
Het was 47 jaar geleden dat ik aan de bar zat in het gebouw Felix Meritis in Amsterdam, toen nog het hoofdkwartier van de Communistische Partij Nederland, CPN, waar ook de krant de Waarheid werd gedrukt.
Mijn hoofd hing op half zeven, want na de verkiezingsleus ‘Van Agt eruit, de CPN erin’ had de kiezer de CPN een enorme dreun toegebracht. Frans had medelijden met me, en zo begon een decennia lange vriendschap.
Frans kwam uit een communistisch nest, geboren in het eerste jaar van de oorlog. Zijn moeder was communist tegen Hitler, zijn vader communist in het verzet vanuit Duitsland.
Na de oorlog werd zijn vader door de Duitse communistische partij, teruggeroepen naar Duitsland omdat hij voor die partij onmisbaar in Duitsland was. Daarmee liet hij zijn moeder en Frans alleen achter in Amsterdam. En zo groeide Frans op samen met haar. Dit tot Lina overleed nadat Frans jaren lang aan haar zijde was gebleven, dicht bij elkaar wonend in de Dapperbuurt. Waarschijnlijk was zij degene waar Frans in zijn leven het meest van heeft gehouden. Over politiek werd door Lina en Frans niet getwijfeld, want de partij had altijd gelijk. Frans ging altijd elk jaar trouw naar zijn familie in Duitsland op bezoek.
Met de geaardheid van Frans was de combinatie met de CPN niet altijd een logisch, de ruimte voor persoonlijke zaken kwam in de CPN pas in de jaren zeventig toen bijvoorbeeld studenten, zoals ik, deel gingen uitmaken van de strijd van de CPN tegen het Amerikaans imperialisme en de oorlog in Vietnam. Vanaf die tijd werden persoonlijke zaken gepolitiseerd en diverse geaardheden en feminisme deden hun intrede ook bij de communisten.
Op het werk op school waar Frans als leraar Duits was begonnen, moest zijn geaardheid lang in de kast blijven. Na het einde van zijn werkweek bracht Frans zijn vrije avonden door in de Favoriet, een bar in de Reguliersdwarsstraat, waar tot in de kleine uurtjes werd geschonken en waar veel toneelspelers van Werkgroep O kwamen, ook een grote liefde van Frans.
Frans draagt de ere-speld van Amsterdam die hij kreeg van het stadsbestuur na 50 jaar optreden en steunen van het amateurtoneel. Maar de speld was ook voor zijn 40 jaar werk in het Onderwijs als leraar en adjunct-directeur en zijn inzet voor de Algemene Onderwijsvakbond en de Midden-school.
De eretitel werd ook uitgereikt voor zijn nooit aflatende politieke inzet, ook die in de afgelopen jaren in Zeeburg als duo-raadslid.
Frans stond jarenlang elke week dapper met de Waarheid te colporteren, de krant dan. In die CPN-afdeling in de Dapperbuurt troffen Frans en ik ons regelmatig.
Internationale solidariteit werd door Frans gekoppeld aan een andere liefde van hem: zijn vele en verre buitenlandse vakantie-reizen. Samen reisden Frans en mij af naar Nicaragua om daar de strijd tegen het westers imperialisme te ondersteunen door daar zelf aan het werk te gaan in de fabrieken. Dit samen met de Sandinisten die zwaar door de VS werden tegengewerkt. Daar waar ik in de kippenslachterij te werk werd gesteld kreeg Frans het relaxte baantje om alle strijdbare Nederlands die ploeterden in de fabrieken te filmen.
Op zijn laatste grote verjaardagsfeest van Frans in de Tolhuistuin aan het IJ kreeg hij geld als verjaarskado. Dit om al zijn vele filmwerk in het buitenland gedurende de vele jaren te digitaliseren. Het resultaat van de filmerij in Nicaragua was matig om het maar even voorzichtig uit te drukken, maar ala.
Frans bleef politiek in essentie altijd de activist en communist; voor rechtvaardigheid, voor de onderdrukten en voor gelijkheid. Maar hij liep ook voorop in de politieke vernieuwingen tot daar waar GroenLinks nu voor staat.
Loyaal en scherpzinnig noemt de stad Amsterdam hem, een man met veel contacten . Dat typeert Frans inderdaad, zijn vriendenkring is groot, zoals we hier ook vandaag zien, en die werd door hem loyaal en intensief onderhouden.
Wellicht herkennen jullie Frans zijn manier van doen, grootspraak, humor en grappen soms ‘ten kostte van’. Frans was een uiterst gevoelige man, zijn manier van doen was soms ook een houding om die kwetsbaarheid te beschermen.
Platonische liefdes hebben bij Frans altijd een rol gespeeld. Totaal op iemand vallen, zonder dat die ander waarop dat betrekking heeft daar lange tijd iets van krijgt te merken. Dergelijke verliefdheden bleven zich voordoen tot ook recent nog.
Zijn gevoelens waren kwetsbaar en vaak ook afgeschermd.
En vele van jullie zullen dat nog wel herkennen van vroeger, hij verstopte zich vaak achter een grote wolk sigarenrook. Sigaren die van twee kanten werden geconsumeerd kauwend aan de ene kant en ketting rokend aan de andere kant. Maar met de rook niet over de longen, zoals Frans beweerde, maar ala.
De laatste jaren troffen Frans en ik elkaar vaak in Amsterdam met ook Willem erbij.
Frans kon zich bij onze laatste gesprekken nauwelijks nog verstaanbaar maken. Hij schreef af en toe wat woorden op het scherm van zijn telefoon. Ergens op een rustiger plek afspreken dan in een drukke kroeg of restaurant waar we hem beter zouden kunnen verstaan vond hij niet nodig; eigenwijs tot het laatste toe. Frans moest net als 47 jaar eerder, mij troosten over de verschrikkelijke verkiezingsuitslag van een paar maanden geleden.
Het laatste treffen van Willem en mij bij Frans, mocht toen toch wel rustig bij Frans thuis. Hij was sterk afgevallen en verzwakt. Wat nog nooit was voorgekomen gebeurde, na het einde van het afhaal-eten moest hij ons wegsturen omdat hij te vermoeid was. Toch ging hij er van uit dat hij nog wel tijd had. Hij bleef zijn wandelingen doorzetten, zijn fysio, zijn oefeningen. Gelukkig tot op het laatst zelfstandig en doorgaan met zijn manier van leven: bijvoorbeeld nog naar zijn stam-restaurant op de laatste avond voor zijn overlijden in die nacht. En in die ochtend als stille getuige een overgebleven half-lege fles wijn op zijn aanrecht.
Frans, Willem en ik namen ook alle persoonlijke zaken door. Ook Frans zijn kijk op de naderende dood. Daar had hij helemaal geen moeite mee als dat zo ver zou zijn zei hij. Hij keek terug op een prachtig leven en een mooie leeftijd. Verder geen gezeur.
Piet de Vrije