Antony Oomen op 1-12 – wereldaidsdag – “…Maar grootmoeder, zij huilde wel…”
ANNE BORSBOOM wint de enige echte virtuele – ja vind je zelf nog maar eens terug hier in die bende – trofee op pomgedichten. JOLIES HEIJ zilver, PLOOS en KAATJE WHARTON brons – (de enige echte virtuele op herhaling – deze week gaan we terug naar 2012)
ANNE BORSBOOM wint de enige echte virtuele – ja vind je zelf nog maar eens terug hier in die bende – trofee op pomgedichten. JOLIES HEIJ zilver, PLOOS en KAATJE WHARTON brons |
Gepost in 2012/5/13 8:00:00 (749 keer gelezen) |
ANNE BORSBOOM schrijft in de nacht over de vuile weg
– pom: 25 – peter 22 VON SOLO raakt zichzelf aan de straatstenen nog niet kwijt – peter 5 TIEFENTHAL ziet er als een berg tegen op – peter 5 MIKE PLATENKAMP in volstrekte harmonie – pom: 5 – peter 8 FRANS TERKEN aan het snoeien – pom: 5 JOSSE KOK achtervolgt een derriere KATJA BRUNING moet haar huis uit LISAN LAUVENBERG over dichters in amsterdam CAREL BROEKMAN vindt zichzelf terug in de ondergaande zon – peter 10 JOLIES HEIJ over onverstoord neuken zonder de loerende blikken van zwarte katten met kousen aan – pom: 20 – peter: 20 PLOOS plakt memootjes op billen – pom: 10 – peter 15 KAATJE WHARTON in eenvoudig mooi – pom: 15 – peter 10 JAKO FENNEK ziet in blauwe glazen vazen – pom: 15 – peter 5 KEES-JAN SIERHUIS redt het vege lijf – pom: 5 MARTIN M AART DE JONG in de markt voor 4400 bruto MAX LEROU kent het klappen van de zweep wedstrijd gesloten. ‘dat u eindelijk u zelf heb teruggevonden meneer wolluf’ – de gedenkwaardige woorden van bettie gisteren. En? Vond u u zelf wel eens terug? Bij wat, bij wie. Dat is me nogal wat – je zelf terugvinden. Dat mag dan wel wat geweest zijn. We zijn benieuwd. Kortom: wie wint de enige echte virtuele – ja vind je zelf nog maar eens terug hier in die bende – trofee op pomgedichten? Een breed thema. Zo makkelijk is het allemaal niet lieve lezer, maar gelukkig hebben we nog de poëzie. Als je niets vindt vind je daarin altijd nog wel jezelf. Het hoeft niet per sé filosofisch hoor. En meneer wolluf heb u nog wat in mij gevonden vannacht, sprak bettie zojuist vrolijk. Inzenden voor zondag 1100 uur. PETER LE NOBEL. de grote man achter nationale boekenblog. is van de partij als juryvoorzitter, zeker als hij er wat van mag vinden. Jury rapport verzekerd. gedichten niet te lang tenzij noodzaak. juryvoorzitter en webmaster verdelen ieder weer 100 punten over de ingezonden werken. alle inzenders overlaad ik met dank voor zoveel moois. ik heb geen reden er is geen grond jíj laat geen ruimte voor verleden alleen al je bestaan te weten is meer dan ooit in mij bestond ik zag je kijken niemand was ooit dichter bij ik zag je ogen ik zag mij pw zijn zacht vel laat ik niet versterven aan de kant van deze vuile weg ik maak een haak in de schuur doop zijn voeten in rode wijn koop een ontbijtkoek en aai zijn naaktheid vannacht kleurde de maan vol onder vuurwerkgespetter en champagnegeknal vermengde zich zijn nectar met mijn nonchalance niet dat ik denk dat je om mij geeft of gaf of zal geven niet omdat ik dat nodig vond vind of zal vinden, ik concludeer een egoist iemand die zichzelf te hoog acht die bij nader inzien liever biefstuk bakt en tranen als gewassen glas plast zo voel ik voeten zonder gevoel lippen samentrekken in de tong die verdrinkt en ieder orgasme zal letters doen beven lippen losmaken, gedichten schrijven Anne Borsboom pom: die eerste regel alleen al. En ik ben verloren. Ik weet hoe dit gedicht tot stand kwam in de nacht van vrijdag op zaterdag. Rode wijn. Wat een rijkdom. Heerlijke albert heijn ingredienten gemixd met de abstracties waarbinnen anne nu eenmaal altijd gaat, beweegt, leeft. Ik laat hem toch maar niet gaan – strofe een – veel zaaks is het (hij) niet – strofe twee – maar ja je wil toch ook nog weleens een orgasme – strofe drie. Zo vrouweljk ook dit gedicht en wat er in een vrouwenhoofd om gaat. De man tot instrumentarium terug gebracht. Een leuk speeltje in de schuur. Na de ontbijtkoek laat anne de biefstuk liever voor hem. Gedichten schrijven het betere werk. Tranen als gewassen glas plassend. Ja zo zet je iemand wel even weg. ploos: Wolff, Borsbooms gedicht is tot nu toe favoriet voor mij. Niet dat ik wil mee-recenseren hoor, maar je kent me: ik kan het niet voor me houden. Het is namelijk buitengewoon. PSt Mooi vond ik ook dat van jou (“ik heb geen reden” enz.). Als je “jíj” vervangt door “je”, wordt het –paradoxaal genoeg– veel krachtiger. PPSt Ik denk niet dat Von Solo zijn vrouw vergelijkt met een olifant, maar zichzelf. Zij is –zoals ik het lees– de porseleinkast. PPPSt Onlangs overgegaan op achternamen. Fortuyn is intussen Pim, Van der Sloot is allang Joran: ik stop ermee. Achternamen. Rugnummers! peter: Met die haak in de schuur moet ik denken aan die eland die twee mannen in de roman ‘blindgangers’ aanreden. Een van hen, een arts, besloot de eland te villen voor het diner. De hele sfeer van vertwijfeld zoeken in deze roman van Joke Hermsen zie ik nu samengebald in dit gedicht. En ik maar proberen mezelf voortdurend kwijt te raken. Aan de straatstenen nog niet! De gevoelige Daal af in de diepte Tot ik mezelf verlies Het verschil verdwijnt Tussen schunnig en kies Zweef in een wereld Die los van deze staat Ervaar diepe liefde Vernietigende haat Dan komt de connectie met de realiteit weer terug De gnoom grijnst vanaf m’n rug Fluistert me toe Dat ik stout was Maar nu wil slapen Want ik ben moe De engel huilt De engel grient En de engel vloekt Versmelten tot 1 ik Die in het duister zijn weg zoekt Blijft zoeken Op de tast Als een olifant in een porseleinkast VON SOLO www.youtube.com/vonsolo010 pom: nou dat zal ze prettig vinden om olifant genoemd te worden. HERSTEL: om een olifnt op bezoek te krijgen. Een beetje te uitgesproken vermoed ik dat peter le nobel gaat opmerken. Waar von solo normaal gesproken de humor het werk laat doen is deze hier afwezig en dan resteert er niet heel veel meer dan zeg maar de beschrijving van 14 cm ontsluiting door een vrouw die aan het bevallen is. In het beschrijven van wat een individu voelt huist niet altijd een mooi poeziekindje. peter: De laatste regel ‘schunnig en kies’ in de eerste strofe detoneert met de sfeer in de rest van het gedicht. Hier wordt serieus een proces beschreven. De ‘gnoom’ vind ik net wat te cliché, maar de engel in drie verschillende gemoedstoestanden vind ik wel meer origineel. Ik stel de mens ook meer als een Jeroen Bosch-achtig wezentje voor: een duiveltje met engelenvleugels… Of een engeltje met hoorntjes… Wellicht is de beschrijving van het proces net iets te uitgesproken. Overstekende storm Vandaag heeft de beklimming van de Kunstberg niet plaats gevonden. Je doet het te voet daar de berg gesloten is en toch een col vormt buiten categorie. Immers, ter hoogte van het koninklijk park, een duistere vlek tussen het koninklijk paleis en het paleis der natie, heeft een korte zandstorm zwaar gewoed en me verrast. De Kunstberg en ik vielen uit het zicht. — marc tiefenthal dichter essayist / poète essayiste Temse blogs: Tieftalen (nl) Profonde lalangue (fr) pom: de buiten categorie regel is een mooie. De kunst in de verdrukking begrijp ik. Dan maar een gedicht moet de tief gedacht hebben. Een sympathiek gedicht. peter: Op zich aardig, maar afstandelijk geschreven. Ik vraag me nu überhaupt af of binnen het thema ‘vinden’ symboliek in gedichten passen. De symbolen creëeren zoveel afstand dat je er niet dichtbij komt. aan de oever van de harmonie zou een antwoord in de wind een opluchting, een verschil als de kransslagader van een toon als het timbre van vluchtig aanraken te ontkennen zijn zou de golf die een dorp verwoest bekend zijn met het fenomeen ramptoerisme en de bewaker van het volk met de mogelijkheden van een brein zou jij mij nog herkennen als ik mij zelf ben ontstegen na een verre reis in de handen van een visser die me zijn nachtvangst toont in de ogen van een passant in de verandering van majeur naar mineur vind ik mij ik zou misschien een oude plaat opzetten een grappig hoedje, een dood moment je zou grapjes kunnen maken over akkoorden zeggen dat ik bruin ben, mij kussen aan de oever van de harmonie waar ik stop met zoeken mp pom: ja het is de melancholie die weer eens plaats krijgt in het poeziewerk van mike platenkamp. Hij wordt daar steeds beter in om het parlando te laten zijn. Achteloos bijna als een achteloos opgezet hoedje. Kolere woord verder harmonie. Hoe verzin je het. Eerste strofe hoeft voor mij niet maar dan wordt het mooier en mooier. peter: zou jij / mij nog herkennen / als ik mij zelf ben ontstegen / na een verre reis / in de handen van een visser / die me zijn nachtvangst toont Dit zijn de pareltjes in de oester. Symbolen creëren afstand, maar metaforen duidelijk niet. De eerste twee strofen zijn net iets te groots beschreven, waardoor zelfs met metaforen afstand wordt geschapen. Hou de boel klein, als je het vinden wil. Tussen het snoeihout Hoe ik de halve stad doorkruiste stak nog een kaars op in de kerk de overvolle terrassen afstruinde in alle ogen de juiste zocht de eerlijkste die ik dacht te vinden maar wie tot ik achter in je tuin belandde waar jij tussen het snoeihout verscholen de jonge loten suste ik verwilderd je lippen bluste de heerlijkste tenminste voor een paar minuten poëzie Frans Terken 12052012 pom: hartstocht van de dichter die waarschijnlijk in de tuin bezig was vandaag. Achter elke struik een vrouw ziet. Zoenen voor wat poëzie dat is een heerlijke gedachte. Maar ja. In een tuin past meestal maar een vrouw. En dat is het begin van het einde. Overal brandnetels, beesten die steken, kwaadwoekerende mossen. Maar dan toch deze heerlijke gedachte die er mag zijn voor 12 regels poezie. peter: De heerlijkste lippen voor een paar minuten poëzie. Die vond ik aardig. Globetrotter ik achtervolg een derrière tot deze zich ontbloot en ik in het zachte vlees een zwerfblik gadesla ik duik steeds in de grachten maar riek naar de riolen ze vinden mij gehavend terug in natte krantenkoppen soms tussen slierten zeewier dan ben ik afgedreven Josse Kok pom: ik kan hier weinig mee. Eigenlijk niks. Niet het sterkste gedicht dat ik van josse mocht lezen. Gehavend teruggevonden in natte krantenkoppen. Dat is een mooie regel – nu het gedicht nog. peter: Ik denk de beschrijving van een paling… Het oude huis Straks moet ik mijn biezen pakken en mijn oude huis verlaten. Verf noch hamer kan mij baten. Het telt te veel ongemakken. Door de kieren trekt de koude. Dat doet oude stramme spieren weinig goed. Spanten kermen. Het huis is vervuild. Wind die in de schoorsteen huilt wentelt klonters bloed. Vlooien zwermen door de gang. Het behang hangt in vellen aan de kaken. Botten kraken. Pezen scheuren. Kwade gezwellen kloppen en kwellen. Loshangende deuren rammelen, piepen zeuren en griepen over hun pijnen. Balken, kozijnen zijn krom van de jicht: onderhoud is daar nooit aan verricht. Ik bewoonde ’t heel mijn leven zonder er ooit een cent voor te geven. Het huis is slecht een slechte eter. Dokter zegt ’t wordt nooit meer beter. Maar ik ben er aan gehecht. Nu, door ouderdom geplaagd word ik uit mijn huis gejaagd. Dominee komt met me praten. Ik heb geen weet van god noch gebod. Ik moet mijn oude krot verlaten. Is dat niet te veel gevraagd? Katja Bruning pom: het rijmt. Verder moet ik toch de regel hier herhalen: gedichten niet te lang tenzij noodzaak. Wat voor de een noodzaak is is het voor de ander niet natuurlijk. Maar rijmen is geen noodzaak lijkt me. peter: Een hele opsomming… dan verwacht ik: nu gaat er iets gebeuren, maar dan blijft de situatie statisch. Dichters in Amsterdam Bij het scheiden van de nacht zwermen wij uit elkaar na een innig samenzijn. Het laatste woord is nu aan mij, vind me dan op het randje van de muziek tussen de woorden uit nood geboren, vergeet ze, vereer elkaar met een glimlach, steek over. ©Lisan Lauvenberg 2000 +- 2012 pom: begrijp er niets van. Maar dat ligt aan mij. Bij het scheiden van de nacht – waarom zou je dan uit elkaar gaan – als het samenzijn zo innig was. Het is vroeg er zijn vogeltjes, we waren uren heel innig. Nou dan is er maar een weg hoor. De weg naar het bed zou ik zeggen, desnoods een bankje in de kamer. Het laatste woord is: vind me. Ik zou je wel vinden lisan. Nee de logika wordt hier met voeten getreden. peter: Tsja, alles is liefde. En dan? Hoe nu verder? ..en verder zul je Mei niet horen. Ik weet niet wat het is maar ik geloof er niet zo in in zingeving materieel besef in groei in steeds opnieuw beginnen nee ik geloof niet in het goede van de schepping niet als je daar een bijbel bij nodig hebt om in jezelf te geloven middels wat dan ook de politiek het voetbal niets helpt er nog aan en ook de poëzie niet ik geloof alleen dat alles is en dat ik niets begrijp dat je je zelf terug kunt vinden in de ondergaande zon het fluiten van de vogels het sluiten van een raam en dat je dan heel zacht daar Mei kunt horen uit de mond van Gorter en dat ik daar stil bij sta en ben gevonden als een kluisteraar verbonden aan woorden seizoenen en stromen van bloemen. Carel Broekman, mei 2012 pom: een gedicht met daarin het woord zingeving is geen gedicht. Een gedicht met daarin de woorden zingeving en schepping is een pamflet. En gorter is allang dood. Die staat niet bij het raam. Ik denk dat martin aart de jong te veel gezopen heeft en daarom in de war is met zijn eigen naam. Stromen van bloemen heeft nog wel wat. Maar dan hebben we het wel gehad. Het is de eo in de arena. peter: Ik vind het een mooie parodie op Mei, nuchter beschouwd. Eden We kochten een eiland om aan te harken en een zekere orde in de chaos te scheppen met een huis en een kerk en een haven om aan te leggen. Er wordt in blauwe handen geblazen, de herberg gaat voor de zondagsrust dicht een baken is in de zee gezet. Rond middernacht het onverstoorde neuken zonder de loerende blikken van katten met zwarte kousen over de kop. Maar in alles komt de klad. De havenmeester vindt geen kwartier. De vuurtorenwachter stort dood neer, in de herberg raakt de drank op. Kinderlijfjes in de tuin opgegraven, alleen de kerk staat als een huis. Ons paradijs opgegeten door een zwarte meeuw. Jolies Heij pom: een compleet gedicht. Een goede aankoop inclusief de kinderlijkjes – die kun je wel vermoeden bij de kerk. Ja een mooie zondagochtendopening op moederdag. Kinderlijkjes. Heerlijk neuken ook zo zonder dat geloer. De zwarte kousen wereld niet nadrukkelijk aangedragen. parlando mooi als een platenkamp geleerd heeft te schrijven deze heij. deze is helemaal maar dan ook helemaal geslaagd. Gewoon zin om me in te kopen opdat eiland. een triootje op de koop toe. peter: De toon en de sobere, maar krachtige beelden doen het gedicht staan als een huis, waarin alles instort. Uitstekend. memo memootjes zakelijk pragmatisch kris en kras de kattebellen notities overal op koelkast en op vriezer op deuren tassen ramen spiegels op armen benen billen wat je wil houden kan op het lijf geschreven wat moet ik doen wat moet ik blijven weten hoe waar haalt de tijd de tijd vandaan en mij niet in hier word ik moe verliezer memorandum zo rustiger dat woord wat geweten dan gedaan moet worden als het ware teder tijdgenegeerd vaart minderen wit in regels geschreven met een vogelveder vulpennen drogen vergeten uit Ploos pom: de onrust toegewerkt en uit laten werken naar en in de rust van die prachtige laatste regel. ‘vulpennen drogen vergeten uit’ – alleen al om deze regel hoor je hier te komen en te lezen. We hebben er elke week wel een. Al die gele papiertjes in huize ploos nemen we wel er op de koop toe bij. Veel woorden om die nerveuze vrouwen in gele papiertjes te vangen in hun schijnzekerheden. Alsof als je wat vergeet de wereld zou vergaan. De wereld vergaat echt wel ook zonder geel papiertje of met geel papiertje. Het maakt niet uit. Er moet al een moederdag zijn voor moeders dat ze niet vergeten dat ze moeder zijn. Bij de konijnen af is het. Op moederbillen moeten maar gele stickers geplakt met het woord moeder erop dat lijkt me wel wat. Dank je wel voor de tip ploos. En ja laat ik eerlijk zijn ik maak toch als je het niet erg vindt onderscheid tussen jonge billen en oude billen. Dat heeft niet zozeer met die billen te maken maar met de rest eromheen. Op oude billen worden wel prachtige regels geschreven, dat dan weer wel – de regel van de dag: ‘vulpennen drogen vergeten uit’ peter: Mooi onderscheid tussen ‘memootjes’ en ‘memorandum’. Normaal gesproken word ik altijd wantrouwig van druk volgeschreven zinnen, maar gaandeweg begon het mij te bekoren: in de eerste strofe komt alles bij elkaar in ‘…op het lijf geschreven’. Het tempo gaat dan dalen, de dichter weet de koortsachtigheid dus gedoseerd toe te passen, en zet er een mooie punt achter. Je ziet de structuur, wellicht wat rationalistisch, maar door de schrijfstijl word je toch meegevoerd. elke stad die ik ooit zag heeft een stuk van mij genomen of gekregen gratis en voor niets elk dorp dat ik bezocht in de vroege ochtenduren nam dan weer wat anders mee elk pad dat mij gekruisd heeft elke berg die ik beklom leidden naar een dieper dal tot ik niet meer reizen kon daar ik ergens onderweg ook mijzelf verloren ben Kaatje Wharton pom: ja rawiewaardige woorden, de weemoed drijft op eenvoud en we drijven mee – zo is dit geschreven. Zo is dit te lezen. Boven alles loert de afgrond je tegemoet. Uiteindelijk gaat alles over – voorbij. peter: Op zich een origineel beeld hoe iemand volkomen leeggezogen en verminkt niet meer verder kan reizen. Ik denk dat de symbolen hier weer teveel afstand scheppen in het kader van het thema ‘vinden’. Geheiligd ijs hier. Een gure wind, verders blauw en zonnig weer. Mijn bijdrage voor de virtuele. Groet aan Bettie en de andere lieven. vluchtig steriel de ruimte hier de dingen rechter dan de muren alleen de vruchten op de tafel buigen krom ik zoek mezelf zie in het blauw van glazen vazen vluchtig schimmen voortbewegen zou het kunnen dat een ervan de mijne is jako fennek pom: in dezelfde eenvoud als kaatje lezen we jako fennek hier terug. als de dichter niet jaagt op tromgeroffel en slingers verstilt de taal in zeggenschap. in contemplatie zoals je woorden om een vaas kunt laten zijn zonder veel op te schrijven. zoals je ook altijd maar een schim van jezelf kunt zien. peter: Een klein en rustig beeld, maar na een keer lezen weet je het ook. Misschien weer net te klein. Zouden we de inzendingen hier bundelen, dan zou dit een mooie afwisseling zijn. Dit is slechts het begin De start van alles achter het onverwachte Is de gedachte dat vonken uit een vuur Langzaam stijgen tot in het zwart der nacht Als al het andere verstilt Red ik het vege lijf van zwijgen Zoals de waanzinnige zou schrijven Dof-roffel en donder Het wiel van hervinden Herpakken, verhinken, herhalen Kees-Jan Sierhuis pom: onheilspellende abstracties als attracties gepresenteerd. Er staat ons wat te wachten. De onheilsprofeet komt even langs. De eerste 2 strofen zijn de sterksten. Daarna verwacht ik een universum, een universeel gedicht waarin we allemaal ten onder gaan. Het einde der tijden. Dat einde blijft uit. Jammer. peter: Wie richting heelal wordt afgeschoten zal zich nooit meer vinden. 4400 euro bruto een dag waarop ik binnen blijf papier verfrommel nergens krijg ik vat op en ik trommel ritmes op de asbak tot mijn spijt is het vandaag gesloten over en uit gesproken nee ik dicht niet meer ik spring van torens naar beneden zal me in driedelig maatpak kleden als het moet zodat het lijkt alsof ik dichter ben dan ooit. Ik voel me als herboren solliciteer naar vaste banen op kantoren. Martin M Aart de Jong pom: martin kiest dan toch maar liever voor de dood van een kantoorbaan, een goed geregeld leven. 4400 bruto is drie duizend netto ongeveer. Daarbij is het goed om dood te zijn. Dat lijkt de boodschap. Diep verscholen achter de woorden klinkt wat weemoedige midlife muziek. Ach ja zo klinken de vrije geluiden ook op de vpro tv op zondagochtend. Er zullen altijd mensen zijn die in zich zelf OPGAAN. peter: Het is een bekend dilemma, vaak beschreven. Hier net te uitgesproken. nader tot mij de dichter die mij aansprak maakte in een klap een eind aan het feest dat ik gaf ter ere van zijn eerder aangekondigd overlijden ml pom: de vorm ook mooi. Steeds iets verder reiken de woorden. Wat een agressie toch om max heen. Organiseert hij iets feestelijks krijgt HIJ de deksel weer op zijn neus. Het zit ook nooit mee. Wie goed doe goed ontmoet. Max mag het maar niet ervaren. peter: Een leuke eenhapscracker. |
pom wolff de straat op
VON SOLO over de (eerste) liefde
pom wolff – jij
Amsterdamse Voorlees Club (de AVC) inmiddels geheel in handen gevallen van Betty
JOLIES HEIJ – op de dinsdag – ‘maar op een dag smelt alles en ook de verf loopt door elkander…’
Amerswoord – editie 2 een succes! met oa gerard beentjes, jolies heij, bianca hazenberg en hans daalmeijer
Karin Beumkes in mens&melodie op de maandag: ‘ik deed het witte water in een karaf en we dronken op de lieve vrede…’
Het maandaggedicht.
Amen
Ik weet nog dat je amen zei
je legde voor mij je harde pantser af
ik deed het witte water in een karaf
en we dronken op de lieve vrede.
Zou
het werkelijk wedergeboorte zijn
van oorlogen wisten we beiden weinig
hoe
ik tot je sprak was zo schijnheilig
en jij keek minzaam door mijn leugens
heen.
Je zag een glas; je zag een ander glas
ontwrichting zei je maar
dat deed me niets.
Ik weet nog dat je amen zei
de koudste winter ooit was niet voorbij.
Muziek: The Doors – The Crystal Ship https://youtu.be/imcHmSUVEvk
Liefs Karin Beumkes