in de commentaren is het te lezen waar uw webmaster deze week op viel. de 22ste augustus vallen we met zijn allen op vera van der horst – deze week valt uw webmaster op erika de stercke. het commentaar spreekt voor zich. dichters dank jullie wel – prachtgedichten deze week prachtige woede ook – een speciale vermelding voor anke labrie maar een droomgedicht mochten we aanvaarden van ERIKA DE STERCKE – van harte!

vragen
je bent trager
bij het stappen
de stad loopt zijdelings
in haar kleuren voorbij
vingers omarmen
een koffiemok
kranten onaangetast
de horloge blijft thuis
een kat bij de planten
het lepeltje roert vragen
onder slagroom weg
buien vullen stiltes op
hoe het verder moet
we stelen vuurfakkels
van de goden
Erika De Stercke
–>
tsja ik weet het niet. ik weet niet waarom ik weet niet waardoor maar de woorden van Erika deze ontroeren mij. het is zo een droomgedicht dat je eens in de 5 jaar schrijft – dat over alle wolken heen drijft, door alle unterwelt heen kruipt – het is van een pure aangrijpende poëzie. als ze je vragen hoe dat moet poëzie schrijven dan kun je ze dit gedicht voorleggen. dan weten ze dat ze het niet zullen kunnen de komende 5 jaren – maar als ze doorgaan met oefenen over vijf jaar één wel.

ontvlucht aan het woonerf van de korenbloemenstraat
gaat hij vannacht op pad, het wordt zijn hengstenbal
en hengsten zal hij
de maten staan al klaar, gemeten naar de vriendschap
je kunt niet met het hele dorp op stap
en stappen gaat hij
de pinten vers getapt, een kopstoot tussendoor
op het afscheid van zijn vrijheid wordt gedronken
en drinken doet hij
de paaltjes langs de gracht, het is inmiddels nacht
de pispaal is hij nu genoeg geweest
en pissen moet hij
de anderen eveneens beschonken, dronken van overmoed
willen nu naar de hoeren, zij willen neuken
en neuken zal hij
trouwpak en stropdas kunnen hem gestolen worden
hij heeft hem om, nachtbraken, dat is wat hij wil
en braken moet hij
hij haat die hele klerezooi, vanavond gaat de beuk erin
elk stalen ros langs deze gracht zal het ontgelden
en rossen kan hij
zijn makkers ook als een kanon scharen zich zij aan zij
de lont hangt in de lucht, één vonk volstaat
en doden zal hij
anke labrie
–>
met enorme mokerslagen beukt anke deze week in op de scene – nouja op een vertegenwoordiger van die groep – die haar ietsje minder bevalt – getuige de woorden en vooral ook de korte tussenregels.
we komen wel wat van hem te weten – mag ik het zo formuleren – ze bestonden en bestaan nog steeds en ze zullen ook in de toekomst bestaan. maar aan de mokerslagen van anke ontkomen ze niet.
- Ditmar Bakker – Mijn man heeft een getinte huid,
- Frans Terken – alsof je op iets dat zo wervelt zit te wachten
- Anke Labrie – en doden zal hij
- Erika de Stercke – hoe het verder moet
- Cartouche – Al die witte vrouwen
- Vera van der Horst – Daar stond een mooie donker getinte man,
hoe het moet
de laatste dagen en de uren nog
afglijden in wat je vast wil houden
zijn aller aller aller ons
aller mooiste lied
een liedje van de liefde
een liedje van jou en mij
en hoe we altijd en door alles heen
voor elkaar bestonden
pom wolff
wie wint de enige echte virtuele vooroordelentrofee op pomgedichten punt nl?
we hebben ze allemaal – vooroordelen – ze zijn ook wel handig om onze eigen onhandigheden te camoufleren – vaak is het altijd de ander waar iets niet aan deugt – een steekje aan los is – en ach… dichters houden vaak ook niet van de feiten – dat zien we wel aan juffer roemer.
dertigers van nu is ook zo wat – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
de dertiger
we wandelden wat op en af
je sprak over depressies, angsten
en over één dichter
ja die zeg
riep ik nog vrolijk
voordat je over verkrachting begon
als dertiger te moeten leven
is echt geen pretje meer
hoorde ik je zeggen
ik citeerde mijn schoonmoeder
als je niet oud wil worden
moet je je jong opknopen
pom wolff

De Doorsnee Nederlander
Mijn man heeft een getinte huid,
bekende hij mij na een glas,
terwijl hij heus geen koelie was:
geboren in Rotterdam-Zuid.
Soms vraagt men wat dat nu beduidt,
is hij gebronsd, of ‘van een ras?’
En het recept voor kip madras,
hoe dient die nu het best gekruid?
Wie hem een foute grap opdist
of vraagt ‘is bakkeljauw nou vis?’
en of hij zijn cultuur niet mist,
blijft raden en steeds ongewis,
maar niemand dorst mij nog racist
te noemen, wat racistisch is.
***[D.B.]
–>
het wordt webmastertje weer eens heel moeilijk gemaakt deze week- in augustus – en dan krijgen we ook nog de 22ste augustus in vera’s eindhoven – maar daarover binnenkort meer. maar eenmalig weer met de alom gewaardeerde en onovertroffen juryvoorzitter PETER LE NOBEL – deze week het voor-oordeel dat JAN ROT ook trof – dokter een rugpijntje sprak hugo van mondfrans ooit – ja antwoordde de doktor terminale kanker hugo maak je maar op voordat ze jou zullen opmaken. en zo het leven vol vooroordelen én ditmar bakker. over de nederlander. goede wijn behoeft geen krans – is het spreekwoord niet zo? heerlijk gedicht.

Gezeten in een ligstoel laat je de boel
voor wat de boel zou kunnen zijn
een veelzeggende bezigheid
door wind en achterklap in het rond geblazen
alsof je op iets dat zo wervelt zit te wachten
na neerdwarrelen op een hoop geveegd
zonder dat er een bezem aan te pas komt
je ziet het van een afstand aan
klein leed waarin je groot gegroeid
met de nek kijken ze je aan en na
dat je verguld van goede jaren
de rangen van babyboom hebt bereikt
zoals je nu op je lauweren rust
temidden van jong grut dat maar zwoegt
en alle dagen naar adem hapt
die jij nog lang niet wil uitblazen
© FT 07.08.2021
–>
dichter frans terken haalt stevig uit – maar met een beschrijvende ondertoon met enige empathie – wie bedoeld is ik weet het niet – maar in handen van frans terken ontkom je niet aan de waarheid en het leven. weliswaar een goed ingepakte waarheid zo aan de lezer mee te geven – thuis openmaken en genieten.

Heerlijk
Al die witte vrouwen en dat pure
mannengedoe, zweten en willen domineren
op de Spelen, seksisme alom om ons heen het
overwicht van baanfietsen en schoonspringen
been- en bilvertoon en janken om onderdelen
dat windsurfen en zeilen eigenlijk niet meer is
dan culturele toeëigening van eilandtradities
ik ben helemaal om, ik ben voor
oordelen, zonder – ben je nX – kun je niet
tijd nu voor een doorbraak, de teerling staat
handvast, weg met die hinderlijke gewichtsklassen
iedereen een kans om mee te doen aan elke soort
van top- en onderwatersport, iedere vorm van uit-
sluiting kan immers leiden tot gekwetste gevoelens
dus laat ons gewoon jan zonder naam en alleman
iedereen en overal door elkaar olympisch denken
en doen of we er zin in hebben – ‘de finale van
het zeilen gaat straks tussen een handballend wit mens
dat menstrueert en een non-binaire kogelstoter van kleur’*
en het goud op de marathon is voor de persoon
– ammehoela – met de mooist verbeelde pijn
08-08-2021
Cartouche
(* Rob Scheepers in ED 07-08-’21)
–>
Cartouche pakt heerlijk actueel uit. een proeve van een zeer geslaagd en gelaagd gelegenheidsgedicht. alles zit erin waar ze in talkshows over praten. het wordt echt tijd om de oranjezomer te vervangen door een optreden van Cartouche. dan weten de mensen hoe het zit – dan kunnen ze hun ‘hen en hun’ taaltje een beetje bijspijkeren. en tot die tijd is deze dichter te genieten op de site der sites. voor U!

loa moa woaie
Het was in een disco,
ik was daar alleen,
wilde dansen, keek om me heen.
Daar stond een mooie donker
getinte man, ik dacht: die kunnen
er meestal wat van en lonkte hem
de dansvloer op, hij kwam op me af,
zei: sorry ik dans niet, maar drink
wat van me.
Ik moet daar sip hebben
gestaan, want ik hoorde ineens
roepen, niet ver van me vandaan
Het was op zn utrechts en platter,
kon het niet: hé wijffie, he meissie,
wil je daansen, kom, hejje wat op me?
Ik kan daansen ás un helestiekie,
mokkeltjie, laat hem de vinketering krijgen
kom hier, laat em staan die klootviool, die graftak, kom hier, kom hier,
waa stao je te potlooie, ben je er een met
spatsjies, kom we maken plezier.
En zo geschiedde, we daansten gesmeerd
en ik heb veul uteregs bijgeleerd.
Vera van der Horst –
hee alweer en an met een kleurtje in een gedicht. een leuk vooroordeel op zijn utregs lekker weggeschreven met een wervelende vera van der horst.
Zie het aan
Gezeten in een ligstoel laat je de boel
voor wat de boel zou kunnen zijn
een veelzeggende bezigheid
door wind en achterklap in het rond geblazen
alsof je op iets dat zo wervelt zit te wachten
na neerdwarrelen op een hoop geveegd
zonder dat er een bezem aan te pas komt
je ziet het van een afstand aan
klein leed waarin je groot gegroeid
met de nek kijken ze je aan en na
dat je verguld van goede jaren
de rangen van babyboom hebt bereikt
zoals je nu op je lauweren rust
temidden van jong grut dat maar zwoegt
en alle dagen naar adem hapt
die jij nog lang niet wil uitblazen
© FT 07.08.2021