de trofee van de afscheid en de pijn gaat naar het subtiele werk van Anke Labrie deze week. in de bespreking leest u de verantwoording voor het virtuele goud dat we met trots uitreiken aan Anke. wat een prachtgedicht, van harte!
de Von Solo trofee (VON SOLO: “Maar voor nu moet ik even een andere weg in. Een onbekende.”) haalt onze Ditmar met het ingezonden gedicht aan een nieuwe geliefde glansrijk binnen. Niet dat de trofee beschikbaar was gesteld op de site. maar soms dwingen dichters als Ditmar een trofee af: van harte! de nieuwe geliefde krijgt wel wat te stellen (stillen) met de dichter in zijn euforische staat waarin hij de dichter heeft weten te brengen.
anders te weten dat in deze stad jij er gewoon was ineens je lach nog net een zwaai voordat je op je oude racefiets snel om een hoek verdween altijd wel ergens naar op weg vol van weer een nieuw idee gisteren is het gebeurd vandaag al loop ik anders door de stad anke labrie een bijna bang om door te ademen het weg te blazen-gedicht van Anke Labrie – het grote thema teruggebracht tot een kleinood, een situatie in de stad waarbij hetzelfde beeld nooit meer hetzelfde beeld kan zijn. zonder. en zonder teruggebracht tot anders. zo wordt ook de beweging van de beschreven hoofdpersoon teruggebracht tot een ogenblik van stilte en contemplatie. persoonlijke gedichten in de eerste of tweede persoon moeten wel heel goed zijn om ze van ons allemaal te laten zijn. schreef ik hierboven. en zie hier het voorbeeld in 8 regels adembenemend mooi.
De Nieuwe Liefde Voor B. Harp, violen en cymbalen! Liefde! Puur! Doorvoeld! Klassiek! Regenbogen! Zonnestralen! Schoon! Splendide! Magnifiek! Ruikers! Rozen! Idealen! Verzen druipend van lyriek! Epen, oden, madrigalen! Authentieke romantiek! Eindtriomf en zegepralen! Trouw! Compassie! Bruidsmuziek! Enkel heuvels! Nergens dalen! Gouden bergen! As we speak! Gloria, geluk & licht! (Hier. Een positief gedicht.) ***[Ditmar Bakker] –> een bespreking van de kunstgrepen die de dichter hier verricht is mij niet gegeven. wel loopt het gedicht als een trein – werkt zeer geestig op de(ze) lezer en biedt met een beetje goede wil ook de hoognodige troost bij het gevraagde maar door de dichter verworpen thema: ‘Ruikers! Rozen! Idealen!’- we weten waar deze toe leiden. tot het graf, het verderf en de dood. Ditmar slaat de dood en alle andere ellende dit keer voor het gemak met speels gemak een keertje over – het is een hemelhoog juichend gedicht – voor een nieuwe liefde – afscheid van alle pijn op een zeer begaafde wijze vormgegeven – maar we vroegen toch om pijn en afscheid? of niet? de Von Solo trofee (VON SOLO: “Maar voor nu moet ik even een andere weg in. Een onbekende.”) haalt ditmar natuurlijk met dit gedicht wel glansrijk binnen.-
Vera van der Horst – het niet hebben kerft radeloos in mij
René Brandhoff – het is zo’n dag de liefde in je ogen
Ditmar Bakker – Ruikers! Rozen! Idealen! Verzen druipend van lyriek!
Frans Terken – oog in oog met het zwartste gat
Rik van Boeckel – het afscheid een zachte stem met zinnen vol troost
Magda Haan – al die namen, al die levens
Petra Maria – het water stil de wind mild
Ien Verrips – je bent er altijd ben je er
Anke Labrie – altijd wel ergens naar op weg vol van weer een nieuw idee
foto: Theo Huijgens de redactie van pomgedichten heeft de best denkbare opvolging weten te vinden voor de donderdag van Von Solo – (ook op de vrijdag trouwens zal een nieuwe ‘columniste’ haar opwachting maken hier op deze site.) heel erg blij met de vrouwen die deze site op zeer eigen wijze zullen gaan versterken. donderdag en vrijdag hier te lezen de nieuwe namen, mensen, vrouwen, dichters, teksten. wie wint de enige echte virtuele van het afscheid en de pijn trofee op pomgedichten?(vrij naar de woorden van VON SOLO: “Maar voor nu moet ik even een andere weg in. Een onbekende.”) – de fenomenen horen vaak toch een beetje bij elkaar – het afscheid en de pijn – ook voor dichters een belangrijk onderwerp – de poëzie van de pijn is vaak van dichters troost, u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd. zand om het zo te schrijven dat het niet opgaat in de tijd soms nog bang om door te ademen het weg te blazen zoals alles wat in zand geschreven is weer zand wordt zoals het was los en in alles machteloos pom wolff
lezen we vandaag in Het Parool over het afscheid van de dichter Arthur Lava hiernaast links op de foto – zijn afscheidswoorden tot troost: ‘Wees gerust’
als je het hebt wil je het houden ook al is het niet van jou je koestert het met bekraste handen vlijt je in de armen van een lege trui afscheid nemen van het niet hebben kerft radeloos in mij Vera van der Horst –> misschien is het niet aan mij om de woorden van afscheid en de pijn te recenseren. aan de andere kant dichters schrijven voor lezers of toehoorders ook in barre tijden van droefheid – zij bieden de noodzakelijke troost – daar zijn ze voor uitgevonden – persoonlijke gedichten in de eerste of tweede persoon moeten wel heel goed zijn om ze van ons allemaal te laten zijn. lezen we op FB een prachtig gedicht van luuk Imhann opgedragen aan de hier op de site ook gememoreerde overleden dichter Arthur Lava: VOOR ARTHUR LAVA (1955-2020) Het vreemde van mensen die sterven is dat ze eindeloos worden, maar niet kunnen kiezen wat er blijft bestaan, want hoe kunnen ze weten wat wij straks nog weten, of hoe ze plots opgedeeld worden in duizenden delen, hoe elk van hun vrienden een eigen herinnering heeft? Zo was je levend uniek, maar nu ben je als dode talrijk want van jou zijn er duizenden nu en haast elk van die duizenden delen is anders, zo anders als jij bent geweest Je zal toenemen, telkens als iemand plots denkt aan je toenemen tot je miljoenen bent, tot je haast eindeloos bent en geheel uit momenten bestaat Luuk Imhann prachtig prachtig – zo wordt een gedicht voor iedereen – dit is wel het nivo waar de overleden vriend, collega of familielid recht op heeft. hij hoeft geen trap na te krijgen met een slecht gedicht. in het algemeen gesproken hoor – niet van toepassing op de woorden van Vera. maar toch: op de laatste regel na met die mooie radeloosheid en op het beeld na van de lege trui haalt het gedicht van Vera niet het nivo dat het gevraagde thema behoeft.
het wegdraaien ik zie ik je gaan naar waar je altijd al wilde zijn het is zo’n dag de liefde in je ogen sterft waar je bij staat je kunt er naar kijken je gaat niet mee René Brandhoff –> ‘ik zie ik je gaan’ – hoe ik ook mijn best doe ik blijf die eerste regel een beetje raar vinden. teveel ik! een dergelijk ‘brandhoffje’ vinden we ook terug in de eerste regel bij Ien Verrips hieronder- de regel is wel op de een of andere manier van de poëzie. maar toch dit begin is verwarrend. tsja ‘de liefde in je ogen’ – mooi gezegd maar in welk verhaal. het is onduidelijk hier en op die ogen na weinig poëtisch.
Dichter bij het zwart Je ziet hoe het opeens gebeurt maar moet het voor gezien houden niet eerder stond je zo oog in oog met het zwartste gat geen klank of ruis nog te ontwaren dat je geluidloos verdwenen bent opgelost en weggespoeld in zand en gaten van onderweg blijven de woorden in papier gebrand groeven met inkt gevuld alsof het bloed nog stroomt © FT 18.09.2020 –> pas na de eerste strofe – meer precies gezegd bij het zwartste van het zwartste gat begint de poëzie – die eerste strofe heeft het niet. het gedicht heeft te weinig regels om de eerste drie regels erbij te kunnen hebben.
Afscheidsvers Diep zingt het verdriet over wat verloren is gegaan aan leven en liefde zo zingt de toekomst heden en verleden toe we zijn ziektes moe het afscheid een zachte stem met zinnen vol troost gesproken in stijl en eeuwig stil. Rik van Boeckel 18 september 2020 –> deze weinige woorden hebben wel wat charmants – wel valt het gebruik op van hele grote prozawoorden – als liefde, leven en verdriet. de laatste strofe is droomachtig mooi – eigenlijk zouden de eerste twee strofen zo ook moeten én ik zou toch het woordje ‘toch’ toevoegen in de derde: het afscheid een zachte stem met zinnen vol troost gesproken in stijl en toch eeuwig stil.
Dag Pom Mijn bijdrage voor deze keer. Als je loopt op oude kerkhoven geeft dat een onbestemd gevoel, al die namen, al die levens, de vergankelijkheid. De tranen die gevloeid zijn of misschien innerlijke opluchting. Graven die verzakt zijn, sommige keurig netjes of compleet dichtgegroeid. bijna een gedicht: (red.) Als je loopt op oude kerkhoven geeft dat een onbestemd gevoel, al die namen, al die levens . De tranen die gevloeid zijn van opluchting wellicht. Graven die verzakt zijn, sommige keurig netjes of compleet dichtgegroeid. erosie diep in de zwarte koude aarde waar daglicht verschrikt terugdeinst in onbestemdheid de dood over de aarde kruipt wacht vergankelijkheid op het beloofde Hiernamaals met respect achtergelaten tranen die pas opdrogen na de laatste voetstappen op het knarsende grind geloftes, in geloof geleegd in Gods vertrouwen aanvaard namen op verzakte graven door erosie aangetast Magda Haan –> met het erosie gedicht en de daarin gelegde reli-verwijzingen heb ik niets, nul komma nul. ordinair gezegd: god kan van mij de pot op. en de hele EO erbij – doorspoelen en wegwezen. de tekst ‘bijna een gedicht’ – als inleiding door magda gegeven kent een meer wereldse werkelijkheid en is heel aardig – vooral met die verbazingwekkende prachtige regel gesproken op zo een oud kerkhof: ‘al die namen, al die levens .’
de jongen en de zee de jongen op de foto heeft zachte ogen je zou zomaar een boterham voor hem smeren was het afscheid als gedacht het water stil de wind mild de foto zwijgt maar altijd golft de zee het schip een stadje aan zee petra maria –> tsja petra maria laat ons lezers die hele ketelbinkiejongen invullen. en eerlijk gezegd ik wil helemaal voor zo een jongen geen boterham smeren. een jongen met zo een raar pakkie aan. en zo een rare pet ook. ik zou zeggen – jongen eerst douchen, dan normale kleding aan graag en vervolgens – het gedicht uit!
je bent er altijd ben je er zonder jou ken ik geen leven door jou heb ik geen jouw lust mijn last verdoofd verlangen dromen door prikkeldraad omvat ergens in de jungle van mijn fantasie daar ben jij niet daar ben ik vrij van schuld de rekening betaald bij niemand meer in ’t krijt ik stel me voor dat je ik nooit meer binnenlaat Ien Verrips –> ik geloof niet dat dichter (of de ik persoon) hier al afscheid heeft kunnen nemen, beter gezegd ze is nog niet los gekomen van de persoon waar je naar ik vermoed wel los van moet komen wil je nog een beetje kunnen ademen. hier is sprake van allerindividueelste impressie in een allerindividueelst gedicht. voor de lezer is er ook bijna geen zuurstof over. resteert ademnood.