksel tot hij van honger vergaat – en wij dichters wij gaan de zon tegemoet. een verzetsdicht kun je wel aan cartouche overlaten. prachtige beelden en metaforen – heerlijke uitkomst. het wordt druk op het meldpunt.

Wilgentakken
zijn het waaien beu
zoeken contact
met het gras

een plaatje als uit
tijdschriften
hoe de jaren in ringen
vergroeien

hij buigt
zijn hoofd
veegt de spatten
uit het verleden weg

in een zee van stuurloos
roeien droogt spijt op
binnenkort een duik
naar de diepte

Erika De Stercke

blauwzilver water – o eenzame roeier waar heen? waar toe? waar voor? wie wint deze week de enige echte virtuele blauwzilverwater trofee op pomgedichten? even het thema memoreren na de poëtische bom die Cartouche zojuist hierboven plaatste. de takken buigen meteen al zwaar in het gedicht. we hebben een echte erika de stercke te pakken. ook hier ruimte ingebouwd voor de spijt – de spatten uit het verleden rusten zwaar op hem – mooi gezegd heel  mooi – ja dit is een echte erika! – de weg naar het einde is hier voor de roeier uitgeschreven – de diepte in  – daarheen! geen ontkomen aan – erg leuk dat erika mij nog even als fotograaf in het zonnetje zet – wolff schoot toch maar even – op vrijdagmiddag aan de Amstel vlak voor ‘het kalfje’ een plaatje ‘als uit tijdschriften’- dank je wel erika – als het met dichterschap niets wordt dan kan ik verder als fotograaf.

Erika De Stercke:
‘een plaatje als uit
tijdschriften’

Mogge Pom,
zware tijden met de verschuiving van uren. Maar de zon schijnt, alsof er niets aan de hand is, en wij maar poëtische overuren draaien.
Heb het goed vandaag, en bij voorbaat bedankt voor je liefdevolle werk.
Groet van Jako

roeier

als met de liefde is het
o wonderschoon blauwzilver water
o eenzame roeier
waarheen, waartoe, waarvoor
het water, blauwzilver
spat van je spanen
ze wacht op je, haar golvende lijnen
dansen verblindend
als zilverblauwe gedaanten
het riet ruist als de zang van sirenen

je merkt niet roeier hoe de wind zich roert
hoe een klaaglied zich losmaakt
uit fijnste waterrimpels golven stijgen

keer om dwaas, keer om
klam je aan je riemen en roei
nog voor het troebele water je slokt

jako fennek

goede raad van onze jako aan de roeier – keer om domoor keer om – waarheen, waartoe, waarvoor – hoe groot ook de verleiding – lorelei-achtig – de liefde in de gedaante van  prachtige nimfen -keer om voor dat je wordt opgeslokt – wijze raad van de man die het kan weten. ach ja we lijden er allemaal van en onder – andre hazes zong er mooie liedjes over – hij gelooft nog steeds in dat loeder  – keer om keer om. grappige romantische wending in dit loreleigedicht van jako.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

3 reacties

  1. het regent lichte spijt
    op je regenjas

    de mijne is al lang
    doorweekt

    bij de oever van het meer
    volgen we de watervogels

    en met de kraaien
    ben je bijna bevriend

    als de kachel brandt
    en alles droogt
    besef ik

    koester hem maar
    de regen

    want in wezen
    zijn we vandaag
    vertrokken

    PM

    1. Tussen blauw en zilver

      Daar waar het schittert
      op golven fonkelt
      water naar het einde
      van de wereld stroomt
      horizon de hemel raakt

      daar wil ik op je wachten
      mijn slagen gemaakt tot de
      lucht tussen ons geklaard is
      elke dreiging weggedreven
      met de stroom

      hoe je dan blozend afsteekt
      tegen een achtergrond
      van zilverblauw

      FT 30.03.2019

  2. Buikslootvogel

    Fabeldier, hybride wezen gelijk een mens
    bestaand uit water grotendeels, maar hoe
    klapwiekmoe van zijn vluchten in het donker

    hij daalt, klapt zijn vleugel in en slaat
    bij het ochtendkrieken aan het krassen tegen al
    en iedereen in atonale grepen op een kale tak

    hoe bleek de blik in zijn onbewogen ogen
    kleurendoof en bang voor ammezuurverval
    deze almaar populairder alt exoot in arendswaan
    getooide blauwbilgorgelende dwarsfluitblazer

    verbeten loerend naar muizen en lemmingen
    maar te bevreesd om op te stijgen in het licht
    wit gevlekte wapenkleed van Minerva’s uil

    weet hij zich een tijdlang nog in leven te houden
    in zijn boreale habitat met pikken aan de lever en
    likken van eigen braaksel tot hij van honger vergaat

    uit zijn voetklem valt en verdrinkt in het wonder
    mooie zilverblauw van ons zeemanshart en wij
    de zon in het gezicht en de vogel in ons hoofd
    gestriemd en geriemd naar de einder roeien

    30-03-2019
    Cartouche

Laat een reactie achter