
Afgelopen donderdag werd de Nobelprijs voor literatuur toegekend aan de oostenrijkse schrijver Peter Handke. Weer zoiets waar de wereld de schouders over ophaalt, afgezien van een handjevol Balkankenners. Om u even bij te praten, lieve lezer: Handke, in de jaren 60 het welpenjonge enfant terrible, dat de theaters opschudde met het provocerende stuk “Publikumbeschimpfung”, waarbij de acteurs het publiek voor rotte vis uitmaakten, besloot om gedurende de joegoslavische oorlogen in de jaren 90 tot een nieuwe nonconformistische daad over te gaan, namelijk het publiekelijk opnemen voor het door de westerse media gegeselde Servië en met name het regime van wijlen Slobodan Milosevic. Op de vraag waarom hij dan uitgerekend Milosevic en niet de oppositie moest steunen repliceerde hij: er is helemaal geen oppositie in Servië – daarbij voorbijgaand aan de vele studentenprotesten in Belgrado, die door Slobodan met harde hand werden neergeslagen.
Handke liet zich kronen tot de prins van de servische Acacemie voor Kunst en Wetenschappen, een clubje nationalistische intellectuelen van het soort dat je tegenwoordig ook veelal bij het Forum aantreft, die Milosevic van zijn ideologie van etnische zuivering bedienden. Handke schreef met zijn “Winterliche Reise oder Gerechtigkeit für Serbien” een lofzang op het ongerepte servische platteland. Van hem had Joegoslavië niet uiteen hoeven vallen. Nee, van mij ook niet, maar om dat op brute wijze tegen te gaan door middel van een fascistische politiek van alle Serviërs “heim ins Reich”, met bloedvergieten, verkrachten, concentratiekampen, etnische zuivering en genocide tot gevolg gaat wel erg ver. In 2006, toen Slobodan – nog voor zijn veroordeling – het loodje legde in z’n scheveningse cel, sprak Handke op diens begrafenis de volgende woorden: Ik ken de waarheid niet. Maar ik kijk. Ik luister. Ik voel. Ik herinner me. Daarom ben ik vandaag hier, dichtbij Joegoslavië, dichtbij Servië, dichtbij Slobodan Milosevic. Maar kennelijk werd hij verblind door Slobodans zon die fel in z’n ogen scheen.
Dat ging zelfs zo ver dat de recalcitrante schrijver overging tot het ontkennen van de genocide van Srebrenica. Later gaf hij een slinkse draai aan zijn “misstap”: hij had helemaal niet de servische oorlogsmisdaden willen bagatelliseren en zijn aanwezigheid op Slobodans begrafenis was zijn manier geweest om afscheid te nemen van Joegoslavië. Dit werpt vervolgens de aloude vraag op: moet een schrijver worden beoordeeld op zijn werk of op zijn politieke engagement? “Foute” schrijvers genoeg in de geschiedenis. In mijn studietijd was dit al een speerpunt, toen de Nazisympathieën van Gottfried Benn – naast Bertolt Brecht de grootste duitse dichter van de 20e eeuw – langs de morele meetlat werden gelegd. Nu bliefden de Nazis hem niet vanwege zijn weinig verhullende poëzie over lust, dood en verderf, dus die liefde was snel bekoeld. Benn nam publiekelijk afstand van zijn eerdere beweringen, die zijn poëzie gelukkig nauwelijks hebben beïnvloed.
Ook de werken van collaborateur Louis Ferdinand Céline zijn uitstekend autonoom te lezen: “Van het ene slot naar het andere” over zijn tijd als lijfarts van Pétain, toen die zijn hoofdkwartier had verplaatst van Vichy naar Sigmaringen, leest eerder als een literaire schelmenroman dan een politiek pamflet. Céline heeft nooit afstand genomen van zijn abjecte overtuigingen, maar werd na de oorlog verguisd en sleet zijn laatste jaren als dorpsarts in een of ander normandisch gehucht. Natuurlijk moet een schrijver altijd in eerste instantie op zijn werk beoordeeld worden, maar een Nobelprijs is wel iets anders dan een literaire rehabilitatie, het is de belangrijkste en meest prestigieuze prijs ter wereld en bovendien gekoppeld aan een zekere morele waarde. Mijn eerste reactie op dit nieuws was dat het getuigt van de wereldvreemdheid van het Nobelcomité. Dit is te zacht uitgedrukt. Eerder getuigt het van een grenzeloze domheid en politieke blindheid. Een holocaustontkenner beloon je tenslotte ook niet. Niet aan iedereen is dit ongemerkt voorbijgegaan. Salman Rushdie twitterde dat hij zich al twintig jaar geleden tegen Handkes idiotics teweer stelde. Voor columniste is het een uitgemaakte zaak. Peter Handke moet zijn Nobelprijs inleveren.
Snoepgoed voor misantropen
De Hoge Heren van Huize Nobel
strooien weer met snoephartjes
waarop boodschappen in pastel
waar klimaatpippi met harde trekken
en kiezels in de mond
het moet afleggen tegen
de honingzoete baklavawoorden
en de weense apfelstrudeloratie
van de literaat in de ivoren toren
die uitkijkt over het slagveld
en luistert naar de scheepsberichten
maar het morse niet verstaat
en de taal niet spreekt.
Jolies Heij