Suzanne Krijger over het bouwen van afdakjes waar men kon schuilen voor buien ongemak die liefde met zich meebracht

Onder een afdakje onbezonnen liefde

Ik lees je over de golvende platen boven je hoofd
De klok slaat twaalf terwijl je onder het afdakje mijn laatste adem rookt
Als een ondertiteling voor de woorden die je eigenlijk zeggen wil denk je
“Ik vind het niet oké als je gaat.”

Maar
Terwijl vanaf het afdakje bakken met verzet uit de lucht vallen en de lantaarnpaal een streep zet door donker doende woorden
Zucht ik je de laatste knuffel, en fiets weg
Weet je
Ik vond het leuk toen ik de weg naar je huis nog niet wist
Wanneer ik in straten de bomen verwikkeld in sjaaltjes kon zien die op een gegeven moment groot genoeg waren om met elkaar te takken
En dat ik vijf keer rechtsaf en vier keer linksaf en drie keer de bocht om ging en nog twijfelde of rechtdoor in je goede straatje paste

Maar ja
Dat was goed, toen
Die spontaniteit ben ik denk ik kwijt geraakt
Alsof het zwart voor mijn ogen werd terwijl ik enkel knipperde
We hebben wel altijd de warmte mogen opzoeken terwijl ik de afwas deed
Ik schrobde met liefde, onder genot van muziek, de overdagjes en mislukte grappen weg
En jij die plukte voor plukte voor plukte voor plukte de bloemen van de schone schaaltjes

Maar je hield ze voor jezelf en wilde niets missen
Ook al had dat een deel van mijn hart kunnen vullen
Steeds vaker zag ik, gereflecteerd in televisiebeeld, lichtlampjes die de laatste hoop wilden stillen
Ze verlichtten een kaart die me nieuwsgierig maakte naar andere dingen zoals
Gidsen, door gevoelens anders dan de jouwe
Het bouwen van afdakjes waar men kon schuilen voor buien ongemak die liefde met zich meebracht want
In een veranderend klimaat kwamen jij en ik op een punt waar die stip op de kaart mijn trouw niet meer kon uitdrukken

Dus fiets ik nu vandaan
Een afdakje dat ik voor je bouwde maar waar alleen jij kon schuilen
Die ruimte nu, zo groot als de afstand tussen de rand van mijn capuchon en rondingen van jouw hoofd, verbeeld een verbinding die ik nooit zal vergeten
Toch heb ik de spontaniteit moeten nemen door te zeggen:
“Ik vind het oké, als ik ga”


Suzanne Krijger

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter