Over karavanen & data
Columniste heeft afgelopen week weer veel podia bezocht en furore gemaakt met de Thierrytitaantjestekst. En nee, ik zal hem hier ter plekke niet afdrukken, u moet binnenkort maar ergens in den lande komen luisteren, lieve lezer. Ik zit nog te broeden op een duitse versie, maar toen ik googelde op Alternative für Deutschland, ontdekte ik dat de lijsttrekker een onaantrekkelijke 70-plusser is en geen naakt, kek ding aan het zwembad. Thierry schijnt trouwens wel een roman te hebben geschreven over een dandy op leeftijd die er nogal sexistische opvattingen op nahoudt, maar dit terzijde. Enfin, het was goed om weer eens bij de Poetsclub voor te dragen en ook eens met mevrouw von Solo kennis te maken. Samen met Johan Meesters op pad naar de zwolse stadkamer, die komt toch maar iedere keer, als een trekgrage troubadour à la Erika de Stercke vanuit het zeeuwsvlaamse Oostburg aangereisd en maakte onderweg ook nog een tussenstop voor museumbezoek in Amersfoort. Ik ben vanochtend om zeven uur vertrokken, vertelde hij. Ik zeg altijd, benut de dag, het leven is al kort genoeg, zeker op mijn leeftijd.
In de stadkamer mocht columniste onverwacht invallen, na afloop babbelde ik nog wat met groente- en fruitzanger Henk Boogaard. Henk ken ik nog uit mijn tijd als Melkertbaner bij een niet nader te noemen en niet meer operationeel eetcafé in hartje Utrecht, toen hij daar de maaltijden wel eens met aubergines opluisterde. Hij deed nu voor het eerst een stukje cabaret over taal. Als taalpurist word je namelijk in het dagelijks leven danig op de proef gesteld. Hoe bestáát het dat de werklieden in mijn huis mij aan het einde van de dag bij vertrek nog een fijne dag toewensen terwijl ze mij met de rotzooi laten zitten en ik nog urenlang bezig ben om die weg te ruimen? brieste hij. Waarom heeft de ambtenaar aan de telefoon het over een stukje verplichting als ik niet eens taart van haar krijg? Johan Meesters was tegen die tijd al vertrokken, dus ving ik de terugreis maar solo aan.
En verhip, ze deden het nog echt ook, die NS: om acht uur kwam de trein tot stilstand, ironisch genoeg precies naast een schietterrein, en daalde er een weldadige stilte over de coupé neer, die zelfs in de stiltecoupé een zeldzaamheid is. Van mij had het de hele reis mogen duren. Hoewel ik niet aan de doden uit de oorlog dacht, eerder aan het gedicht waar ik op dat moment aan werkte, over een wegens sodomie ter dood veroordeelde in de 18e eeuw. Nu ja, het had natuurlijk wel iets met vrijheid te maken. Zelf heb ik altijd een tweeslachtige verhouding met 4/5 mei gehad. Vreemd is het dat de doden die in Indonesië tijdens de japanse bezetting vielen niet worden betreurd. Vreemd is het eveneens dat de Duitsers bij veel herdenkingen worden geweerd. Dat is hetzelfde als wanneer de Nederlanders de toegang zou worden geweigerd tot het Plein tijdens de Srebrenica-herdenking. En waarom die datum van 5 mei om de bevrijding te vieren?
Op 5 mei 1945 vielen er in de bossen van Leersum doden bij een confrontatie tussen het verzet en de SS. Zelfs op 7 mei vielen er nog doden, bij het Rosarium in Utrecht kwamen tien mannen van de Binnenlandse Strijdkrachten om het leven tijdens een schietpartij met duitse soldaten. Op 5 mei startten weliswaar de capitulatie-onderhandelingen tussen de nationale knuffelboef Bernhard (die daar eigenlijk geen enkele functie had) en de Generaloberst, maar het officiële document werd pas op 6 mei ondertekend. Dit betrof de commando-eenheid van Noordwestduitsland, die zich op 4 mei aan Montgomery had overgegeven. De uiteindelijke capitulatie van heel Duitsland geschiedde in Berlijn op 8 mei ’s avonds laat, waarbij het in Moskou een uur later, dus al de volgende dag was. Vandaar dat de Russen 9 mei markeren als het einde van WOII. Hier moest ik allemaal óók aan denken tijdens die twee minuten stilstand. Om twee over acht zette de trein zich weer in beweging en verbrak de omroepster de stilte. Het feest kon beginnen, de karavaan trok verder en het woeden van de wereld drong als vanouds de coupé binnen. De volgende dag zei een vriend en Srebrenicakompaan tegen mij: 5 mei is een hele belangrijke dag. Maar toch voel ik me sinds Srebrenica iets minder bevrijd.
de redenaar die verhult dat hij taalpurist is
hij wil woorden vermorsen op ieders graf
al is hij anders en trekken aubades hem meer
dan de mooiste vrouw, taal is de schroevendraaier
waarmee hij de ongerijmdheden des levens vastzet
hij wenst geen fijne dag aan werklieden die rotzooi
bouwen noch aan blokhoofden die met stenen gooien
bij stukjes verplichting denkt hij aan de taart
die minutieus tot op de kruimel wordt opgedeeld
hij is scrabblekampioen en kruiswoordpuzzelaar ineen
zegt van boven als hij van onderen bedoelt
krijgt tranen in de ogen van foute vrienden en vakjargon
maar houdt het droog bij misbaar
buitenbaarmoederlijke werken omarmt hij
rederijkers hebben zijn zegen, ezelsbruggen bouwt hij hier en daar
zet het taalkundig epicentrum tot elastieken acrobatiek aan
zandlopers kunnen hem niet uitstaan, hij beitelt letters in cement
nog liever dan het kofschip is hem de trein en de noodrem
dat iedereen zwijgt terwijl hij de coupé vult met stopverf en slijm
Jolies Heij