RIK VAN BOECKEL wint de enige echte virtuele ‘schitterende nimf’ trofee op pomgedichten -(naar vreeswijk zingt bellmans epistel 72)

  • FRANS TERKEN maar aan het IJ sta jij
  • PETRA MARIA vult de bladzij van je dromen
  • RIK VAN BOECKEL tot er een ster ontstaat
  • VERA VAN DER HORST Zo mooi als je liep op gebeeldhouwde benen
  • ANKE LABRIE die zomeravonden die toen veel langer leken

de maand juli zonder jeanine – juryvoorzitster met vakantie – biedt de gelegenheid lastige thema’s op te geven – schitterende nimf – ga er maar aan staan – hahaha – komen we vandaag in een finale frans terken – petra maria – vera van der horst – rik van boeckel anke labrie terecht.

we zoeken het op de pom nooit in het vele – het ene is genoeg – het ene mooie is genoeg.

genieten we  en passant van die prachtige vreeswijk,  van die prachtige bjorn van rozen met band.

zij bezingen allemaal hun schitterende nimf zoals deze ook zijn beschreven door frans en petra maria – hoeveel schitterende nimfen hebben we nog te gaan  in het leven – je hebt steeds van haar gehouden zingt frank boeijen samen met Yasmine – die het verlaten van haar schitterende nimf niet wilde en kon overleven – in elke schitterende nimf schuilt immers ook het gevaar van het feestje van de angst en de pijn.




Schitterende nimf, ogen die blaken
Weelderig vlees op het sneeuwwitte laken
En tengere spieren
De slaap moet zegevieren
Want nu komt in zijn pracht
Morpheus, de god van de nacht
De luiken zijn dicht en de kaarsen zijn gesnoten
Wees maar niet bang, de deur is gesloten
Geen mens die nu nog stoort en o, de nacht is lang
Slaap zoetelief, bij mijn gezang
Slaap zoetelief, bij mijn gezang


Het uur middernacht, ’t slaat in de toren
De leeuwerik, ach, is nog lang niet te horen
Nu sluimeren de struiken
Maar achter onze luiken
Zoetelief, zoals je ziet
Rusten wij, maar slapen niet
Hoor eens de donder. Hoor je de regen?
Plotseling hebben we onweer gekregen
De bliksem zoetelief, of hij zelfs neder sloeg
Slaap maar weer in, ’t is nog zo vroeg
Slaap maar weer in, ’t is nog zo vroeg

Slaap toch m’n nimf, droom van m’n snaren
Totdat de zon de dauw komt vergaren
En wij doen liefelijkheden
Waaraan wij pas nog deden
Eerst je mond en dan mijn glas
Vliegen er vonken in de as
En dan, mon Dieu, ze is bezweken
Kijk me toch aan mijn nimf, geef me toch een teken
Goddank, ze ademt weer, en godzijdank ze lacht
Schei nu maar uit, slaap zacht, slaap zacht
Schei nu maar uit, slaap zacht, slaap zacht

wie wint de enige echte virtuele ‘schitterende nimf’ trofee op pomgedichten? (naar vreeswijk zingt bellmans epistel 72) u kent de regels: de gedichten niet te lang svp – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.







zo waren er soms dagen
 
kind nu ik je zie
dan voel ik weer de wind
en sluit ik mijn ogen
 
ik zie de boom nog
waaronder ik ons droomde
misschien had ik
 
toen
 
iets
 
dat het zich niet vouwen laat
en niet kleiner laat maken
dan het is
 
zo waren er soms dagen
ze gingen met de wind
en het weten dat niet wilde
 
pomwolff
Waternimf

Naar Kopenhagen kan ik reizen
de kleine waternimf omarmen en
als het mag haar een zoen bezorgen

of dichterbij de Loreleij
die rotsvast torent boven de Rijn
mij in het voorbijgaan naar haar toe zingt

niet dat zij te ver gaan maar
aan het IJ sta jij – je reikt me je handen
vanuit een roestige schuit

zo verweerd kan oude liefde zijn
laat de golven zingen van de wind
wij vouwen ons in het vooronder samen

FT 13.07.2019



en daar staat zij aan het ij – schrijft frans – en zij reikt hem de handen – prachtig, prachtig zijn waternimf. dichtbij gehaalde oude liefde getekend door het weer, het water, door het zingen van de wind heen hoor je het verlangen.
MUZE

zoals hij naar je kijkt
alsof je drijft
licht golvend
het kroos in de poriën

zijn armen omhelzen
het voelt alsof je zinkt
naar het donkere
lokkende water

zoals hij je schrijft
onuitwisbaar
wacht je de waanzin
van zijn streling

als hij naar je kijkt
ogen van oceaangrijs
vult hij de bladzij
van je dromen

Petra Maria


zoals hij naar je kijkt – schrijft petra maria – en het voelt alsof je zinkt, als haar muze de bladzij van haar dromen vult – prachtig – o heerlijke schitterende nimfen laat het altijd zo zijn het zijn – laat de dichters heel – laat ons dichters heel – asjeblieft.
De zingende nimf

Langs waterwegen zingt de nimf
met schitterende zon in de ogen

streelt melodieën van lucht
boven rotsen van dagelijks geluk

de dans van de zwaluw verlicht haar
zoals de sprong van de zalm verdicht

de natte aderen van de Rijn
strelen de in gedachten verzonken kade

van Leiden tot Sankt Goar
zingt zij over oevers van genade

neemt ons mee naar de overkant
langs groen gedoopte glinsterdalen

verlegen zingen wij refreinen mee
tot er een ster ontstaat

de nimf ten huwelijk vraagt
haar antwoord nu de tijd vertraagt.

Rik van Boeckel
14 juli 2019


passievol gedicht van Rik – over hoe zij zingt over oevers van genade – haar stem weer klinkt – mooi en hoe haar antwoord de tijd vertraagt – een antwoord op die ene altijd weer gestelde vraag. zoveel passie verdient het goud vandaag.


Ontastbaar


Zo mooi als je liep
op gebeeldhouwde benen
je blik onbevangen
gericht op een droom


De haren wild springend
op tengere schouders
die, zo leek, geen last kenden
nu niet en nooit


Waar je liep
viel een vacuum
daarachter verlangen
dat jou niet bereiken kon


nu niet en nooit

vera van der horst


een zo invoelbaar vacuum lazen we niet eerder in een gedicht  met daarachter dat verlangen bestaande uit wel duizend elementaire deeltjes – zoveel verplaatste luchtdruk wist zelfs einstein niet meer te plaatsen – zo wordt een vacuum soms een zwart gat
 

Cornelis
 
waar we hem eindeloos draaiden
met zijn nimf, zijn nozem en zijn non
op die zomeravonden
die toen veel langer leken
 
nu ik in de aula zat
de laatste van ons clubje
hem bijna vergeten was
huilde ik pas
toen hij na Bach
plotseling de ruimte vulde
 
anke labrie



 
dat die avonden toen zoveel langer leken – treffend geschreven – hoe ze door alles heen meegenomen zijn en voor even kunnen worden terug gehaald – mooi

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

2 reacties

  1. Waternimf

    Naar Kopenhagen kan ik reizen
    de kleine waternimf omarmen en
    als het mag haar een zoen bezorgen

    of dichterbij de Loreleij
    die rotsvast torent boven de Rijn
    mij in het voorbijgaan naar haar toe zingt

    niet dat zij te ver gaan maar
    aan het IJ sta jij – je reikt me je handen
    vanuit een roestige schuit

    zo verweerd kan oude liefde zijn
    laat de golven zingen van de wind
    wij vouwen ons in het vooronder samen

    FT 13.07.2019

  2. MUZE

    zoals hij naar je kijkt
    alsof je drijft
    licht golvend
    het kroos in de poriën

    zijn armen omhelzen
    het voelt alsof je zinkt
    naar het donkere
    lokkende water

    zoals hij je schrijft
    onuitwisbaar
    wacht je de waanzin
    van zijn streling

    als hij naar je kijkt
    ogen van oceaangrijs
    vult hij de bladzij
    van je dromen

    Petra Maria

Laat een reactie achter