VON SOLO: ‘Er werd zelfs op verzoek nog geschonken in authentieke ‘Rotterdammertjes’. Een soort kelk van dun glas,…’


Onlangs stond ik bij het stoplicht bij de LIDL op de Bergweg te wachten op groen. Er kwam een scooter aangereden, die na een korte blik opzij door rood reed. De bestuurder zijn achterwerk lag rijkelijk gedrapeerd over de zitting. Hij droeg een hoofddeksel model Stahlhelm en had een grote walrussnor. Deze man had ik jaren niet gezien. De tijd had hem in kilo’s goed gedaan. Maar waar kende ik deze verschijning van?

Toen viel het me in. Het moet café Klijnoot aan de Boezemstaart in Crooswijk zijn geweest. Zo’n kroeg waar je na drie keer een avondje aan de bar hangen snel tot het interieur werd gerekend. Zeker als je het tot sluiten wist vol te houden en mee sprong om te bewijzen, dat je geen Jood was. Het was een simpele kroeg met veel stamgasten.

De ‘Walrus’ kwam daar met regelmaat en leek een soort koerier voor de lokale penoze.  ‘Robert Feyenoord’ en zijn niet al te snuggere maat waren er ook altijd. Zijn maat, die altijd bezopen was, werkte, naar wij later ontdekten, bij de kinderboerderij in Schiebroek. Met Robert kon je nog een redelijk terloops gesprek houden.
Zo niet met ‘De Kapitein’. Waar die woonde wist niemand. Hij mompelde onverstaanbaar en droeg altijd een kapiteinspet en was altijd straallazarus. Dit ondanks, dat er toch hoofdzakelijk pils gedronken werd in Klijnoot. Er werd zelfs op verzoek nog geschonken in authentieke ‘Rotterdammertjes’. Een soort kelk van dun glas, die niet stapelbaar was en om de haverklap brak. Maar wel heel chique. En heel Rotterdams. 

Verder had je nog een magere, oude Vlaming, die een intelligente uitstraling had, maar toch ook duidelijk aan lagerwal geraakt was. Het was mogelijk met hem een gesprek te houden, mits je in staat was totale absurditeit en onsamenhangendheid te verdragen. En ook was er nog een Surinaamse man, die altijd met zijn vrouw kwam. Hij reed in een grote Mercedes en was de enige die whisky dronk. Altijd rustig en beheerst. Hij had het schijnbaar gemaakt op een bepaalde manier.

Dan was er nog de spastische man, die zijn bier met een rietje moest drinken om niet te morsen. Paco was er ook vaak. Een Spaanse ex-junkie met te veel zaakjes en te weinig tanden. De enige vrouwen die er altijd waren, waren de bardames Jannie en Lenie.

Café Klijnoot bestaat al meer dan vijftien jaar niet meer. Hoe zou het iedereen vergaan zijn? Wie zouden er allemaal al dood zijn? Het schiet me ineens te binnen, dat er ook altijd een jonge jongen in een leren jakkie aan de bar hing. Hij vertelde nooit veel, maar wilde altijd alles over iedereen weten. Een raar, onduidelijk ventje. Hij had iets onheilspellends. Hem was ik graag vergeten, maar ik vrees, dat hij de enige is, die zeker weet, wie er intussen naar de kleine kroeg in de hemel verhuisd zijn. Het enige wat ik ooit van hem te weten ben gekomen, is dat hij bij zijn vader in de grafstenenwinkel om de hoek bij het kerkhof werkte.

VON SOLO

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter