Peter M. van der Linden maakt gehakt van broddelwerk zogenaamde stadsdichter Dordrecht – pomgedichten vraagt wethouder Sleeking van Dordrecht om verklaring vriendjespolitiek en procedure blunders


over vriendjespolitiek en onzuivere procedures schreven wij vanmiddag al hier op de site pomgedichten punt nl. wij van pomgedichten schreven de wethouder van cultuur vanmiddag aan en vroegen om een verklaring – morgen hopen we hier te berichten over het antwoord.

Geachte Jury,

Ik voel mij genoodzaakt om te reageren op de verkiezing van het stadsdichtersschap. met feiten los van fabels, allereerst wil ik het winnende gedicht van Juno als jurylid beoordelen, ik heb tenslotte ook zelf in jury’s van poetryslams en schrijfwedstrijden gezeten.

De tempel der beschaving.

Dordrecht
wat zal ik er over zeggen
De stad, het eiland
of plek op de kaart
De Noord, Merwede
of de Maas
Het begin, de eerste
of geboorteplaats
Een brug over
de kerk zien
en de Wijnstraat horen
Dordrecht
is al achthonderd jaar lang
het gevoel van thuis komen

De titel is niet bijster origineel en met vrij grote zekerheid afkomstig van F.C Dordrecht.
Dan beginnen wij bij de eerste regel; Dordrecht wat zal ik er over zeggen.
Een regel die regelrecht overgenomen is uit de Ode aan Dordrecht van C. Budding’.

Vervolgens volgt een opsomming van gebaande paden eindigend op Een brug over de kerk zien en de Wijnstraat horen. Ik zie echt nergens in Dordrecht een brug over de kerk, ja soms een regenboog. De Wijnstraat horen ? Is die specifiek te horen dan ? Luistert ! Daar klinkt de Wijnstraat ! Neh.
Het gedicht eindigt met: Dordrecht is al achthonderd jaar lang het gevoel van thuis komen.
Dordrecht bestaat ten eerste al veel langer dan 800 jaar, slechts de rechten worden momenteel gevierd en ten tweede eindigt het gedicht met een giga-cliché en de enorme taalfout, thuis komen.

Tot zover de kritiek op het gedicht zelf, ik ga er vanuit en/of hoop dat de dichter beter kan.

Of de inzending van Kees Klok of mijn inzending beter is laat ik graag in het midden.

Een ander punt is dat het gedicht niet live is voorgedragen maar van tevoren ingesproken werd, wat dus geen performance is maar een videoclip, terwijl de andere twee kandidaten gewoon live voor de camera hebben moeten voordragen. In het juryrapport werd met name de performance van nog geen minuut geprezen als het nieuwe mirakel waardoor Juno het verschil zou hebben gemaakt. Dit is dus niet zuiver verlopen. Als ik ook de ruimte zou hebben gehad om mijn gedicht in te spreken dan was dat een stuk makkelijker gegaan. Een nieuw episch vers voordragen van vier minuten op een winderig Groothoofd met wapperend papier is een andere tak van kunst, kan ik melden.

En dan nog dit, de partijdigheid was niet goed gewaarborgd door deelname van Sjoerd van Lee aan de jury. Sjoerd is een nabije vriend van Juno Rissema, hij had zich terug moeten trekken uit de jury of zich moeten onthouden van stemming. Dit is nooit meer fris te praten.

Tot zover mijn bevindingen en bezwaren.

Ik wens Juno veel plezier met het stadsdichterschap, we zijn buiten deze kwestie ook nog gewoon binnenstadsvrienden en Juno is een inspiratie geweest voor een aantal van mijn gedichten. Voor mij is het de laatste keer dat ik mij heb laten verleiden tot het meedoen aan een literaire poppenkast, eerlijk gezegd was ik al lichtelijk bevreesd voor deze enorme aanfluiting. Het dichterschap is een vak wat ver verheven is boven politiek en verkiezingen en ik prijs mijzelf als dichter daarin een vrij en gelukkig mens. Groet,

Peter van der linden

over vriendjespolitiek en onzuivere procedures schreven wij vanmiddag al hier op de site pomgedichten punt nl. wij van pomgedichten schreven de wethouder van cultuur vanmiddag aan en vroegen om een verklaring – morgen hopen we hier te berichten over het antwoord.


Beste Wethouder – geachte mevrouw Huismans, voor ik mij richt tot de leden van de gemeenteraad  –  verzoek ik u te reageren op bijgevoegd artikeltje op de site pomgedichten –

De beoogde stadsdichter heeft zich niet aan de regels en afspraken gehouden –  de poëziewereld volgt deze misstap met argusogen omdat Dordrecht twee kanjers van dichters kent – de heren Kees Klok en Peter M. van der linden – de laatste nationaal en internationaal bekend.
 
Graag verneem ik uw commentaar, met groet pom wolff

Share This:

Toestanden in Dordrecht – schending afspraken procedure stadsdichterschap – WETHOUDER DORDRECHT PIET SLEEKING maakt zich voor het leven belachelijk. belediging dichters Peter M. van der linden en Kees Klok.

https://www.rijnmond.nl/nieuws/194903/Nachtburgemeester-van-Dordrecht-wordt-nu-ook-stadsdichter-Echt-bizar?fbclid=IwAR0qIGV3EUALRqMVF2tRB1rnO8fnTqWokkO96zJFkEc2D31ST3Kzy07lvus

Toestanden in Dordrecht – schending afspraken procedure stadsdichterschap – WETHOUDER DORDRECHT PIET SLEEKING maakt zich voor het leven belachelijk. belediging dichters Peter M. van der linden en Kees Klok.

het hele internet staat inmiddels op zijn kop. de wethouder ‘van heel veel’ maar blijkbaar van een heel klein beetje cultuur heeft het in zijn goed geknipte hoofd gehaald om het stadsdichterschap toe te schuiven aan de een of andere kapper die in de wereld van de poëzie totaal onbekend is en met een gedrocht van gedicht de komende twee jaar zich stadsdichter van Dordrecht mag noemen. Geen Josse kok, geen Kees Klok, geen Peter M. van der Linden – voormalig slamkampioen van Belgie, finalist in de poëzie finale van het nederlands slamkampioenschap NK slam, uitgegeven door een gerespecteerde uitgeverij – nee hoor allemaal niet en nada en niks – de wethouder Piet Sleeking van Ruimtelijke Ordening, Water, Vergunningverlening en Handhaving, Levendige Binnenstad, Cultuur en Toerisme, Monumentenzorg en Archeologie, Mediabeleid en Communicatie, Personeel en Organisatie inclusief Projectmanagement, Stadswerven, Gezondheidspark, Herontwikkeling Spuiboulevard/Maasterras

de wethouder van de levendige binnenstad Dordrecht dus – de heer Piet Sleeking – overal een mening over maar van poëzie nul komma nul  verstand heeft gemeend in een totaal verknipte bui om de gewezen kapper Juno Rissema met volgende gedrocht te eren met de titel die natuurlijk gewoon Peter m. van der Linden of Kees Klok toekomt:

moet u eens kijken wat een ellende – ‘dichter’- kapper  Rissema weet ook niet wat hij erover zal zeggen:

De tempel der beschaving

Dordrecht
wat zal ik er over zeggen
De stad, het eiland
of plek op de kaart
De Noord, Merwede
of de Maas
Het begin, de eerste
of geboorteplaats
Een brug over
de kerk zien
en de Wijnstraat horen
Dordrecht
is al achthonderd jaar lang
het gevoel van thuis komen

Juno Rissema 2020

nog erger is dat de procedureregels geschonden zijn – wij komen op dit ernstige falen en verwijt richting wethouder hier op de site terug – dit ruikt naar onethisch handelen, vriendjespolitiek en integriteitsschending. de wethouder kan zijn besluit nog terugdraaien, kapper Rissema kan ook zijn voorgestelde benoeming niet aanvaarden en het stadsdichterschap aan echte dichters overlaten – wij van pomgedichten roepen alle dichters op om vragen te stellen aan de wethouder – wij zullen dat zeker ook zelf niet nalaten. en wij zijn voornemens om de gemeenteraad en de gemeenteraadsleden van Dordrecht  te benaderen over deze onfrisse zaak. op de site van de gemeente lezen we:

Wethouder Piet Sleeking

Ruimtelijke Ordening, Binnenstad, Cultuur en Toerisme, Personeel en Organisatie

P. (Piet) Sleeking (Beter voor Dordt)

Moet u eens kijken hoe Peter M. van der Linden zijn bloedeigen Dordrecht beschrijft – en vergelijk dat met het broddelgedoe hierboven:


  de verjaardag

er was eens.. het totale niets
en toen.. de big bang
en toen was er even het beetje niks
na adam en eva en obelix

en toen ietsje later
op een fantastische vrijdag
ontsproot dordrecht uit het veen

kalm aan steen voor steen
over de dubbel langs de thure
werd de eerste stad verder nedergezet
door sjacheraars en pioniers

de stad kreeg vorm en ontving in 1220
een stukje perkament van willem en maria
met dertien plichten en rechten

het kreeg rond 1300 stapelrecht en
permanent macht over handel en rivieren
er ontstonden sagen en mysteries
over reuzin hanneken en sint sura

een gouden periode en juist toen
de stad in de bloei kwam
legde de waterwolf van elisabeth
in 1421 de handel en voorspoed en lam
de grote stadsbrand van 1457
kostte zeshonderd gebouwen

dordrecht werd een te omzeilen eiland
met een grote kerk havens molens
pakhuizen en markten voor vis
aardappelen wijn en honger

dordrecht werd een stad van twaalf poorten
addergebroed belastingontduikers zakkendragers
radbrakers dolhuisgespuis bottenkrakers

dordrecht dat belegeringen twisten
geuzen en een beeldenstorm weerstond
dat de statenvergadering de synode
en snode notabelen ontving

dat de gebroeders de witt in 1672 verloor
lafhartig vermoord en verminkt
hun bronzen beeltenis nog fier op stand

dordrecht was de schilderachtige wieg
van het geniale trio bol cuyp en scheffer

dordrecht dat bijna naar de kolere ging
naar de pest de tering de havens stonken
tot aan de galgenplaat tot aan de riolering

dordrecht werd een stad vol beweging en gepuf
van stoom gekraak van molens de paardentram
het groothoofd de maas de noord de merwede
de biesbosch van de vergulde os en oud krispijn
de kaalslag de plek waar pollerrammers zijn

dordrecht is de frikandel en paardenworst
waar de gen-x legging de klederdracht is waar
kunstmin plus bibelot keer xuan de loempiaman
waar budding’ ooit over zei ach wat zal ik er over zeggen

dordrecht stad van wantijpop- en bad
van de krakkemikkige krommedijk
waar het van tribunes schalt
dordtenare dordtenare heej heeej

dordrecht waar het hazelnootgebak schuimt
waar de kroeg de vrijheid te vaak leeg
waar de kauwgommuur het culturele goed
waar de blin-de-lie-den-gast-huis-steeg

waar je scheefleef en mekkert memmekaar
in een legpuzzel van duizend monumenten
waar schapenkoppen sloffen in schilderslicht
waar het leven altijd weer op de pootjes terecht
hier op ons submagisch eiland van dordrecht.
 
Peter M. van der Linden

Share This:

VON SOLO belt aan…. deze week bij schrijver-dichter Marco Martens



Vorige week fietste ik door Rotterdam. Het was warm en uitgestorven. De tijd vlak na het avondeten Iedereen zit het nieuws te kijken. Of wat daarvoor doorgaat. Ik fietste maar wat zonder richting. Schiekade, Coolsingel, Erasmusbrug, Maashaven OZ, Putsebocht, Oranjeboomstraat. Mijn hoofd liep langzaam leeg. In een opwelling bedacht ik aan te bellen bij schrijver-dichter Marco Martens. Zijn huis lag op de route en ik was benieuwd hoe het met hem en zijn gezin zou zijn.
De straat van Martens was leeg. Naar zijn voordeur loopt een trapje, dat perfect is om conform de RIVM-richtlijnen afstand te houden. Stiekem hoopte ik, dat hij me dan een koud biertje zou aanbieden en dat ik staande op de stoep en hij in zijn portiek dan samen zouden bijpraten onder het genot van een koude rakker. Schuchter sloop ik naar zijn voordeur en drukte door de stof van mijn trainingsjack op de bel. En hoorde niets. Wachtte even en stapte weer op mijn fiets. Het is natuurlijk in deze tijden ook een ongepast idee, zomaar ergens onverwachts voor de deur staan om te vragen hoe het is.
Thuisgekomen stuurde ik een berichtje met de vraag hoe het was en of de bel stuk was. De bel bleek losgekoppeld vanwege de herrie. Verder was alles naar omstandigheden goed. Hij vroeg waarom ik juist naar die bel vroeg. Ik legde uit dat ik aan de deur gestaan had. Martens zei dat, als ik hem gewoon een berichtje gestuurd had, hij wel opengedaan had. Wat we aan woorden wisselden over de app, verschilde waarschijnlijk niet veel van wat we anders besproken hadden. Niets bijzonders.
En toch. Liever had ik een stem gehoord. Precies dezelfde woorden. Voor een computer is dat uiteraard hetzelfde. Een woord is een woord en heeft slechts de betekenis, die ervan vastgelegd is in het systeem. Communiceren via een app is veel efficiënter dan op de dool ergens bij toeval belanden en aanbellen. De inhoud is niet afhankelijk van het medium zou je zeggen. Maar wat maakt inhoud nou anders, los van de drager? We hebben de imitatie van het leven geschapen naar ons evenbeeld. En om dat model overzichtelijk te houden moest het wel begrijpelijk blijven voor iedereen. Alles aan het model moest zin hebben. Geen plek voor onbegrijpelijke dingen.
Wat doet een hond aan zingeving? Wat is de ambitie van een kat? Waarom doen koeien en varkens niet aan yoga? Simpel, omdat het allemaal niet nodig is. Iemand die enkel gelooft in technologie en voorbestemming zou zeggen dat we stiekem qua intelligentie ingehaald zijn. Wat zou een computer bijvoorbeeld vinden van de zingeving die we als mens bedrijven? Dat al die slimme apparaatjes samen allang hebben bedacht dat wij als soort weinig bijdragen. Onze woorden enkel wat letters in volgorde zijn met een praktische betekenis.
Of hebben we zelf gewoon de makkelijke weg gekozen. Door alles weg te strepen dat we niet snapten of konden begrijpen en dat af te doen als zinloos en niet efficiënt en zo enkel nog streven naar een digitale kopie van het de ellende die we zelf konden verzinnen bij gebrek aan beter? En ons daar mee tevreden te stellen. Terwijl de tastbare wereld om ons heen langzaam vervaagt in enen en nullen.
 

VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
 Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Merik van der Torren toch weer aan het bier – over toestanden in het Sarphatiepark rond de eeuwwisseling


Hoi Pom,
 Ergens rond de eeuwwisseling werd ik in het Sarphatipark, waar ik in het zonnetje een biertje dronk, aangehouden door een agent. Hij sommeerde mij het blikje bier op de grond leeg te gieten. Zo kon ik een boete ontlopen. Sindsdien heb ik nooit meer in het openbaar gedronken. Tot vandaag, zie bijlage, groet, Merik.


Biertje….?

Ik ga proberen bier te drinken,
op het plantsoen, bij het plein,
zonder er weer in te stinken
en bier en geld kwijt te zijn.
 
Op het plantsoen bij het plein,
geniet ik van de roes en de zon.
Hondje Betty, los van de lijn,
draait een drolletje in het gazon.
 
In Openbare Dronkenschap
ga ik proberen bier te drinken,
zing een liedje voor de grap,
groet de vogels en de dingen.


Merik van der Torren

Share This:

[Arie Arriveert, konings/wonings/balkonings-dag 27.04.2020] over Jan Slagter, de aandachtsgeile levensworm en over die andere wolk snot van Max, die eh… Sybrand Niessen





[Arie Arriveert, konings/wonings/balkonings-dag 27.04.2020]
 
 
Een luisterend oor
 
Konings. Wonings. De woordspelingen liggen op heden op (de almaar minder verlaten) straat. Hoe zou Seth Gaaikema in deze gekke tijd hebben thuis-gehouden? Gruwelijk. Je wilt je er geen voorstelling van maken. We doen er nu allemaal aan mee. Hij zou ons hebben willen overtreffen.
Onze vorst heeft juist gesproken (‘op Alexanderhalve meter’). Het feest moet vooral een binnengebeuren worden. Daar heeft deze hier even geen zin in. Te mooi weer. En nee, ook niet op het balkon het Wilhelmus gezongen. Heel BoLo hield zich trouwens stil. Maar het volkslied kreeg wel een prachtige uitvoering van het muzikaal intelligent gedownlockte ‘Coroninklijk’ Concertgebouworkest, op één tv-scherm bijeen geplakt uit de vele huiskamers en tuinen. Daar niet van.
Ach, op zeker moment maken niet alleen de opbeurende woorden (harten, riemen), applausjes, maar ook al die muziekjes uit wirwarren van mobiele videoschermpjes je murw. ‘Don’t stand so close to me’, ‘You can’t always get what you want’… Met dat opgewarmde lijk van een Keith Richards die niet lijkt te weten waar hij is, in ieder geval geen gitaar speelt. ‘You’ll never walk alone’… Juist wél toch? Ben ik nou zo gek of… En die fonetisch gedreven parodieën op bekende hits… (‘The liar tweets tonight… Vote him away, vote him away’. Ook de Trumpgrappen worden te veel. POTUS is zelf al, dagelijks, meer dan genoeg lachen en huilen tegelijk.) Dan komt er niks meer binnen. Zelfs het digitale Concertgebouw niet. Dan wil er van alles juist uit.   
 
Dus weg van hier. Verder weg dan op een te fietsen afstand is niet mogelijk met vrijwel alle vliegtuigen aan de grond (maatregelen ter financiële ondersteuning van de KLM aan de grond ‘hangen in de lucht’ hoorde ik laatst iemand – iemand anders dan komeet Baksteen – onbedoeld grappig zeggen). Gewoon anoniem ergens in een parkje of zo gaan zitten. Gelegenheid zat nu, dunkt me. Ik stap op mijn Gazellige, hoogbejaarde, staalvrij roestige ex-waddeneilandros en pedaal de ietwat slappe ketting op goed geluk zuidwaarts rond. Opvallend veel roodwitblauw aan de huizen. Een verbinder hoor, Alex. Vind ergens aan de rand van de stad, waar het bijna gaat polderen, zowaar een verlaten ogend doch goed onderhouden stuk groen. Prima plek om los van alle digitale coronareuring zonnig uit te waaien.
 
Lang duurt de rust niet. Krijg onverwacht gezelschap van een roedel wolven. Komen die helemaal van de Veluwe?? De dieren nemen wereldwijd de macht over, zeggen ze. Er zijn indrukwekkende filmbeelden van de faunaterreinwinst.
Alle gekheid op een vlaggenstok. Was door de Wolffjes in hun tuin uitgenodigd. Fijn bijbabbelen. Alles passeert. Het onderwijs in coronatijd, oude ervaringen. Vreemde leerlingen en leerkrachten. Generaties. Diverse soorten autisme. De dagelijkse coronacijfers. (De besmettingen. De IC-bezetting. De doden. Dat de groei gelukkig daalt. Dat er zelfs krimp… Dat er straks zeg maar ‘onder de x-as’ misschien zelfs een doodgewaande herrijst en naar het ouderlijk huis terugkeert. ‘Videobericht voor de heer Van Nazareth!’) Het cancelen van evenementen. Dat zoiets eigenlijk wel rustgevend is. Dat we niet gedacht hadden sommige dingen niet eens te missen, integendeel. De horeca op slot. Hoe zwaar sommige zelfbenoemde artiesten het zonder publiek zullen hebben, nog los van gederfde inkomsten. Er vallen (café)namen. Er wordt in de tuin ‘mees gemuild’ (die vogels hoor je nu ook veel helderder hè).
 
En via die doorgaans foute namen kom ik vanzelf op de naam Jan Slagter. Ook zo’n aandachtsgeile levensvorm. God ja, die is heel eng, moet mevrouw Wolff toegeven. Dat spotje, zeg ik, over dat luisterende oor. Je wordt ermee doodgegooid. “We zitten op dit moment in een crisis en ik kan me goed voorstellen…” Vooral dat bijna dwingende ‘ik kan me goed voorstellen’. Ik zie hem als een Jehova’s getuige naderen en een voet planten tussen vragen die ik niet heb. Nou komt het. Jan, vertel! “…en ik kan me goed voorstellen dat u behoefte heeft aan een luisterend oor, omdat u bezorgd ben, angst heeft of omdat u zich alleen voelt”. Nou goed, die mensen zijn er. Akkoord. Die doen een moord voor zo’n oor. Maar dat hoofd van die Slagter erbij. Daar zit ‘t ‘m in. (Heb ik tegenwoordig zelfs met Herman van der Zandt, ooit zo’n bescheiden jongen.) Dat hautaine. Die Smeetskop. Die standaard op drie dagen groei getrimde grijze grijnskut. Ik zeg dat die man me mateloos irriteert. Vooral door de toevoeging: “U kunt tegen lokaal tarief 24 uur per dag bellen.” Het idee dat je – om voordeel uit je belkosten te halen – de volle 24 uur achter elkaar lokaal tegen dat luisterende oor… O gruwel. Een samenwerkingsverband tussen omroep Max en de Luisterlijn, zegt hij, oké. Maar Slagter intussen alom aanwezig.
Dat was het? wil Pom weten. Nee! Niet alleen wil ik Slagter kortwieken – een Van Goghje op genoemd oor uitvoeren vind ik al afdoende – ook die andere wolk snot van Max, die eh… Sybrand Niessen. Ken je die uitdrukking? Omleggen! De naam al, Niessen, is coronatechnisch reden genoeg om 1,5 meter afstand te houden. De snijbrander op die Sijbrand, graag. Ach, maak er 1,5 km van. Want alleen schreeuwend presenteert hij zijn sneue, overbodige programma’s vol items en gasten die al in andere programma’s, waaronder het journaal, tig keer respectievelijk zijn uitgekauwd en doorgezaagd. Dat gemaakt enthousiaste gebulder. Alsof hij bang is niet gehoord te worden. En hetzelfde rondmondige baardgrijs, hè. Wat is dat toch?!
 
Mevrouw Wolff schenkt nog eens bij, komt met saucijzenbrodige snacks. (Zou ZIJ z’n broodje eten?) Wil je er een column aan wijden? vraagt Pom. Je bent er zo vol van. Ik voel een zekere woede die om kanalisering vraagt.
Hij lijkt mijn gedachten te hebben gelezen. Ja!
Daar valt over te praten. Hij raadt me wel aan vaker naar de radio te luisteren. Radio 1. ‘s Ochtends. Doordeweeks.
 
Door het strak blauwe zwerk vliegt zowaar een vliegtuig van bescheiden omvang over. Anouk, weet mevrouw Wolff.
 
          

Share This:

Anne van Walraven stelt bij het verleden een vraag

heeft mijn verleden
je al vals herkent
of ben je nog
wie je bent


Anne van Walraven
Instagram: @annexwalraven
Een brief aan jou is een ode aan de liefde. Sterker nog, een ode aan liefdesverdriet. Iedereen kent het wel. Je bent verliefd. Je bent gekozen en dat voel je in elk deeltje van je lichaam. Maar wat nou als de liefde steeds een beetje uit je vingers lijkt te ontsnappen? Anne van Walraven probeert in woorden te grijpen hoe het voelt als de liefde en de lust plaatsmaken voor onzekerheid, verwarring en angst. In openhartige brieven schrijft zij over haar gedachtes en gevoelens die voor iedereen herkenbaar zullen zijn. In de romantische en melancholische gedichten zal je even kunnen verdwalen. Tastend in het donker, maar niet alleen, nooit alleen.

Genre: Gedichten
Omvang: A5
ISBN: 978-94-640-3033-4
Aantal pagina’s: 112
Prijs: € 17,99
incl. verwerk- en verzendkosten naar Nederland en België
https://www.boekscout.nl/shop2/boek.php?bid=10344&utm_source=Promotiemailing&utm_medium=email&utm_campaign=10344&utm_content=Bestelknop

Share This:

Karin Beumkes op Alex Andersdag: ‘je liep het liefste in de mist, daar was het stil en licht en goed…’

Bonjour Pom
The Netherlands doeze pwa,



Opdracht


Je was niet braaf,
dat was je niet
je was het kind dat uit de ramen sprong
dat een pop neerlegde in het bed
perfect als alibi om in de nachten te verpozen.

Je had een ziel en grijze ogen
en je liep het liefste in de mist,
daar was het stil en licht en goed
daar vlogen roedels ganzen naar regenbogen.

Je was niet gek
dat was je niet,
je had een wens om elf te worden
die met twee puntoortjes van alles hoorde,
en vliegen redde uit een spinnenweb.

Nu sta je op de grond van eb
en haalt wat water uit de zee
gewoon omdat je iets te voelen hebt
en je hartje, ach, dat voelt wel mee.


Muziek: Liesbeth List – Heb het leven lief https://youtu.be/YMUc8WrxPss


Als altijd mijn liefs
Karin Beumkes

Share This:

Jacob de Bruin wint de enige echte virtuele – het gedicht dat je altijd al had willen schrijven – trofee op pomgedichten. Ton Huizer zilver en Cartouche brons


->
dank aan alle dichters die hun werken instuurden. waardevolle werken en er waren werken bij die niet eerder geschreven werden of konden worden geschreven. dank dank  dank. bij mij kwamen een paar dichters direct en genadeloos binnen – Jacob de Bruin, Ton Huizer, Petra Maria van den E en Cartouche. Deze week verdienen de dichters die uiterst maar dan ook uiterst subtiel het evenwicht wisten te bewaren op een uiterst dun poëtisch koord het ere metaal – een koord dat gespannen werd tussen de geliefde en de ik persoon  door jacob de bruin of in een breder kader – het koord dat gespannen werd tussen atman en brahman door Ton Huizer.  goud voor Jacob de Bruin, van harte gefeliciteerd – wat een pracht! en zilver voor Ton Huizer, bijna dezelfde pracht met dezelfde subtiele keuze van de woorden zijn gedicht. brons voor de rederijker Cartouche met zijn in liefde bloeyende geliefde in zijn liefdesgedicht. Van harte dichters.
Hallo Pom,
wat ik graag had geschreven is de tekst van
‘Alifib’ (Robert Wyatt), maar dat kan ik niet en gelukkig hoeft dat niet, want die schreef iemand anders al in de vorige eeuw.
Hierbij toch een klein beetje tekst.



[ backspace ]

liefst schreef ik jou
niet mezelf

zwarte hond niet
kop laag nee
niks bloedogen
gele tanden

liever schreef ik jou
waar ik mezelf schrijf

dan schreef ik ‘liefste’
wiste ik dat weer
en zelfs dat
zelfs dat


Groet, Jacob.
–>
over de blauwdruk van dichter jacob de bruin las u al onder het gedicht van magda de haan. nou ja daar leest u van mijn vermoeden. de door jacob gepresenteerde robert wyatt was mij onbekend. de naar ik aanneem door jacob gecomponeerde tekst – is zonder meer prachtig. en dat komt door dat ene woord, door de plaats in de tekst van dat ene woord, door het aanraken van dat woord en het uitgummen van dat woord weer – dat het hoe intiem ook gebruikt wordt hier door jacob – toch van ons allemaal is – ‘liefste’ krijgt de plaats die het verdient – dat je het aan kunt raken om het te laten verdwijnen. om het woord mee te kunnen nemen. levenslang.
 
  • Magda Haan – speurend naar iets van jou in mij
  • Rik van Boeckel – met wat altijd geschreven wil worden
  • Frans Terken – klaar voor het ongewisse
  • Petra Maria – het was zo indringend
  • Jacob de Bruin – en zelfs dat
  • Elbert Gonggrijp – de zee zilverwit in het glinsteren
  • Erika De Stercke – nu onze handen elkaar vinden
  • Ton Huizer – is er alleen maar licht dacht ik
  • Vera van der Horst – ik geef toch om je
  • Cartouche – ja jij, jij alleen
  • Anke Labrie – het doet er niet meer toe
  • Ien Verrips – een donker bijten op de tijd
  • Jako fennek – tot lang na ons verdriet
  • Conny Lahnstein – en jou mijn lief blijf ik nabij


Wie wint de enige echte virtuele – het gedicht dat je altijd al had willen schrijven – trofee op pomgedichten? een vrijer thema is niet denkbaar. maar het moet er toch wel een keer van komen, lieve dichters. die onontkoombaarheid kan niet langer geparkeerd. moedig voorwaarts zegt de grote schrijver maar niet eerder voordat we het gedicht dat U altijd al – nou ja als elke week gaan we genieten hier. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak  – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.


het gedicht
dat ik altijd al had willen schrijven
de ontmoeting
die wellicht jaren eerder al had gemoeten
 
dat er gezongen werd
zoals ik had willen zingen
 
nu ik kijken kan zoals niet eerder
en van de eenvoud adem
vol van liefde
dat vanzelfsprekende geluk


pom wolff
Dag Pom
Niets is belangrijker dan je blauwdruk. Hier gaat dit gedicht over -Fijn weekend! :



Blauwdruk

Met liters slootwater
zoek ik door jouw verleden
speurend naar iets
van jou in mij

de tijd van
voor de oorlog
en schuivende ringen
de blauwdruk
van een gewild plan

leven in witte lijnen
een zegen geven
aan antwoorden
aan dromen
aan het wispelturige gras
en bewegen als een bloem.

Magda Haan

–>
toch nog even opgezocht – het zo nadrukkelijk gepresenteerde woord blauwdruk. geldt het iedereen, geldt het magda, mij ook wellicht. ik zelf neig toch meer om mijzelf net iets belangrijker te vinden dan mijn tot heden nog niet gevonden blauwdruk. ik heb in de boekenkast gekeken nergens een blauwdruk te vinden van pommetje. of misschien toch deze aanwijzing:
 
wildernis

waar gehakt wordt
blijft slechts spaanhout staan
daar gelden oerwoudwetten wildernis
en klaagt men stenen uit de grond

hier bouwen we een nieuwe stad van krijt
voor verjaagden uit de wanhoop
op de resten bouwen we
blauwe bomen en ook witte

als volledigheid al iets is
is volledigheid misschien het bier
dat we samen dronken
onder deze blauwe boom

waar ik de lijnen zag
waarbinnen ik je dacht te weten
wonderkind steeds witter
er hoeven geen mensen bij

uit: pom wolff, je bent erg mens
uitgeverij holland, haarlem 2005

 
 
magda kent haar bloedeigen blauwdruk in poëzie – laten we haar het voordeel van de twijfel gunnen. het is tenslotte hier de wereld van de poëzie. bijna weet ik zeker dat de dichter jacob de bruin – ook wel jacob blauwdruk – op het puntje van zijn stoel zit. als er iemand van blauwdrukken houdt dan is het die de bruin wel. er hoeven tenslotte geen mensen bij.


Magda is zoekende en aan de drank: slootwater. grapje – ik begrijp het slootwater in de eerste regel niet. maar dat ligt aan mij. ze zoekt en vindt zoveel is zeker – ik vermoed dat een dna drager wordt onderzocht. ligt er een ontwerp van de magda zoals wij deze vandaag kennen? dat is de vraag. dromen, wispelturig gras en een bloem de antwoorden. zo bezien een relativerende en in wezen ook grappige beschrijving van de dichteres. beter gezegd haar gevonden blauwdruk.




Goedemorgen Pom, hier mijn bijdrage aan de enige virtuele.
Groeten,
Rik 


Reflectie in poëzie

De wereld in de tegenaanval
verliest het van de poëzie
dat geen virus is maar een vaccin
van woorden met betekenis geïnjecteerd reflecterend op de geschiedenis
niemand wil die zo schrijven

in de krochten van alleenstilte
wordt een gedicht uit aderen
van eenzaamheid verbonden
met wat altijd geschreven wil worden
met voorschriften van een universum
dat taal als de natuur van de mens ziet

via hart en gedachte reist het gedicht
naar het wit gekleed omhulsel
van schrift en geleerdheid
het grootoog neemt het aan
voorziet de gedachte van zin
de stilte van gevoel en betekenis.


Rik van Boeckel
24 april 2020

–>
hmm rik van boeckel weet in elk gedicht wel iets kosmisch van boeckels te construeren. poëzie als vaccin lezen we nog in de eerste strofen met beide voeten op de harde en meedogenloze grond. of daar doet de tijd in de vorm van de geschiedenis al haar intrede, zijn al snel de voorschriften uit het universum van toepassing verklaard. tussen alle grootheden heen weet grootoog gedichtstilte – geboren uit de oerknal die stille eenzaamheid heet – van gevoel en betekenis te voorzien. rik neemt ons altijd mee van klein naar onmetelijk groot en brengt ons altijd  verrijkt weer terug tot de zin van ons bestaan. wonderlijk eigenlijk.
 
Dichter bij een onderdak

Iemand deelt links en rechts klappen uit
roept kappen nou met dit dorre leven
ik verzamel het hout dat omvalt
laat het dubbellaags grijs kwasten

door een behulpzame buurvrouw
die me met haar ogen bij de les houdt
zegt ze dat het stevig en meer dan
genoeg is voor een schuilplaats

ze schildert een raam een deur om
toevlucht achter te vinden en maakt
een knus huisje met ruimte op de muren
voor wat ik dag en nacht wil schrijven

ik steek een vlag op het dak en
binnen breken we stil het hoofd over
hoeveel adem nog en wanneer klaar
voor het ongewisse dat ons wacht

© FT 24.04.2020

–>
frans terken richt alvast een poëtische schuilplaats in tegen de gewetenlozen die mensen slechts in termen van dor hout of in termen van een economische eenheid beschrijven. maar moet je ze zien kronkelen als ze zelf een beademing met een buisje in hun aangetaste kelen zouden behoeven. de grootspraak van de gewetenlozen berust op angst, egocentrisme totdat de buisjes hun eigen keeltjes in mogen. dan is de grootspraak voorbij in de keldertjes van de zwagermannetjes. voor alles  bang geweest  schreef een naamgenoot. frans terken schuilt  ‘Voor gepatenteerde gekken’ zoals in het gedicht beschreven en  door wende bezongen. de buurvrouw – de kunsten – zij bieden vooralsnog  uitkomst en geborgenheid.
 
Wat ik altijd al had….wil… schrijven.
Songteksten die mij beïnvloed hebben als dichter.
Meteen de nummer 1: The Sound of Silence, Simon and Garfunkel
https://youtu.be/NAEppFUWLfc
THE SOUND OF SILENCE


zet alles maar stil
doof de lichten

in het bleke maanlicht
wil ik je zien

wees maar stil
het was zo indringend
vol

morgen
als de ochtend
met adem op de ruit

teken ik je
een hart
uit mijn ziel

petra maria

–>
Petra roep het heiligste van het heiligste aan – de stilte – paul simon (die andere deed alleen maar een tweede stemmetje):
 
‘And in the naked light I saw
Ten thousand people, maybe more
People talking without speaking
People hearing without listening’

 
 
of ze gehoord en gezien wordt blijft wel de vraag. het gedicht dat je altijd had willen schrijven is nu geschreven – maar was het gedicht wel geschreven als ze eerder al  gehoord of gezien was. ooit was ze er zo enorm vol van dat de situatie slechts in termen van stilte kan worden beschreven. morgen blaast ze hem uit met hartjes. het gedicht is heel klein en teder gehouden – naar mijn hart! – moet ik zeggen – en ik zou willen dat iemand mij een gedicht zo op deze verstilde wijze zou toeblazen – maar helaas – ik ben slechts de lezer van een gedicht dat op tenen is geschreven en op tenen in mijn kamertje hier in buitenveldert binnen is getreden. uit respect loop ik vanochtend ook op kousenvoeten.
Tsja, Pom, het blijft een uitproberen om tot het juiste gedicht te komen. Laat ik er dan maar aan wensen te raken….
Hartelijke groeten,
Elbert



Ars Poetica
 
Dichten is het herhaaldelijk uitproberen
van nieuwe zinnen. Een nest te bouwen,
het schikken van onze veren.

Omdat het niet anders kan, omdat het
steeds moet. Dichten lijkt op ademen,
het tot stand brengen van ideeën.

Onlangs heeft het landschap zich weer
aan onze ogen toevertrouwd, wil de zee
zilverwit in het glinsteren.

Hoe zeg je dit, mijn liefste: hoezeer ik
je ook aanvoel het went nooit, het aarzelt
je, wil je alle seizoenen lang.

Die ene zwaluw, maar zo voorbij
nog voor ik hem kon benaderen –
 
Elbert Gonggrijp,
Egmond aan den Hoef,
zaterdag 25 april 2020

–>
ja dat de zee zilverwit zal glinsteren – mooi beeld –  alsof de zee knispert in de handen van de dichter gonggrijp – in wezen komt elbert op dezelfde waarheid uit als die hierboven door jacob ook gegeven is – dat de liefste smelt als sneeuw voor de zon maar dan in alle jaargetijden en dat dat ook zo moet omdat het een fenomeen is voor een dichter te groot om zomaar mee nemen. dat dichten ademen is om de liefste te bereiken – zie hier dan toch de waarheid zoals deze nog nooit door de dichter in deze directheid werd beschreven. en de zee zal zilverwit glinsteren –  elke ademhaling brengt de dichter dichterbij zijn/haar liefste.

Schaduw

Laten we klinken 
op het gekwaak 
aan de vijver 
in deze heldere nacht
nu onze handen 
elkaar vinden.

Een reiger 
gluurt groen. 
Onze lippen dagen hem 
uit tot ver voorbij de kruin 
van paraplubomen.

Wij, sterren 
zonder afstand 
gloeien 
aan de rand 
van het water. 

Erika De Stercke 

een heldere nacht, een reiger, lippen en de geliefden zij gloeien als de sterren aan de hemel. een hemels script voor een film. mooie beelden. maar de film moet nog beginnen zeg maar. de karakters uitgewerkt. schreeuwde ik hierboven er hoeven geen mensen bij. dit gedicht roept om mensen en om wie wat en waarom. zij gloeien als kooltjes in een nog aan te steken open haardnacht.

Licht

Misschien
is er alleen maar licht
dacht ik

en las het voorjaar in
de bomen
alleen maar licht

niet te vangen in het
denken
of zoiets banaals

als een gedicht

Ton Huizer

ton huizer altijd uitkijken. het goud ligt op de loer. voor je het weet sleept ie het goud voor ieders neus weg richting 010. en ja hoor – niet dat het goud nu al vergeven is – maar zo subtiel als deze dichter de dingen kan belichten is van grote klasse. het gedicht krijgt de plaats die het uiteindelijk toekomt in het AL. poëzie als atman getekend tegenover én in een allesomvattend oplichtend brahman gevoel.
Bekentenis

Het lukt me niet, het eerlijk zijn
als je vraagt: vind je het mooi
met die koenekinderogen
ook al ben je honderd jaar

Als ik nee zeg, voel je je bedrogen
want ik geef toch om je, waarom
doe ik je dan pijn. Je mijdt me
voortaan, bent niet meer open
en ik ben een chagerijn.

Dus liefste, wie je dan ook bent,
omdat je blijkbaar jezelf nog niet kent,
bespaar ik een hoop gedoe voor mij en jou, 

lieg ik, wel met neergeslagen ogen,
maar toch recht in je gezicht
al schrijf je het allerslechtste gedicht,

behalve als ik echt van je hou

Vera van der Horst

–>
eindelijk de bekentenis waarop we jaren hebben gewacht. een veelbelovende titel- eindhoven boven zeg ik – maar ik moet het gedicht nog lezen. ojee de eerlijkheid meteen al in de eerste strofe om zeep geholpen. en ja ze moet wel liegen van zichzelf lezen we  – met neergeslagen ogen – (kan ze toch niet – kijkt u maar eens goed  naar de foto – dat ze dan die ogen neerslaat – nee vera is vera en ze is een belangrijk dichter en een gouden mens maar een actrice is zij niet – een vrouw met neergeslagen ogen neerzetten –  zonder in een onbedaarlijk lachen uit te barsten is haar nog nooit gelukt. ik moet het precies zeggen: een vrouw met neergeslagen ogen neerzetten zonder meteen met pretoogjes op te kijken is haar nog nooit gelukt. het gedicht vraagt u mij? die betoverende en allesomvattende en intrigerende laatste regel verdient beter. ze houdt dus niet van hem. dat weten we nu.
 

Wonderlijk-
 
Wat ik altijd al gewild had
op mijn rug languit in het gras
wolken wegkijken achter de zon
het blauw van boven naar beneden
halen, laten stralen over blote huid
ogen laten dwalen naar een navel
als middelpunt van het universum
 
aan het touwtje trekken
overeind komen, me vastklampen
en klimmen, opstijgen naar de einder
om als post-it ready made eigenhandig
aan een ballon rond te dwarrelen en dat
– met de wind als postiljon – jij mij opvangt
me bij de hand neemt en openvouwt als
 
een windroos waarop je varen kunt
ja jij, jij alleen – ik draag je als een
steek in mijn zijde, een wonde
die open bloeien blijft
 
zo zou ik voor altijd

onder handen zijn
 
25-04-2020
Cartouche

–>
nou hij ‘heb’ zijn best gedaan. onze cartouche! een liefdesgedicht. aanvankelijk licht als een ballonnetje van toon hermans. poëtisch als de dichters in de windroos serie van henk van zuiden. bijna een koplandopening van een gedicht. die plek in het gras waarvan hij had gewild dat hij het was – de open plek in het gras en dan zwaarder – die open plek als een open wond in zijn zijde – cartouche de jezus christus aan het kruis maar zelfs daar zal zij in hem bloeien. in zijn open wond die dan nu is beschreven zoals de poëzie en het thema vandaag dit aan de dichter vragen. zoals de geliefde is getekend in 4 woorden: ‘ja jij, jij alleen’- en met deze 4 woorden maakt de dichter Cartouche de geliefde de geliefde van alle lezers. wonderlijk toch hoe meer particulier hoe meer van ons allemaal.
 

Ha Pom,
Hopelijk alles goed.
Ik kan momenteel geloof ik niets opbeurends bijdragen.
Het zij zo. Mocht het te somber worden: gewoon niet plaatsen.
Mooi weekend verder,
 Hrtgr. Anke



de minnaar
 
 meteen al een lafhartig spel
te snel de regels losgelaten
waartussen zij te spelen dachten
 
wie er begonnen is
wie er gewonnen heeft
het doet er niet meer toe
 
het spel was al verloren bij de start
 
armzalig dwarrelen woorden neer
geen plaats voor poëzie
een rouwbetuiging voor zijn vrouw
nog altijd haar vriendin
 

anke labrie
(25-04-2020)

toestanden mogen we opmerken. tussen al het lief het leed hier gedeeld door Anke van een relatie die vanaf de eerste minuut al niet onder een gelukkig gesternte plaats mocht vinden. geen plaats voor poëzie merkt dichteres terecht op – maar in een gedicht krijgt die opmerking wel iets poëtisch – hahaha – zo werkt de poëzie nu eenmaal alle onrecht de deur uit totdat er een gedicht van overblijft. een gedicht als een rouwkaart voor een verloren gegane liefde – maar bij dit soort liefde hoeft niet gerouwd – is het eerder de opluchting van voorbij die de dag weer kleur en licht kan geven.
Daar dan!
Deze pomqueeste  doet me denken aan wat Paul Simon zei in een interview, dat hij wenste dat hij Stille Nacht had geschreven.
groeten Ien



wachtend in de schaduw
een donker bijten op de tijd
ontdaan van hunkering
is wachten niets dan
blijvend zielloos zijn
totdat de keten breekt
de eerste woorden los
een regel nog één
een gedicht


Ien Verrips

–>
we dalen een beetje af in de krochten van de poëzie heb ik het idee hier. Ien. niet alleen van de poëzie maar ook van het mensdom en de donkere aarde om de mensheid heen. mooie regel – dat bijten op de tijd. om je mond bij af te likken – je tanden op stuk te bijten. de boodschap lezen we is dat een leven zonder hunkering in ieder geval een zielloos zijn inhoudt. resteren uiteindelijk de woorden, de regels, het gedicht. Ien weet altijd heel veel geschreven te krijgen in weinig woorden. merkwaardigerwijs houdt ze daarbij de aandacht van de lezer vast. zoals het een goed dichter betaamt.
Hoi Pom,
ben blij weer mee te kunnen doen vanuit dit alpenland. Heb een fijn weekend. Groet van Jako.


achteraf
 
de troost die ik niet gaf
een liefde, gestrand, ontzield
mijn onvermogen haar te koesteren
en steeds geen troost
die tot lang na ons verdriet
in de kiem gesmoord bleef
 
vergeef me mijn onhandig liefhebben
mijn struikelen en moeizaam opstaan
en laat me je bekennen
dat voor het sneuvelen van deze liefde
jou geen blaam treft
dat je  een mooi en edel mens bent
 
jako fennek

ook een bekentenis lijkt me – Jako – het gevaar dreigt op te gaan in het sentiment van het moment van schrijven. en dat gebeurt hier – ten koste van de poëzie – natuurlijk is het een mooi en edel mens als een edelweissbloemetje jako. maar dat begrepen we al. en ze zal het je wel of niet vergeven. maar daar draait het nu net om in de poëzie. vergeeft ze het jou nou wel of niet en waarom. dat willen we in wilde en genadeloze strepen op het doek zien gezet – in alle mogelijke liefde haat of verdoemenis streken. een dichter kent geen onvermogen of het is het onvermogen dat met alle kracht die de taal in zich heeft onontkoombaar is gekenschetst. en die kracht ontbreekt in dit gedicht.
 

Als ik later dood ben, en mag kiezen, 
dan het liefst die grote witte vleugels, 

waarmee ik – zoals in mijn dromen – kan
vliegen in onzichtbare luchtledigheid, 

verstrooi ik elke nacht schitterende 
sterren en jou mijn lief blijf ik nabij,

geniet ik van niets moeten, zal ik spinnen 
als ik slaap, liet ik alles op zijn beloop,

dan alleen dat hemd wat ik verruil voor 
een huispak en dan alles, vooral jou 

zal missen

god nondeju


Conny Lahnstein


bij leven en welzijn gelukkig geschreven, conny. de liefde reikt ver – de liefde overwint alles. conny getuigt van haar liefde tot dat tot dat – ja zelfs tot in de dood zelf zal ze de geliefde missen – een onmetelijke menselijke behoefte de dood in geschreven, aan de dood meegegeven – de levende weet dat die behoefte er niet meer zal kunnen zijn – de vloek op het leven blijft de dood. de poëzie hier het gedicht van Conny als medicijn tegen de dood.

Share This:

VON SOLO met een cryptische boodschap


Het is geen column te noemen
Hoogstens een cryptische boodschap
Maar meer kan ik u niet geven
Mijn geest is moe en in ben bezorgd
Het zal allemaal wel meevallen zeggen ze
Maar waarom dan die vermoeidheid

We kunnen nu alleen nergens meer heen
xV


Deel 377. Nieuw normaal
 
We dachten dat het wel mee zou vallen
 
1933
Dachten ze ook dat het wel mee zou vallen
 
T4
Konden we onze ogen sluiten
 
1984
Zo ver zou het toch nooit komen
 
Vrije markt
Zou alles oplossen
 
Nieuw normaal
Anderhalve zool
 
We dachten dat het wel mee zou vallen
 



VON SOLO
DICHTER, COLUMNIST,  PERFORMER EN CINEAST
Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl
Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl 

Share This:

Merik van der Torren: ‘Simon says: Verdomde oorlog, bezielde vrede!’


Simon says

Badend in het zweet ontwaakte ik.
Mijn natte shirt trok ik uit en droogde me,
trok dat schone witte shirt aan met de opdruk:
 
Simon says: Verdomde oorlog, bezielde vrede  !
 
De boodschap van Vinkenoog op mijn borst
draag ik, als de lente komt, de pleinen over,
groet de meester, ergens in de hemel.
 
 
Merik van der Torren

 

Share This: