
Prijsuitreiking Schrijfwedstrijd
Het thema van de schrijfwedstrijd, die jaarlijks wordt georganiseerd door deze vereniging, https://www.kunstgroepbuitenveldert.nl/ is dit jaar Puur Natuur. De exposities die wij in het najaar organiseren in de Vreugdehof (De Klencke 111, Amsterdam) en in het Huis van de Wijk Buitenvelder t hebben hetzelfde thema. Het is altijd boeiend om te zien hoe gedichten en beeldende kunst elkaar kunnen versterken.
Helaas zijn de kunstcafé’s dit jaar niet doorgegaan zodat ook de twee prijsuitreikingen van de schrijfwedstrijd op alternatieve wijze hebben plaatsgevonden.
De hoofdprijs is gewonnen door Willa Wierckx, zij ontving uit de handen van de jury een speciaal bij haar gedicht door Gerdi Wind vervaardigde ets/aquatint, waar zij erg blij mee was. Bij deze kleine feestelijke gelegenheid ontving jurylid Pom Wolff uit waardering voor zijn professionele beoordeling èn het kundig verwoorden in het juryrapport een ets van dezelfde kunstenaar.
De tweede prijs, op een andere tijd en een andere locatie, werd gewonnen door Anton Meester, die een door Ienke Damsté gemaakte linoprint in ontvangst mocht nemen, ook hij was zeer blij met de gewonnen prijs.
De jury bestond naast Pom Wolff uit Gerdi Wind (voorzitter van Kunstgroep Buitenveldert). Zij heeft zich met veel plezier over inzendingen uit de wijk, maar ook uit Friesland en zelfs België gebogen en kwam tot een unanieme beslissing.
Zie ook de website van Pom Wolff: www.pomgedichten punt nl

Juryverslag – de schrijfwedstrijd 2020 uitgeschreven door de Kunstgroep Buitenveldert met het thema PUUR NATUUR
De schrijfwedstrijd 2020 uitgeschreven door de Kunstgroep Buitenveldert met het thema PUUR NATUUR voor dichters uit Buitenveldert en omgeving heeft een twintigtal dichters geinspireerd tot het inzenden van gedichten. Het woord ‘omgeving’ is door een aantal inzenders breed geïnterpreteerd – zelfs inzendingen uit Belgie werden ontvangen. Enschede, Friesland, Maarssen, Almere, ja zelfs Lent lieten zich niet onbetuigd. De jury bedankt de dichters, alle dichters voor hun inzendingen heel hartelijk. Toch dient de omschrijving ‘Buitenveldert en omgeving’ meer in beperkte geografische zin opgevat: ‘Buitenveldert en omgeving’ mag Amsterdam en omgeving zijn, Amstelveen ook nog goed – maar Belgie gaat echt te ver. Kunstgroep Buitenveldert – https://www.kunstgroepbuitenveldert.nl/ – is nu eenmaal een lokaal gebeuren.
Op een warme donderdagochtend in het vroege ochtendlicht waarin de nacht was opgegaan, in augustus van het jaar 2020 kwam de jury bijeen – Gerdi Wind en Pom Wolff – zij lazen de door de 020 dichters ingezonden gedichten hardop aan elkaar voor in een met zon overgoten natuurtuin – in Buitenveldert – nog geen wijn op tafel – puur natuur dus – onder het genot van een kopje koffie – kortom nog volledig bij zinnen.
Bij de inzending van Niels Root schreef de jury:
Niels Root
een alleraardigst gedicht. lieflijk ook. de lentezon centraal in het hoofd van een rijmende hoofdpersoon. toch ontkomt de dichter niet aan clichés: bijtjes die zoemen, vogeltjes die fluiten. we missen, hoewel de dichter de zon zo graag ziet stralen, die magistrale stralende zon van een johnnie van doorn – l poëzie met een beetje lef, woorden die een beetje buiten de geëffende paden trachten, een regel die de lezer op het verkeerde been zet, een gedicht met onweer.
Bij Norma Bouterse: dichteres is blij. heel erg blij. een gedicht vol blijdschap. ‘wij zijn twee bloemen van een plant’ – een mooie regel. maar toch: het schrijven over blijdschap alleen is niet genoeg voor een winnend gedicht.
Bij Merik van der Torren: ‘het aroma van slakkenstront’ is de jury onbekend. weer wat geleerd. een gedicht met aardige aansprekende regels over bossen munt van vroeger, de ganzenveren deken, de wijde rokken. en toch op de een of andere manier lezen we liever niet over slakkenstront. in een kort gedicht telt elke regel dubbel – ook de regels die je liever niet leest.
Bij Miyuki Hoogeveen: Miyuki kent wel heel veel ‘intensiteit’! wel drie keer in één gedicht. wat de jury betreft teveel intensiteit. als de jury heel precies zou lezen dan gaat het in de eerste twee regels al mis. als de geur van koffie de grote motivatie is om op te staan dan heeft iemand anders die koffie gezet – niet Miyuki zelf – en dan ben je dus ook niet ‘alleen’ zoals we later in het gedicht lezen. of deed de timer zijn werk of was het de geur bij de buren. hoe dan ook: de echte jury kritiek richt zich op iets anders – vooral op de grote woorden (motivatie, intentensiteit, promoveren) die in ‘het gedicht’ worden gebruikt en die je nou net niet in een gedicht moet gebruiken. het gedicht is meer een stuk proza met soms aardige redeneringen.
Bij Méland Langeveld: dichters moeten niet te veel hun best doen – dan geloof je ze niet meer – je kunt ook zeggen dan zijn ze met zichzelf bezig en niet met de lezer – voor wie ze toch in wezen schrijven – zeker in een wedstrijd: de jury bedoelt ‘wijsheid die rijpt’, ‘korzelig kraken’, ‘blaadjes die week klapperend hangen in de frisvroege wind’ en dan wordt er ook nog ‘ontpopt”. nee dit gaat allemaal te ver en is te ver gezocht om nog geloofwaardig te zijn. deze dichter kan natuurlijk wel goed schrijven, maar svp minder constructie en meer hart. én daarmee geloofwaardigheid.
Bij Florian de Vries: hoewel dichter natuurlijk een geëigende poëzievorm heeft gekozen – voor die gedachte hulde – bij het gegeven thema PUUR NATUUR – toch hebben de leden van de jury weinig op met de haiku: met de geconstrueerde regels met zus of zoveel voorgeschreven lettergrepen.
Bij Arie Lalleman: niet dat de jury arie helemaal volgt in zijn iets te chaotisch opgezet gedicht – de dichter wisselt daarvoor net teveel van perspectief – maar dat hij vissen laat verdrinken is werkelijk briljant. dat zie je niet vaak! arie schreef iets te veel anekdote voor de winst.
Komt de jury bij de drie meest eervolle vermeldingen – de volgende drie topgedichten waaruit de winnaar van deze wedstrijd werd gekozen: Puur natuur van Willa Wierckx, de Knuffel van Imad Abbas en Puur Natuur van Anton Meester.
We lazen hartverwarmende woorden van Imad Abbas. “het mooiste dat kan gebeuren is de Knuffel..” een dapper handschrift gedicht, waarin hij een zeer sprekend gevoel weet over te brengen hoewel de Nederlandse taal hem te zwaar valt en hoewel hij in het gedicht woorden moet gebruiken uit een taal die niet de zijne is. De jury vermoedt dat als deze dichter in zijn eigen taal zou schrijven en als de jury die taal machtig zou zijn dat we zouden omvallen van bewondering.
Zeker ook een meer dan eervolle vermelding voor Anton Meester en zijn gedicht. Een indringende herhaling van woorden: ‘Wat opvalt is de stilte buiten,..’ waarna de dichter met overtuiging en poëtische kracht de verworvenheden die deze (corona) stilte biedt invult met eigen geluiden en waarnemingen.
Willa Wierckx schreef een natuurverheerlijking – in tijden van Corona – in deze nieuwe werkelijkheid zoals zij deze tijd benoemt – gaat dichteres op zoek naar iets van puurheid, iets van echte natuur. weg uit de benauwenis van die benauwende coronatijd – zo gaat zij – op zoek aan de randen van de stad binnen de randen van de ontstane mogelijkheden – én dichteres vindt uiteindelijk een weg uit al die benauwenis – in de natuur – in poëzie beschreven, een natuurlijke weg. een formidabel gedicht. een bevrijdend gedicht. voor de dichteres zelf en voor de lezers.
In de laatste regel van de voorlaatste strofe las de jury de woorden ‘rode rok’ waar de jury vanwege het rijm ‘rode dijen’ verwachtte. zo zet deze dichteres in dit winnende gedicht de jury op het verkeerde been. Van Harte gefeliciteerd Willa – mede namens de juryleden Pom Wolff en Gerdi Wind.
Puur natuur
Ik liep in de Corona stad,
slalommend in de nieuwe werkelijkheid
Tussen vol, lawaaiig en obscuur,
ontwaakte de drang naar de natuur.
Ik liep langs straten en langs pleinen,
zag gazon en perk en grind
Ik dacht, hoe lang moet ik dwalen,
voordat ik iets natuurlijks vind?
Aan de randen van de stad gekomen,
zag ik een weiland, met alleen maar gras
De zon scheen ongenadig op de koeien,
omdat er geen boom met schaduw was.
Ik schudde mijn hoofd en een beetje somber,
tuurde ik halsreikend naar gewas
Misschien dat daar, rond dat verre bochtje,
nog iets natuurlijks te vinden was?
Ik vond een weggetje, het leidde naar een slootje.
De bermen vol met klaver en met boterbloem.
Daar groeide klaproos en kamille
en overal klonk het gezoem,
van hommels en van honingbijen
Ik kon me tussen struiken, gras en bloemen vleien,
Zacht en geurend was mijn plekje,
een vlinder landde op mijn rode rok.
Over het water zweefde een waterjuffer
en daalde sierlijk tussen het bloeiend riet
Het zwoele briesje rook naar puur natuur,
toen ik daar neerlag in het middaguur.
Willa
24-7-2020