
Toen ik twaalf was hadden Bruce Hornsby and the Range een hit met het nummer ‘The way it is’. Het was toen negentien zessentachtig. Op die leeftijd leer je automatisch songteksten uit je hoofd. En aangezien er weinig ander entertainment was dan de radio, hoorde je het nummer dan ook met regelmaat. De tekst prentte zich automatisch in je hoofd. Het gaf een schets van hoe de Amerikaanse samenleving nooit zou veranderen. Hoe racisme en armoede in de hand gewerkt worden door het kapitalisme.
Na mijn HTS maakte ik mijn entrée in de ‘echte wereld’. De eerste vijf maanden werkte ik drie dagen in de week op de backoffice van een callcenter. In die tijd dacht ik de andere dagen te kunnen vullen met schrijven. Ik was namelijk vastbesloten schrijver te worden. Dacht ik toen. Na enkele maanden bleek echter, dat als je geen geld hebt en je vriendin je ook nog verlaat, het leven niet uit veel meer bestaat dan ellende, wiet en soep met brood of pasta. Er gebeurt heel weinig meer, waar je op dat moment over wil schrijven. Dat komt later pas.
Mijn toestand noopte me echter ander werk te zoeken voor vijf dagen in de week, opdat ik in ieder geval geld zou hebben om misschien weer dingen te gaan beleven. Op dat moment was er voldoende werk en ik kon met een baantje aan de slag, waarbij ik zelf mijn dagindeling kon maken, veel buiten was en meestentijds onderweg. Daarbij kreeg ik ook nog een leaseautootje, zodat mijn mobiliteit na het verlies van mijn OV-kaart hersteld was. Ik had ineens geld en wielen. Maar ik voelde me nog steeds waardeloos. Op dat moment bracht 2Pac postuum het nummer ‘Changes’ uit, los gebaseerd op het lied van Bruce Hornsby. ‘Changes’ kwam bij mij binnen. De tekst leerde ik automatisch uit mijn hoofd. Het gaf voor mij aan, hoe weinig er in die pakweg twaalf jaar was veranderd aan de situatie waarin de maatschappij verkeerde. Het gaf geen hoop. Het was de bevestiging dat het leven geen vechten voor, maar vechten tegen zou zijn. Maar naarmate dingen schijnbaar beter gaan, begint het grote vergeten.
Sindsdien is het me qua welvaart met pieken en dalen voor de wind gegaan. Het is me zelfs gelukt om schrijver te worden, waarvan getuige wat u hier leest. Een gezin heb ik weten te stichten en ik leef een comfortabel leven. Zo ook afgelopen zaterdag. We zitten in de tuin. Het is warm. De buren vieren feest en er staat luid muziek op. Het is echter niet zozeer hinderlijk, als wel sfeer verhogend. We drinken koude halve liters Duits bier. Langzaam wordt het donker. Ineens is het stil. Dan klinken de eerste piano tonen van ‘Changes’. Zwijgend laat ik de conversatie voor wat het is en luister even en laat mijn gevoel en verstand versmelten. Tuurlijk is er veel veranderd. Maar veel ook niet. Ik ben sluipenderwijs vijfentwintig jaar ouder geworden. Mijn dochter loopt in een 2Pac T-shirt en heeft mijn best of CD van hem op haar kamer liggen.
Ik haal even een paar keer diep adem en neem een slok van mijn bier. Even voelt het leven als een rit langs de rand van een ravijn. Als je er lang genoeg rijdt, vergeet je dat het er is. En dat er maar een kleine stuurfout voor nodig is, over het randje te gaan.
VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl