mag ik alle dichters bedanken voor de inzendingen en voor een zo zonnig begin van de zondag, van de week, van de lentezomer op pomgedichten punt nl – de late inzending van Max Lerou toch nog bekroond met zilver – met een typische Lerou kunt u deze zondag aan – hoeveel wijn u er ook in gooit – Max van harte. het goud gaat zonder aarzelen naar Vera van der Horst. met een prachtige eerste strofe en een professionele tweede maakt vera deze zondag compleet. en haar gedicht tot enerverende poëzie. zo kunnen we verder – hoeveel koelkasten vandaag ook uit de hemel vallen. dank dank dank en vera van harte!

Dat er iets ronddwaalt in me,
wat ik niet zeggen kan, niet raakt
aan woorden. Wel het weten
dat het langzaam steeds meer
deel wordt van mijn leven,
ik het een naam probeer te geven,
wordt nu verjaagd door kleurrijke
troepen die in het voorjaar massaal
het land bestormen,
ontspruiten uit grond en takken,
oprijzen, zich ontsluiten,
een weg naar mij, mijn
zintuigen zoeken.
Oh, dat het altijd zo,
zo lente mag zijn.
Vera van der Horst
–>
in die eerste strofe dwalen we graag met Vera mee – doe maar meisje, doe maar kind fluisteren we dichteres in het oor – het leven is nu eenmaal een zoektocht en raken we de woorden net niet aan – dan wel elkaar – elkaar kan altijd zonder woorden ook. mooie eerste strofe – zo glij je een gedicht in.
krijg ik toch een beetje de pest bij de beschrijving van die kolere bloemen in de tweede strofe – dichteres heeft ze nodig – dat is voor haar de manier om bij de lente die voor haar zo prachtige lente uit te komen. mooi compleet gedicht – ik heb genoeg aan de eerste strofe – dat dichteres ook nog eerst een bosje bloemen wil plukken – ok – haar goed recht – we zullen wel weer wachten. het is het thema tenslotte dit weekend maar voor mij hoeven ze echt niet – hier die rotbloemen – bij vera wil je dromen en dwalen. je in haar onzekerheden wentelen en verliezen.

en toch scheen de zon
maar wat voor weer
het gisteren was
in den haag
brokken ijs zo groot
als koelkasten
vielen uit de lucht
even dacht ik
dat het koelkasten waren
in minder dan een minuut
smeltwater tot de tweede verdieping
het bleek een verstopte goot
er stak een been uit
ml
–>
ha een heerlijke max – lekker geschreven – hapklaar en met een glimlach te verorberen dit kwikzilveren gedicht – ik zeg zilver en van harte!
- Rik van Boeckel – jij brengt de roos de tulp de narcis
- Anke Labrie – de geur van rozen en magnolia
- Petra Maria – van zeeën diepblauw
- Vera van der Horst – wat ik niet zeggen kan
- Max Lerou – koelkasten vielen uit de lucht
welke bloementuin, welke zon levert u dit weekend de enige echte virtuele zonnebloemtrofee op – op pomgedichten punt nl?
‘ik zal je elke bloem vertellen’ dichtte ik ooit. de mooie overheerlijke warme zon in aantocht, de bloementuinen waarin weer voorzichtig gezeten kan worden – zou het dan toch ooit weer – kunnen. zon, zon, rode zon, mooie zon, mooie zondag.
dichters laat de lente in u los, omarm de zomer, geniet de bloemenpracht – het zonnetje – de geliefde – meer hebben we niet nodig – voorlopig – om weer even aan het weer te wennen. u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.

Kleurrijke planten brengen de zon
stralen strelen de dagen met pracht
snaren zingen het lied in vertedering
zo opgefleurd in de dageraad
jij brengt de roos de tulp de narcis
de tuin van de zon begroet ze zo zacht
fluistert akkoorden in oren van fluweel
jouw vingers leiden de harp in klanken
ze zingen ze dansen ze luisteren
ze kleuren vergeten nimmer de zon.
Rik van Boeckel
29 mei 2021
–>
Rik moet even op gang komen in de eerste strofe maar aangeland in de tweede is Rik volkomen op dreef geraakt – er zijn bloemen, klanken, oren van fluweel – een eerbetoon aan de harpiste – er kan gezongen gedronken en gedanst – schreef marsman al – bij de poëzie van rik is het niet anders.

de zon stroomt voluit
door zijn oude aderen
rechtstreeks naar zijn hart
verwarmt er alle kamers
straalt op een verlepte liefde
nog niet echt uitgebloeid
met haar laatste stralen
doet ze zijn geheugen aan
de geur van rozen en magnolia
klanken van een harp
een briesje dat haar zomerjurk
die avond zachtjes dansen liet
hij haalt de tuinstoelen tevoorschijn
zet de wijn vast in de koelkast
morgen belt hij haar meteen
een zomer is soms zo voorbij
anke labrie
(29-05-2021)
–>
een zomers tafereel met aarzeling opgeschreven – zo lijken de woorden – er wordt voorzichtig geschuifeld, gewikt en gewogen- alle ingrediënten op maat aanwezig en ingericht – gesitueerd op het schilderij: twee tuinstoelen – een bezeten – de tuin – een getekend gezicht – een mobieltje. hoe het ooit was en nooit meer worden kan – de gedachte – morgen maar bellen. het nu te dichtbij.

buiten
van zeeën diepblauw
naar open einder
schudden we onze veren af
stoffig van binnen
dragen de lente mee
naar hier en ginder
klaprozen verpletterend
onder onze voeten
van steen en mist
over zand en zorgen
stroomt ons bloed
door wakker land
van eeuwenoude aderen
met lange zoute adem
en zonnige ziel
vandaag nog
petra maria
–>
zee, bloed, bodem en aderen – petra maria houdt het vandaag bij een nogal aards gedicht – ik mis iets van dat subtiele dat zo vaak ragfijn de woorden van petra maria in een gedicht bindt en tot een heerlijk leesgerecht maakt. hier happen we stof en verpletteren we klaprozen en moeten we ook nog aan de zoute drop.
Oh de zon in zonnebloem
Zo klein begonnen schijn je
groots met je stralende krans
als een kroon op stengel en blad
dat wuiven in de wind
alsof we eindelijk welkom zijn
in de tuin tussen de bloemen
jij die het uitzicht zomert
met je wakkere oog
nodigt ons naar buiten
waar wij de tafel vullen
met brood en geurende spijzen
voor de dorst een droge wijn
kijken we naar jou en elkaar en
zien hoe je maakt dat de lucht trilt
zwanger van zomerliefde
© FT 29.05.2021
we zetten de bloemetjes
buiten
van zeeën diepblauw
naar open einder
schudden we onze veren af
stoffig van binnen
dragen de lente mee
naar hier en ginder
klaprozen verpletterend
onder onze voeten
van steen en mist
over zand en zorgen
stroomt ons bloed
door wakker land
van eeuwenoude aderen
met lange zoute adem
en zonnige ziel
vandaag nog
petra maria