
Etappe 17 wo 24-7: Pont du Gard – Gap (200 km, vlak)
… handsfree? …
Als je Dijkstra en Ducrot mag geloven, en waarom zou je dat niet…. Het is geen vraag, mensen! [zucht] Ik zie direct opgestoken vingers in de kajuit, ga niettemin verder met mijn verslag. O, er wordt besteld. Dan is het goed. Dank je, Ranke. Als je die twee dus mag geloven, wordt er in de koers con-ti-nu gedacht en gepraat. Dijk en Du weten precies wát de renner denkt en zegt. Ik had het er al eerder over. Het is steeds ‘Hij denkt: ik blijf voorlopig in je wiel zitten’, ‘Roche zegt: ik laat me niet linkeballen’ en meer van dat soort dingen. Hoe kunnen de commentatoren dat weten? Ik heb me er in de openbaarheid vaker over opgewonden. Vooral Ducrot heeft een scherp gedachten lezend oog en helder woorden horend oor. Naast slager en beul is hij waarzegger, medium, psycholoog, haptonoom. Zeg ik psycholóóg? Naar mijn bescheiden mening doet hij niets meer dan de stemmen die uit het niets in zijn licht psychotische betweethoofd opklinken tot iets onsamenhangends fabuleren. Daar heeft hij de renners niet bij nodig. Doet ie thuis tijdens de afwas en in zijn slaap ook. Het gaat gewoon door.
Kroots taalgemaal en Herberts luchtverplaatsing laat ik links liggen, of rechts, in ieder geval op de kant gezet. Meer interesseert me de ware communicatieve kant van het circusoptreden der renners. De cyclisten zullen heus niet als een stel zwijgende Willems al die kilometers koersen. Wat hebben ze te berde? Ik mag hopen iets anders dan zeg maar wederonwaadigheden uit het benauwde Tweede-Goudsbloemdwarsstraatleven die vroegtwintigste-eeuwse uit open schuiframen hangende viswijven heen en weer achterklappen. Nee, denkelijk zagen ze door – maar dan op z’n minst in inhoudelijke zin – over de etappe die ze aan het afstoempen zijn. Ze overleggen, vragen, informeren, uiten onvrede over andermans rijgedrag. Zulks. Denk ik. Zeg ik.
Ik zou graag dát eens horen, in plaats van de oeverloosheden van Dijk en Du. Kunnen de renners geen geluidsopname-apparaatjes meenemen? Dat hoeft met de steeds modernere technieken geen probleem te zijn. Alles is ook steeds kleiner uitvoerbaar. Net als die gehoorapparaatjes tegenwoordig die je niet meer ziet, fantastisch! Of moet je dan weer naar de oogarts? Ik zal het eens navragen. Eén ding blijft vereist: handsfreedom.
Vanaf 1 juli 2019 is het in Nederland verboden tijdens het fietsen elektronische apparaten zoals mobiele telefoons, navigatiesystemen, tablets of muziekspelers vast te houden. Een overtreding komt je op een boete van 95 euro te staan. Handsfree mag je nog wel van alles doen. Een ander nieuw verbod, in Amsterdam, betreft snorfietsen (dat woord vind ik overigens veel te zacht ogen/klinken om de baanbrede herriemaker aan te duiden). Ze mogen op veel trajecten niet meer op fietspaden rijden. De snorfietser moet tevens een helm dragen. Een overtreding kost je hetzelfde boetebedrag.
Raakt zo’n maatregel inzake het gebruik van een mobieltje op de fiets ook de tour? vraag ik mij af. Als je Ducrot mag geloven – geen vingers alsjeblieft, tenzij voor een bestelling (lekker, dank je Ranke) – worden er in het parcours om de leverklap telefoongesprekken gevoerd. Dat zal dan hopelijk handsfree gebeuren, zeker met die snelheden. (Handjes aan het stuur bij de afdaling, mannen!) Ik weet het niet.
Wat de gemotoriseerde tweewielers in de tour betreft durf ik één ding wel met zekerheid te melden. Voor zover ik weet rijden er in het circus geen snorfietsen rond, wel motoren. Die zijn qua omvang nog meer op de weg aanwezig dan snorfietsen zouden zijn. Mollema heeft zich laatst opgewonden over bepaald rijgedrag van de motorrijders. Wij weten dat Ducrot en Dijkstra weleens samen in een zijspanmotor meerijden. Vanaf vorige week donderdag al. Wel, vandaag hebben ze kennelijk opnieuw in dat knusse broembroemding gereden, want mij is ter ore gekomen – dat zag je misschien niet, maar die gehoorapparaatjes zijn ook zó klein tegenwoordig, die zie je ook niet, dus dat kan kloppen! – dat ze een prent van de Franse politie hebben ontvangen, en niet zo’n malse ook. Stelletje klunzen. Nergens in het parcours vind je fietspaden en net op dat ene korte stukje niet ver van Gap, waar toevallig eerder dit jaar iets van een fietspad was aangelegd, vraag me niet waarom (ik herhaal, Alloy: vraag me niet waarom)… Uh, net op dat ene eindje fietspad zijn ze gesnapt. EN geen helm op, hoe vind je die? Geen vingers graag. Lekker, dank je, Rankje. Ennn… ze hadden de handen vol, in ieder geval de zijspanmotor, aan zendapparatuur voor het verslag. Van die oude splinterige houten bakbeesten met lange metalen ontvangsprieten en Alpenbergen spaghetti aan snoeren, heb je ’t voor je? Als je bedenkt dat een motor met zijspan nog een stuk breder is dan een gewone motor, kun je wel ongeveer inschatten hoe hoog daar op het zeldzame fietspad de boete opliep. Nee wacht, ik vertel het helemaal verkeerd, moet je mij horen! Zo erg was het ook weer niet. Ducrot had niet zo ver vanaf de start in Pont du Gard het zijspan al gelost, vraag me niet waarom (sssst). Dus qua breedte viel het wel mee. Alles opgeteld bleef het wel fors dokken voor De Kroot.
Dijkstra, die ergens in een verlaten stal onder een laag stro werd teruggevonden – hij zat daar voor het oog nog aandoenlijk gerieflijk in z’n zijspan ware het zijn huiselijke fauteuil, zij het opnieuw behoorlijk in de kreukels, onverstoorbaar voort babbelend over de etappe alsof die hele lancering stalwaarts hem niets zei (dat zegt wel iets) – had dus wel fysieke schade (hij zal behoorlijk van de weg zijn gekletst, de ontkoppeling geschiedde in een bocht), maar geen financiële. Dat dan weer niet. Ik moet afronden. Het was dus Genoemde Stal vanwaaruit het Herbertje van de Dag de huiskamers binnenkwam. De volgende taalkundig schurende uitspraak – hij is het niet geworden maar ik wil ‘m u niet onthouden – lijkt in zijn treurigheid mede te verwijzen naar Herberts zijspanzweefvlucht richting stal (net als het HvdD zelf trouwens): ‘Of je hier blij mee moet zijn met alle klimaatveranderingen, daar kun je je vraagtekens bij zetten.’ Maarten heeft de verwoording van de drukke stemmen in zijn hoofd (dat ging trouwens wel handsfree) natuurlijk ná de zijontspanning en vóór de aanhouding door de politie ontplooid, relaxed nog op zijn motor, zijn deel van de zendapparatuur op koptelefoon en microfoon na achter de rug stevig vastgebonden (Herberts deel ging mee de stal in), ergens op het fijn glooiende parcours. De kwoot is er een sprekend voorbeeld van dat hij dingen ziet die anderen niet zien.
HvdD: ‘Prachtige lavendel in dit gedeelte van Frankrijk.’
DK: ‘Alle grote renners zijn op dit moment aan het vallen.’
Toestanden, mensen. Op de weg, van de weg af, in het hoofd… Je weet het gewoon niet meer in deze roerige, tevens bloedhete tourtijden. Gelukkig zijn er ook zekerheden in het leven. Hier aan boord van MS De Kantelaar bijvoorbeeld. Verticaal, Wilfred? Go!
ROEPT U MAAR
“Wegkletsen!”
Wanneer de drank gaat werken, daarmee de stemming stijgt,
en iedereen van iedereen nog meer te hijsen krijgt,
er niet gedemarreerd wordt, de zuipclub klitten blijft,
en communicatief inmiddels weinig meer beklijft,
zijn klanken al voldoende (‘Wie hoort nog wat ik zeg?’).
Je bazelt als een Dijkstra en je kletst gewoon wat weg.
Misschien wil je toch moven (‘Nu huiswaarts met de geit’),
maar we zitten hier gebeiteld en we zitten hier geheid!
[Top 3 algemeen orangement: 3. Kruijswijk +1.27, 19. Mollema +18.25, 40. Poels +1.00.11]