

Die tijd aan zee in stilte van liefde
het schuimend sop achter de branding
hangt in vergetelheid
geruisloos gaat ‘t Zijpe
voorbij aan paden langs Burgerbrug
langs ‘t romantisch zand
de vergeten zee van toen
het leven met jou een brug terug
voorbij de tweesprong van onze harten
de tuin van de dood
verbergt het voorbije leven
de dagen tellen niet meer
de jaren zijn verlaten in vergetelheid.
Rik van Boeckel
30 mei 2020
–>
een mooie en zachtaardige ook weemoedige weg terug langs ’t zijpe, zoals het Zijpe altijd zal zijn en aan het leven voorbij gaat. aan de liefde beschreven voorbij zal gaan, de voorbije liefde, het voorbije leven waarin niets meer telt en ook later niets meer telt, omdat alles voorbij gaat omdat alles voorbij is gegaan, in vergetelheid is opgegaan – ’t Zijpe de stille getuige, de dichter nog aanwezig om van het voorbije te schrijven. mooi in alle eenvoud. indrukwekkend mooi.

Ik ruilde het balkontafeltje in voor Frankrijk nu het nog kon
de beurzen stonden hoog het rentepercentage laag
In dit oude land gaf niemand een gulden voor het leem dat droop,
de fundering die zakte
De dorpskapel deed al lang niet meer aan blaasmuziek
Het kerkhof lag er armzalig bij
En ik, ik dacht nieuw leven te blazen
en zocht om het leem te stutten, in de kapel blies ik mee
Tot een virus en failliet ging nog meer failliet
De tafelpoten braken
onder de stoelen een weggegooid masker,
haar dienst gedaan niet en nog eens om de mond gesnoerd
Maar U bevuilt Uw stad, zei de burgemeester,
let op Uw eigendommen
U kunt Uw stad niet nog meer bevuilen.
Geef U toch over aan een nieuwe tijd
Maar de bewoners wilden houden wat er was
en aten opnieuw van overtolligheid
Zij groeiden en groeiden en droegen niet bij
aan waar een virus voor had willen waarschuwen
Ik zag het en overwon
een stap die over alle bitterballen en moules et frites heen
zal leiden naar rust, ruimte en regelmaat.
Anne Borsboom
–>
de opdracht deze week – geef de lezer iets van dat achteloze geluksmoment – zoals de dagen ooit voorbij gingen aan geliefden, de dagen, de uren, de momenten van geluk – om te delen om op terug te kijken met iets van weemoed, maar niet te veel – zo prachtig ingevuld door de dichters deze week. zo vurig verlicht was pinksteren nog niet, zo mooi ook beschreven door anne borsboom. over het oude land, over leem en de kapel – de mensen die maar niet willen weten van de rust en de ruimte. door anne in haar poëzie gevonden. het oude en het nieuwe in woorden weergegeven om te genieten van het nieuwe oude – het jachten en jagen voorbij – daaraan voorbij gaan, gaat anne. ik zie haar staan, ik zie haar lopen.
- Anne Borsboom – Ik ruilde het balkontafeltje in voor Frankrijk
- Elbert Gonggrijp – Kijk het aan, blijf bij mij.
- Petra Maria – misschien zijn wolken wind en blauw vandaag genoeg
- Frans Terken – zoals woorden hier wortelen
- Anke Labrie – zoiets te zien zoiets altijd te blijven zien
- Rik van Boeckel – geruisloos gaat ‘t Zijpe
- Cartouche – wij tweeën voet aan voet
- Ien Verrips – hem op te knopen aan zijn zijden das
- Lisan Lauvenberg – Dan vergeten we de dagen van pijn
wie wint de enige echte virtuele – in die mooie staat van achteloosheid verglijden de dagen, de uren, momenten van geluk – trofee op pomgedichten? deze week is het aan de dichter om aandacht te besteden aan wat zomaar gegeven is, zomaar voorbij kan gaan, zomaar voor geluk kan zorgen. geef de lezer asjeblieft zo een achteloos geluksmoment mee om te bewaren lieve dichter, een moment om bij stil te staan – in alle achteloosheid die ons zo eigen is. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

ik was die bloem weet je en altijd bereid tot bloeien
in die tuin met een heg tegen de buren
het plastic tafeltje voor als het weer op frankrijk leek
de dagen die achteloos voorbij gingen
oplosten in diezelfde achteloosheid
waarin ook wij bestonden
in de mooiste woorden die te vinden zijn
ze had ze graag gelezen
ze wist dat hij ze schrijven zou
pom wolff
vergeet niet de uitnodiging om mee te doen aan die schrijfwedstrijd ‘puur natuur‘


Kleinschalig gedicht
Niet verder dan hier. Aanwezig tot en met. Ik
bedoel dit – deze ruimte een tuin aan de kant
van het geluk, dierbaarder dan wat ik ooit zag,
een doodstille plek – niets te verliezen en
ook daarom – bomen bijna verlegen,
bloesem bijna in bloei. Kijk het aan, blijf bij mij.
Je verhaal gaat eens voorbij. Verdrietige vreugde,
het geluk van het gelijk tot het ophoudt daar
waar ik sta, stond, heb gestaan –
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
vrijdag 29 mei 2020
–>
blijf bij mij – dat tedere moment, die ene overweging, elbert en de tuin aan de kant van het geluk – mooi gezegd. klein gehouden – alles staat nog te gebeuren. een romantische natuurobservatie en alles doet mee. de bomen verlegen, de doodstille plek. tot het ophoudt, gezien door een dichter, door elbert.

er zit iets in het ritme
van de dingen
hoe het gonst en zweeft
waarom volgen wij
de groeven van de rivier
met de wereld
als een verdwaald
bijenvolk
om ons heen
misschien zijn
wolken wind en blauw
vandaag genoeg
onschuld
zijn wij
vandaag genoeg
petra maria
–>
ik houd niet van vragen in een gedicht gesteld die de dichter zelf dient te beantwoorden. ik weet ook niet waarom wij de groeven van een rivier moeten volgen. wellicht kun je de vraag voorleggen petra maria aan arjan peters. dan is je lunch vandaag verzekerd. hoe dan ook. dit gedicht behoeft geen vraag – een antwoord wordt in de laatste twee strofen geopperd – de lezer verzint er zelf wel een vraag bij. en peters zijn eigen onschuld.
misschien zijn
wolken wind en blauw
vandaag genoeg
onschuld
zijn wij
vandaag genoeg
met de wereld
als een verdwaald
bijenvolk
om ons heen
zo is mooi en genoeg geschreven petra, zo is het gedicht volkomen.

In de tuin meer dan ruimte
genoeg om de zon te vinden
aan het houten schrijftafeltje
torent de klimroos boven het hoofd
groeien en laten groeien
zoals woorden hier wortelen
en volmondig bloeien
legt de dichter de hand erop
niet die van schuttingtaal
maar de zacht geurende
uit de bloemschermen
stijgen ze weldadig op
als bijen zoekend naar nectar
zoemen ze onverdroten rond
om later behoedzaam te landen
de lading met liefde toegedekt
© FT 30.05.2020
–>
in zacht geurende woorden gaat de dichter ons hier voor. in een natuurlijk verhaal van de liefde met een zachte landing op een bloemenbed op het eind. de observatie in de tuin in strakke strofen gegoten. frans terken laat geen poëtisch moment zomaar voorbij gaan daar is ie teveel dichter voor.

Dit gedichtje is opgenomen in de bundel ‘De geest van 2020’, een bloemlezing die begin 2020
al uitkwam (Stichting Spleen), nog niet echt iets vermoedend van de huidige situatie.
De afgelopen maanden, waarin ik thuisbleef, kwam dit gedichtje nogal eens in beeld.
Met hartelijke groet,
Anke
Amsterdam 2020 (III)
hoe de schaduw van een boom
die iets verder staat
in de smalle straat waarin ik woon
onzichtbaar vanuit mijn raam
door de storm beweegt
op de hoge muren aan de overkant
even beschenen door de zon
dan weer ineens verdwenen
door voorbij zeilende wolken
donker met daartussen flarden blauw
wel zichtbaar in het kader
van mijn kleine raam
zoiets te zien
zoiets altijd te blijven zien
anke labrie
–>
de laatste twee regels maken het gedicht, geven aan de nauwkeurig beschreven observatie poëzie mee. was eerlijk gezegd ook wel nodig omdat we – ‘in het kader van …’ – ik weet niet wat – bijna in een vergadering waren beland van ik stel me voor gemeenteambtenaren die in het kader van stadsherstel en straatinrichting en in het kader van natuurlijke aanleg met duurzame aspecten een vergadering hadden belegd om …. en toen brak gelukkig de dichter in op de woorden met die twee laatste prachtige regels van poëzie. en vielen de monden van ambtenaren open – viel de vergadering stil.

van achteren een halve maan
in strakblauw gestoken
boven een bomenrij
langszij een kleine stuw
waar voorbij water licht
langs boorden strijkt
een loopje neemt als run*
golfjes van lijzige haast
spiegelschrijft
tussen scheerklaar gras
en een mat van biezen
wij tweeën
voet aan voet
argeloos voor de draad
door het prikkelgroen
hakend
aan een zo goed
als tastbare einder
Cartouche
300520
* de Run, een mooie waterloop in Kempenland.
–>
de herinnering van die twee is me veel liever dan de loopjes die de dichter met de taal neemt. (spiegelschrijft/scheerklaar gras/strakblauw gestoken) de laatste 7 regels maken dit gedicht. maar meneer wolluf krijst bettie hier in de VU op de IC – dichter Cartouche heeft toch een aan loopje nodig om die laatste 7 regels zo mooi te laten uitkomen. rozen komen uit bettie – gedichten niet. meneer cartouche heeft geen spitsvondigheden nodig om mooi te schrijven. gaan we vanmiddag lunchen bettie?

voor ons bestaat er geen gewoon
voor ons alleen bijzonder en apart
zijn wij ook zeer markant
de dingen die wij zeggen zijn nooit ordinair
maar diep doordacht voortreffelijk verwoord
ons huis design de meubels en de schilderijen
kunst met een grote K exquise o zo fijn
op een doordeweekse dag leek het heel normaal
hem op te knopen aan zijn zijden das
the suashish necktie
Ien Verrips
–>
Ien had er graag een plaatje bij – had ze ook opgestuurd – maar ik ken de rechten niet Ien van de bijgevoegde foto. met dit soort jongens moet je oppassen. als ze voor een sjaaltje al twee ton vragen dan ben je zomaar een ton kwijt voor een fotootje. ik probeer te bedenken wat deze tekst te maken heeft met het thema = wat zomaar gegeven is, zomaar voorbij kan gaan, zomaar voor geluk kan zorgen. Ientje beschrijft haar moordlustige neigingen tegenover een uit de hand gelopen consumptiemaatschappij en knoopt er lustig op los – de woorden bedoel ik – best wel geestig. ach moordlustige dames op een mooie pinksterdag – wie kan er op tegen zijn. ik niet. we weten zonder handschoenen aan is het met Ien slecht lunchen.

Vandaag weer eens genoten van een fietstocht door de stad. Dit komt nooit meer terug, dit blauw boven de de huizen, en de lege straten. Onwezenlijk, maar mooi, de stenen staan er, maar de mensen zijn het leven in de stad. Die komen terug. Liefdevol hoop ik.
De stad is intens blauw en groen
in mij rijst het verlangen
om ook Intens blauw en groen
en zo helder en weerspiegelend.
Dan vergeten we de dagen van pijn
en wanhoop van langs de kant staan
en geen houvast voelen in de engte
van het bed waartoe veroordeeld
Ik vang de zon voor je en de wind
mijn kind en dan omhels ik je
en vergeten we het missen.
© Lisan Lauvenberg
30 mei 2020
–>
de introductie bijna een gedicht en bijna mooier dan het zo liefdevolle gedicht zelf. ze vangt de zon en de wind om het lelijke te vergeten en het mooie warm te koesteren. soms wil ik ook in lisannes armen in het zonnetje en in die zwoele wind. dat ze de zon voor me vangt. om de dagen van pijn te vergeten. dat ik er later over schrijven zal –
vandaag weer eens genoten
dit komt nooit meer terug
dit blauw boven de huizen
de lege straten
onwezenlijk, mooi
jij en de stad
en toch
zo liefdevol veel
ONSCHULD
er zit iets in het ritme
van de dingen
hoe het gonst en zweeft
waarom volgen wij
de groeven van de rivier
met de wereld
als een verdwaald
bijenvolk
om ons heen
misschien zijn
wolken wind en blauw
vandaag genoeg
onschuld
zijn wij
vandaag genoeg
petra maria
Dichter bij de tuin
In de tuin meer dan ruimte
genoeg om de zon te vinden
aan het houten schrijftafeltje
torent de klimroos boven het hoofd
groeien en laten groeien
zoals woorden hier wortelen
en volmondig bloeien
legt de dichter de hand erop
niet die van schuttingtaal
maar de zacht geurende
uit de bloemschermen
stijgen ze weldadig op
als bijen zoekend naar nectar
zoemen ze onverdroten rond
om later behoedzaam te landen
de lading met liefde toegedekt
© FT 30.05.2020