Frans Terken: koester de schatkist in je hoofd Petra Maria: en we noemen het vrijheid verdomme Cartouche: maakt dit hart, dit plein de mens
een verwoede strijd om de eremetalen goud zilver en brons deze week tussen de finalisten. de zondagochtendwedstrijd starten we langzaam maar zeer zeker weer op in deze maand augustus. in tijden van covid kunnen we niet zonder poëzie. het goud wordt gereserveerd voor Frans Terken. de wijze raad geschreven op het roelof hartplein 2020 zelf – nou ja zo lijkt het – in poëzie gelegde woorden vandaag in het zonnetje. doen we Cartouche zilver om zijn laatste 6 regels en Petra Maria brons – oprechte woede nooit weg in deze wereld die ze nederland noemen.
wie wint de enige echte virtuele roelof hartplein trofee op pomgedichten? een eerbetoon aan de dichter jan arends zou het kunnen zijn (‘Ik vraag geen mensen bij mij thuis. Ik weet dat wie koffie bij mij drinkt zich later ophangt.’ – Jan Arends) die net voor zijn lunchpauze in 1975 dacht ik in vogelvlucht de wijk nam, of een eerbetoon aan de huidige wapperende vlaggen, wellicht een eerbetoon aan 020 of aan het grand café Wildschut tegenover de openbare – of z omaar een plein in zomaar een stad waar u nog zonder mondkapje kunt oversteken of moet wachten op de tram – op lijn 3, lijn 24. lijn 5. aan het Duivelseiland gelegen, bij het museumkwartier en bij de pijp ons aller roelof hart plein in het zonnetje. vernoemd naar de geneesheer en filantroop Roelof Hart 1837-1892. zomaar een plein zomaar een thema u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd. het was zoiets als honderd uit zoals ze over de dingen vertelde maar toch ook alsof ze nog geloven moest in de woorden die ze sprak én hoe ze langzaam weer in zich zelf verdween onherbergzaam, wreed alleen pom wolff
Dichter bij de mast Zie de regenboog in top geen mast waaraan je nu wilt hangen er valt nog zoveel goud te vinden neem er op tijd een kop koffie bij even uitrusten van het gezwoeg dat de tredmolen van je vraagt en mijd de drukte de priemende ogen van de meute die je op de hielen zit ook daarvan ben je niet gediend koester de schatkist in je hoofd hijs zelfs de magerste woorden hoog druk ze behoedzaam aan je borst dat ze gestaag in het ritme wapperen van het standvastig kloppend hart © FT 31.07.2020 –> aan de inmiddels imposante reeks ‘dichter bij..’ voegt frans terken deze week een mooie toe. het lijkt erop dat de dichter plaats heeft genomen op het terras van café Wildschut tegenover de openbare bibliotheek gevestigd in het wooncomplex aan het roelof hartplein – hartje amsterdam – ik dacht toebehorend aan woningbouwvereniging ‘de samenwerking’. een mooie plaats voor goede raad die hier de lezer – en wellicht ook posthuum ‘de psychiatrisch gestoorde mens’ Jan Arends – de dichter/schrijver – gegeven wordt. ‘koester de schatkist in je hoofd’ een prachtige regel in het gedicht en zo vreselijk van de eenvoud dat er te vaak aan voorbij wordt gegaan. niet door professor Scherder natuurlijk. wel door de jagende en jakkerende mens, door dichters, door de opgejaagden in de wanhoop. het plein, de stad, de onrust, tramgeluiden, optrekkende scooters, rennende mensen naar overal heen. een kopje koffie drinken met dichter terken op een terras in amsterdam een verademing – gedicht als verademing.
het voorbije plein uit jezelf getreden dwaas de blauwe hemel kon ik raken vandaag auto’s razen langs waar de verschoten fontein het middelpunt was handen koelend in het water non potable roze eclair grote dromen vandaag op het voorbije plein worden dromen verkocht van kinderen van morgen en we noemen het vrijheid verdomme was het nog maar gewoon een plein petra maria –> petra maria in woede ontstoken – beschrijft een situatie die haar erg dwars zit. het plein dat niet meer het pleintje van vroeger is – zoveel halen we zeker uit de woorden. ik mis even de connectie met het roelof hartplein. maar misschien zien dichters andere dingen dan wij gewone stervelingen. zien ze het voorbij aan zich voorbij trekken en schrijven ze dan een vlammend protest. als troost mag dienen het feit dat ook de tegenwoordige tijd van voorbijgaande aard is. wat zeg ik vandaag is sneller gisteren dan je denkt.
Hercules De platanen op de Alameda* deert de avondhitte niet, zij blust de lust in genen dele, laait het vuur in moorse tongval en weids gebaar dicht bij elkaar of geschaard rond een tafel borrelt het en bruist hoe mee te gaan met het licht hoe dicht je de ander nabij kunt – juist in het ondergaan van de zon, de slagschaduw van de nacht het zwaarste van alle werken van Hercules maakt dit hart, dit plein de mens halfgod, held GV / 041018/010820*Op dit plein van Sevilla, de Alameda de Hércules staan twee grote Romeinse pilaren, waarvan één het beeld van Hercules draagt, die volgens de overlevering de stichter van Sevilla was en die het tweede deel van de naam vormt. Hercules wordt geflankeerd door Julius Caesar, die deze toenmalige romeinse nederzetting bezocht heeft. De Moren gaven Sevilla de Arabische naam Ishbiliya, dat later veranderde in Shbiya, waar ook het huidige Sevilla van is afgeleid. dichter Cartouche neemt het ervan – waar wij het moeten doen in tijden van covid met het roelof hartplein – om de hoek – indachtig de dichter sander koolwijk – om de hoek van de straat waar ik woon … – reist dichter Cartouche af naar zonnige streken – welja daar zit meneer achter glazen ijs en alcohol zijn gedicht te doen – verantwoord dat wel – dat we weten wat we moeten weten. en in en met de laatste zes regels verovert ie dan ook nog mijn hart. ja zo zit je op een plein in het avondlicht ergens ver weg. en wij met hem, met zijn woorden.
VIDEO