Peter Berger – hoog bezoek vandaag – bij de gisteren afgeleverde maandagcolumn was te lezen ’tot morgen’! kortom hoog bezoek in het door wegafsluitingen getroffen 020 – halsema heeft het niet zo op auto’s – al laat ze zich zelf in een grote zware zwarte kist door de stad zoeven – het Parool staat bol van de klachten – nog 6 jaar halsema en de stad is één autokerkhof. hoe dan ook we gaan Peter majesteitelijk ontvangen op drie hoog achter in ons tuintje – over welke René Hillenaar de onvergetelijke woorden sprak; ” “Erg leuke tuin, maar drie hoog achter… Me reet!” – haha. – volgens PETER BERGER onze topcolumnist leven we in het NU! de witte wijn staat nu gekoeld. geniet zijn column.

Het komt soms voor. Een week waarin bar weinig te beleven valt. Waar de voorkant de achterkant is en de eerste dag de laatste. En andersom. Zo ́n week waarin je hoofd je kop maar niet uit wil kruipen en de hele wereld in je hersenpan rondzingt. Zo ́n week was het. Een week waarin de werkelijkheid zich aandient als een kroket uit de muur bij de Febo. Of als een toevallige voorbijganger die je zonder voorbehoud spontaan om de nek vliegt. Een werkelijkheid van momenten die gewoon gebeuren en zomaar voorbijgaan.
Realiteit? Daar kan ik mijn kop over breken. Beperkt zich dat niet slechts tot de dingen die je vast kan pakken? Beet kan houden. Die je moet kunnen ruiken of horen. Proeven. Dingen die je moet kunnen voelen schuren. Dat kan alleen nu. In het moment. Een fractie later is het weg. Dat moment. Een herinnering kan je nu eenmaal niet in de hand nemen. Een verwachting al helemaal niet. De toekomst. Het verleden. Die zitten in het hoofd. In beelden die knellen als een kwelling of bevrijden als genot. Niets kan heen of terug. Het heden is nu. Nu aanraken. Nu horen. Nu zien. Nu. De rest? Denk! Ook wat zich afspeelt in het hoofd is nu. Het verleden is nu. De toekomst is nu. Alles los zand. De klok dient slecht als houvast. Als een kapstok voor teloorgang. Tja. Ik ben achter glas gevangen. Maar mijn hart heeft het leven lief zonder omlijsting.
Ik krijg er altijd dorst door. Hersenkronkels. De super is gelukkig om de hoek. Een halve liter uit blik moet het gaan worden. Blanche. Gebrouwen uit gerstemout, ongemoute tarwe en een beetje haver. Treuzelend bij het bierschap loop ik een wat gekreukte jongeling tegen het lijf. Hij drukt me terstond het gedroomde blik in de handen. ¨We hebben het gewoon verdiend toch? Meneer.¨ Zegt ie gedecideerd. ¨Er is geen ontkomen aan. Het kan niet anders. Alles kapot. Ik ga drinken tot ik erbij neerval. De bom gaat vallen.¨ Hij maakt zich vervolgens met een flinke stapel bierblikken onder de arm geruisloos uit de voeten. The bomb? Really? Zuipen is een optie, maar ik denk toch maar dat ik het voor nu bij die ene halve liter hou. Want vanavond wil ik zwemmen in zee. Het hoofd leegmaken. Op Katwijk. Ik wil het zout nog op de huid voelen voordat alle liefde verkommerd is.
PETER BERGER