JOLIES HEIJ: ‘zo vanzelfsprekend dat ik je voor lief nam vergat waarvoor ik gekomen was…’

Het Srebrenica-seizoen is weer aangebroken, zo klinkt het hier en daar, niet gespeend van enig cynisme, in de media. Niet dat er nou overdreven veel aandacht voor is, het blijft toch een onontginbaar terrein vol landmijnen, voorbehouden aan een handjevol specialisten en activisten. Sinds enige jaren moet de 11 juli-herdenking tevens concurreren met de herdenking van de MH 17, die kort daarna plaatsvindt en waar veel meer aandacht naar uitgaat. Om de even ongemakkelijke als cynische reden dat de slachtoffers van de MH 17 Nederlands waren en de slachtoffers van de Srebrenica-genocide Bosnisch. Er zijn geen nederlandse soldaten bij de missie omgekomen of gewond geraakt, afgezien van Raviv van Renssen, die door een verdwaalde kogel dodelijk werd getroffen, en Jeffrey Broers, die al op een eerder tijdstip in de oorlog tijdens een routinepatrouille op een mijn liep. Wat een interviewster ooit deed opmerken: Ach, waren er maar meer Dutchbatters gedood, dan was Srebrenica tenminste wél een thema geweest. Nu is het enkel een beschamende schandvlek die zo ijverig mogelijk moet worden weggepoetst.

Overigens kan iedereen zich nog de proostende Karremans en Mladic herinneren, het beeld van de laffe pianospeler en de meedogenloze slachter staat op het collectieve netvlies gebrand, maar niemand weet van de gewone soldaat die wél terugschoot en zijn blocking position tot het uiterste verdedigde. Of de dienstplichtige die de Serven eigenhandig met de punt van z’n laars uit de bus met vrouwen en kinderen trapte. Ieder jaar rond “Srebrenicatijd” raak ik er wel in een discussie met deze of gene over verzeild, wat er toch op duidt dat het de mensen nog iets zegt. Misschien beduidend minder dan de klimaatverandering, de warmtepomp of de vliegtaks. Ongetwijfeld is het schuldbesef aangaande Srebrenica ook een stuk minder dan bij het meerdere keren per jaar het vliegtuig naar verre oorden pakken. De meest gestelde vraag, als het over Srebrenica gaat, is: Maar wat heeft dat met jou te maken?

Wat gaat het jou aan? Zoals ik net zo goed kan stellen dat ik een schoon geweten heb en geen plaatsvervangende schaamte hoef te koesteren omdat ik nooit met het vliegtuig reis en geen auto heb. Maar daar gaat het niet om. Het gaat om dat kleine stukje wereld waarmee we door de ongelukkige loop van de geschiedenis verbonden zijn, net als met de voormalige kolonieën en de slavernij. Toevallig raakte ik hierover een paar dagen terug in de huiskamer van een gemeenschappelijke vriend met een historicus in gesprek. Hij stelde dat Srebrenica niet veel invloed op de nederlandse geschiedenis heeft gehad. Net als de MH 17 trouwens. Dat is waar. En omdat het land sinds jaar en dag met krantenpapier is dichtgeplakt en de wereld (behalve Amerika) niet bestaat, kunnen we Srebrenica als marginaal afdoen.

Bezien we het echter in een breder (europees) verband, dan doet Srebrenica er wel degelijk toe. Al is het maar omdat het de grootste genocide na de Tweede Wereldoorlog betreft, toen het “nooit meer” na de moord op zes miljoen joden in alle kelen opwelde. En toen gebeurde het op 11 juli 1995 toch weer onder nederlandse ogen! Maar ook wie de moeite neemt om in de plaatselijke geschiedenis te duiken, komt al snel tot de conclusie dat de Balkan door de eeuwen heen de speelplaats is geweest van diverse grootmachten: de Ottomanen, de Russen, de Habsburgers en recentelijk, de Amerikanen en de EU. Zoals het vermoorden van de habsburgse kroonprins door een servische nationalist in Sarajevo de Eerste Wereldoorlog uitlokte door wurgendverstrengelde belangen, zo werden de joegoslavische oorlogen in de jaren 90 van de vorige eeuw in het hele westen gevoeld. Al is het maar omdat hierdoor een exodus van bosnische vluchtelingen op gang kwam, waarvan er een slordige 65.000 in ons land zijn neergestreken. En dat zou ons niet aangaan? Helaas zijn de fotorolletjes naar zeggen “vernietigd”. Er bestaat geen equivalent van de aangespoelde Alan in het beeld van een jongetje met een verbrijzeld hoofd door toedoen van servisch geweervuur. Maar oorlog en genocide gaan ons allemaal aan. Wij zijn het die de geschiedenis maken.

sluimerverdriet

mijn stille echo kan je verder helpen
waar taal hulpeloze bressen slaat
bewegend op de paukslagen van sprakeloos
in de donkere nissen van jouw bijzijn

zo lang het slechts ademtocht is wat ik voel
en de fanfare door blijft spelen
verf de deuren naar mijn binnenste zwart
dat ik ze niet meer als valluik herken

de zappende passant die onbewogen toekeek
de jager die op kleiduiven schoot
die vliegtuigen bleken, de soldaat
in de enclave die jammerlijk de aftocht blies

zo vanzelfsprekend dat ik je voor lief nam
vergat waarvoor ik gekomen was
tot ik je jonggestorven gezicht terugzag
je graf in de lucht, ik trok de herinnering dicht

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter