we moeten deze week de eer wel laten aan Vera van der Horst – GOUD – en van harte – die onvergankelijke schoonheid die zij wist te leggen in haar laatste strofe regel: “en buiten waait de wind de aarde leeg” – tegen zoveel schoonheid kan geen dichter op vandaag: ‘en buiten waait de wind de aarde leeg‘ – zelfs marc marie was er even stil van. dank aan alle dichters voor de mooie gedichten – we kunnen de dag door we kunnen de dag weer aan. geniet Vera:

van vrijdag op zaterdag
we misleiden de muren, de kamer, het huis
-waar je net binnenkwam en weer uit zal vertrekken-
je bleef, ik kleed de ochtend aan
met handen uit een ander leven
waar ik de weg niet meer in weet
de tafel van de nacht dek
wijn dronk uit je mond
maar hèm niet vond als ik je ogen open likte
en buiten waait de wind de aarde leeg
Vera van der Horst
<!–
‘… en hij bleeeeeeeef….. jaja’ – gisteren in de Meervaart (theater Osdorp) Marc Marie H genoten – die zou hier wel een kwartier van zijn show mee kunnen vullen – ‘en hoe heet ge’- VERA ooh Vera mooie naam – bleef ie echt? ….
en dan lezen we plotsklaps die wereldregel – ik val van mijn stoel van deze poëzie –
‘en buiten waait de wind de aarde leeg’
Vera van der Horst: en buiten waait de wind de aarde leeg
Rik van Boeckel: lichter dan de tijd
Frans Terken: aan de rand van het gat
Ien Verrips: ook al loog je tegen me
Cartouche: Verwijt een dag nooit wat er kan gebeuren
Anke Labrie: tijd om op te ruimen
itmar Bakker: Leg zes kaarten neer, zo; omlaag. Dan de zevende—omhoog,

de dagen die
wat het mooiste was toen
tussen weet ik hoeveel mensen
er was niets
geen decor en geen verleden
behalve jij en ik
en het gras waarop we zaten
de dagen die niet over gingen
de dagen die een leven werden
pom wolff

Het verleden rijmt glorieus op ‘t heden
de korte toekomst roept ons al aan
lichter dan de tijd slaat de klok haar ritme
lichter dan de lucht vliegen de dagen
groen is nog ‘t vallend herfstseizoen
schilderend de uren van geel tot bruin
kleuren in de maanden van de wandelaar
brengen troost verzoening en rede
lumineuze ideeën zullen opzwellen
uit de geestrijke dagen van vergeving
tijd in herinnering aan eenzaamheid
vervliegt in de fundamenteel misse straat
de stad ademt frisse ritmische gedachten
boven huizen waar dichters wonen.
Rik van Boeckel
20 november 2021
<!–
rik verkleint en verlicht de eenheden verleden heden toekomst – de tijd, de jaargetijden en de maanden tot de stad, de straat, het huis waar de dichters wonen – om de eenzaamheid te laten vervliegen. Marc Marie H zou het kunnen waarderen. “Ge vliegt heel wat af he Rik – hoe heet ge – Rik ja toch wel Rik he – dan heb ik het goed verstaan – in uw hoofd is het niet rustig he Rik? maar ge geeft het wel allemaal een plaatsje – dat hebt ge mooi gedaan Rik. en wat doet ge in het leven Rik? oja dichter jaja dichter – dichter bij wat Rik? uw woorden maken het leven lichter he Rik – dat heb ik toch goed begrepen he. jaha dat kan ook nog gebeuren.”

‘Karwei’ roept hij driemaal
want werk moet aanhoudend verzet
volgens de glad gekapte voorman
die van achter de feiten aanlopen
zijn handelsmerk maakt
altijd strak de lach om de mond
de ogen gericht op gindse verten
die voor hem onzichtbaar blijven
handen die een betoog bijstaan
zonder het te onderstrepen
de ziekte van geen neus hebben voor
gevangen in chronische verkoudheid
niet kunnen ruiken waar het echt om gaat
ja het is een hels karwei
van met twee handen gebaren
dat je zo je eigen graf graaft
zal het een dichter zijn die niet treurt
aan de rand van het gat
© FT 20.11.2021
<!–
of hier nou de wappies of de voorman der wappies beschreven worden – en hoe heet ge? zou marc marie H aan frans vragen. en wat doet ge in het dagelijkse leven? ‘alweer een dichter in de zaal’? frans mooie naam frans, frans. en ge schrijft in het nederlands? ja toch frans. ja die voorlaatste strofe daarmee hebt ge het goed getroffen frans – dat ie vooral snel mag door graven he – of bedoelt ge hier toch een politicus uit de regering frans. poëzie is toch een ander vak dan cabaret frans. ge kunt mooi schrijven. cabaret is vluchtig frans. vluchtiger.

voor even dacht ik voor jou
het verschil te maken
voor even was ik meer dan
een beetje verliefd
ook al loog je tegen me
en keek je op me neer
ik bleef in je geloven
zonder jouw liefde had ik
geen leven meer
alleen ga ik nu naar het stadion
een eenzame kerst zie ik tegemoet
en als je aanklopt weet ik vrees ik
dat ik de deur opendoe
IenV nov 2021
Ien heeft zich laten inspireren door de volkszanger die ons al weer tijdje geleden ontvallen is. nou zitten we nog met het monster dat ie ons heeft achtergelaten. maar ja we hebben altijd zijn levensliederen nog en het prisma woordenboek. de ouwe hazes is gelukkig voor iedereen. Ien schrijft over de liefde die voorbij is waar hazes ook over zingt. en het is altijd weer een laveren tussen ontkenning en berusting. aan het eind wint de berusting – maar toch maar toch. hazes dood maar gelukkig hebben we Ien nog.

Winter staat op springen
het lijkt men houdt zich dood
telt zijn zegeningen op twee vingers
ik tel de dagen terug om te belanden
in de glans – jouw baai van Alcúdia *
verwijt een dag nooit wat er kan gebeuren
bijvoorbeeld: gaat je eilandliefde dood
op zondag – vergun mij deze quote
er blijven zeven dagen om te treuren
waarvan de eerste ook steeds wederkeert
het duurt een leven voor dat is verteerd
met de week elk uur zwijg ik beter
zwelg ik van verdriet om niet
(* plaats in het noorden van Mallorca)
21-11-‘21
Cartouche
<!–
‘ge lijkt me geen lachebekje beste man. zou Marc Marie H zeggen – en hoe heet ge – en wat doet ge in het leven – nouja zeg al weeeeeer een dichter in de zaal. Cartouche hoor ik het goed. is ze op zondag doodgegaan Cartouche? en dan nog op een eiland ook – hoe krijg je haar er van af he – wat zegt ge – ge bent er nooit meer vanaf gekomen? van het eiland bedoelt ge cartouche of van haar of van beide(n)? maar ik heb wel met ge te doen hoor. ge kunt wel mooi schrijven maar ge kent ook wel het verdriet dat het leven op een mens weet te leggen:
met de week elk uur zwijg ik beter
zwelg ik van verdriet om niet
fijn ook dat ge elke week voor troost de weg naar pomgedichten weet te vinden.

eindelijk tijd om op te ruimen
hoorde ik van vrijwel iedereen
ik kijk eerst naar mijn boekenkast
word al moe bij het idee
lummelen en lanterfanten
nooit gedacht dat ik het kon
hoewel het eeuwig schuldgevoel
nog wel een beetje knaagt
‘Dwars tegen de keer’ een dikke pil
waarin ik ooit begonnen was
blijkt niet zo’n goed idee
Ida’s ijver wordt breed uitgemeten
of zij ooit gelanterfant heeft
en alleen maar lekker lui wou zijn…
anke labrie
(21-11-2021)
bij de biografie van Ida Gerhardt
door Mieke Koenen
<!–
marc marie H zou vragen: en uw naam? ankie, wat zegt ge ankie, wat, hoe – oja anke – anke, anke toch heb ik het nou goe verstaan anke? fijn – anke mensen. anke ge houdt niet erg van opruimen he? maar hoe is het in ankes huis Anke – kunt ge daar en daarin nog wel lopen in uw huis. ooo gelukkig. ja die Ida – wat schreef ze veel he anke, niet om door te komen zo veel. ik heb Ida hier ook nog liggen hoor – wie haar wil lezen mag het hele boek hebben hoor Anke. gelukkig Anke schrijft gij veel toegankelijker dan onze Ida ooit schreef. ze moest natuurlijk veel schrijven Anke dat het haar een keer zou lukken om een gedicht te schrijven waarin wel een mooie regel te vinden zou zijn. nee anke geef mij maar vera’s: – ‘en buiten waait de wind de aarde leeg’ – misschien moet ge vera eens raadplegen anke – met haar wind is uw huis in een mum leeg gewaaid en opgeruimd!

-20 november 2021
Leg zes kaarten neer, zo; omlaag. Dan de zevende—omhoog, en
Daarop gaan dan steeds rijtjes van zes, vijf, vier, drie,
Twee, één—telkens moet de laatste plaat
Omhoog liggen; als kinderen die
In hun slaapstee zijn,
Die ogen
Kijken naar je. Nu leggen we kaarten op elkaar, vormen een straat
Omlaag; dat heet een ‘Huwelijk.’ De rode acht, van daar
Op de zwarte negen; zwart op rood
En zo voort; dus spelen maar.
Die boer met één oog
Daar, gaat
Op de hartendame. Of ruitendame, mag ook. De koning, als baas,
Mag op elke lege plek. We vormen, leggend, rijen:
Net families met een lange heraldiek.
Als vanzelf is de mijne
Zuiver antiek.
De aas
Naar deze open plek in ’t midden. Alles telt dan daarvanuit
Omhoog, in series; ‘Fundamenten’ genoemd,
En blijft daar—als geld op de bank,
Solide als helden geroemd
Uit hoofde van rang:
Die duidt
Iets aan. Dan neem je, drie per keer, kaarten uit de voorraad hier
Ter hand; maar speel de stapels van een ‘Fundament’
Het eerst: al die ‘Huwelijken’ bestaan
Alleen maar tot hun groter end.
Kijk wat we overslaan,
De vier!
Soms sla je echt net over wat je nodig hebt. Maar ’t is alleen
Ons twee, dus pakken we een dode kaart. Zie je wel?
Je schreeuwt niet om politie, zal ik gokken.
Zo leer je dan de regels van het spel,
Zit je niet te mokken,
Alleen.
Maar hoe goed of slecht je het ook doet; ’t is hetzelfde, evenwel:
Alles wordt op jou uitgespeeld, daarna ben je klaar.
Drink op je verlies, tel al je punten bijeen.
Waarom probeer je niet nog maar
Eén glaasje, nog één
Snel spel?
***[D.B.]
een heerlijke afsluiter van onze ditmar, geheel buiten de orde van de 20regels-regel – het zal hem Wurst zijn. maar om herman brood te citeren>: “ik accepteer U zoals ik ben.’
Karwei
‘Karwei’ roept hij driemaal
want werk moet aanhoudend verzet
volgens de glad gekapte voorman
die van achter de feiten aanlopen
zijn handelsmerk maakt
altijd strak de lach om de mond
de ogen gericht op gindse verten
die voor hem onzichtbaar blijven
handen die een betoog bijstaan
zonder het te onderstrepen
de ziekte van geen neus hebben voor
gevangen in chronische verkoudheid
niet kunnen ruiken waar het echt om gaat
ja het is een hels karwei
van met twee handen gebaren
dat je zo je eigen graf graaft
zal het een dichter zijn die niet treurt
aan de rand van het gat
© FT 20.11.2021