deze recensie schreven we hier in september 2023 – Confronterende en levensgevaarlijke poëzie over de klein geworden wereld van door de ouderdom vaak leeggehaalde mensen – schreef ik. niet iedereen durft blijkbaar de confrontatie aan – lezen we hier in de reacties van Alja Spaan op de geschreven recensies: “De bespreking door Onno-Sven (TROMP) is een van de minst interessante besprekingen die de bundel kreeg. Een makkelijke, niet erg inhoudelijke recensie…”

Vorige week schreef ik Alja Spaan al: “hoi Alja zojuist terug uit Berlijn waar ik mijn tweede kleinkind – Liva – in mijn armen mocht houden – lees ik vanochtend de eerste bladzijden in je bundel – prachtig, stilmakend indrukwekkend – recensie komt er aan – ik tracht de komende week – lieve groet en dank voor het moois. grt. Pom”
Laat ik maar meteen met de recensiedeur in uw huis vallen en over een monument spreken. HET LANGZAAM VOOROVERVALLEN de zevende bundel gedichten van Alja Spaan is een monument. Een monument opgericht voor de wachtenden die vaak niet meer weten waarop ze wachten. Zij die wachten zijn zij die staren: ‘hoelang kun je staren naar een schuifdeur die niet open gaat en waardoor niemand meer komt…’ – Er wordt enorm veel gewacht in de bundel. Een monument ook voor Mevrouw D. die in deze prachtbundel wordt uitgelicht – ze is terug te vinden op pagina 43 maar krijgt voorafgaand aan de titelpagina haar ereplaats in de bundel:
Als ik naar haar
informeer, blijkt ze mevrouw D. te heten en nooit
deelgenomen te hebben aan welke activiteit dan ook. Behalve
die van het wachten, dromen en verlangen naar
die man die altijd, zo zei ze met een lach, dwaalde in haar tuin
maar toch echt geen verstand van bloemen had.
En zie hier dan een staaltje van de dichtkunst die de lezer – als ik goed geteld heb in 54 gedichten in een werkelijk schitterende uitgave door Uitgeverij P – krijgt voorgeschoteld. De lezer wordt onmiddellijk meegevoerd in de ragfijne poëzie van Alja en ondergedompeld in haar ragfijne waarnemingen. We belanden in de klein geworden wereld van door de ouderdom vaak leeggehaalde mensen – ze zijn er wel en ze zijn er niet. Alja Spaan weet deze vervreemding precies te raken en in de meest eenvoudige taal haar beschreven ‘objecten’ te subjectiveren om vervolgens de eigenaardigheden van de beschreven subjecten te objectiveren – zodat wij als lezers ook weten wat ons op den duur te wachten staat – als de tijd voor ons daar is.
Het is het wachten op de dood – het langzaam voorovervallen – en het is dichter Alja Spaan die in het langzaam voorovervallen nog pareltjes van leven, liefde en verlangen weet bloot te leggen, ontdekt en beschrijft. De focus is gericht op wat ‘het’ nog wel doet, bij het afnemen van de betekenis der dingen. Confronterende en levensgevaarlijke poëzie voor lezer (en dichter).
In onze moderne snelle wereld is nauwelijks nog tijd gereserveerd voor wachten of voor staren naar een deur die niet meer opengaat. En toch is het ons lot, zeg maar noodlot, de tijd werkt genadeloos in op mensen, wie ze ook waren of wie ze ook zijn. Alja Spaan weet op poëtische wijze de aandacht te vestigen – en vaak ook nog op geestige wijze – op ons aller langzaam voorovervallen.
We leven als lezer mee met in zichzelf verdwaalde wezens, die veiligheid bij elkaar vinden in ‘de groep’ – de groep als houvast nog – waarin alles volgens vaste gewoontes plaatsvindt en geregeld is – wezens die elkaar in een soort vertraagde beleefdheid benaderen en begroeten – maar wel met een soort beleefdheid die zo af en toe ontbrandt in een directe ontploffing. Acuut ontploffingsgevaar ligt trouwens overal en altijd op de loer in deze bundel. Dat gegeven maakt ook dat de bundel spannend is om te lezen – op elke hoek, bij elke omgeslagen bladzijden dreigt gevaar – klein gevaar maar ook levensgevaar bij het wachten en staren.
We zijn als lezer op bezoek in de hoofden van de beschreven personen en het is alsof je bij het lezen zelf urenlang naar je sokken zit te staren als het ware totdat de bom valt. Dichter schrijft over ‘staren in een ruimte waarvan je de meters probeert uit te leggen,…’
De bundel ‘het langzaam voorovervallen’ gaat over verlies, steeds een beetje meer verliezen we, en over het afnemen van de betekenis der dingen. Prachtig, stil makend, indrukwekkend, spannend, enerverend, confronterend deze zevende poëziebundel van Alja Spaan . Op pagina 32 in het titelgedicht valt een persoon langzaam voorover – als hij weer bij zinnen gekomen is spreekt ie de gedenkwaardige woorden : “er was daar meer dan hier..” – Zo zal het zijn. Dat het zo mag zijn.
https://www.uitgeverijp.be/product/het-langzaam-voorovervallen/