gelet op de commentaren onder de gedichten kan het niet anders dan dat we Rik van Boeckel feliciteren met het goud deze week. Rik van harte. Cartouche sleept het zilver in de wacht en de eenvoud van Erika de Stercke bekronen we met brons. winnaars van harte! dank aan alle deelnemers voor het insturen bij het aansprekende maar moeilijke thema – wat als later nu is.
Het nu van toen en later De gitaar dicht een droom een liefdeslied snaren in zangmodus gestemd spelen melodieën zoals vroeger door het doodssonnet zo uitgesteldniet gestoord door een slotakkoord zingt de droom de toekomst na oevers houden van rivieren van tijd het universum zoemt op jaren en sterren in zij zingen noten van weelde en pracht tonen liefde aan de hemel van de nacht rusten in het nu van toen en later water van weken streelt de huid zacht in stromen hard in meren in maanden wachtend op tijdloos zijn. Rik van Boeckel 30 oktober 2020 –>rik van boeckel altijd al in de zondagochtendwedstrijd zonder meer de meester in het poëtiseren van tijd en plaats, van de jaargetijden, van hemel en aarde en alle andere elementen – van droom daad en werkelijkheid – is deze week met het aangereikte thema natuurlijk in zijn element. wat nu als later nu is. rik weet er wel weg mee. rik weet wel raad met het heden en het verleden en de toekomst. rik altijd al op de vlucht voor wat tijd en plaats in de werkelijkheid vast trachten te zetten. zijn gedicht is ook vandaag weer een & al wachten op een ‘tijdloos zijn’. zo schieten we met hem en zijn woorden door het universum. van hot naar her langs hemellichamen en lichamen van de liefde. rik schrijft bevrijdende poëzie.
Rik van Boeckel: het universum zoemt op jaren en sterren in Petra Maria: maar weet je dan niet Cartouche: voor wat we zijn in een woordenloos gebaar Erika de Stercke: en zie we lachen Vera van der Horst: vergeet waar de postzegels liggen Anke Labrie: royaal met bladgoud
wie wint de enige echte virtuele – voor als de dingen niet meer zo belangrijk zijn – maar jij en ik wél – de als het waaien is begonnen – trofee op pomgedichten punt nl? (vrij naar de nieuwste song van de zachtjes tikt de regen op mijn zolderraam-zanger)
VIDEO
op de radio vannacht – wellicht troostrijk – de nieuwe song van rob de nijs – een zware nacht beschreven – we hangen aan het bezongen thema deze week de zondagochten(dwedstrijd – WAT ALS LATER NU IS – hoe dan te dromen – hoe er mee om te gaan – en dat ze ons er niet onder krijgen – als de dingen niet meer zo heel belangrijk zijn – maar jij en ik wél – wie wint de als het waaien is begonnen – trofee op pomgedichten? een en ander ook naar aanleiding van het vrijdag-item door yvonne koenderman op pomgedichten punt nl. – laat u inspireren.
u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
wat in rook is opgegaan hoeft niet meer aangestoken zo kun je het ook zien niets hoeft meer betaald niets hoeft nog bedreven pom wolff
jij zingt alsof het waaien is begonnen en ik wil je niet niet alles ontnemen er rest ons nog altijd een later als misschien niet wat we droomden onder het zolderraam met de zachte regen maar weet je dan niet dat alles mij liever draagt en lichter is met jou petra maria –>petra maria gaat met die ene regel van liefde: ‘maar weet je dan niet…’ een bijna wanhopige constatering – als het ware de communicatie aan met de hoofdpersoon en via de hoofdpersoon ook met de lezer. in de poëzie gaat het erom of de hoofdpersoon een algemene hoofdpersoon is – ook de lezer kan zijn – of dat de woorden blijven steken bij een particuliere hoofdpersoon. petra maria is het particuliere ontstegen en maakt van ‘jou’ elke voor de lezer denkbare ‘jou’. en dat is knap. het romantisch ‘stotteren’ in de eerste strofe is een truukje dat niet te vaak moet worden toegepast maar in een romantische setting waar het hele gedicht draait om die ene vraag ‘maar weet je dan niet…’ is poëtisch stotteren best wel functioneel.
Bij de hand Wat als later nu is katers hun zwaarte verliezen dingen niet meer dan dingen zijn waaien slechts een vorm van wiegen adem die de lucht doet klaren wolken alleen een teken zijn van ingehouden zonneschijn als het tellen is gestaakt van jaren rondjes draaien nemen wij – jij en ik – elkaar zonder maat, voor wat we zijn in een woordenloos gebaar over en bij de hand en de tijd in een zelf sprekend verband 301020 Cartouche –>bijna letterlijk houdt Cartouche zich aan de opdracht zoals ook de zanger zich aan het door de schrijvers van de song geboden thema houdt. prachtig ook dat waaien als een vorm van wiegen, die wolken ook als een teken voor zonneschijn. de woorden door de dichter van jong naar oud gebracht – van de wieg tot bijna aan het graf. cartouche schrijft hier een bijna te perfect gedicht. zonder opsmuk, het leven getekend met niet te overtreffen eenvoud. ja op deze wijze kunnen we elke week wel het goud aan deze dichter toekennen. ik geloof dat de makers/knopers van perzische tapijten altijd ook een fout (mee)knoopten (heet dat geen abras?) – omdat alleen de hogere macht – om met alexander te spreken onfeilbaar is, en kan en mag zijn in zijn uitingen – en niet wij eenvoudige dichters, koningen en andere arme zielen. cartouche moet nog leren een foutje in te bouwen/weven in de hier aangeboden perfectie. dan is het eeuwige goud voor hem. voor deze feilbare brabantse god van de poëzie
draden laat bomen treuren nu de storm het spel in verdwijnen wint met afscheid vullen bladeren de grond we zwijgen een stilte schimmelt terwijl onze ogen ademen naar wolken wat achterblijft ligt onder de herfstvarens we rapen resten op houden ze samen ontwarren draden van dromen en zie we lachen naar morgen Erika De Stercke mooi gedaan Erika – het is alsof je de masterclass heden verleden & hemel en aarde bewegen bij rik van boeckel hebt gevolgd. mooi klein gehouden ook. erika laat de bladeren het werk doen. de hoofdpersonen zwijgen, rapen, houden samen en lachen naar morgen. mooi, eenvoudig mooi ook de dingen en de mensen bijeengehouden door erika’s woorden in herfstkleuren getekend.
Winter- Adagio Is de herfst met veel bravoure van geel en rood, aan mijn schoenzolen mee in huis gelopen, schijnt buiten aan het energieke koper geen eind te komen het naderende niets pakt het wat subtieler aan heeft bijvoorbeeld geen zin om een nieuwe winterjas te kopen vergeet waar de postzegels liggen voor een ook weer welke kaart schaft een – elke dag van de week – pillendoos aan en weet niet meer waar de bladblazer staat pakt dan de bezem maar en veegt de herfst naar buiten maar de winter is heel stil al in de botten gekropen Vera van der Horst –>van vera mag ik nooit persoonlijke opmerkingen maken bij het geboden gedichte materiaal – alsof ik niet weet dan wel niet zou weten dat de ik persoon in roman of gedicht niet een zekere mate van fictie in zich draagt. dat draagt de ik persoon in een gedicht altijd met zich mee – mevrouw – zo tevreden? dat gezegd hebbende voelt webby zich geheel vrij om de woorden in een persoonlijk schaaltje te leggen en op die manier te wegen. in een langzame penbeweging wordt de lezer hier door een door dichter heel zorgvuldig onzichtbaar gemaakte IK persoon geleid door de herfst tot aan ‘het naderende niets’ – (mooi gezegd) hoe de winter al in de botten… ja dat is toch wel de eigen persoonlijke werkelijkheid die de dichter langzaam en omzichtig met haar woorden besluipt. ik kom niet om deze constatering heen. en ja mag ik asjeblieft.
de herfst verjoeg de zomer maar is royaal met bladgoud nog een laatste eerbetoon voordat een storm eerdaags een partijtje mee komt blazen dode bladeren worden humus voedingsbodem voor de lente waarin ook bij het dorre hout na vaak een strenge winter zelfs nog nieuw leven kan ontstaan anke labrie –> anke biedt ‘wellicht troost’ in de beschrijving van de kringloop der seizoenen en de elementen die we elk jaar opnieuw mogen ‘genieten’ – nieuw leven zeker troostrijk maar de filosofische vraag blijft of nieuw leven wel te genieten is als de dood aanstaande is of reeds is ingetreden. ‘het royale bladgoud’ dat de herfst met zich mee draagt is de kleurrijke dichterlijke taal van een schilder. in anke labrie zijn deze competenties verenigd.