
vandaag is het echt onmogelijk om onderscheid te maken in eremetaal – zoals je ook geen rangorde in leed kunt aanbrengen – door de woorden heen galmen de emoties van dichters – grote dingen kleine dingen maar waardevol in herinnering. dichters dank jullie wel voor mooie woorden – waarbij ondanks de persoonlijke zaken 7 sterke gedichten de lezer worden aangeboden – om te genieten bij elkaar – een gevoel van weemoed – een gevoel van weleer voor iedereen omarmend. goud dus voor Frans – dat limburgse oergevoel – voor Rik – die Haagse wind – voor Petra Maria in een erker – voor een huilende Ditmar – voor de analyse van Max, voor de hooizolder van Ien en de vanzelfsprekende grootheden van Anke. met felicitaties en met dank.
- Frans Terken: nozems al met de mayo in hun kuif
- Rik van Boeckel: zoals vroeger alles in verandering was
- Petra Maria: niet alles wat voorbij gaat is ergens goed geweest dit wel
- Ditmar Bakker: daar het jouw liefde als de bloem zal gaan die vreest te sterven
- Max Lerou: gemaskerd bal
- Ien Verrips: en een loods vol onbegrijpelijkheden
- Anke Labrie: de eerste stapjes

zat op de plek weer
waar ik ooit ook met mijn vader
snackbar bastiaans, velsen noord
tafeltjes buiten en de zon oplichtend rood
op de fiets toen ijsje ola
nu kroketten en wat brood
straks het kanaal langs
voorbij de sluizen tot de boot
als je eindelijk de weg vindt
in ijmuiden loopt ijmuiden dood
pomwolff

Hoe je de dag begon
door resten van de snackbar
uitgleed over platgetrapte friet
weggesmeten door opgeschoten jongens
bijna nozems al met de mayo in hun kuif
en jij verlekkerd kijken
naar wat er nog in de vitrine lag
maar niet voor je weggelegd was
als broekie van een paar centen
al blij als het bijna Pasen was
met eieren in de mand vol stro
een paar gulden soms een knaak
langs de deuren opgehaald
cadeau voor toegewijde misdienaars
zo het jaar door in korte broek
de knieën gepolijst op het marmer
hapte je een wolk van wierook
alsof die verlossing bracht
© FT 14.05.2021
–>
de limburgse versie geschreven door Frans op het voorgestelde thema van de straat. met inderdaad elementen van vroeger in woorden van vroeger. (nozems, kuif, friet, misdienaars, korte broek). hoe je als kind op eigen manier wist te overleven in het land van limburg, het land van de kolenmijnen en de löss. de frietzaak als belangrijk anker in het bestaan van een kind. en dat de meeste gezinnen het niet echt ‘breed’ hadden – prachtig door Frans beschreven in de tweede strofe:
en jij verlekkerd kijken
naar wat er nog in de vitrine lag
maar niet voor je weggelegd was
als broekie van een paar centen

Langs andere tijden
Dansend langs de geboortestraat
zingend langs de lange Haagse laan
waar ik getogen en vergeten ben
dromend in duinen met ‘t hart in het zand
zwaaiend naar de zee de Noordzee
naar golven in een schuimende verte
wandelend langs de school
van mijn kind puber kabouter zijn
langs de ramen van protest
hippie verzet en sixties ballet
springend door het park
met Santana en Pink Floyd in de oren
stel ik de zon onder controle
haal dankbaar een patatje bij het park
waar voetbal en popmuziek als troeven
met Q65 in andere tijden vertoeven
rij op de Puch via de Gotthard naar Siena
eet een ijsje in de Romeinse cel
sla ritmes uit ‘t Griekse zand van Pelekas
zoals vroeger alles in verandering was.
Rik van Boeckel
15 mei 2021
–>
prachtig gezegd en geschreven door Rik. een reis in de tijd terug en weerom naar het heden – hoe de dichter is geworden wat hij is geworden en waarom. de Puch, Q65, Den Haag en verder naar verre landen – ze komen allemaal voorbij. den haag een tijdsbeeld, een veranderend beeld zoals de tijd ook is. met mensen die veranderen – maar altijd op tijd.

als ik kon
dan zat ik op het stoeltje bij het raam
daar was ik nooit moe
ik hield van de ramen aan de overkant
de hangende kleuren over
balkonrelingen
de geur van stoffige boeken en shag
als het boekwinkeltje
met de koperen bel aan de deur verderop in een achterkamertje
hoor je dan beweging
helpt iemand je zoeken naar dat ene boek
niet alles wat voorbij gaat
is ergens goed geweest
dit wel
petra maria
–>
meer een mijmering door petra maria geschetst, ingekleurd met wat beelden van vroeger, de geuren, de kleuren. we wanen ons even in dat ‘kamertje’. goed dat kamertje weer te zien.

Als jij, die mij liever is, dit moment,
dan al ’t geschrevene, toch weggaan zult,
’t beschermen van mijn hart niet meer vervult,
toegang daartoe mijzelf slechts weer bekend,
niet langer meer, door schone schijn omhuld:
de zon, begin van bloei en warmte, en ’t
fraai wolkenspel, geen maanlicht zelfs—je bent
geen schittering die in de branding brult;
dan denk ik enkel aan dit uur, voortaan,
en huil wat, zoals je me nu ziet doen,
daar het jouw liefde als de bloem zal gaan
die vreest te sterven: bloeiend in het groen
neigt zij droef neer en weet dat wind die al
opsteekt haar bladertooi wegvoeren zal.
***[D.B.]
–>
we helpen Ditmar hopen – goed hem weer te zien – na verloop van tijd – zal het moment ooit wel weer een keer komen. de huidige pijn prachtig verwoord – een gedicht met opgehelderd verdriet erin weliswaar met zware natuurromantische elementen.

gemaskerd bal
zoals het was
de straten puilen uit met uitgelaten mensen
terrassen overvol, het circus jeroen bosch
stort zich in de draaikolk van het hossende volk
op de wangen van de stad gloeit een oranje blos
zoals het is
het zijn nu schaduwen die dansen langs de gevels
als hogepriesters uit een ver verleden
terwijl het bruisen van de stad achter mondmaskers verstomt
en duizenden wappies het malieveld betreden
ml
->
een heldere analyse geschreven door Max. een gedicht waar je na lezing voor je uit bromt: ‘ja zo is het’. met wappies die met gele pluutjes een wereldvirus trachten weg te wapperen. ach ja de wereld is nu eenmaal één bal.

er was de hooizolder om in te spelen
en een loods vol onbegrijpelijkheden
rommel die geen rommel was
zomaar voor het oprapen lag
er was de hooizolder om in te springen
en een schoolbord in de stal met krijtjes en een spons
om fouten weg te vegen of opnieuw beginnen
geheimpjes bleven onder ons
er was de verste schuur, daar stond de zwadkeerder
‘k vergat steeds de naam en dacht en vond
als ik er vaak kom zal ik het leren
een beetje pijn, de harde grond
Ien Verrips
–>
hooihark opgezocht het woord voor de zwadkeerder – grappig – mooiste regel is hier toch de tweede: ‘een loods vol onbegrijpelijkheden’- prachtig gezegd – daarheen willen alle dichters wel een plaatsje hebben. mooie herinneringen in eenvoudige woorden beschreven op dat malle apparaat na natuurlijk – die grondspin.

gekrompen landschap
van mijn kinderjaren
vertekend beeld
voor altijd opgeslagen
mijn blik was ruim
de wereld wijd
en grote mensen
wisten overal de weg
anke labrie
–>
aantekeningen voor het archief – de eerste stapjes de wereld in – de ervaring later bij een terugkeer naar die plek van de eerste stapjes – hoe klein en afgemeten de plaats was waar de wereld oneindig groot leek en voor de kleine was. de grote mensen wisten wel de weg maar waarheen – gelukkig vraagt een kind zich dat niet af. vertrouwen en veiligheid zijn de vanzelfsprekende grootheden die je later pas op waarde weet te schatten.
Bon Appetit
Hoe je de dag begon
door resten van de snackbar
uitgleed over platgetrapte friet
weggesmeten door opgeschoten jongens
bijna nozems al met de mayo in hun kuif
en jij verlekkerd kijken
naar wat er nog in de vitrine lag
maar niet voor je weggelegd was
als broekie van een paar centen
al blij als het bijna Pasen was
met eieren in de mand vol stro
een paar gulden soms een knaak
langs de deuren opgehaald
cadeau voor toegewijde misdienaars
zo het jaar door in korte broek
de knieën gepolijst op het marmer
hapte je een wolk van wierook
alsof die verlossing bracht
© FT 14.05.2021
het kamertje
als ik kon
dan zat ik op het stoeltje bij het raam
daar was ik nooit moe
ik hield van de ramen aan de overkant
de hangende kleuren over
balkonrelingen
de geur van stoffige boeken en shag
als het boekwinkeltje
met de koperen bel aan de deur verderop in een achterkamertje
hoor je dan beweging
helpt iemand je zoeken naar dat ene boek
niet alles wat voorbij gaat
is ergens goed geweest
dit wel
petra maria