we moeten echt deze week DITMAR BAKKER feliciteren met een prachtig gedicht waarin de gelatenheid en de berusting in een ultieme krachtsinspanning aan de poëzie wordt meegegeven ter troost van vele lezers en uiteindelijk ter troost van alle mensen – de mensheid in zijn geheel niet uitgezonderd – die vroeger of later zullen weten wat verliezen is. een soort zelfde schoonheid mochten we lezen bij Cartouche maar door hem is het thema wel op enige afstand gezet- zie het commentaar onder zijn gedicht met een zilveren rand. van harte!

Zolang als deze sigaret nog duurt,
één kort moment -al is ’t al aan zijn end-
waarin de as stil valt op ’t vloercement
terwijl wat afgestoken bij het vuur
rook werpt in wolken schaduw op de muur
waar vreemd doorheen men jazzmuziek herkent,
haal ik het beeld omhoog dat jij nog bent,
waartoe mijn dromen dienden tot dit uur.
En dan vaarwel, adieu! De droom: finis.
Ik kan ’t vergeten, dat gezicht van jou,
je trekken raken langzaam uitgewist,
je woorden nooit, je lachen nog niet gauw:
je schijnt net als de zon die onder is,
het laatste licht laat wolken donkerblauw.
***[D.B.]
–>
in een mooie vorm van gelatenheid – de fasen van ontkenning en de woede voorbij – het afscheid beschreven in vlagen van ja van wat – eerst verdwijnt langzaam het gezicht en dan de rest beetje bij beetje – de entourage zoals de entourage moet zijn wat as op een cementen vloer – maar niet de woorden – blijkbaar. en dan die ik-vorm – die bijna onmogelijk te hanteren én toch hier gehanteerde vorm – zo dat elk woord in pijn is uitgesneden – prachtig:
het is de pijn die in de as
van wat ooit van de liefde was
wordt neergelegd
over hoe de liefde op gaat in de mist
en een geliefde de mist in drijft

Niet alles geeft zich uit zichzelf bloot
verwijt een dag nooit wat er kan gebeuren
bijvoorbeeld: je liefje bloedt jou dood
op zondag – vergun mij deze quote
er blijven dagen zat om te treuren
en geuren
waar ook die ene steevast wederkeert
het duurt een leven voor dat is verteerd
hoe men bij het einde blikt naar voor
zijn zegeningen wegwist van zijn handen
– maar toe, vertel me nu voor al toch muze –
van de man die de dagen terugtelt om te landen
bij de branding waar hij zich in jou verloor
die avond toen – zonder taal en dralen tezamen
jij je als lijfelijke deken spreidde voor zijn ogen
– saudade heeft nog niemand ooit bedrogen –
de zomer die jíj hem deed beamen
in hem rond bleef zingen
als kringelende waterdingen
15-01-2022 / Cartouche
–>
het is – de woorden zijn – net als bij dichter ditmar bakker van een zeldzaam schone gelatenheid – de dichter heeft de afstand kunnen vinden in de gebiedende wijs én in de tweede en derde persoonsvorm – jij – hem en men. en toch bij dit soort zo persoonlijke dingen hoort de ik-vorm. die bijna onmogelijke vorm in dit soort situaties. dat maakt het verschil deze week tussen goud en zilver. dat de titel precies aangeeft wat de lezer kan verwachten doet daar niet aan af. én hoe onovertroffen een strofe als deze ook is:
hoe men bij het einde blikt naar voor
zijn zegeningen wegwist van zijn handen
– maar toe, vertel me nu voor al toch muze –
van de man die de dagen terugtelt om te landen
bij de branding waar hij zich in jou verloor
- RIK VAN BOECKEL – de zomerfontein een dansend gezicht
- DITMAR BAKKER – je schijnt net als de zon die onder is, het laatste licht
- FRANS TERKEN – het vroege licht op de hielen
- ANKE LABRIE – doezelig door de witte wijn
- CARTOUCHE – het duurt een leven voor dat is verteerd

wie wint de enige echte virtuele – heerlijke zomeravond trofee – op pomgedichten punt nl?
de dichters brengen ons – al is het voor even – terug in en bij die heerlijke zomeravond die we allemaal ooit mochten meemaken – die heerlijke zomeravond die we weer willen meemaken – geniet de gedachten, geniet de gedichten alvast – we zijn op weg! u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
laat alles los en eenmaal los van alles
het gedicht weer aan de poëzie
om op te gaan in de onaantastbare eeuwigheid
van die ene zomeravond die maar niet wil overgaan
pom wolff

De zomerfontein
Stralen strelen een zachte wind
strekken zich uit in een bocht
de val in de vijver gezocht
nu de zomer haar glorie zoekt
de vijver herbergt herinneringen
het zinderend groen daalt neer
de opmaat naar de zomer
weerklinkt in het tjirpend ritme van vogels
ze vliegen van de hak op de tak
met een vrolijk speels gemak
koesteren de levensblije lucht
de zomerfontein een dansend gezicht
vredige stiltes doorzoeken ‘t groene licht
lonken naar de onsterfelijke liefde
van de zonnig zingende geest
zij is in winter en lente geweest.
Rik van Boeckel
15 januari 2022
–>
de opdracht was duidelijk: “de dichters brengen ons – al is het voor even – terug in en bij die heerlijke zomeravond die we allemaal ooit mochten meemaken…” – het is maar goed dat ik dichters uitnodigde voor deze zondagochtend en niet zangers als aliB of marcoB. hoe dan ook de dichter rik van boeckel verhaalt over de vijver, de fontein met vogeltjes en het lukt rik inderdaad om dat blije zomerse gevoel in woorden door onze winterse natte dagen te jagen. blij twinkelerend op weg naar die altijd aanwezige zomerse liefde. een mooi relaas.

Als op voeten die je niet bij kunt houden
zo hol je door dit dorre seizoen
het vroege licht op de hielen
je wrijft de winter van je botten
werpt je wolvenvacht af
om haar niet af te schrikken
dagen van diepe slaap overbrugd
haar gewekt als een lentebloem
een kus van vlinders in de buik
dat je haar weer bij de hand neemt
zoals op die laatste zomeravond
belofte alsnog waargemaakt
van ‘s ochtends liggen in het gras
dauwdruppels als parels op haar huid
in de ogen een zon die nooit nog dooft
© FT 15.01.2022
–>
Frans brengt die ene zomeravond wel heel dichtbij – die avond die in de ochtend al begon getuige de laatste strofe – in de eerste twee – drie strofen schrijft de dichter de barre zaken van de winter af. in de laatste twee drie strofen vertoeft dichter met zijn lezers in een dolce far niente van de ooit beloofde lezen wij en nu dan toch nagekomen liefdevolle zomerdag. de derde strofe als scharnierpunt gegeven ook van de jaargetijden.

zo’n zwoele zomeravond
de zee was kalm die dag
de zon had alle tijd genomen
lang was het zand nog warm
doezelig door de witte wijn
zachte muziek wat verderop
te loom de liefde te bedrijven
het strand een kinderbed
de liefste kus die zij ooit kreeg
zachtjes midden op haar neus
zij wist zijn naam niet eens
die kus weet ze nog steeds
anke labrie
15-01-2022
–>
anke beschrijft het prachtige einde van die zomerdag die een leven mee gaat of ging. dat ultieme gevoel boven alles te zweven met wat wijn, in de armen van een geliefde, het zachte genieten in de lome zwoelheid van zo een avond en dan ja dan die zoen voor het leven.
Zomeravond
Als op voeten die je niet bij kunt houden
zo hol je door dit dorre seizoen
het vroege licht op de hielen
je wrijft de winter van je botten
werpt je wolvenvacht af
om haar niet af te schrikken
dagen van diepe slaap overbrugd
haar gewekt als een lentebloem
een kus van vlinders in de buik
dat je haar weer bij de hand neemt
zoals op die laatste zomeravond
belofte alsnog waargemaakt
van ‘s ochtends liggen in het gras
dauwdruppels als parels op haar huid
in de ogen een zon die nooit nog dooft
© FT 15.01.2022