
Het is een zuigeling, nog niet in druk verschenen. Wilt u het kindje toch graag bewonderen, dan kunt u via mijn website (www.ditmarbakt.nl) een berichtje sturen: dan doe ik u kosteloos een PDF toekomen. Voor het boekje dient te zijner tijd vanzelfsprekend met klinkende munt en grof betaald te worden; iedereen weet immers dat ik dit alleen en enkel alleen voor het grote geld doe. En voor de groupies.
Zo, nu kan ik weer aan de drank.
Ha Pom,
Wellicht heb jij interesse in onderstaand; het bloed kruipt waar het niet gaan kan en nu ik eindelijk het idee heb niet door technische onvolkomenheid halverwege te stranden, heb ik me aan een nieuw projectje gezet: een derde alfabet, een stilistisch ditmaal. Er missen nog zeven letters en de laatste loodjes wegen het zwaarst–over de helft, zeg ik maar tegen mijzelf in de spiegel.
Als het af is zal ik je een PDF doen toekomen–je vindt het vast niet oninteressant–maar ik wilde je toch alvast enkele staaltjes toesturen. Hopelijk vind je ze stichtend, humoristisch, of zelfs allebei.
Alle goeds,
D.
Vandaag ontving ik het bericht dat ook de laatste loodjes zijn gezet en overwonnen – zijn derde Alfabet is voltooid. Van harte Ditmar – HET ALFABET TE BESTELLEN HIER op zijn site – proef hieronder maar voor:

A
Tot
affectief allitereren
is onze Agnus wel in staat;
hoor hem het lamsvlees
dan pinceren,
al zwetend en te onzer baat:
“Godgloeiend godver!” Daar, in
’t vuur,
telt Jezus’ aflaat ieder uur.
B
Ons
tante Beth, neerlandica,
gaat in haar brief weer op die toer:
met scherpe
metonymia
noemt vader ‘slap’ en moeder ‘hoer’
en noemt men, metaforisch,
hier
te huize wel ‘wc-papier’.
D
‘Excla-
en dubitatio!
Wat met zo’n lelijk wijf te doen?
Beperken tot
fellatio?
Haar weigeren, alsook haar poen?
Een zak op ’t hoofd? Het blijft
zo-zo…’
Gedachten van een gigolo.
M
Madame vindt
’t malom: “Á propos
een
naald te steken in ons kind?!”
Dit is
docteur al
snel de
trop:
“’t Wordt ziek dan,
stomme koe! Bezint!”
Zegt hun au
pair
daarop, belerend:
“Uw uitspraak vind
ik vachinerend.”
O
Oxymoronisch
als ‘koud vuur’
doet
men ’t bijvoeglijke aspect
omschrijven
wat nomenclatuur
in
tegenstelling zelf verstrekt:
‘onmetelijke
maxima’,
of
‘angstig ataraxia’.
S
Rijk rijm, dat in
dit versje meewoedt,
alsook in poëzie
van Weemoedt,
ja, zelfs in
songteksten van Maywood,
wordt veel
verguisd; maar ach & wee, moet
zo’n
schüttelrijmend ‘spoonerisme’
wijken voor
verzenzelotisme?
T
Het
tutje, dat, bewaard als maagd
met manvolk in discussie gaat
omtrent haar
hymen: desgevraagd
verenigt zij een reine staat
met in het kontgat
enculeren…
Je reinste tautologiseren.
Z
Een
zedenspreuk sluit alles af,
als boeren ’s nachts de zeug maar op.
Kijkt
moeders diep in de karaf,
dan vast uit naar een and’re job.
Zag u hier niets in, strijk en
zet:
neem op de pen, en af uw pet.
-x-