Want
het woord van het kruis is voor hen die verloren gaan wel dwaasheid, maar voor
ons die behouden worden, is het een kracht van God. (I Korinthiërs
18)
DI
SE STESSO
Sciolto
e legato, accompagnato e solo,
gridando, cheto, il fiero stuol
confondo:
folle all’occhio mortal del basso mondo,
saggio al Senno divin
dell’alto polo.
Con vanni in terra oppressi al ciel men volo,
in mesta
carne d’animo giocondo;
e, se talor m’abbassa il grave pondo,
l’ale pur
m’alzan sopra il duro suolo.
La dubbia guerra fa le virtù cónte.
Breve è
verso l’eterno ogn’altro tempo,
e nulla è più leggier ch’un grato
peso.
Porto dell’amor mio l’imago in fronte,
sicuro d’arrivar lieto, per
tempo,
ove io senza parlar sia sempre inteso.
Pom,
liefste,
Je ziet soms door de bomen het bos niet meer en door de leugens van La Heij amper de bühne nog—tweetrapsmetaforiek, mijn oog:
***
Geketend zonder beperking, eenzaam vergezeld,
stil
schreeuwend, verwonderde ik de trotse menigte:
stom sterveling oog van de
lagere wereld,
goddelijke geesten over het poolijs.
Hemelwaarts
zwaaide ik mezelf, de aardgebonden,
in een gepijnigd lichaam en toch een
gelukkige geest;
soms duwt het zwaargewicht me ook naar beneden,
Swing
tilt me over harde grond. [G.T., of: T.F.]
***
Bevrijd en geketend,
begeleid en alleen,
schreeuwend, stil, ik verwar de felle menigte:
boos op
het sterfelijke oog van de nederige wereld,
wijs voor het goddelijke
intellect van de hemelpool.
Met vleugels geknipt op aarde vlieg ik naar
de hemel
in verdrietig vlees maar van blijde ziel;
en, als soms het zware
gewicht me naar beneden trekt,
mijn vleugels tillen me echter boven de harde
grond. [G.T., of: S.R.]
***
en gebonden, samen en alleen
il fiero stuol
(de trotse heren) confondo: misleid ik
dwaas in het sterfelijke oog van de
lage wereld
wijs voor het goddelijk Intellect
Met aan de aarde gebonden
vleugels vlieg ik ter
hemel, in armzalig vlees met blij gemoed
se… pur
= terwijl… toch (tegenstelling tussen
m’abbassa (teneerdrukt) en m’alzan
(opheft) [D.T.]
(G.T.= Google Translate. D.T.= Doctor Twee. S.R.= Sherry
Roush. T.F.= Thomas Flasch.
Momenten van zekerheid zijn er bijna
niet, van helderheid zelden en dankbaarheid regelmatig—bijvoorbeeld wanneer je
een bundel Duitstalige vertalingen van Campanella in handen gedrukt krijgt als
tegenhanger van die nadrukkelijk bewierookte Roush en de haast vergeten Symonds.
Dan heeft men plotseling de—waarschijnlijk—gebroeders Flasch in handen, van wie beider Campanella’s naamgenoot (Thomas) de gedichten overzette, zodat hij geen in iambisch pentametrisch Duitsch gevat, maar een soort syllabisch vers-op-heffingen, dat zich in veertienregelige werkjes van tien-tot-elf lettergrepen per vers hult, presenteert. Broer(?) Kurt schrijft er een mooie inleiding bij en bovendien een verantwoording bij elke vertaling—een schatkist voor de navorser, met zelfs twee extra vertalingen van “Anima Immortale”—in het Duitsch, eilaasch, waar is La Heij als je haar nodig hebt—van ene ‘Herder’ en ene ‘Gothein’ (Hela Heij! U bent van node!) als kers op de taart.
Ik ben stout geweest en heb hun Duitse tekst (van “Di Se Stesso”,
niet de Ziel) door Google Translate gegooid en hierboven neergezet—twee wat Nida
‘formeel-equivalente’ vertalingen van vertalingen zou noemen, wellicht. Het
tekent in het sextet:
Onzekere oorlogstests deugd.
Altijd verdwijnt
in het eeuwige, en
niets draagt gemakkelijker dan de verlangde
lading.
Mijn liefdesfoto schittert op mijn voorhoofd,
toch zal de tijd
mij gelukkiger maken,
waar ik altijd woordeloos begrepen word. [G.T., of:
T.F.]
De Brüder halen Campanellakenner Firpo erbij wanneer ze
het werk dateren op januari 1600, daarbij de kanttekening makend dat elke
datering nattevingerwerk (“hypothetisch”) is want alleen gebaseerd op critici
die het over stilistische of inhoudelijke aspecten hebben. Je zuster op een
houtvlot, zou ik zeggen—of, wellicht, dat elke datering in de grond onmogelijk
is gezien de latere schikking door de eerste Sceltibezorger, die de toch
al magere informatievoorziening door een eventueel door Campanella geschikte
volgorde in de war gooit.
Zowel de Brüder (dit is heuse lol) als Roush benadrukken Campanella’s gang-naar-gekte, al of niet gesimuleerd, die begint met het in de fik steken van zijn matras en in elk geval een periode van marteling beslaat. Het sonnet gaat over zijn kerkering en marteling. In onderstaand wijst het woord ‘trots’ niet alleen naar de menselijke hubris; in het ‘piqûerende heerschap’ ziet men de knuppelwacht; het tautologisch aards kortwieken wordt hersteld; de muze jaagt ons de Parnassus op—het is van de Liefde, Pom, pure Liefde: Symonds geeft in zijn aantekeningen van dit sonnet weg dat de regel hem enigmatisch voorkomt en anderen vertalen haar met een portretje in haar gelederen—pure kolder. Het is de beul, Pom. De wácht, die hem (zelfs letterlijk) piqûeert, meetroont naar buiten, naar beneden, naar de Kamer, waar een geestelijke twist hem wacht, terwijl hem argumenten aangevoerd worden in de vorm van gewichtige stenen (“More weight.”) en het gebruik van werktuigen anderszins. En zelfs dan ‘voert gezichtsveld Liefdes portret’: het is de beul, de beul die hem aankijkt (“Beken!”) en aanspoort en het is dan dat Campanella, gemarteld en wel, zich verzekerd weet in God, die alles schiep, de horloges en de tientjes en de beul…en dat hij de laatste liefheeft. Vergeef, Rechters, dit doornenkluwen in amfibrachen.
ZO ZIJ
HIJ
Lichtvaardig gevat, saamgevangen alleen;
ik schreeuw—wees toch
stil, trots zo’n heerschap piqûeert,
gemorteld in ’t oog ’s werelds manie,
en zweer ’t
meer hemels verstand dan ‘k weet wijs
erdoorheen.
Gekortwiekt vlieg ik toch ter heilige meen,
wijl ’t
afgemat vlees laat de ziel ongedeerd,
getrokken terneer dan terneder
gekeerd,
gevleugeld mijzelf boven mortel en steen.
Dees
twist—dubieus, doet de deugd wáárlijk tellen
zo kort één moment naast een
eeuwige tijd;
niets weegt vederlichter dan welkom gewicht.
’t
Gezichtsveld voert liefdes portret, vaart voorts wel en
verzekerd van
zegening, aankomst op tijd
waar tot mij een woordloos begrip zich steeds
richt.
[D.B.]
-X-
D.