De vaart der volkeren de weg van de vooruitgang met haar mijlpalen wapperende vlaggen, wimpels marsmuziek en dansende ballonnen dat één en al aan optimisme
ondertussen een vergezicht met de vlaggen halfstok de ballonnen doorgeprikt met de weg gewimpelde feiten op de maat van een dodenmars
als houvast weer die toekomst dat reservoir aan prettige en prachtige gedachten waarvan altijd nog het beste het allerbeste valt te verwachten
JAN KLEEFSTRA dichter van de eenvoud en de verstilling – WINTERFLARDEN – een recensie – zijn hang naar een op sterven na dood zijn van het leven
Zijn optreden onlangs in Alkmaar bij Reuring in De Alkenaer was imposant. Bij het kennis maken vroeg ik de mij grote onbekende frieslanddichter Jan Kleefstra – wat is de mooiste regel die je schreef Jan – Jan glimlachte om de onmogelijke vraag en antwoordde minzaam: “Laten we eenvoudigweg iets moois maken” – ik glimlachte ook en citeerde een van mijn regels: ‘niets is me liever dan eenvoudig mooi’.
Na het optreden wilde ik meer van hem weten en lezen. WINTERFLARDEN de bundel dit jaar verschenen een welkome kennismaking – een welkome leeservaring – met de dichter van de eenvoud en de verstilling Jan Kleefstra.
WINTERFLARDEN kent ongeveer als ik goed heb geteld 68 gedichten, ongeveer 5 hoofdstukken (3 echte). Nergens moeilijke woorden- alles maar dan ook alles wordt observatiegewijs op elke pagina in elke regel mooi gemaakt in eenvoudige taal – wordt een bijzonder eigen Jan Kleefstra wereld vorm gegeven – een soort DADA maar dan zonder richting en zonder enige vorm van logica – de bundel logisch denken uit de colleges argumentatieleer heeft Jan links laten liggen. Bij Jan Kleefstra is DADA het DADA – niet van het niets – maar van het AL en het ALLES en nog veel meer – niet het ene maar van het vele.
In zijn nieuwe bundel treedt Jan zeer bewust buiten het bestaande maar nooit vastgelegde betekenisnormen patroon dat dichters en lezers nu eenmaal stilzwijgend verbindt. Een patroon dat de lezer met de dichter a.h.w. is overeengekomen bij aanschaf van de gedichtenbundel: een dood kind kan niet spontaan ook in huilen uitbarsten. een levend kind kan niet tegelijkertijd ook nog dood zijn. Nou ik kan u zeggen bij Jan zou dat wel kunnen – niet dat Jan in WINTERFLARDEN over kinderen schrijft.
De logica bij Jan is bewust buiten de bundel gehouden – in het eerste hoofdstuk DE NABOOTSING gebeurt van alles en nog wat en Jan doet gewoon alsof het zo is – de gewoonste zaak van de wereld: je kunt gewoon twee keer doodgaan, waken is slapen, bij honger breek je gewoon je eigen vingers, handen groeien waar je bij staat, zwijgen kan leven. Dat u het weet.
Maar vooral en voor alles lezen we in de gedichten van Jan Kleefstra steeds meer de dichterlijke hang naar een op sterven na – dood zijn van het leven. ik kan het niet beter zeggen – het leven – de waarnemingen van de dichter, hangt/hangen aan een in eenvoudige woorden werkelijk prachtige zijden dichterlijke draad. De hang naar een op sterven na dood zijn van het leven illustreert de dichter door verheerlijking van elementen als: stilte (‘teruggetrokken zwijgen leeft’ /’ een stem die zwijgt’ …’bloeit op’ ), als: de nacht en schaduw (‘om stil te zijn heb ik de schaduw van mijzelf nodig’), en als: de dood ( ‘wat zich niet weet te herhalen ontroert’ / ‘uiteindelijk zul je het licht niet verdragen’) – het is ook een absolute hang naar alleen zijn. In een verstild en zwijgend en absoluut alleen zijn kan en wil deze dichter leven.
Eigenlijk had de lezer het kunnen weten in hoofdstuk 1, PARELZANG, bestaande uit één regel lezen we: “zij die zwermen verlaten zijn verlost van het duister” en in zijn beschouwing achteraf in de bundel lezen we: “De lange reis van het woord heeft niet tot bewonderenswaardig zwijgen geleid.”
Het allerliefst beleeft de dichter Jan Kleefstra het al en het alles – zijn waarnemingen – het DADA van Jan Kleefstra – volstrekt alleen zonder taal zonder woorden. De bundel hoefde in wezen dan ook eigenlijk voor hem niet geschreven, dat voel je aan alles – maar ja je bent dichter en dan moet je wel schrijven – ik hoor hem zuchten: laten we het dan maar eenvoudigweg mooi maken. En wat ben ik blij dat Jan Kleefstra deze wonderbaarlijk prachtige bundel toch heeft geschreven, aan de taal heeft mee gegeven.
“Because I’m the only one who can beat him.” Met die profetische woorden beslechtte Biden feitelijk Camela’s lot: het was op voorhand al een verloren zaak. Geen verrassing dus dat Donald J. er met de onbetwiste winst vandoor ging.
Dat er in de media een andere verwachting werd voorgespiegeld berustte louter op wensdenken. De tegendraadse uitkomst van slechts één enkele peiling werd zelfs omarmd alsof het een wetenschappelijke waarheid was: Harris zou zegevieren!
De wens bleek vader van de gedachte. Camela werd kansloos verpletterd. De Amerikaanse kiezer, zo is gebleken, ziet weinig in een marionet die alleen lijkt te kunnen dansen binnen de lijnen van het narratief. Die snakt naar een redder. Dat Trump nu een lange neus trekt is helder. De vraag is: naar wie?
wedstrijd gesloten! de commentaren onder de gedichten
tsja wat moet ik nou midden in de nacht – met die prachtige muziek van Maarten op de joetjoep – zachtjes mooi en resoluut en dan die prachtige namen van lieve mensen met al die mooie regels over die ene mooie dag die – tsjaa natuurlijk daarna ook zo heel erg eenzaam kan maken. maar laten we genieten – zoals ik genoot vandaag in Alkmaar bij alja spaans Reuring en de mooie mensen die zij daar … – genieten van de prachtige gedichten hier – die ons terug brengen bij die mooie dagen die we genoten of zoals Mandy Eggerding het zaterdagmiddag bij Reuring benoemde – dat we in deze tijd ‘de radicale kwetsbaarheid’ zo hoog nodig hebben.
dank aan Maarten Bogaers die zijn ‘ radicale kwetsbaarheid’ zo mooi in een lied heeft neergelegd – die dag aan zee – dank aan de dichters die die dag in woorden voor ons lezer mooi maakten – vereeuwigden. de commentaren leest u onder de gedichten – in deze wedstrijd die natuurlijk geen wedstrijd is en nooit zal zijn.
Ik ben van grijs gaan houden
Wat moet ik doen, zodat je van me houden blijft terwijl ik in de uitgeleefde kop van de toekomst kijk
Soms keer ik terug naar plaatsen waar onze harten synchroon in liefde klopten, tot je verdween mij achterlatend
in het vergrijsde blauw
Je viste nog een droom voor me uit het water
Vera van der Horst
ok nemen we de ‘radicale kwetsbaarheid’ van mandy als beoordelingscriterium vandaag. nou vera schiet meteen in die roos. 180 punten – one hundred and 80 roepen ze dan in de kroeg – wij zijn subtieler hier. wat prachtig die uitgeleefde kop in de eerste strofe ‘van de toekomst’- uw beoordelaar is meteen verloren. ik geef me over. hier lezen we in prachtige eenvoud hoeveel pijn het leven kan doen en hoe je ook van pijn nog iets heel moois kan maken. hoe die droom onthouden is die de geliefde voor haar uit het water viste ooit. ze is van grijs gaan houden schrijft ze. zo een regel kun je alleen maar schrijven als je een prachtig leven achter je hebt liggen en als je toch nog verder moet. ik houd van vera’s grijs. het leven in woorden van kwetsbaarheid gegeven. mooi. dit goud!
VERA VAN DER HORST- Je viste nog een droom voor me uit het water
ANKE LABRIE – die dag zonder einde
MAX LEROU –jij – de zachte, de gewelfde,
KARLIJN GROET – tussen armen
CARTOUCHE – dat liefde laveren is
RIK VAN BOECKEL – in rustig schuim
jawel de enige echte virtuele zondagochtendwedstrijd weer eens een keertje in ere hersteld – en dat naar aanleiding van dat prachtige lied – van die prachtige singer songwriter Maarten Bogaers – ach ja hij zingt – ‘wat wisten we er ook van’ – meegenomen door de zon aan zee – die ene zo mooie onvergetelijke dag aan zee – voor het leven meegenomen – die ene dag om te bezingen – een dag om bij te dichten – u kent de regels: gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
weet je 5
het is best moeilijk om jou in eenvoudige woorden te vangen
omdat zoveel schoonheid in wezen niet te vatten is
niet ongestraft kan blijven zoals ooit genadeloos verwoord
dat in de liefde alles maar dan ook alles van de liefde is
hard en onstuimig het tweegevecht strak en streng de string
pw
eindeloos
de zee leek eindeloos net zoals onze liefde dachten wij
twee lome lijven die hier voor altijd en eigenlijk nog langer wilden blijven
altijd op dat warme zand die dag aan zee die dag zonder einde
nooit meer zo godvergeten eenzaam de dag die kwam dagen erna
anke labrie (9-11-24) die dag zon der einde zo mooi gemaakt hier en dan ook die pijn later bijna weggevloekt – en met wat een kracht – hoe het mooie en het alles overheersende mooi hier in enkele strofen naast het verliezen is beschreven. de lijn van kwetsbaarheid licht dieprood op. ik houd van de eenvoud hier bij Anke – niets is me liever dan eenvoudig mooi – schreef ik ooit. eenvoud is de dichter dienstbaar in zijn of haar poëzie bij grote dingen. en toch is eenvoud zo moeilijk te hanteren bij grote dingen. mooi Anke!
zuiderstrand
mijn kristallen hart lag al lang aan scherven die ochtend – met de moed der wanhoop lijmde ik de stukken aan elkaar
de stoutste schoenen die ik vinden kon nog in mijn hand plakte ik er vlug een liedje aan en ging op weg
even later aan het water van de noordzee – zuiderstrand waar het vonken regende
mijn hart sprong op ontsnapte aan zijn oude verpakking en ging uit streaken naakt en zonder schaamte
het vatte vlam voor veler ogen en liet zich niet meer doven – één waaghals heeft nog blaren op de tong
maar jij – de zachte, de gewelfde, rond gehouwen uit zacht gesteente blies met jouw adem zachtjes zuchtend voor mij een nieuw hart zonder barsten
Max Lerou een vulkaan aan woorden, gevoelens, en het vuur van de liefde, van de liefdevolle woorden voor ons als vuurwerk gepresenteerd door de dichter Max Lerou – zo moet je euforie beschrijven zo is het goed – zo is het leven te leven – zo is het strand geworden tot een magisch liefdescentrum – zo zal het zijn om nooit meer te vergeten. er was liefdesvuur op het strand en ze dansten – dansten de wereld aan hun voeten – dansten een eerbetoon aan het allerhoogste – aan het houden van. (de kwetsbaarheid maar even voor later gelaten. gelukkig zo.)
het verschil
alleen in de nacht op zijn zwartst voor de dag je denkt aan een ander, de lust die je had
je ligt tussen armen en adem in je nek tussen hebben wat je wilt en willen wat je hebt
Karlijn Groet
wat ben ik blij dat ze toch weer schrijft – haar observaties neergelegd in een bijna mystieke waarneming. maar dan toch gewoon de woorden teruggebracht naar een aards nivo – van zweet en adem en armen en nek – de dichter Der Mouw zou van Brahman en Atman spreken. hier dan in dit gedicht Atman als een levensfase -de aardse fase – het onvolkomene – onderweg naar het aller aller hoogste. ‘door de liefde uitgekleed..’ zingt hier in de kamer Alex Roeka in het nummer sterrendal. en zo is het.
Die ene dag – weet je nog
We vlijden ons in het zand huid ten voeten uit – verhit jouw hand op mijn dij en mij bestierf het lieve van je woorden op mijn lippen, ik had het niet het hart je te bekennen zoals golven het strand
nam je mij, wilde ons samen om bij zinnen te komen – in het water maar eenmaal aan de rand plots die rode vlag voor onze ogen – ja wat wist ik wisten wij van helder en donker
van stromen en dromen, hoe licht -zinnig grenzen te overschrijden dat liefde laveren is, haar eigen gang gaat eeuwig en altijd maar voor even zoals die ene – dag aan zee
08-10-2024 / Cartouche
het is weer een schitterende dichterlijke Cartouche die we mogen genieten – wie kan zo schrijven:
ik had het niet het hart je te bekennen zoals golven het strand
en wie zo? dat liefde laveren is, haar eigen gang gaat eeuwig en altijd maar voor even zoals die ene – dag aan zee niemand! zo kan alleen Cartouche schrijven – had ik vandaag niet gekozen voor Mandys beoordelingscriterium van ‘radicale kwetsbaarheid’ – Cartouche zou met goud en glans gewonnen hebben. nu is het anders – ik wil de kwetsbaarheid waarderen.
De geschiedenis van de zee
De zee neemt alles rustig of onrustig mee via herinnering aan de veelzijdige wind terwijl de zon zich boven wolken of golven bevindt de dagen aan de kust veranderen nooit of vaak
schepen aan de horizon schrijven soms geschiedenis want af en toe zijn golven hoog en schuimend raak het windstille geluk is de taak van het klimaat zwemmen in zee maakt de mensheid tevreden
zo vormen zomerse dagen weelderige strandscènes met in rustig schuim duikende mannen en vrouwen zij verdienen het zeewaardige vertrouwen de zee laat hen in schoolslag verder gaan.
Rik van Boeckel
als een soort helicopter vliegt Rik van Boeckel over ons heen – over het strandgebeuren heen – met zijn helicopterblik verlaat hij ons dichters in die prachtige laatste strofe en laat ons achter met onze kwetsbaarheden. rik vliegt er aan voorbij – heerlijk relativerend – haha – dank je wel rik
Laat me zijn breekbaar samenraapsel van huid en bot met wangen om van binnen op te bijten ogen om achter te verdwijnen, een buik om in te huilen en onverwachte plaatsen om in te schuilen van schedel, schouder en het achterste van de tong.
Laat me zijn een beven zonder harnas van wimpers en tanden, lang uitgestrekte binnenwanden vuurgedoopte handen, zenuwbanen waar ieder bericht zich op lijkt te keren tot waar het begon.
Laat me daar wachten op een thuiskomst een herhalende hartslag of andere tekens van leven, als alles weer langer dan verwacht ergens onderweg blijft breken.
Half acht in de ochtend. Het water was koud in de Bergse Achterplas. Elf graden Celsius. Vijftien minuten zwemmen in een zwempak met blote schouders is dan afzien. Ik was blij de kant weer bereikt te hebben. Na me op de kant gehesen te hebben liep ik naar de boom. Daar hingen aan twee zelf aangebrachte haakjes mijn badjas en handdoek. De buitentemperatuur was vijf graden. Met mijn rug naar de bewoonde wereld trok ik mijn zwempak uit en droogde me af, alvorens mijn badjas aan te trekken. Mijn door de kou gescherpte zinnen, merkten op zo’n twintig meter afstand beweging op. Ik draaide mijn hoofd en zag inderdaad, dat er iemand aan kwam lopen in mijn richting. Dat was opmerkelijk, want niemand benadert mij ooit als ik uit het water kom. Het is een plekje ver van het doorlopende voetpad. Deze persoon leek zich vastberaden in mijn richting te begeven.
‘U stond zich daar net naakt af te drogen, is het niet?’ Ik beaamde dat met een knikje. ‘Dat kan verstaan worden als schending van de openbare eerbaarheid.’ Ik luisterde aandachtig, maar reageerde nog niet. ‘Er wonen mensen hier in de buurt, die aanstoot zouden kunnen nemen aan uw naaktheid’. Ik keek de man aan. Hij zag er heel normaal uit voor deze buurt. Cognackleurige nette schoenen. Een Levis spijkerbroek en een lichtblauw overhemd, met daarover een grijze, wollen State of Art V-hals trui. Langzaam knikte bevestigend. Niet dat ik het met hem eens was, maar wel, dat ik hem had begrepen. Daarop vroeg ik hem of hij aanstoot nam aan mijn naaktheid en overwoog mijn badjas een eindje open te laten vallen, wat ik niet deed. Deze vraag beantwoordde hij ontwijkend.
Daarop besloot ik het woord te nemen. ‘Weet u meneer, het mooiste zou zijn, als ik gewoon een simpel kleedhokje zou hebben vlak bij het water, Dan kan niemand mij zien omkleden. Dat heb ik zo in elkaar getimmerd. Wat dan echter jammer is, is dat het in de zomer, door buurtgenoten met een sloep, aangezien zal worden als een toiletvoorziening en iedere zatte corpsbal erin staat te pissen. Wanneer zij mijn kleedhokje niet onteren, zullen de lokale alcoholisten het als kakdoos gebruiken, nog even afgezien van het feit, dat het tweewekelijks door de lokale hangjeugd gesloopt zal worden. Neem daarbij het feit, dat hier veel juristen en ambtenaren wonen. Als ik iets timmer om me om te kleden, zal iemand ervoor zorgen dat ik het op last van de Gemeente weer moet verwijderen. Tevens zullen er borden verschijnen, dat er helemaal niet meer gezwommen mag worden als ik pech heb. Of de Gemeente en de Omgevingsdienst gaan het water onderzoeken, wat een jaar duurt, om tot de conclusie te komen, dat er een jaar later weer gezwommen mag worden, maar enkel op gezette tijden bij bepaalde temperaturen. Via een Burgerinitiatief, kan ik misschien een aanvraag doen voor een kleedhokje, dat dan na vijf loketten en tien formulieren in overweging genomen wordt. Twee jaar later verschijnt er dan een kapitaal bouwsel, dat alleen ik gebruik om twee keer in de week mijn badjas aan te doen. Verder zal het als openbaar toilet en mikpunt van vandalisme gebruikt worden. Dus ja, ik snap, dat er misschien iemand aanstoot kan nemen aan mijn blote kont. Maar ik denk toch, we het het best zo kunnen laten en dat degene die mogelijk aanstoot zou nemen een kort moment de andere kant uit kijkt’. Tot slot gaf ik hem nog een vette knipoog.
Hij keek hij me aan, zoals de vissen op de markt op zaterdagochtend dat ook doen. Hij draaide zich om en liep weg. Eigenlijk had ik hem moeten uitleggen, dat mijn piemel zo klein, als ik uit het steenkoude water kom, dat er werkelijk niets meer te zien is en dat het dus meer de suggestie van schending van de openbare eerbaarheid zou zijn, dan een feitelijke overtreding. Dat had me een hoop verhaal gescheeld.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 23 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.
Wij ontvingen het bericht dat Mirjam gevallen is en zodanig gewond is geraakt dat herstel inmiddels extern plaatsvindt. Wij wensen Mirjam een goed herstel toe – en het lijkt alsof haar tekst van vandaag – met TRUMP als winnaar – iets van voorspellende waarde in zich heeft.