Geachte heer Wolff,
Vorige week stond ik in Brussel een gedicht voor te dragen, dat ik een jaar eerder geschreven had, alvorens ik naar Brussel ging. Het was enkel tijdlozer geworden.
Hoogachtend, Von XX
https://youtu.be/-BerxOZh2OU
Verklaring van essentiële verplaatsing
I
Bezette stad
Bezette staat
Het maakt niet uit waar je nog gaat
Alle landen doen maar wat
Macht heeft geen handen meer
Kapitaal heeft geen naam
De dreiging is evenwel de heraut
Van het nieuwe gareel
Ons verstand laat ons zelden in de steek
Maar het verstand, van het onverstand, ziet geen verschil
Europa is geïnfecteerd
Je kunt het niet bevechten
Je kunt hopen en wegkruipen
Alles van la Coruña tot Kiruna
Is een rode zone
Iedereen is ziek of verdacht
Veroordeeld of in de beklaagdenbank
Op de zwarte lijst
Of in de witte corridors van de sterfhuizen
Met wetten en verordeningen en consensus
Dat de overwinning enkel komt, middels een onwankelbaar geloof
Dit is groter dan jij en ik
Groter dan ons allen
II
Als sluipende atheïst
Veins ik te schuilen
Zoek een onderduikadres
Een dubbele wand
Een losse vloerplank
Reis op valse papieren
Naar ergens
Waar het niet beter mag zijn
Onderwijl
Is het verzet, zonder opstand
Is het verzet, zonder revolutie
Verzet, zonder oogmerk
Résistance pour la résistance
Voor resistentie
En immuniteit
Voor onschendbaarheid
(Als mens)
Niet als verdachte
Als zieke, als ziekte
Als gevolg van de fluister die wegsterft
Er was eens
Een vleermuis
III
Waar de waarheid is, weet ik niet
Discussiëren over cijfers heeft geen zin als je niet kunt rekenen
Spreek me geen Chinees, als je weet dat ik het niet versta
Je
Kunt je afvragen, wat noodzakelijk is
Je
Kunt je afvragen, wat oorzakelijk is
Beiden wonen we in een bezette stad
De wegen die ons verbinden ne sont pas des chémins de la liberté
Maakt waar
Dan nog wat uit
Plaats is dan gelijk
Nergens veiliger
Dan waar we toch al zijn
Een bezette stad
Een bezette staat
Een bezeten toestand
Een verdeling, door de hand
Van een onbekende nieuwe god
IV
Streep het allemaal tegen elkaar weg
En houdt een holle passage over
Stilte, tussendoor de ruis
Ruimte, tussen de schotten
Steegjes, vergeten
Zolders, en onder stof
Jaren geleden, en achter luikjes verborgen
Geschuurd en overgeverfd, tot in den treure
Kan niet verbergen
Voorts in de nacht
Wordt het zicht beter
Als je voldoende wortelen eet
En luistert naar het knagen
Epiloog
Als het zo ver komt
Klopt een hand op de deur
Welke zal het zijn?
Spiedend tussendoor de blinden zien
Strekt tot aanbeveling, alvorens open te doen
Omdat ik er wel ben, of niet
En jij er wel bent, misschien
Maar ooit
Ooit is het dan zeker in eender welke bezette stad
Samen in dezelfde bezatte staat
Dat als daad
Van verzet
Vasthoudendheid
En vertrouwen

http://www.vonsolo.nl