
Vorige week was ik op de maandelijkse Poetsclub avond in café De Schouw. Bij binnenkomst zag ik door de hele kroeg heen met tape afgebakende gebieden. Navraag leerde me dat dit de gebieden zijn waar men mocht zitten. Zo wordt voldaan aan de richtlijnen van het RIVM en de regels die voor de horeca zijn afgesproken. Ook kreeg ik te horen dat je je wel op het terras mocht begeven, maar dat je dan wel moest gaan zitten en niet mocht blijven staan. Op de Witte de With lig je onder het vergrootglas van onze gewaardeerde toezichthouders, dus ik kon er rationeel wel begrip voor opbrengen. Maar na één ronde poëzie zag ik me toch genoodzaakt om de zaak te verlaten. Een dag mentaal gareel kon ik niet op deze wijze besluiten. Terugfietsend over de Mauritsweg passeerde ik café de Ridder. Binnen zag ik in een spookachtig licht barman Romano staan. Als een geest sloop ik binnen en ging in Romano’s dode hoek aan de toog staan. Hij schrok zich de pleuris, toen hij zich omdraaide en me ontwaarde. We lachten, wisselden plaisanterieën uit en ik bestelde een Duvel. Ik kon staan, zitten, lopen waar ik wilde, maar uiteindelijk heb ik hoofdzakelijk op één plek aan de bar gehangen. Toch was het vrijheid en pas anderhalf uur later rolde ik beneveld de nacht in naar huis. Dat voelde goed.
Twee weken geleden was ik op poëzie Lagogo in Hillegersberg. Het eerste festival, dat wel doorgang kon vinden in Rotterdam. Ook hier gold, dat je op je stoel moest blijven zitten op het festivalterrein. Als artiest heb je dan nog geluk, dat je functioneel wat moet lopen soms en dat er een backstage is. Maar er werd wel gewaakt, dat er geen loopje met de regels genomen werd. We hadden echter al snel een gat in regelgeving gevonden. Als je bier haalde aan de bar, dan kon je het terrein verlaten en tegen het dranghek geleund, met je bier binnen het festivalterrein, toch staan en je vrij bewegen. Absurd en wellicht kinderachtig gedrag, maar het stoorde niemand en formeel gezien was alles in orde. De lijn tussen de ene of de andere wereld bestond uit een dranghek. En zo leef ik nu al maanden in meerdere parallelle werelden. Je kan zo van de ene werkelijkheid de andere in stappen.
Dat moest minister Grapperhaus ook gedacht hebben toen hij zijn huwelijk vierde. En inderdaad, heel Nederland viel over hem heen. Een markante uitspraak die ik in de krant las, was ook dat je als publiek figuur altijd in functie bent. Nu hoor je dat vaker en lijkt dat ook wel gemeengoed te zijn. Dat is best een beangstigende gedachte, gezien sociale media van iedere nitwit en burger een publiek figuur maken. Vroeger als de Franse president er een maîtresse op na hield was ‘Et alors?’ genoeg om het publiek het zwijgen op te leggen. Maar nee, nu niet meer. Want we moeten altijd in functie zijn.
Dat is een heel enge gedachte, maar het is er in geslopen. We verworden steeds meer tot één dimensionale mensen. We kunnen maar één ding zijn, en daar moet alles in geïntegreerd zijn. Zo wordt het in relaties ook gezien. Je partner moet alles voor je betekenen en overal invulling aan kunnen geven. Geen wonder dat er in de relationele sfeer zoveel mis loopt. In het werk met het ‘altijd bereikbaar zijn’ en nu helemaal met het thuiswerken, vervaagt steeds verder de grens tussen werk en privé, voor zover die nog als zijnde ervaren wordt. Oh ja, en vergeet niet breed te verkondigen, dat alles super, nice, chill en in orde is.
Maar wat is nou de moraal van het verhaal? Het is beter als het allemaal niet verweven en geïntegreerd is. Dat is één van de pijlers van echte vrijheid. Dat ik kan kiezen tussen werelden binnen hetzelfde leven. Dat ik kan bewegen tussen dimensies, als dat nodig is. Een één-dimensionale wereld is plat. En als iedereen erin gelooft, is hij dat ook. Als iedereen gelooft, dat alles in enen en nullen en zwart en wit samen te vatten valt, dan is dat uiteindelijk ook zo. Door deze schijnbare ‘eenheid’ of ‘compleetheid’ verwordt een menselijk leven tot een voorspelbaar algoritme. Maar dan zul je mij buiten de dranghekken vinden, met een biertje in mijn hand. En iedereen zal zich afvragen, hoe dat dan kan, want dat past niet in het plaatje. Dan zal het ook wel niet echt zijn. Toch raar, wie er dan in die fantasie leeft…

Geachte heer Wolff,
We leven er nog lustig op los.
En schrijven blijft een houvast in onvaste tijden
en bij deze een nieuwe foto, op credits van Fred Ernst
XV
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl