Goedemorgen Pom Hier een overzicht van alles wat er sinds 1983 van mij is uitgebracht. Dat vat ik samen in dit gedicht.
Inspiratie door poëzie en muziek
Inspiratie zit overal met poëzie en muziek in de bewegende bundels zoals de witte Griekse makedonika van het Leidse Dichtersgilde
in de albums Beweeg als een strateeg Deze hoofden praten De dromende dansers in boeken reizend naar Cuba Portugal en Finland door het loslaten van de Atlas comfortzone in Senegal Andalusië en Honduras
het tweede leven als popdichter geldt met op muziek gesproken woorden van tapes naar LP akkoorden met poëzie waar muziek in zit op een gezamenlijke bundel en cd.
Op de foto is het overzicht van alle uitgaven te zien. Rechts onderin de cassettes Deze hoofden praten (1983) en Hé hé wat moet dat (1984). Naast de laatste twee uitgaven De dromende dansers en Muzikale reizen van Portugal naar Finland. En in het midden mijn eerste poëziebundel De Witte Makedonika (1999) en de LP Deze hoofden praten (2021) met 9 muziekgedichten van de 2 cassettes. Onder De Witte Makedonika ligt de LP Vlug van de Franse groep Organizatsiya waar twee gedichten van mij op staan: Een lied voor jou en Akzident. En helemaal boven Beweeg als een strateeg die je indertijd gerecenseerd hebt en drie reisboeken: de eerste Het loslaten van Atlas (2005), De zingende palmen van Cuba (2007) en de Spaanse vertaling Cuba y sus palmas cantoras die in 2019 werd gepubliceerd. Bij de meeste reisverhalen staan ook gedichten. Met dichterlijke groet – Rik van Boeckel
Afgelopen zondag zat ik in een kroeg aan een zijstraat van de Zeedijk in 020. Het was net aan de Wallen af. Het personeel sprak geen Nederlands. Aan het raam had ik mooi uitzicht over het open riool en het aanpalende terras van de wietroker-vriendelijke kroeg aan de overkant. Ik dronk een Duvel en overpeinsde het leven. Aan de overkant van de straat zag ik een man in een opvallend trainingspak met een wandelstok, hij probeerde de straat over te steken. Hij was behoorlijk zwaarlijvig en wankelde op zijn stok. Het leek of hij ooit door zijn knie geschoten was geweest. Zijn etniciteit schatte ik op Surinaams Hindoestaans. Hij droeg bij zijn pak een bijpassend condoommutsje.
Tijdens het oversteken, dat zenuwslopend traag verliep, werd hij bijna aangereden door een aantal onder invloed verkerende, buitenlandse toeristen op elektrische Harley Davidsons. Dit veroorzaakte lichte opschudding en hilariteit op het terras. Ik sloeg het tafereel lachend gade en ineens viel me een verhaal in, dat ik zou moeten opschrijven. Een idee voor een schrijfsel kan in een fractie van een seconde ontstaan. Vaak is het zo, dat er een aantal gedachtenstromen parallel of door elkaar lopen, die op een bepaald moment een kleine verrijking ontvangen, die werkt als een vonk. Dit was het moment. Je voelt het door je hersenen gaan en weet dat het goed zit. Het enige dat ik hoefde te doen, was één zin opschrijven en dan zou ik het verhaal later wel uitwerken.
Ik pakte mijn telefoon om in de notities een kleine aantekening te maken, die ik zou kunnen laten uitgroeien tot een vermakelijk, diepzinnig verhaal. Het zou echt weer eens zo’n knaller zijn, waar ik trots op zou kunnen zijn. Een parel gevonden in de eigen geest. Ik nog een slok van mijn Duvel. In het kleine uur daarvoor had ik bij café De Zeevaart al een tripel en een Jaegermeister op. Ik zag, dat Kapitein Krijn iets had gestuurd in de app. Dat las ik en daar reageerde ik op. Vervolgens checkte ik nog even of mijn Facebookpost nog likes had gekregen. Toen opende ik mijn digitale notitieblokje, om tot de conclusie te komen, dat ik niet meer wist, wat ik wilde noteren. Ik probeerde nog even terug te gaan naar het exacte moment, dat ik de gedachte gekregen had, waarvan ik de essentie wilde vangen, maar het had geen zin. Alles was weg. In een flits.
U had hier een verhaal kunnen lezen, dat misschien wel één van mijn beste was geweest, als ik op het juiste moment verstandig genoeg was geweest, te doen wat nodig was. Dat had ik laten schieten, geholpen door moderne technologie en drank. Het is markant hoe kwetsbaar ideeën soms zijn.
VON SOLO DICHTER, COLUMNIST, PERFORMER EN CINEAST Check de actualiteiten van VON SOLO op www.vonsolo.nl Lees ook de wekelijkse column van VON SOLO op www.POMgedichten.nl
www.pomgedichten.nl heeft het exclusieve recht gekregen om 65 teksten van Miriam Al tweewekelijks op de woensdag te publiceren – dat gaan we doen! de teksten zijn door haar helaas overleden vriend Merik van der Torren nog net voor zijn dood uitgetypt en van een nummer voorzien én in een blauw mapje gedaan. vandaag tekst nummer 21 – dank je wel Merik – dank je wel Mirjam Al.
jij&ik was jij het niet die ooit zei er zijn maar twee mensen die van jouw gedichten houden jij en ik en later mijn keuzes zijn me ontnomen erger kon ik niet getroffen ik had je graag nog liefgehad gewoon zoals wij waren
Het meisje komt zachtjes wiebelend aanhuppelen en ploft luidruchtig naast mij neer. Op zo’n klapstoeltje. In het fietsencompartiment. De trein heeft een minuut of tien vertraging. Via draadloze oortjes aan de wereld verbonden tettert ze onbedaard in het luchtledige. ¨Of ik vanavond lang ga blijven hangt vooral af of ik ergens een leuke boy zie. Het kan zomaar weer mijn avond worden.¨ Dan is het even stil. Even later stuitert de ene na de andere volzin van haar lippen. In een stortvloed aan woorden komt haar hele wereld voorbij. Haar baan, haar baas en die ene collega. De vrijdagmiddagborrel. Goed voor haar exposure.
De trein vertraagt. De woordenbrij blijft onophoudelijk stromen. Ze lijkt erin te verdrinken. Dat meisje. Dat ze straks eerst moet dineren met haar ouders en voor die gelegenheid nog maar even een paar maskertjes opzet. In dat restaurant. Ze hoeven immers niets te weten. Haar ouders. ¨Straks, op het feest is het gewoon weer ik met mezelf en m´n eigen,¨ vervolgt ze, en kijkt geïrriteerd naar een grijzende dame die haar hoofdschuddend gade slaat. ¨Ennuh. Een pilletje gaat er ook wel in.” Voor het eten nog denkt ze, want haar ouders begrijpen er nu eenmaal weinig van. Van het leven. Van die dingen zegt ze en lost daarmee alle levensvragen op.
Zodra de trein tot stilstand is gekomen, staat ze stroperig op om me vervolgens vertwijfeld aan te spreken. ¨Hoezo zijn we in Den Haag? Hoezo? Ik moet naar Amsterdam! M´n ouders. Om zeven uur. Kut. Fuck!¨ Ik leg uit dat ze in Leiden op het verkeerde perron moet zijn beland en een trein in de andere richting had moeten nemen. Het oortje kraakt. Heel even glinsteren haar ogen. Dan, op de lippen een glimlach veinzend, vervolgt ze mekkerend haar weg. Ik hoor haar stem nog sissen in m’n kop. Dat zal nog wel even duren. Eer het stopt.