vroeger had je films met witte spoken ineens kwamen ze een hoek om of opa die opgebaard lag in de gang die had er ook een handje van je deed de huiskamerdeur open en daar lag opa
ja vroeger toen de melkboer nog losse melk bracht alles overzichtelijk was en opa zijn plaats kende je had verse melk en je wist van wie je zusje was
op de een of andere manier bereikte het gedicht van jako mij te laat voor de zondagochtendwedstrijd. daarom maar en keer Jako uitgelicht. hollandse teksten vanuit het zwiterse over onverrichte zaken
Goeie morgen pom, Dit lied van Renaud zet veel in beweging. Als ik beter in mijn vel zou zitten, zou ik er een heel verhaal over kunnen schrijven, maar het gaat in de wereld van de onverrichte dingen. Heb het fijn vandaag. De bewolkte lucht hier maakt de wereld klein. Groet, jacques.
onverricht
nu we hier zo zitten, onder lindenlover hij vandaag achttien ik net tachtig horen we hoe op het marktplein de wereld te keer gaat vogels tussen blad hun stem verheffen
zijn stem is man geworden de baard in de keel heeft zijn klus geklaard toch doolt zijn heldere kinderschreeuw nog door mijn hoofd
vrolijk praten we over dagelijkse onzin kijken naar het leven terwijl de linde schaduw spant over jaren van verzuim en onverrichte dingen
prachtige gedichten deze week bij een bijzonder bezongen thema. voor uw webmaster sprongen drie gedichten eruit. bijzonder van eenvoud, van taalkracht en van en in beschreven romantiek. alle dichters bedankt voor het prachtige werk. maar de metalen moeten verdeeld tussen Cartouche, Petra Maria en Ien Verrips. ik zeg goud en 2x zilver – doen we brons voor Rik van Boeckel. onder de gedichten de verantwoording. te mooi om waar te zijn de poëzie deze week. de winnaars van harte.
Petra Maria: maar dat is nu die berg geluk Anne Borsboom: Doe de deur dicht in het donker draag je geen groen Frans Terken: dat dit zoveel meer is dan nu Rik van Boeckel: ligt weemoed in stenen verborgen Ien Verrips: het is zo goed jouw naam te horen Erika deStercke: was je maar dichtbij Anke Labrie: onverwacht een flard muziek of een lied dat ze altijd Peter posthumus: Jij met je rompertje Cartouche: hoe onbevangen, hopeloos jong we waren
Lucia
Ach ja – weet je nog- toen we botsten om het hardst tegen elkaar op de kermis wij samen de roos probeerden te vangen met een zuurstok en twee suikerspinnen na
je me deed oprichten, de pluim voor je ving hoe onbevangen, hopeloos jong we waren een paar uur, dagen een heel leven scheen en tijd , gaten ging slijten in ons beiden
we uitvlogen en de einder zochten tot de maat der dingen begon te wringen onze voet de Italiaanse laars ontgroeide ging knellen en Mephisto het overnam
het pad van voortgang en aanpassing ik nooit vergeten zal hoe jij, Lucinda me het licht liet zien- je stralende blik in de rups van die pre-coronatijd toen
afstand nog compleet ondenkbaar ik nooit vergeten kan – elk jaar opnieuw hoe de zomer – zij het in semi-lockdown ons om een nieuwe kermis roepen blijft
140620 Cartouche
–> Cartouche waagt zich aan een gedicht van het licht. keurig 20 regels in het cartouche gelid gegoten. en ach ja ik herinner me ook de kleine kermis, de gevangen pluim bij het rondgaan. de kaneelstok en de suikerspinnen. hij kan het wel hoor cartouche. bijna zeg je dat na zo een eerste strofe wel een liedje gezongen kan worden. en c de pirate zingt dan ook dat liedje. hoe hopeloos jong, en hoe de tijd gaten deed slijten in de geliefden van weleer. mijn romantische hart slaat op hol – het is die jeugdliefde – elke jeugdliefde die hier wordt geraakt. in ons allemaal gesleten en dat Cartouche er verlichte woorden van liefde aan geeft.
wie wint de enige echte virtuele – en tot waar, tot wie brengt dit nummer U – trofee op pomgedichten dit weekend? de Nederlandse vertaling onder ‘reactie’. u kent de regels: de gedichten niet te lang svp tenzij noodzaak – 20 regels is genoeg – insturen voor zondag 10 uur 30. stuur in op het u bekende gmail.com adres van pomgedichten@ – of benut de blauwe contact functie boven aan de pagina. of laat onder dit item een reactie achter -ik zorg er voor dat uw gedicht in het item wordt geplaatst. commentaar als altijd verzekerd.
is er nog iemand die van mij houden wil
iemand die zegt: je was lief voor me, die avond je hielp me in het weten hoe het was om naast je te zijn in zo heel veel
in hoe je deed en altijd doet, die kleine gebaren waarin je me voor laat gaan bij een deur in hoe je naast me zat en keek zo mooi, meer dan mooi meer dan zeldzaam, onbenoembaar
iemand die zegt: dat er een liefde in mijn leven was en is die bijzonderder is dan alle liefdes die ik kende bijzonderder dan liefdes die ik in boeken lees of die ik me ooit voor had kunnen stellen
steeds dieper voel ik dat door alles wat we mee maakten door alles heen om bij elkaar uit te kunnen komen om elke keer weer te kunnen kijken zoals die eerste keer
iemand die zegt: dat de stilte in mij waarop ik altijd terug kan vallen daar waar verder niemand is waar ik ooit alleen met me zelf sprak
iemand die dan zegt: dáár ben jij en ga je niet én dieper kan niet dieper bestaat niet, lief
pomwolff
het mag zo zijn
ik wandel soms uit leegte dezelfde paden door het bos
dan sta ik stil waar jij ook stilstond tussen berkenstammen wachtend op het licht
dan hoor ik de schrille zang van het roodborstje verdwaal ik zonder jou
maar dat is nu die berg geluk die mij als een plotse hagelbui overvalt
ik ben niet zonder jou
petra maria
–> een gedicht dat compleet is – binnen de twintig regels regel die deze week hieronder en ook door webmaster niet zo nauw is genomen – in verband met noodzaak de uitzondering. volgende week strenger. petra is niet zonder de geliefde – de automatische wandeling die overgaat in een bewustzijn van schitterend geluk. wie over een verleden wil schrijven hij of zij schrijve zoals petra maria hier schrijft. dat het soms zo mag zijn. we gunnen het iedereen, ons zelf en petra maria.
Dat jij wist van mijn verknipte clitoris Van dat er onder mijn oksels niets meer groeide Er nergens nog een haar beter als de discussie ontplofte
Je altijd, bijna altijd zei: Doe de deur dicht in het donker draag je geen groen Dat je weet dat ik er niet ben als alle lampen uit zijn Dat je dat naar vindt en ik ze toch niet open Energie is duur als deuren dicht zijn.
Anne Borsboom
–> een persoonlijke optekening der dingen en gevoelens die blijkbaar lang meegaan en oplichten in het holst van donkere nachten. dan wil het nog wel eens spoken. zo lees ik de woorden van anne.
‘Dat je weet dat ik er niet ben als alle lampen uit zijn…’
soms voel je de pijn door de woorden heen – geen reden om ze niet te schrijven. wel moedig om ze wel te schrijven. anne schrijft hier door de grenzen heen, dat het niet uitmaakt waar het donker is, in douce france of in het laagland met de regen. soms willen de dingen niet meer verzwegen. kunnen ze niet meer.
Dichter bij de wind
Niet dat de zwaarste wind ooit wegblaast wat we samen aan liefde door de tijd sleepten
steeds die hand op de schouder houvast bij rumoer in de buitenwereld de kracht die we diep binnenin
zoals je met een gebaar een blik zegt wat we van ons weten dat dit zoveel meer is dan nu
herinneringen ingepakt en bewaard als snoep in een trommel om bij honger naar te grijpen
hoe ze niet kunnen verwaaien jij met mij in quarantaine tegen het grote vergeten
–> de herinneringen op een veilige plaats, een blik voor twee van herkenning. zoals ook in de psychologie wordt aangeraden om de zware dingen voor even op te bergen in een doosje. dat altijd weer geopend kan en mag – dat ook weer gesloten kan worden om vrijer te kunnen ademen. het grote vergeten op die veilige plaats neergelegd waar twee van weten. een blik is genoeg.
Tijdloze weemoed
Tijdloze weemoed straalt liefde en verdriet uit als ouderdom nadert jeugd verlatenheid zoekt
bij graven van ouders ligt weemoed in stenen verborgen het eigen hart roept stil: we zullen doorgaan
wat voorbij is verliest tijd de winnaar van leven en liefde waait mee op de wind stijgt op in de toekomst.
Rik van Boeckel 13 juni 2020
–> ja een echte van rik van boeckel weer, met veel empathie geschreven. de verbinding tussen verleden en toekomst geschetst als het leven- de verbinding tussen de ouders en de kinderen in weemoed – in stenen en liefde geschreven. hoe je je in de tijd kan verliezen. hoe we ons allemaal in de tijd verliezen. prachtig. ik val even tijdloos stil.
zo zoet is het jouw naam te noemen te vormen met mijn mond de klank de tinteling die dat teweegbrengt bij wie onze vrienden waren vrienden nog er wordt op jou geklonken het is zo goed jouw naam te horen eensgezind jouw naam te noemen
Ien Verrips
–> geen woord teveel – hoe een naam weer te belichamen – nou zo dan. het ene gedicht vandaag nog indringender – ik zeg indringenderder – dan het andere. hoe een verleden weer te benoemen – met je mond zacht en teder de klanken zo dat ze tintelen.
geur van meeldraden
wat ben je ver weg nu de dagen lengen tussen de plooien van verwachtingen
het paard in mij galoppeert over de heuvels en zoekt wat ik omarmen wil nu de nacht een lome stem heeft en de muggen voldaan op de muren rusten
naast de planten speelt het bewierookte licht een schimmenspel van gewichtloosheid
in de schemering van dichtgeklapte lelies dwaalt het stuifmeel als een sluiper naar mijn lippen ik lik voor ze barsten
de droge lucht dempt het hoefgetrappel was je maar dichtbij
Erika De Stercke –> erika heeft de dichteres in haar op ons losgelaten. niet doen. en pas in de laatste regel komen we uit bij het ultieme gevoel – zoals de taal moet zijn – zonder poespas. ‘was je maar dichtbij’ – en erika na deze regel het gedicht graag. asjeblieft geen plooien van verwachtingen, paarden die galopperen of dichtklappende lelies. neen alleen de eenvoud van het gezongen lied, de eenvoud van die prachtige laatste regel: ‘was je maar dichtbij’ – het verlangen naar hoe het was, de mogelijkheid om met taal of met een lied wat voorbij is nog een keer heel dichtbij te laten komen.
haar hersens doen al jaren overwerk om steeds weer te beseffen dat als
hij zou niet meer kunnen praten niet meer kunnen lopen hij zou nooit meer
soms neemt haar hart het over onverwacht een flard muziek of een lied dat ze altijd
toen ze gisteren verdwaalde dat bankje daar ineens in het door hen ontdekte laantje
een hart kan ook verdwalen maar komt altijd weer thuis
anke labrie (14-06-2020)
–> ook door anke de wandeling beschreven om het moment van herinneren vorm te geven. met hart en ziel geschreven. zeker als de woorden stokken zoals in de eerste strofen van het gedicht.
Jij met je rompertje je heldere ogen die van een wijsgeer die de wereld ziet
ik liet je zoeken ik liet je gaan lang voordat je wist dat je bestond
wat had ik je te bieden wat had ik je je zeggen zonder zelf nog ergens in te geloven
mocht er ooit iets mis gaan geloof me het was niet je moeder maar wij zijn elkaar voor altijd kwijt
je komt nog weleens langs dat is dan op Facebook wij zijn weg wij zijn zoek
Peter Posthumus
–> ja met dat rompertje. dat rompertje werkt op mijn lachspieren. een soort hans teeuwen opening van een gedicht. niet dat ik teeuwen fan ben – hopeloos verouderd met zijn 50 jaren en zo vroeg al – die teeuwen. nee niet best. de kritiek zal niet mals zijn. wie teeuwen nu nog goed vindt is lelijk in het verleden blijven hangen. maar los van teeuwen het rompertje is leuk. en het verhaal is op zich droevig. we lezen over een afscheid. zelf zou ik voor drie strofen kiezen – de eerste, de tweede en de laatste. dan heb je een goed gedicht zonder particuliere dingen. die voor de lezer niet echt hoeven.
Laat de natuur winnen
Laat de natuur winnen
laat de bossen met rust
laat de Amazone bloeien
laat de bomen groeien
o wind o adem der natuur
zo puur zo puur
hoor haar zachtjes gaan
langs takken bladeren
groene aderen van de lucht
ze geven vogels onderdak
groeten de regen met gemak
moeder aarde houdt daarvan
tot zij even niet verder kan
nu de lucht vervuilt
klimaat kou voor warmte ruilt
bomen gekapt de Amazone erbij gelapt
het regenwoud ligt op de schop
hé stop stop stop hou daar mee op
laat de natuur winnen
laat de bossen met rust
laat de Amazone bloeien
laat de bomen groeien.
Rik van Boeckel
Hoi Pom, Bedankt nog voor het goud op zondag. Los hiervan had ik een nachtelijke oprisping…
Ik was rustig in de tuin aan ’t werken niets aan de hand niets op aan te merken maar tussen de heesters aan de zijkant zag ik opeens een dodelijk virus het had iets heel gemeens gillend ben ik in poep en zucht naar Amsterdam gevlucht
Infecteren ? Infecteren ? opa moet gewoon manieren leren eindelijk ging ie dan wat doen die oude fluim eindelijk aan ’t werk en nog wel in de tuin ik lachte me dood hij snoeide heesters loot na loot Infecteren ? Infecteren ? gelul natuurlijk, die ouwe moest zo nodig weer eens demonstreren
Ik ben zelf maar eens gaan zien en ja hoor, tussen de heesters trof ik een virus: covid 16 het virus was verbaasd dat hij tussen de heesters opa tegenkwam opa, die hij ’s middags infecteren moest op de Dam