VON SOLO boomt


Het groeien van bomen heb ik altijd als vanzelfsprekend genomen. Ze zijn er al zo lang ik leef. Groot en klein. Je had ze in het park in de buurt. In de tuinen, voor en achter de huizen waar ik opgroeide. Je had ze ook op de dijken. Er was zelfs een klein bos in de buurt van het dorp. Toen ik jong was werd er ook een parkachtig bos achter het dorp aangelegd. Daar stonden enkel kleine bomen en struiken. Vorige zomer fietste ik daar na dertig jaar nog eens een keer langs. Het park had wasdom bereikt. Bomen waren groot en omzoomd met struiken. Bijna ondoordringbaar groen. De tijd leek me ingehaald te hebben.

De straat tegenover ons huis wordt gekenmerkt door populieren. Deze zijn in de vroege jaren dertig van de vorige eeuw geplant. Het zijn gigantische levende organismen die wel tot dertig meter hoog rijzen. Als het stormt, gaan ze vervaarlijk heen en weer. Maar nooit gaat er één om. Deze houten titanen geven de Statenlaan cachet. Soms in de zomer zoek ik naar de spechten, die je wel kunt horen, maar zelden kunt zien. Sommige mensen zijn bang, dat zo’n kolos ooit op hun huis zal vallen.

Populieren kunnen wel tot tweehonderd jaar oud worden. Deze bomen hebben mensen dus zien komen en gaan. Maar binnenkort gaan ze er zelf aan. Dat is voor de goedkoopste aannemer, die de Gemeente heeft kunnen vinden voor het vervangen van de riolering in de laan makkelijker. Anders zou het maar een dure grap worden. Dan liever die bomen dood. Ach, het is vast recht te praten.

Zelf heb ik een fijne tuin. Er staat achter in een esdoorn. Die is bijna honderd jaar oud. Gezien esdoorns wel vijfhonderd jaar oud kunnen worden, is deze boom dus op een vijfde van zijn of haar leven. Ik heb geen idee of bomen het idee van geslacht kennen. Laatst zag ik dat de esdoorn erin geslaagd was een zaadje te laten ontkiemen in de tuin van de buren, die huren. Mevrouw Solo maande me de buren te verwittigen dat er een boom in hun tuin zou gaan groeien, als ze hem niet snel zouden rooien. Ik knikte begrijpend, maar had niet de minste intentie, gehoor te geven aan dit verzoek. Ik fantaseerde, dat de loot, die inmiddels al drie meter de lucht in geschoten was, op een dag ook een boom van honderd jaar zou zijn. Dan zou ik er al lang niet meer zijn. 

Het is niet als met een kind of een hond. Je hond overleef je wel met een beetje geluk. Van je kinderen neem je hopelijk afscheid als je ze niet langer meer tot last wil zijn. Sommige bomen zou ik zo graag zien opgroeien nu ik zelf ouder ben. Maar dat gaat niet. En dat zet je op je plek. Zij zwijgen verder, schijnbaar eindeloos met de seizoenen mee. Vanzelfsprekend.



VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl

Share This:

Gepubliceerd door Pom Wolff

Hoi, welkom op mijn site pomgedichten. De site is in langzame opbouw net als de dichter. Ik ben geboren in Amsterdam, ik leef daar en wil daar ook wel doodgaan. Ik studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, Rechten aan de Vrije Universiteit en werk als juridisch adviseur in de hoofdstad. Jan Arends is mijn favoriete dichter dan Kopland dan Menno Wigman. Paul van Ostaijen mijn dandyman. In slammersland geniet ik van Roop, Karlijn Groet, Peter M van der Linden - ACG natuurlijk, Ditmar Bakker, Jürgen Smit en Daan Doesborgh. En wat moet ik zeggen nog van Robin Block ( “hee ouwe wolf”) de wildemannen, lucky fonz III - Sander Koolwijk of Tom Zinger: "er is hier zeker 80 centimeter plant waar jij geen weet van hebt...." - mijn windroosmaatjes. Mijn optredens bezorgden mij eretitels: landelijk slamfinalist 2003, 2004, 2005 en brons in Tivoli in 2006, 2007 en 2010, 2011, 2012 en ook weer in 2013. - Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Len-te te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006. Jaarfinale Zeist 2007 en de BRUNA poézieprijs 2007 in mijn zak. Ik ben de hoogste nieuwe binnenkomer op de jaar-lijkse top-200 lijst van bekendste dichters Rottend Staal – Epibreren 2005. In 2008 kreeg Pom Wolff De Gouden Slamburger uitgereikt vanuit de Universiteit Utrecht – afdeling letteren en won hij het 2e Drentse open dichtfestival. op 19 april 2009 verscheen de bundel 'die ziekte van guigelton' - winnaar jaarfinale slamersfoort 2009. in 2010 won hij de dicht-slam-rap van boxtel en de dobbelslam van entiteit blauw te utrecht. in 2012 de grote prijs van Grimbergen én DE REBELPRIJS voor de poëzie van de REBELLENKLUP. Tot zover enig geronk. In 2014 presenteerde uitgeverij Douane op 22/11 in Café Eijlders de pracht bundel: 'een vrouw schrijft een jongen'. Sven Ariaans schreef in zijn juryjrapport Festina Lente Amsterdam: “Het is iemand die je zenuwen blootlegt om vervolgens op vaderlijke toon te zeggen dat die pijn jouw pijn moet zijn en dat er geen zalf bestaat. Elke cognitieve dissonantie die je voor jezelf op prettig hypocriete wijze had opgeheven, wordt je ingewreven, of zoals medejurylid Simon Vinkenoog het kernachtig zei: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Ik voel me in deze omschrijving wel thuis.) 'je bent erg mens' van pom wolff verscheen in de befaamde Windroosserie in september 2005 en was in een mum van tijd uitverkocht. Nieuw werk - 'toen je stilte stuurde' verscheen op 18 november 2006 wederom bij Uitgeverij Holland te Haarlem. ook deze bundel was meteen uitverkocht. erik jan Harmens interviewde pom wolff over deze bundel in de avonden van villa VPRO.

Laat een reactie achter