Peter Posthumus stuurt ons ongebroken woorden
erwin vogelezang: ‘zomaar op een januarimorgen zag ik ze weer staan: de hemelswitte schoenen van mijn vader…’
Karin Beumkes: ‘Als de seconden harder rennen dan mijn voeten is deze wereld allang onderweg.’ KB in M&Mop deM
PETER LE NOBEL bepaalt – ELBERT GONGGRIJP wint de enige echte virtuele contemplatie&/ of empathie trofee (de oudejaarstrofee 2019) op pomgedichten – zilver voor JOZ KNOOP en brons voor René Hillenaar
- FRANS TERKEN – de klank van geliefde stemmen in altijd stilte opgegaan
- JOZ KNOOP – Geluk is een deerniswekkende sloerie
- ELBERT GONGGRIJP – de gedachte dat alles anders kon zijn
- RIK VAN BOECKEL – tot de tijd opklaart
- PETRA MARIA – tijdloos dreven wij
- MERIK VAN DER TORREN – Zoals, in die wedstrijd in december,
- ERIKA DE STERCKE – jij die de zee omarmt
- RENÉ HILLENAAR – tot de liefde buigt of barst
- CARTOUCHE – hoe bodemloos onverzadigd verlangen blijft
- DITMAR BAKKER – ruik je de lente door beddengoed heen
- RENÉ BRANDHOFF – Dit decennium bevestigt de mens in zijn kale en unieke essentie
- MAX LEROU – toen je voor het eerst met het paard ook mijn leven binnen galoppeerde
- JAKO FENNEK – elkaar kussen onder de maretak
- ANKE LABRIE – ook hij die nog maar kort daarvoor
- VERA VAN DER HORST – op muziek van onderwaterviolen
WEDSTRIJD gesloten – dank jullie wel voor zoveel overrompelends en voor zoveel overrompelends veel. wenste ik jullie geen mooie dagen dan hier en in het nu. en van harte. we wachten op de commentaren en de uitslag van de grote meester – hij die achter de spruitjes tot ongeevenaarde gedachten komt – ergens rond 2200 uur of ietsje later – in ieder geval voordat de haan weer alexander kraait….
was een liedje
we leefden
van de wind
droegen mee
wat zwaar was
deelden zonlicht
overvloedig
ignorant tijdloos
dreven wij
we zongen dat lied
wij dan nog steeds
wij was
het is niet vervlogen
dat leven
enkel
heel ver weg
Petra Maria
28 december 2019
wenst een ieder
geluk en knullige wijsheid
in 2020
en verder
–>
pom: een beetje de weg is ze toch kwijt hier onze petra maria – wel weg, niet weg, wel vervlogen, niet vervlogen. het leven een liedje – is dat wel zo lieve petra maria? het leven is helemaal geen liedje. marco borsato is een liedje – maar dan komt die maanslet van joz knoop even langs en het zo oprecht gemeende en gezongen liedje van marco klinkt meteen erg vals. over de betekenis van de strofe “we zongen dat lied – wij dan nog steeds- wij was” ga ik geheel 2020 nadenken. daar ben ik nu nog niet over uit. kortom: ik heb ze mooier van je gelezen lieve petra maria – helderder – indringender.
peter: –>
Het leven is een liedje
het is niet vervlogen dat leven / enkel heel ver weg. Een dramatisch, maar tevens lichtvoetig einde. Het gedicht zou geschikt kunnen zijn voor een cabaretliedje, en dat bedoeld als compliment. Het woord ‘ignorant’ alleen even vervangen. Dat is een te gekunsteld woord in dit gedicht waarvan de regels van een prachtige eenvoud zijn.
Nieuwjaar 2020
Zoals, in die wedstrijd in december,
Valencia met een mokerslag Ajax verpletterde,
zo verplettert Nieuwjaar het Oude Jaar.
Nou ja, die verkleurde foto, waar jij op staat en jij,
je blijft er naar kijken.
Merik van der Torren
–>
pom: die verkleurde foto waar JIJ op staat… (en dan komt óók nog de overtreffende trap van merik – hahaha – ) en jij!!!!!! – die had ik even niet zien aankomen. of ie nou bij toeval geplaatst is of zeer bewust – het maakt niet uit. ik lig schuddebuikend op de grond. en ik houd deze erin – heel 2020 – ik wil nooit meer iets met haar te maken hebben – hoe kun je dat beter duidelijk maken dan in de regel: ik wil nooit meer iets met jou te maken hebben … én MET JOU! hahaha – heerlijk. merik mag blijven op pomgedichten – wat zeg ik moet blijven op pomgedichten in 2020 – elke woensdag te genieten hier op de site. om naar uit te zien in een gemeend dank je wel. nieuwjaarsgroet ook aan mirjam al natuurlijk.
peter: –>
Nieuwjaar 2020
Een grappige eenhapscracker. Op zich is de uitsmijter van de verkleurde foto mooi, maar wat zouden voetbalelftallen ermee te maken hebben? Eerlijk is eerlijk: ik ben geen voetbalmens.
Vrijdagavond
Ze wensen jou
dood
bij het sluiten
van de gordijnen
maar leven doe je
onder een zolderdak
zonder
enig grammetje spijt
het strand is een speeltuin
van herinneringen
jij die de zee omarmt
en vertakt in zandbeloftes
een vis over grenswaters
de inkt op glad papier
tentakels grijpen
naar wolken van morgen
Erika De Stercke
–>
pom: ja in dit gedicht – deze contemplatie zegeviert de poëzie – zeker in die prachtige laatste vier regels. het harde realistische verwijt dat we zo van erika kennen heeft hier precies die contemplatieve nuance meegekregen die de realiteit tot werkelijk schitterende poëzie weet te verheffen:
‘een vis over grenswaters
de inkt op glad papier
tentakels grijpen
naar wolken van morgen’
het lijkt erop of erika de site pomgedichten beschrijft – hoe vaak wensten ze webmaster niet al dood? en hoe vaak wist de poëzie zich hier op deze site niet als ‘een vis over grenswaters’ te handhaven – prachtig!
peter: –>
Vrijdagavond
Een gedicht van Erika de Stercke, die overigens jarenlang lid was van de Vier van Vrijdag voor de Nationale Boekenblog en dus trouw gedichten heeft verzonden. Een door mij zeer gerespecteerde vrouw dus. Mooiste zinnen: ‘leven doe je / onder een zolderdak / zonder / enig grammetje spijt’ Hier lijkt ook de troostrijke beschutting tot uitdrukking gebracht, nodig om het leven draaglijk te houden. De andere beelden vind ik wel heel erg ‘out of space’, zoals ‘een vis over grenswaters’, ‘zandbeloftes’ en grijpende tentakels. Je zou het kunnen lezen als een ode aan Lucebert, waar ik trouwens een groot fan van ben. Hij hield ook wel van deze beelden. Maar om de een of andere reden pakken deze beelden mij hier niet. Althans niet in dit gedicht, want vele prachtige gedichten heb ik van Erika mogen lezen.
pom: rené geeft goede raad, de dichter niet aan twijfel onderhevig. zou het echt zo zijn? – gelukkig hebben we zijn laatste regel nog. cornelis vreeswijk zong het al – over de liefde: ‘neem je maar een slok teveel dan schiet het gal je in de keel…’ – in de versie van René: één woord te weinig… en de liefde waait weg, het hele gedicht waait voor je ogen weg – en weg ben je. we nemen deze waarschuwing voor lief in 2020. misschien kan het in een liedje René? we plaatsen het graag op pomgedichten. mooie jaarwisseling!
peter:
–>
Niets hoeft gelijmd voor het breekt
Origineel is dat de hele vorm van het gedicht als een muur is opgebouwd. Alles staat op zijn plaats. Er zijn dichters die vinden dat gedichten niet over gedichten moeten gaan. Ik denk er wat genuanceerder over, vooral als in dit geval aan het eind een loopje wordt genomen met de l’art pour l’art gedachte. …één woord te weinig / en het blijft tochten / tot liefde buigt of barst.’
Op een bloedmooi, nee geen 020, maar een 2020, voor alle dichters, ons alhier en in den lande, een zachte landing!
Snijden
Het jaar haast weer voorbij
hoe bodemloos onverzadigd
verlangen blijft, bloed – rood
de aandrang tot rijping, een
gloed van gechambreerd
de geur van decanteren
glimp van goud op snee
keer op keer op keer
van oude bouwval naar
dat bevallig châteauneuf
alwaar het hel wit tot
een meer op maat – ik
en jij – gesneden
en waar
elk niet zijn
tot zijn te scheppen is
Cartouche
30-12-2019
–>
pom: het begin en het einde bloedstollend mooi – dat bodemloze onverzadigde verlangen én dat niet zijn dat weer tot een zijn te scheppen is. daarin is de dichter Cartouche onnavolgbaar. maar wat ie allemaal er tussenin flanst is ook des cartouches – vreselijke woorden als ‘rijping’ en ‘chambreren’ etc etc – neen cartouche moet niet ‘los’ als dichter – cartouche moet het leven beschrijven, het verlangen, de zachte pijnen – dan komt hij over – dan verovert hij elke lezer zoals de zanger van live over ground zero weet te zingen – nu in de top 2000: nummer 737.
peter: –>
Snijden
Tsja, het beschrijven van de kookkunsten kun je toch beter aan anderen overlaten dan aan koks. ‘En dan gooien we die teringzooi in een bak, wachten tot alles glanst! Ik zei: wachten tot alles glanst! En dan de rest erin flikkeren. Beetje snel graag. De gasten wachten!’
Ik denk ook aan een recensent van het NRC die soms de meest onbegrijpelijke zinnen schrijft over gerechten. Hou zou je dit koken, denk ik dan.
Ik ben nog zo jong, dat zegt iedereen.
En zelfs zonder woorden spreekt elke blik,
naar mij gericht in kroeg of tram, boekdelen.
Ik hoor het in mijn nek gehijgd op straat
door mensen die mij in het donker knepen,
voel elke aai over mijn ongerimpeld vel.
Men vraagt niet hoe het voelt, men schijnt het te weten.
Ze hebben de pijn van de jeugd afgeschreven;
te voelen hoe liefde maar komt en maar gaat
omdat je te ver van de moederschoot staat.
Ik neem nog geen afscheid, al heb ik begrepen
dat ouderen jonge tragedie vergeten:
Soms, als je in bed ligt, de dag hebt versleten,
ruik je de lente door beddengoed heen.
Ze stroomt door je lichaam, maar jij geeft geen kik
terwijl je daar ligt, beklemd en alleen
verlangend naar dood, al is het slechts even;
te ver tussen komen en gaan afgedreven.
[Ditmar Bakker]
pom: maar lente is toch mannelijk en niet een zij? hoe dan ook: ik lees hier een liefdesgedicht – de eeuwig jonge ditmar laat ons nog even weten vooralsnog geen afscheid te nemen van zijn jonge frisheid. des te ouder mogen wij hier, mag webmaster zich voelen. het is een gedicht om voorgelezen te krijgen in bed. om ditmar voor je te zien – staand – rechtop en oprecht. ‘ik ben nog zo jong’ – begint hij te lezen en kijkt met iets van naïef en met trouwe hondenogen richting slachtoffer. dan vraag ik hem hoe het voelt. hij spreekt in wijze woorden om de grote waarheid heen. ik ruik je lente door het beddengoed heen, fluister ik op zijn bennie neymans, zijn naam ook. en dan…..pfff.
peter:
–>
Hoe het voelt om jong te zijn
Een lastig gedicht, want wat moet ik hier van vinden? Mensen schijnen een absolute leeftijd te hebben. Harry Mulisch stelde dat hij altijd 18 jaar gebleven is. Ik ben in dat opzicht meer aan het degenereren, in een aftakelend lichaam. Maar laat ik niet als een oud mannetje mijmeren in zichzelf, prevelend: ‘Maar ik ben 15!’ Het gaat over het gedicht, niet over mij. Wellicht moet ik het eind zien als de onmacht van de jongeling die zoveel meer dan slechts de lentereuk in zijn beddengoed wil krijgen. Ik denk na. Blij dat ik als ouderling degenereer en het vrouwenvlees gewoon in bed wil sleuren.
Ha pom,
Even een korte overweging over de prestaties van het mensdom de afgelopen 10 jaar. Het is te kort voor een oudejaarsconference maar goed, zo heb je nog wat aan je weekend. Grote groet,
René
We zijn er bijna
Dit decennium bevestigt de mens
in zijn kale en unieke essentie
vrolijk verpakt in een geel gilet
Anders dan al het andere leven
bezit hij het vermogen
een irrationele idioot te zijn
Aldus verslaat hij zelfs de robot
kunstmatige intelligentie werkt niet
tegen beter weten in
Maar gaat u gerust nog even los
op een gebrek aan
genderneutrale verzen
René Brandhoff
pom: ok, de gehele mensheid in één gedicht gevangen. dat zie je en lees je niet vaak. het gedicht is nog net wel door een mens geschreven – en net niet door een buitenaards wezen – gelukkig maar – met rené brandhoff het nieuwe decennium in. over 10 jaar spreken we hem weer – of hij blijft bij zijn stelling dat we zijn omringd met irrationele idioten. ergens heb ik het vermoeden dat het gelijk van de wereld vandaag in groningen zou kunnen liggen- even straks mijn eigen algoritmes raadplegen. groningen we zijn er bijna maar nog net niet helemaal. voorlopig moet u het met de dichter brandhoff doen. brandhoff het ideale medicijn voor en tegen alle gekken om u heen! en dat dan ook nog in een poëticale tabletvorm.
peter: –>
We zijn er bijna
Dit gedicht had de potentie om een dijenkletser te zijn. De verwijzing naar de ‘gilets jaunes’ was een mooi startertje daarvoor. Maar dan net dat ‘irrationele idioot’, dat veroordelend overkomt, alhoewel de dichter waarschijnlijk meer de mens wil beschrijven zoals-ie nu eenmaal is. Mooie zin: Kunstmatige intelligentie werkt niet / tegen beter weten in’. De uitsmijter komt niet goed uit de verf, terwijl genderneutraliteit een term is die zich ervoor leent om eindeloos bespot te worden. Herschrijven dus. Misschien iets minder nadenken zodat het gedicht zich openbaart als een ladderzatte travestiet aan het eind van de nacht – met katterige maniertjes.
Dag Pom, lieve vriend. Op de valreep van het jaar een kleine bijdrage (herschreven).
Heb het goed met je lieven. We gaan ons snel weer zien! (met groet ook van Ingeborg):
vandaag bestaat niet
je ging al net zo snel weg als toen
je voor het eerst met het paard
ook mijn leven binnen galoppeerde
ik val niet zo snel van de aarde zei je
doe maar rustig aan time is on your side
dat klopte dan weer wel ik ben er nog
de klok was van ons de kosmos wist beter
tijd draagt het mombakkes van de dageraad
schoppenaas schuilt in de boezem van het licht
denk niet dat ik je nog een keer zal schrijven
jij weet nu meer dan ik bedenken kan
en ook de woorden zijn op
max lerou
–>
pom: ik ben er nog schrijft max – gelukkig maar – het spelletje dat het leven met dichters speelt is een bedenkelijk spelletje. we verliezen teveel zoveel dat uiteindelijk ook de woorden op raken. we moeten de dagen maar aan de dagen laten – vandaag ontkennen is het beste bij verlies. mooi gedicht – de uitvoering vorm gegeven tot de woorden op zijn – geen punt meer, geen uit, geen vandaag – zo is het als het zo is.
peter: –>
Vandaag bestaat niet
Dit is een gedicht waarmee je niet meteen alle aandacht hebt, maar die tot zijn recht komt in een bundel waarbij een bepaald thema wordt beschrijven, noem het liefde, tijd, et cetera. De eerste zin vind ik storend: ‘Je ging net zo snel weg als toen / je voor het eerst… Dat doet me te veel denken aan: ‘Ik ben Joep Meloen / Die naam die kreeg ik toen / ik geboren werd.’
Dan de rest van het gedicht: zeer fraaie beelden: de klok was van ons de kosmos wist beter / tijd draagt het mombakkes van de dageraad. Storend vind ik weer dat anglais: waarom Engels praten? Spreek je moers taal!
Toch kan ik zeker niet zeggen dat hier sprake is van een slecht gedicht: de vormopbouw is weer fraai. Ik kan mij herinneren dat ik alle meelezers trotseerde en toch een gedicht opnam in een bundel, voor de volledigheid en omdat dit gedicht juist de andere gedichten ondersteunt. Het zou zomaar kunnen dat de dichter hier hetzelfde besluit neemt.
Allereerst mijn welgemeende dank voor je geweldige inzet die je steeds weer aan de dag legt. Onze bijdragen iedere keer weer te commenteren, het is me nog al niet wat!
Verder wens ik jou en iedereen die hier op je site meehuppelt een geweldig volgend jaar met alles wat erbij hoort. Inspiratie voor al, dat mag niet ontbreken. Laat het jullie allen goed gaan!
tussen zomers
de tuin ligt stil, blad rot ongestoord
wind en winter glijden schrijlings langs
houden stil, leven op, strelen leegte
niemandsland tussen twee zomers
waar geweest en gewenst een jaar voltooien
herbeginnen
oud noch nieuw bestaat
waar in het zog van einde
het leven opnieuw een kans op terugkeer grijpt
wij elkaar kussen onder de maretak
jako fennek
–>
pom: de heerlijke en blijkbaar zo aanstekelijke eenvoud van jako – en nu eens zonder een kleine nuance van hel en verdoemenis – hij laat het gedicht in een zomerse liefde bloeien zegt hier de vrouw in de kamer die enorm gecharmeerd is van deze dichter en zijn woorden in een ook door haar vurig gewenst niemandsland – dat ze bijna naar het zwitserse af wil reizen om deze dichter te omhelzen – om hem te zoenen zul je bedoelen, fluister ik voor mij uit. spontaan dicht ik voor haar mijn gedicht:
niemandsland
er moet iets zijn
nog te teer om te benoemen
een onontkoombaar niemandsland
waar de ruimte tussen – ons – geen ruimte laat
nog zo onaf zo onontgonnen
dat niemand daar ooit leven kon
of taal een weg heeft kunnen vinden
maar wij wél
en toch zo dichtbij sprakeloos
pw
maar nee – ze wil hém zoenen. en straffeloos gezoend worden onder die dichterlijke maretak.
peter: –>
Tussen zomers
Kussen onder de maretak vind ik persoonlijk net geen spannende uitsmijter. De winter als niemandsland tussen twee zomers? Ik weet het niet. Zou het zo kunnen zijn dat een winter juist noodzakelijk is voor zomers? Dat thema kan volgens mij meer uitgewerkt worden. Met misschien een verwijzing naar de inzichten in de biologie. Het ‘zog’ van einde. Te ver gezocht.
Het spreek mij gewoon niet aan. Maar dan lees ik de intro: ‘Iedereen die op je site meehuppelt’. Dat komt binnen bij mij: Ja, Pom maar aan het werk en ik als luxepaardje een keer per jaar mijnheer de juryvoorzitter zijn. Wellicht is dat het: zinnen meer spontaan laten vloeien.
Ha Pom,
Natuurlijk eerst de allerbeste wensen voor jullie.
Hierbij mijn kleine bijdrage, zonet terug van een wandelingetje, waarbij ik het thema meenam.
(overigens leuk dat Peter weer eens jureert, mooie herinneringen nog steeds,
met name aan jouw feest alweer zeven jaar geleden, waar hij in het ‘echie’ was toen).
Met hartelijke groet,
Anke
kleine wandeling
te veel doden deze zomer
ook hij
die nog maar kort daarvoor
zomaar ineens
mijn stok tikt rustig verder
ook bij losse tegels
blijf ik op de been
goede voornemens
ik hoor de schikgodinnen zachtjes lachen
anke labrie
29-12-2019
–>
pom: op subtiele wijze licht anke op haar zo kenmerkende beeldende wijze een herkenbaar gebeuren uit. de kleine wandeling, de gedachten die even verdwalen tot aan de losse steen, het leven weer opgepakt – de draad van het leven gesponnen, gemeten en afgeknipt. we hebben het leven niet in de hand, niet in eigen hand. de dood wel -maar veel doden hadden nog even met hun geliefden verder gewild. in subtiele eenvoud deze labrie.
peter: –>
Kleine wandeling
‘Mijn stok tikt rustig verder’ is werkelijk van een briljante eenvoud! Het zachtjes lachen van de schikgodinnen beschrijft de ironie en de rust die sommige ouderen hebben. Niks meer aan doen.
Wat zijn we vraag ik
als we dansen zoals we jaren dansen
op muziek van onderwaterviolen
meer de ogen, dan de huid
Waar zijn we vraag je
nadat de tijd weer is gevlogen
ver gevlogen en dichtbij
op de onderstromen
Vera van der Horst
pom: och kindeke veralief toch. weet ik veel wat, wie of waar we zijn – dat is niet aan ons lief. laten we vieren dat we zijn en nog steeds zijn. en dat we dansen zoals ik inmiddels al jaren om je heen dans. en een groter genoegen ken ik niet. dansen in die prachttuin van jou met jou – én MET JOU zou merik schrijven… én ….MET JOU! ik dans met jou op nummer 613 van de top 2000 – de chan chan – zo dicht dichterlief ben je mij.
peter: –>
Tussen plato en eeuwig spannend
In dit gedicht wordt een wel heel algemeen thema aangesneden. Toch zou het bij een poetry slam weleens hoge ogen kunnen gooien: het gedicht kan aangenaam parlando worden voorgedragen waarbij de zin ‘op muziek van onderwaterviolen’ een juweeltje is.
VON SOLO over die ontmoeting met dichter esther porcelijn ooit…
We hadden gefietst met het gezin. Het was mild weer aan het einde van de winter. Een zondagmiddag. We stopten bij het Westerpaviljoen. Na de fietsen op slot gezet te hebben stapten we binnen. We begaven ons met de kinderen naar de achterkant van het etablissement waar zich een hoek met wat los kinderspeelgoed bevindt. We vonden direct een tafel. Het was een lage tafel met comfortabele kuipstoelen. De op één na lekkerste stoelen bij Westerpaviljoen. We zetten ons. Ik keek rond. Aan het tafeltje achter ons zat de dichteres Esther Porcelijn. Een moment van herkenning. Ze was een stuk aan het schrijven. Ze keek even op en we hadden een praatje. We hadden het over publiceren en hoe dat het best te doen. En kwamen daar niet uit. Zij had haar ideeën en ik maakte mezelf wijs dat alles een leerproces was. De kinderen waren intussen aan het spelen geslagen. De serveerster gearriveerd. En ik had zin om wat te praten met mijn vriendin. Die kans doet zich niet altijd zo ontspannen voor. We bestelden twee bokalen Orval en wat nootjes. Het was buiten fris geweest. Het kruidige bier smaakte. Er kwamen nog wat vrienden met hun zoontje binnen. Ik draaide me om om Esther te vragen of ik een stoel van haar tafeltje kon gebruiken. Ze was verdwenen. Er stond enkel nog een schotel met daarop een lege koffiekop. En een onaangeroerd koekje. En een restje water in een glas. Ik keek rond of ik ze nog zag. Ze was weg. Ik keek nogmaals naar het stilleven en realiseerde dat ik niet met zekerheid zou kunnen zeggen dat ze er wel geweest was. Het koekje zou ook van een ander geweest kunnen zijn. Ik had het gevoel dat ze verdwenen was in ijle lucht. Een vage gemaakte herinnering op een zondagmiddag in de midlife. Het kruidige Belgische bier verwarmde me aangenaam van binnenuit en was perfect gelukkig met mijn hersenspinsels. We converseerden comfortabel. Alles was perfect. Ik verlegde mijn blik en zag dat Esther een eind verderop was gaan zitten. Nu bij het raam. Verstandige keuze als je wat wil werken. Weg uit het Siberië van de kindertjes en de trage bediening. En zo kabbelden de gedachten door.
Ik werd afgeleid door de loop van een aantrekkelijke serveuse. Er is weinig mooier dan de zetting van de ellebogen bij een ultra vrouwelijke vrouw die loopt. Alle gedachten gingen voorbij als kleine wolkjes op een zonnige lentedag. En dat in de winter.
Er werd gepraat. De kinderen kwamen zo nu en dan op schoot en speelden verder braaf. Een warm bittergarnituur werd gebracht en een set nieuwe Orvals. Ik concentreerde me op mijn ademhaling. Deze was rustig en beheerst vanuit de buik. En was intens tevreden. Vervolgens vroeg ik me af of ik op dat moment mijn hart kon en mocht laten stoppen. Ik dacht het wel. Het zou wel definitief zijn. Het was echter wel een perfect moment. Ik vroeg me af of euthanasie in een horeca gelegenheid op zondagmiddag vergoed zou worden door mijn zorgverzekeraar. Het leek me van niet. Virtual reality zou hier misschien in een oplossing kunnen voorzien. Maar sterven was vandaag niet aan de orde.
Hoogstens een klein beetje verdwijnen zo nu en dan.
Merik van der Torren – “Er is een kindeke geboren op aard'”, die vreugde is geluk en licht en een geestverruimende appeltaart..
Hoi Pom ,
Voor de Kerstdagen dit Kerstgedicht. Het is vaker geplaatst op pomgedichten, maar kan altijd met Kerst. Fijne dagen en groet, Merik
Kerst
Bonte draken flemen in je nek
en de Kerstman, mot in zijn witte baard.
Ze vlammen vervaarlijk uit hun bek,
“O, denneboom.” Jingle bells” bij de haard.
De Kerstman, mot in zijn witte baard,
zingt “Vrede op aarde” in oorlogsgeweld
en “O, denneboom”, “Jingle bells” bij de haard
en Maria heeft sneeuwklokjes voorspeld.
zingt “Vrede op aarde” in oorlogsgeweld,
en “er is een kindeke geboren op aard.'”
Maria heeft sneeuwklokjes voorspeld
en een geestverruimende appeltaart.
“Er is een kindeke geboren op aard'”,
die vreugde is geluk en licht
en een geestverruimende appeltaart
een grote gedachte zonder gewicht.
Vreugde is het, geluk en licht,
bonte draken flemen in je nek,
los gaat de gedachte zonder gewicht,
ze vlammen vervaarlijk uit hun bek.
Merik van der Torren
Ditmars dinsdag – Ditmar Bakker: “Hoe je mensen vertelt dat je miljonair bent zonder irritatie op te wekken…”
Hoe je mensen vertelt dat je miljonair bent zonder irritatie op te wekken
1. Pardon, maar wist u dat ik een miljonair ben? Want dat ben ik. Mooie rolstoel, klootzak.
2. Ach, heeft u deze portemonnee laten vallen? Oh, nee, die heb ik laten vallen. Waarschijnlijk omdat ‘ie zo tjokvol geld zit. *Zucht* Goed voor miljoenen euro’s, zelfs. Kom terug of ik huur iemand in om je om te leggen.
3. Oh, wat een schattige baby. Thuis heb ik ook een baby, maar dan helemaal van honderdeurobiljetten gemaakt. Waarom houdt Jezus toch zoveel van mij? Is het omdat ik een miljonair ben?
4. Wat een heerlijk weer is het toch. Ik ben dol op regen. Waar ik ook dol op ben, is het uitnodigen van groepen weeskinderen bij mij thuis en ze vertellen dat ik ze ga adopteren. Aan het eind van de dag schaar ik ze dan rondom mij en nadat ik even gepauzeerd heb om aan mijn pijp te lurken, zeg ik: “Grapje, eikels.” Ik ben een miljonair.
5. Weet jij hoe een miljoen euro eruit ziet? Waarschijnlijk niet, want je bent blind. Ik heb een verhouding met je vrouw.
Ditmar Bakker
pais en vree met kerstmis – met joop komen (rip), jako fennek en met henk van zuiden – kerstgroet aan anne hardeman en familie
verzorgde door zelfdoding de dood. hij heeft de dood van zijn vader afgewacht. och wat een heerlijke man was joop, wat een heerlijke dichter, wat een heerlijke verhalenschrijver, wat een eerlijke amsterdammer ook. hieronder een gedicht van zijn hand. en één van de hand van jako fennek. de man uit zwitserland die zo lief en ook zo heerlijk vilein kan zijn. maar altijd met zelfspot en met een glimlach. wat houd ik van die mensen. en ik houd van anne hardeman. onze strenge zeeuwse oma. ik verheug me op eerste kerstdag. dan is ze benieuwd wat mijn dochters ons (annemarie en mij) hier in 020 voorschotelen. morgen is het andersom en schotelt vader zijn dochters voor. ik zal anne via FB berichten.
Ik weet, vaak doe ik je verdriet
woorden niet altijd goed gekozen,
dank met de drank en nooit met rozen,
een klankbord om mijn gram te lozen,
maar lieveling, verlaat me niet.
Nooit eens een ridder, steeds bandiet.
Mijn handen losser dan mijn kozen,
mijn jaloezie als ‘k jou zie blozen,
de lekke boot die jij moet hozen,
maar lieveling, verlaat me niet.
Ik weet, je vindt mij hypocriet
als soms mijn spijt wil bovenkomen,
mijn krokodillentranen stromen,
maar lieveling, verlaat me niet.
Toch zal het nog een keer gebeuren
dat je mij onder de trein zal pleuren.
Maar mocht je ooit dat plan beramen
ik zweer ’t je, dan gaan we samen!
Joop Komen
voorbedacht
ik zou haar kunnen zeggen
dat er een merel dood op de rails ligt
ontzet zal ze zich over de rand
van het perron buigen
naar veren zoeken
het beest in gedachten horen kwelen
zo indachtig
dat haar het fluiten van de trein ontgaat
ik hoef haar dan niet eens te duwen
jako fennek
Karin Beumkes met de kerst in love
Hier heb je het maandaggedichtje.
Liefdesgedichtje
Het koren bloeit zonder een leugen voort
langs schaduwrijke torens wil ik vogelen.
Zou ik verloren zijn dan heb ik nog een tehuis
onder jouw vleugels vind ik altijd de beschutting, zeg.
Mogen we muggen vangen brengen wij hen buiten
Als stofjes kunnen steken liefste,
deel dan vanavond onze eerste kus.
Muziek: Sigrid – Home to you https://youtu.be/fvUmrVnqLV0
Een prachtige kerst en ‘een aangenaam maal met spekjes. Kent u die uitdrukking, dames en heren?’ Al mijn liefs
Karin