DINLIN: Hoezo het tijdperk van het individualisme? Roedelgedrag!

Goedendag poëten en anderen,

Opeens, zo merkte ik, hoewel verstrooid en met mijn gedachten meestal ergens anders dan ter plekke, opeens zegt iedereen: Ik besef mij.
Als in: Ik besef mij dat Zwarte Piet zwart is. Ik besef mij dat Mohammed weinig gevoel voor humor heeft. Ik besef mij dat menige vorst een verzameling bastaarden heeft.

Hoe gaan die dingen? Iemand maakt een taalfout en gelijk neemt iedereen het over? Hetgeen lijkt te getuigen van een verregaande mate van roedelgedrag. Zoals de hausse aan festivals en evenementen dezer dagen. En maar hossen met zijn duizenden tegelijk. En maar taalfouten maken met zijn tienduizenden tegelijk. Ik besef mij, ik bedacht mij, elk werkwoord blijkt opeens wederkerig te zijn. Hoezo het tijdperk van het individualisme? Roedelgedrag!
Wel eens geprobeerd het centrum van Amsterdam te bezoeken in de zomermaanden? Voor je het weet loop je in een woedekoliek trossen homoseksuele medemensen in roze gazen tutuutjes weg te meppen of Britse vrijgezellen in konijnkostuum, tot je enkels in de lege blikjes en plassen kots. Of loop je in andersoortig feestgedruis de meest ernstige vorm van tinnitus op omdat je de deur uitging zonder je Kruidvat-herriestoppertjes.

De meest curieuze uiting van dit roedelgedrag is wel De Museumnacht. Noem me gek maar ik dacht altijd dat het zaak was een museum te bezoeken op momenten dat het er rustig is. Omdat het doel van het bezoek is ongestoord met je neus bovenop het te bewonderen kunstwerk te staan of desnoods vier stappen achteruit te zetten voor wat afstandelijke beschouwing zonder gelijk twaalf andere kunstliefhebbers ondersteboven te lopen.
Fout. Men bezoekt eens per jaar het museum om ook aldaar met zijn honderden tegelijk te hossen. En de directie maar vurig hopen dat zijn museum vol zal lopen met de feestgeneratie. Kennelijk helemaal vergeten dat de beatmis de kerken er ook niet bovenop geholpen hebben.

Roedelig is ook het multifunctionele gebruik van de goed Nederlandse kreet ‘OK’. Vroeger vooral in gebruik als bevestiging van een afspraak. Tegenwoordig in trek als antwoord op alles waarop men geen antwoord heeft. ‘Mijn moeder is overleden’. ‘OK’. ‘Mijn hond heeft mijn kat opgevreten’. ‘OK’. ‘Ik schrijf poëzie omdat je dan met weinig woorden toe kan en lekker snel klaar bent’. ‘OK’.
Hier telt vooral, als in het Chinees, de intonatie. Bij het multifunctionele OK dient de stem omhoog te gaan en iets te blijven hangen. En ziet, op zulk een eenvoudige wijze getroost ploetert de gesprekspartner voort op zijn onbegaanbaar pad.

Wij zijn in het gelukkige bezit van een levende taal, zo verzekert iedereen die ervoor doorgeleerd heeft mij. En levende talen zijn in voortdurende verandering. Is het niet door foutief gebruik dan wel door de muggenzifterij van taalregenten. Die bepalen dat wij arme sloebers, al jaren gewend aan de pannekoek, ineens pannenkoek moeten schrijven. En waarde lezer, u wilt niet weten hoe lang het spellingprogramma van mijn computer erover heeft gedaan te accepteren dat ik echt pannekoek bedoel. Maar ik besef mij dat wij ons dienen aan te passen. Aan alles dat leeft, inclusief de feestgeneratie. En dus ook aan de levende taal. OK.

Met hartelijke groet,
uw DinLin.

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Doe mee met de conversatie

1 reactie

Laat een reactie achter