
deze vrijdag is een verdrietige vrijdag – voor de mensen die haar hebben gekend, haar lief hadden – de familie in de eerste plaats. ik vroeg haar in januari – lieve gerdin zou je willen overwegen om jouw edele handwerk weer eens op te pakken – voor een tijdje – (gerdin leverde in het verleden een aantal prachtcolumns af voor pomgedichten) – het antwoord even hartelijk als zij zelf was:
Gerdin Linthorst
10 jan 2025, 20:04
aan mij
Hallo Pomski,
Jazeker, ik ga jou uit de brand helpen. Waar heb je anders vrienden voor!
Schrijven en lezen en tv kijken zijn de enige bezigheden die ik nog kan doen zonder half dood ter aarde te storten. Dusssss….
Vanaf 31 januari als ik het goed begrijp. Zelfde vorm als ooit hè?
(…)
Van die dingen buurman.
Vorige week alweer een oude vriend verloren, Guus Luijters, kende ik vanaf 1968. We hebben heel veel gemaild.
De vierde vorig jaar! Iedereen stapt er maar uit en ik maar doorploeteren. Ik vrees dat ik van de categorie Kraakijs is geen breekijs ben.
Alles goed met Annemarie en het kleingrut? Mooi nageslacht heb je hoor. Hoe is ‘t mogelijk.
Dag Pomski. Tot de 31e!!
Groet Gerdin.
Verstuurd vanaf mijn iPhone
in 2025 schreef ze nog 2 columns voor deze site – de toestand in de wereld samenvattend met de woorden “roofridders” zijn het – “roofridders” pomski. het kon niet beter verwoord.
vanmiddag nemen we afscheid van haar – ik ben van plan om de komende vrijdagen nog even aan Gerdin te laten – ik herhaal een aantal columns. max lerou overweegt een deel van zijn enthousiaste briefwisseling met Gerdin te publiceren op deze site. we zien wel – hoe dan ook op de vrijdag blijft ze nog een tijdje hier van ons. haar laatste column op pomgedichten was deze gestuurd op 6 februari –

Op do 6 feb 2025 om 16:52 schreef Gerdin Linthorst:
Geachte poëten en anderen,
Dezer dagen sta ik vaak met openvallende mond door mijn raam te staren. Daarbuiten zie ik, met de nachtvorst nog in de lucht, flink in hun kraag gedoken mensen op de fiets. Warme wollen muts op en indrukwekkende wanten aan het stuur.
En dan opeens, jogt er een jongeman voorbij, in lange korte broek en t-shirt. Alsof het hartje zomer is! En even later een meisje, met blonde dansende paardenstaart, weliswaar in legging maar zonder muts, das en handschoenen, attributen waarmee de gemiddelde Nederlander zich wapent tegen de kou. Kennelijk raak je dermate oververhit van het joggen dat summiere kledij geboden is. Maar ook fietsers komen langs in korte broek, hoofdband op, hockeystick in de hand. Als ware Wim Hofs passeren jongeren in zomerkleding mijn huis, waarin de kachels loeien. Ik sta paf.
Al lang geleden uit Amerika overgewaaid, het joggen. Net zoals Valentine’s day, Halloween, Dry January, Blue Monday, Black Friday, de multi purpose uitroep ‘oh my God’ en alweer lang geleden, de televisiereclame.
Rond 1980 vertrok ik met twee kleine kinderen naar de westkust van Amerika voor een verblijf van twee jaar. Er was een exotisch, aan een brede laan gelegen huis geregeld in een buurt met de aansprekende naam Hollywood. Zoals het hoorde had dit huis een front- en een backyard, kakkerlakken in de keuken en in de kamer een riant model tv. Mijn kinderen ploften vrij snel na aankomst neer op de kingsize bank nadat zij het toestel hadden ingeschakeld. Binnen de kortste keren was het huis gevuld met pakkende melodietjes. Ware oorwurmers.Je lag ze in bed nog te neuriën. Reclame!
Licht verbaasd bekeken wij gedrieën het blije volkje dat ons zingend van alles aanprees. ‘Rare jongens die Amerikanen’ was mijn conclusie. Maar mijn dochtertje zong binnen de kortste keren de reclameliedjes mee. ‘You’re gonne love uuuuus, Tieeee Dubbel Joe Eeeeee!’ De wervende boodschap van vliegtuigmaatschappij TWA.
Toen het na vele avonturen en iets te frequent Disneyland-bezoek tijd was om terug te keren, verheugde ik mij vooral over één ding: de afwezigheid van reclame op de Nederlandse televisie.
Edoch, koud had ik de koffers uitgepakt of het werd geïntroduceerd bij de opkomende commerciële omroepen.
Wel wel tut tut, nou vooruit, je bent commercieel of je bent het niet. Maar ja hoor, na enige tijd ging de publieke omroep een lichtje op. Entree de Ster.
In bijna geen enkel ander Europees land is er reclame op de publieke omroep. In Engeland niet, noch in Duitsland, Frankrijk en België, hoewel het laatste land steeds vaker ‘boodschappen van algemeen nut’ tussen de programma’s door smokkelt.
In Nederland loopt het inmiddels de spuigaten uit. Met een schuin oog op de vergrijzende babyboomertjes bericht de Ster gretig over gehoortoestellen, trapliften, incontinentieslips en vitaminepillen. En dat dan ook nog in gekmakende herhaling.
Wij houden hier onze geuzennaam ‘handelsnatie’ hoog in het vaandel en laten ons vele overbodige producten door de strot duwen. Dit onder bezielende leiding van een overheid die, pal na de nieuwste omroepbezuiniging, monter opmerkt dat de gaten in de omroepbegroting wellicht gedicht kunnen worden met meer reclame!
Als ik wooden shoes had zou ik ze beide breken. Het liefst op het hoofd van Amerikanen.
Met hartelijke groet,
Uw DinLin.