redactioneel:

lieve Gerdin
van mij had je mogen blijven
dat weet je wel
ik ben een uur gaan zitten
met een boekje in mijn hand
een pen om je te schrijven
het was een zinloos uur
er is er een vertrokken
en een is blijven staan
meer is het niet
ik adem nog
en jij in mij niet minder
dat is het dat ik schrijven kan
pw
Ditmar memoreert hieronder in zijn liefdevolle I.M. Gerdin Linthorst de memorabele avond aan de admiraal de ruyterweg in 020 bij gerdin thuis. met max lerou – ‘we waren elkaars favoriete longlijers’ de woorden van max. het was een bijzondere avond een paar jaar geleden – er gebeurde op die avond allemaal bijzondere dingen – erwtensoep over het nieuwe tapijt – samenzang – maar bovenal en vooral – alle aanwezigen wisten dat ze aanwezig waren op een adres waar gerdin haar ‘mooie mensen’ had uitgenodigd – we waren gerdins mooie mensen. met Gerdin als stralend middelpunt.
de pomsite kent 39 items Gerdin Linthorst – en ongeveer 20 dinlins columns die Gerdin schreef in 2015 en 2016 voor deze site. op 31 januari was ze vol goede moed begonnen aan een nieuwe serie columns voor de site op vrijdag. de nieuwe 2025 serie bestaat uit twee columns. een eerbetoon aan de vrouwen Femke Halsema, Sharon Dijkstra en Carola Schouten – en een analyse van de wereld nu: ‘Zo probeer ik, in het prille begin van een jaar waarin roofridders in toenemende mate de wereld naar hun hand trachten te zetten, de losgeknipte draad van mijn Pomverhaal weer aan elkaar te knopen…’
de komende vrijdagen herhaal ik een aantal van haar columns zoals die door haar geschreven werden voor deze site. haar stilistisch vermogen was en is en blijft een woord voor woord genieten. Gerdin leeft op deze site nog even door – we kunnen en willen nog even niet zonder. niet anders.

In memoriam Gerdin Linthorst
Ditmar B
Do not stand at my grave and weep.
I am not there—I do not sleep.
I am the thousand winds that blow,
I am the diamond glints in snow,
I am the sunlight on ripened grain,
I am the gentle autumn rain.
As you awake with morning’s hush
I am the swift-up-flinging rush
Of quiet birds in circling flight.
I am the soft stars that shine at night.
Do not stand at my grave and cry,
I am not there, I did not die.
Zo luiden de onsterfelijke regels toegeschreven aan de cryptonésiatische Mary Frye–ze dringen zich op bij een verdrietig moment als het vernemen dat iemand je ontvallen is. Fijne, lieve & strijdlustige Gerdin. Althans, zo herinner ik mij haar. Tijdens ons voorlaatste whatsappgesprek– dat dateert van september ’23, kwamen haar boeken ten sprake over “mijn jeugd. Een babyboomertjesjeugd” en “het boek dat ik lang geleden over het Nederlandse speelfilmbedrijf schreef” toen ik haar vroeg op welk wapenfeit van de pen zij het fierst was. Het schijnt dat Lerou nog een exemplaar heeft kunnen vinden van dat filmboek.
Gerdin. Gerdin nodigde me plotseling uit voor een kerstborrel bij haar thuis–een gezelligheid die zelfs leidde tot het gebroederlijk wegpoetsen van snert op het tapijt. Ik voelde me vereerd en gewarmd. Je hebt er volgens mij nog beeldmateriaal van, Pom.
Als ik me voor probeer te stellen hoe Gerdin een dergelijke boodschap als in het aanvankelijk geciteerde gedicht zou brengen, komen regels als de volgende aan de oppervlakte:
***
Wat ween je, zoetje, bij mijn graf?
Dat hoeft toch niet. Doe niet zo maf.
Ik lig in elke kinderlach,
zonsopgang op een mooie dag.
Ik ben die fraaie regenboog.
Ik ben hierboven. Kijk omhoog!
En—morgen kijk je uit het raam,
dan zie je heel die santenkraam
in gekkengoud en boerenbont
ter wereld, puur als kippenstront.
Dus hou je bij mijn graf maar groot,
uiteindelijk gaat ieder dood.
***
We hadden elkaar al een jaar niets meer bericht, maar afgelopen Kerst was er een kort contactmoment. Ze bedankte me voor een “troostrijk vers”. Het is vreselijk te horen, dat ze weg is, Pom. Sterkte aan de familie, sterkte aan de lezer en sterkte aan jou.
Wel geeft het de pas Gerdin hier het laatste woord te laten, zoals zij volgens mij gewend was, want er was toch iets wat haar nog meer beviel dan de twee genoemde boeken, en dat was “een versje dat ik schreef voor mijn zoon toen hij klein was”.
Hier volgt het in zijn genoeglijke grandeur. Ze zei dat ze een zwak had voor dat vers, net als voor haar zoon. En dag, Gerdin–je was een vriendin.
Jungle
Wat doet het kind
dat de wolven hoort huilen
in het donker en
de maan niet vindt.
Hij baant zich een pad
kapt de lianen
slaat de ogen op en
herkent een vogelvlucht.
Ouder dan toen
denkt hij zich een bloem
in het mos, een vlinder
in de nevel,
kerft zich een
hart in het hout
en vindt een huis
in het woud
dat rondom hem woedt.
***[G.L]