
Paul Bezembinder nieuwste gedichtenbundel PARKZICHT. PARKZICHT van Paul Bezembinder is van de Poëzie maar PARKZICHT is meer dan poëzie alleen.
De nieuwe gedichtenbundel van Paul Bezembinder heet PARKZICHT. We lezen 42 gedichten en één tegeltjeswijsheid. De inhoudsopgave treft de lezer aan op de pagina’s 57 en 58. Deze inhoudsopgave kent geen normaal verloop – deze loopt niet van pagina 7 tot aan pagina 48 – maar is, naar ik vermoed een leeswijzer: beste lezer begin op pagina 38 bij het gedicht “Bij de huisarts” om na veertig gedichten op kriskras aangegeven pagina’s te eindigen bij het gedicht de “Wijze raad” op pagina 21. En tussen pagina 38 en pagina 21 wandelen we op 40 pagina’s poëzie mee met Paul Bezembinder in zijn beeldentuin van het door hem prachtig onderhouden – ach laten we de dichtbundel een museum noemen – het museum PARKZICHT.
Ik ben zo vrij geweest om de gedichten toch gewoon van voor naar achteren te lezen en deze lezer heeft daar twee dagen de tijd voor genomen in twee lezingen. Krijgen we inderdaad ‘een tragische liefdesgeschiedenis’ gepresenteerd zoals de lezer wordt beloofd op de achterflap van deze prachtig uitgegeven bundel PARKZICHT? Verder wordt ons ‘ongemakkelijkheid’ beloofd en dat wij ‘nooit meer dezelfde’ zullen zijn. Ik zal het u meteen vertellen: het is allemaal waar. Paul Bezembinder maakt waar wat hij belooft.
Maar laten we bij het begin beginnen – waar dat begin ook uithangt in deze bundel – ik wil bijna zeggen deze bundel zonder begin of einde. Natuurlijk is de aanvankelijke verwarrende volgorde van dingen en mensen en van de beelden ongemakkelijk. Aan de andere kant biedt het de lezer (en deze recensent) ook de gelegenheid om zijn eigen volgorde vast te stellen én om heel gericht te lezen:
Lecture dirigée (op pagina 23)
Wie Bezembinders werk beschouwt,
bespeurt een onuitsprekelijk verdriet, (…)
en dat klopt zeker na de prachttekst op pagina 22. Onze Bezembinder bezoekt de
“Buurtbarbecue”
Ik zag haar tussen haar vriendinnen staan,
(…)
Ik wist meteen: die kijkt zo door je heen,
als zij je niet ziet staan … als zij jou niet
ziet zitten, dan sta jij (voorgoed) alleen,
dan gieren al haar spoken door je heen.
Zo ging het ook met mij. Ik had gelijk.
Zij zag me. Ik kon naar het dodenrijk.
Bezembinders ‘levenslange rouw’ op pagina 23 beschreven als een virus liep hij mogelijk op op pagina 22. Ik ben toch blij dat ik pagina 23 na pagina 22 las. Bezembinder had het liever anders gewild getuige de inhoudsopgave: pagina 22, 28, 18, 43, 26, 42, 13, 39, 32, 11, 37, 36, 20, 8, 10, 47, 46, 19, 44, en dan pas pagina 23!
Nog een paar woorden over tragiek en liefde – dat u zich niet bekocht voelt – u krijgt in deze bundel in meerdere gedichten wat op de achterflap wordt beloofd: zeker in het “SLOTWOORD” naar de wetten van Bezembinder te vinden op pagina 14 redelijk in het begin van de bundel:
Nu zij voorgoed bij mij is weggegaan
vraagt u zich af hoe het ons beiden zal
vergaan. Verzinkt zij in de mist der tijd?
Leer ik te leven zónder haar afwezigheid?
waarde lezer, u weet vast het antwoord al,
ik riep nog lang vergeefs ‘Ik hou van jou!’
en vond dan toch een plek die mij beviel,
een plek waar ik nog jaren zwerven zou:
het park rond de ruïnes van mijn ziel.
Om in het indrukwekkende gedicht ‘Hersttij’ op pagina 47 voor haar in het park een standbeeld op te richten. Het park compleet, Parkzicht de titel van de bundel passend, de bundel een museum! met uitzicht op Bezembinders beeldentuin.
Sprak ik hiervoor over een poëziebundel? Ja dat deed ik. PARKZICHT van Paul Bezembinder is van de Poëzie maar PARKZICHT is meer dan poëzie alleen. we lezen het gedicht – de tekst op pagina 9:
Parkzicht
Ja, klopt, ik had mij aan de elegie nog niet’
gewaagd. Misschien dat het verdriet te vast
zat nog, dat ik de alchemie die ervoor nodig
was toch niet vertrouwen kon. Ik had Sjestov
en hield het in mijn dichtkunst bij de aprostrof.
Het is met Parkzicht dat ik aan de elegie begon.
De bundel is óók een inleiding in de filosofie van SJESTOV. De dichter Bezembinder ‘had’ Sjestov – tot zijn beschikking – lezen we en handelt in de geest van de filosoof Sjestov, zeker nu ‘het verdriet’ nog te vast zit – Sjestov geboren als Jehoeda Lejb Schwarzmann Oekraïens-Russisch-Joodse existentialistische filosoof 1866-1938.
Sjestov lijkt Bezembinders voorganger in een absoluut individualisme, om de individuele mens te tonen in al zijn oorspronkelijkheid, in al zijn wanhoop, in de harde onverschilligheid van de werkelijkheid, in de onverbiddelijkheid van de rede ook.
In zijn filosofie wijst Sjestov naar wat misschien niet kan worden uitgedrukt, maar wat voorbij de wanhoop ligt. Dit is wat hij “vertrouwen” noemt. Dit is niet een “geloof”, geen “zekerheid”, maar een andere manier van individualistisch denken te midden van knagende twijfel en onzekerheid.
En zo las ik deze prachtbundel van Paul Bezembinder ook – waarin de dichter als mens wordt getoond in gesprek met de lezer en met (grote) tijdgenoten uit heden en verleden – de tijd – vrij naar de filosoof – als tegenpool van de eeuwigheid. Wij tijdgenoten leven – reflecteren – met de dichter mee – met de dichter als een mens van vlees en bloed – met deze dichter een mens van vlees en bloed – en waarin ZIJ – die grote verdrietige geliefde – verwezen wordt naar de eeuwigheid. Als standbeeld, verworden tot standbeeld in dichters beeldentuin. Ik wandelde twee dagen zo heel graag met Paul mee in Pauls beeldentuin. Alleen al om de reflectie op pagina 20 in PARKZICHT. Deze gedichtenbundel van vlees en bloed en van verstilling is een lust voor het oog!
Een reflectie
Mijn lief, dat ik per se fonetisch schrift
voor onze schaduwvaart gebruiken zou,
begrijp ik nu. Mijn lichaam was geschift
toen het voor altijd van jou houden wou.
(Niet dat het dat nog altijd kunnen zou.)
Ik ben er weer, lijkbleek en transparant,
als rijstpapier, een reiger aan de water-
kant die in het vroeger leven van de
vliet alleen nog doodstil heden ziet.
Recensie Pom Wolff
11-12-2020