Peter Berger: het droge schuim op de krampachtig bewegende lippen verraadt dat er meer in het spel is dan alleen wodka. XTC all over…


Het bloedde als een rund. Mijn wijsvinger. Ik wist het. Dat dat niet zo handig was. Om dat zo te doen. Met dat mes. Haastige spoed. Het dorp even verderop heeft een dokterspost. Maar zaterdagmiddag, dus gesloten. Het antwoordapparaat babbelt er lustig op los. Wat je doen moet bij afwezigheid. Er is een dokter van dienst, maar ook dat nummer heeft een keuzemenu dat daarna doorverbindt naar datzelfde ratelende antwoordapparaat. Schiet niet op. Dan maar het ziekenhuis. Op een half uurtje rijden. Eerst bellen. Daar neemt nog een mens op. Meteen. Lekker! Of ik langs kan komen. Snee in de vinger. ¨Bien sûr,¨ zegt de stem. ¨Altijd welkom.¨ Rijden maar.

Het ziekenhuisgebouw staat er vervallen bij. Doet denken aan een ouderwets zwembad. Of een gesticht ofzo. Oostblok. Op de eerste hulp weet de dame achter de balie al hoe de zaak ervoor staat. ¨Aha, u bent die meneer met snee in de vinger,¨ zegt ze meer dan vriendelijk. Na geduldig naam en adres te hebben genoteerd, gebaart ze me in de wachtruimte plaats te nemen. Er was daar al flink wat reuring toen ik zojuist de eerste hulp binnenliep. Daar in die wachtruimte. Nog steeds. Een jonge vrouw in shorts, compleet uit haar plaat, maakt onophoudelijk luid giechelend obscene gebaren. Flirt met iedereen. Haar kompaan, evenmin fris, vraagt me niet op haar te letten. ¨Dronken. Wodka. Overgegeven. Bloed.¨ Versta ik. 

De wulpse dame huppelt ondertussen opzichtig met veelzeggende heupbewegingen door de gang. Het doet haar blote dijen wiebelen. Ze danst plotseling pal voor me. Verleidelijk lachend. Wat ze zegt versta ik niet, maar zodra ze knielt en met half open vuistjes draaiend een denkbeeldige pijp voor de getuite mond vormt barst ik in lachen uit. Ze knipoogt en knikt met het hoofd richting toilet. De blik is veelzeggend, maar het droge schuim op de krampachtig bewegende lippen verraadt dat er meer in het spel is dan alleen wodka. XTC all over. Ze heeft er zin in. Op iedereen verliefd. Wie wil kan een beurt krijgen. Ook de oude grijze vrouw met rollator, die half slapend naast mij zit. Het is een uur of drie. ´s Middags? Alles kan. Hier in de Picardie. Het wordt de dame achter het loket te veel, ze verlaat kordaat haar post en maant het wiebeldier vriendelijk doch dringend naast haar vriend plaats te nemen. Dan draait er een deur open en wordt mijn naam geroepen.


De verpleegster heeft het snel gezien. ¨Coupé jusqu’à l’os,¨ zegt ze. Tot op het bot? Daar moet een dokter bij komen. Ik word naar een ander kamertje gedirigeerd, via een corridor met een stuk of tien van dat soort piepkleine behandelruimtes. Allemaal bezet. Het gekerm galmt er traag. In die gang. ¨Cinq minutes,¨ geeft ze aan. De verpleegster. Korter nog, want binnen no time verschijnt een bloedmooie blondine die na een korte blik op mijn kwetsuur aangeeft de wond te willen gaan hechten. ¨Je reviens tout de suite.¨ De blote dijen dansen inmiddels ook hier ontredderd door de gang, achtervolgd door een stel nerveuze verplegers. Treurnis alom. De dokter komt terug met een wat oudere collega die me vraagt of ik het oké vindt om de wond te lijmen. Prima. ¨Mais tu ne devrais pas bouger ton doigt. Une semaine.¨ Mijn vinger niet buigen? Een week? ¨Impossible,¨ geef ik aan. De man lacht, trekt een laatje open en toont triomfantelijk de perfecte oplossing. Een aluminium spalk, die in het koude kunstlicht schittert als een klein kunstwerk. Daarna is de boel snel gefikst. Als ik vraag waar ik kan betalen zegt ie dat het tout gratuit is. Hôpital public. Mij hoor je niet klagen. Vive La France! Een prachtig sieraad houdt mijn gelijmde vinger inmiddels in bedwang. Van klussen zal niet veel terecht komen. Lekker rustig.

PETER BERGER

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter